Regeling vervallen per 29-10-2020

Besluit van de Programmamanager Land- en Tuinbouw namens Gedeputeerde Staten van Gelderland houdende vaststelling openstellingsbesluit “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven (POP3 september 2017)” met daarbij behorende nadere regels

Geldend van 10-11-2017 t/m 28-10-2020

Intitulé

Besluit van de Programmamanager Land- en Tuinbouw namens Gedeputeerde Staten van Gelderland houdende vaststelling openstellingsbesluit “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven (POP3 september 2017)” met daarbij behorende nadere regels

Bekendmaking van het besluit van 3 september 2017 – zaaknummer 2017-011986 tot vaststelling van een openstellingsbesluit en nadere regels.

DE PROGRAMMANAGER LAND- EN TUINBOUW

Gelet op artikel 1.3 en hoofdstuk 2, paragraaf 4 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

BESLUIT

  • I.

    Open te stellen: hoofdstuk 2, paragraaf 4 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland (hierna: de Verordening): de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven als bedoeld in artikel 2.4.1. onderdeel a van de Verordening.

  • II.

    De openstelling te laten gelden voor de periode 18 september 2017 tot en met 27 november 2017 voor het indienen van aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 2.4.1 aanhef onder a van de Verordening.

  • III.

    Het subsidieplafond 2017 vast te stellen op € 2.652.000,- waarvan € 1.326.000,- bestaat uit POP-middelen en € 1.326.000,- uit provinciale middelen.

  • IV.

    Verdeling van de middelen vindt op grond van artikel 1.15 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland plaats op grond van een rangschikking van de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen.

  • V.

    De volgende nadere regels vast te stellen: De volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • -

    Verordening: Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

  • -

    De mate van integraliteit van het verkavelingsplan: de mate waarin (inter) nationale en provinciale doelen met de uitvoering van het project worden bereikt.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de activiteit genoemd in artikel 2.4.1. onderdeel a van de Verordening: de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a kan worden verstrekt aan de in artikel 2.4.2 van de Verordening genoemden:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren die geen landbouwer zijn;

  • c.

    pachters;

  • d.

    stichtingen voor kavelruil;

  • e.

    landbouworganisaties;

  • f.

    waterschappen;

  • g.

    gemeenten;

  • h.

    natuur- en landschapsorganisaties.

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening bevat de aanvraag om een subsidie een kaart met een duidelijke begrenzing en oppervlakte van het projectgebied.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a in combinatie met artikel 2.4.3 wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      proceskosten verkaveling;

    • b.

      procedurekosten verkaveling;

    • c.

      investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken;

  • 2. Op grond van artikel 2.4.5. van de Verordening kunnen de subsidiabele kosten van investeringen voor verbetering van de verkavelingsstructuur uitsluitend bestaan uit:

    • a.

      de kosten van de bouw, verbetering onroerende goederen;

    • b.

      de algemene kosten met betrekking tot investeringen;

    • c.

      niet-verrekenbare of niet-compensabele BTW

    • d.

      de plan- en advieskosten;

    • e.

      de leges voor vergunningen en procedures;

    • f.

      de kosten van haalbaarheidsstudies;

    • g.

      personeelskosten.

  • 3. Op grond van artikel 1.12, eerste lid van de Verordening, kan ook subsidie worden verstrekt voor de voorbereidingskosten zoals bedoeld in artikel 1.12, derde lid van de Verordening, mits zij gemaakt zijn binnen één jaar voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 6 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13 van de Verordening komen de kosten van de aankoop van gronden niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • a.

    De subsidie bedraagt minimaal € 50.000,- per aanvraag.

  • b.

    De subsidie bedraagt maximaal € 350.000,- per aanvraag.

Artikel 8 Subsidiepercentage

De subsidie bedraagt:

  • a.

    100 % van de kosten genoemd in artikel 5 eerste lid onderdelen a en

  • b.

    40 % van de subsidiabele kosten van investeringen genoemd in artikel 5 eerste lid onderdeel c met een maximale subsidie van € 800,- per geruilde hectare.

Artikel 9 Rangschikking

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening de volgende selectiecriteria:

  • a.

    De kosteneffectiviteit van de activiteit, wat blijkt uit de kosten per geruilde hectare.

  • b.

    De haalbaarheid van het project.

    De haalbaarheid van het projectplan tot opstellen van een verkavelingsplan zal beoordeeld worden door in samenhang de volgende drie aspecten te bezien:

    • i.

      De eisen die worden gesteld aan de ervaring van de projectleider / het bureau dat het projectplan tot opstellen van een verkavelingsplan heeft ingediend.

    • ii.

      De inhoudelijke kwaliteit van het projectplan te bepalen aan de hand van de volgende criteria

      • 1.

        Hoe realistisch is het projectplan;

      • 2.

        Zijn relevante partijen bij de ontwikkeling van het verkavelingsplan betrokken;

      • 3.

        Kent het project een realistische planning, opzet en begroting;

      • 4.

        Zijn risico’s geïdentificeerd en gereduceerd.

    • iii.

      De mate waarin er draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten, maar kan ook aangetoond worden met het al aanwezig zijn van een samenwerkingsintentie van de belangrijkste partijen of het aantonen van de betrokkenheid van met name de ondernemers en andere eigenaren/gebruikers wiens gronden deel uit maken van het te verkavelen plangebied.

  • c.

    De mate van effectiviteit van de activiteit in samenhang met:

    • i.

      De omvang van het gebied;

    • ii.

      Het aantal deelnemers;

    • iii.

      De mate van integraliteit;

    • iv.

      De verbetering van de verkavelingsstructuur, wat blijkt uit de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels.

  • d.

    De urgentie van het project, wat blijkt uit de mate waarin verbeteren van de verkaveling van landbouwbedrijven bij draagt aan tijdige realisatie van (inter)nationale en provinciale doelen rondom water, natuur (N2000), Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), biodiversiteit, klimaatopgaven en landschap.

Artikel 10 Toepassing van de selectiecriteria

Gedeputeerde Staten bepalen het aantal punten voor een aanvraag als volgt:

  • a.

    Voor artikel 9 onderdeel a (de mate van kosteneffectiviteit van het project):

    Kosteneffectiviteit van de kavelruil is het aantal te ruilen hectares landbouwgrond dat binnen de activiteiten van de subsidieaanvraag in de kavelruil betrokken is ten opzichte van de totale subsidiabele kosten voor kavelruil zoals genoemd in artikel 5.

    Score:

    • I.

      1 punt: indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare hoger zijn dan € 2.300,-;

    • II.

      2 punten: indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare gelijk of lager zijn dan € 2.300,- en hoger dan € 2.185,-;

    • III.

      3 punten: indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare gelijk of lager zijn dan € 2.185,- en hoger dan € 1.955,-;

    • IV.

      4 punten: indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare gelijk of lager zijn dan dan € 1.955,-.

  • b.

    Voor artikel 9 onderdeel b (de mate van haalbaarheid van het project):

    Dit criterium weegt de concreetheid en (snelle) uitvoerbaarheid van het projectplan. Er worden drie aspecten beschouwd waarop een aanvraag positief kan scoren en daarmee per aspect een punt kan behalen. De som van de behaalde punten bepaalt de totaalscore voor dit criterium. De drie aspecten zijn:

    • i.

      Het projectplan is opgesteld door een projectleider/bureau met voldoende ervaring. In het projectplan zijn voldoende eisen gesteld aan de kwaliteit van de nog aan te wijzen projectleider/kavelruilcoördinator, dan wel is aangegeven dat de aangewezen projectleider/kavelruil coördinator met betrekking tot de subsidiabele activiteiten over voldoende kwaliteit beschikt. Kwaliteit houdt in voldoende aantoonbare expertise in de vorm van genoten opleiding en (meer dan vijf jaar) relevante ervaring in relatie tot de inhoud van het project;

    • ii.

      De inhoudelijke kwaliteit van het projectplan is zodanig dat er een reëel perspectief op uitvoering van het project is binnen de opgegeven projectduur;

    • iii.

      Er bestaat voldoende draagvlak voor uitvoering van het projectplan;

      Score

    • I.

      1 punt: de kans op succes/haalbaarheid is gelet op genoemde aspecten matig.

    • II.

      2 punten: de kans op succes/haalbaarheid is gelet op genoemde aspecten voldoende.

    • III

      3 punten: de kans op succes/haalbaarheid is gelet op genoemde aspecten goed.

    • IV

      4 punten: de kans op succes/haalbaarheid is gelet op genoemde aspecten zeer goed.

  • c.

    Voor artikel 9 onderdeel c (de mate van effectiviteit van de activiteit):

    Score:

    • I.

      1 punt: de resultaten van het project dragen matig bij aan de verbetering van de verkavelingsstructuur en provinciale doelen

    • II.

      2 punten: de resultaten van het project dragen voldoende bij aan de verbetering van de verkavelingsstructuur en aan de provinciale doelen

    • III.

      3 punten: de resultaten van het project dragen goed bij aan de verbetering van de verkavelingsstructuur en aan de provinciale doelen.

    • IV.

      4 punten: de resultaten van het project dragen zeer goed bij aan de verbetering van de verkaveling¬sstructuur en aan de provinciale doelen

  • d.

    Voor artikel 9 onderdeel d (de mate van urgentie van het project):

    Score:

    • I.

      1 punt indien er sprake is van een op grond van in provinciale plannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen pas op langere termijn aangepakt hoeft dat wil zeggen na 2022

    • II.

      2 punten indien er sprake is van een op grond van in provinciale plannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen binnen afzienbare termijn aangepakt moet worden, dat wil zeggen in 2021 of 2022

    • III.

      3 punten indien er sprake is van een op grond van in provinciale plannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen op korte termijn aangepakt moet worden dat wil zeggen in 2019 of 2020

    • IV.

      4 punten indien er sprake is van een op grond van in provinciale plannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen onmiddellijk aangepakt moet worden, dat wil zeggen start in 2018.

Artikel 11 Weging van de selectiecriteria

Bij de bepaling van het aantal punten per aanvraag wordt de volgende weging toegepast:

  • a.

    criterium a: gewicht 3;

  • b.

    criterium b: gewicht 2;

  • c.

    criterium c: gewicht 2;

  • d.

    criterium d: gewicht 2.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening zal subsidie worden geweigerd als aanvragen in het totaal niet een minimumscore van 20 punten hebben behaald;

Artikel 13 Adviescommissie

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden voorgelegd aan een adviescommissie als bedoeld in artikel 1.14 van de Verordening.

Artikel 14 Citeertitel

Dit openstellingsbesluit wordt aangehaald als openstellingsbesluit “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven (POP3 september 2017)

  • VI.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Ondertekening

Gepubliceerd te Arnhem
Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland
mw. S.A.M. Pancras

TOELICHTING

Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken is een blijvende investering in de landbouwstructuur noodzakelijk. Door deze investeringen kan de efficiëntie van de sector worden verhoogd. Daarom zet de provincie met de POP3 regeling ‘Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ in op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende landbouw in Gelderland.

Voor de grondgebonden landbouw is een goede ruimtelijke structuur van de landbouwbedrijven een belangrijke voorwaarde. De provincie richt zich met de regeling op verbetering van de verkaveling (de omvang, ligging en de vorm van de kavels) door uitruil en de juiste aanpassingen van percelen.

Naast verbetering van de bedrijfsefficiëntie kan de kavelruil ook bij dragen aan de realisatie van inter(nationale) en provinciale doelen rondom water, Klimaat, Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), biodiversiteit, Natuur (Natura-2000), en in stand houden van het landschap

Alle projecten moeten voldoen aan de (inter)nationale wet- en regelgeving, zoals onder meer de voorwaarde dat project moet passen binnen vigerende bestemmingsplannen, waardoor negatieve effecten beperkt blijven. Een efficiëntere bedrijfsvoering kan leiden tot vermindering van de emissies. Dit heeft een direct positief effect op de kwaliteit van bodem, water en lucht. Het schoner worden van het leefmilieu, betere luchtkwaliteit, meer groen, minder geuremissies en minder verkeersbewegingen, heeft op zijn beurt weer indirecte positieve effecten op het woon- en leefklimaat.

De ‘Regeling investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ is een nadere invulling van de algemene bepalingen (hoofdstuk 1) uit de provinciale Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland. Aanvragen dienen ook te voldoen aan de criteria uit hoofdstuk 1.

Voor het provinciale beleidskader wordt verwezen naar de Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Ontwikkelingen in de landbouw raken in een stroomversnelling. Als gevolg van regelgeving door de overheid en het vervallen van de melkquotering wordt verwacht dat meer bedrijven hun activiteiten zullen beëindigen. Daardoor kan er meer beweging op de grondmarkt komen waardoor enerzijds kansen ontstaan voor bedrijven die zich verder ontwikkelen en anderzijds kan dat leiden tot verdere versnippering van de verkaveling.

Artikel 3 Aanvrager

Provincies hebben niet de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Kavelruilprojecten zijn gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding. Ook kan een goede verkaveling het mogelijk maken dat er weer meer gebruik gemaakt wordt van beweiding (“Koeien in de wei”) in plaats van zomerstalvoedering. Het gaat daarbij om de volgende concrete kosten:

  • -

    Proces en procedurekosten voor de uitvoering van een projectplan:

Dit zijn uitgaven gericht op verdere draagvlakontwikkeling, inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts, faciliteren aankoop ruilgronden, opstellen en uitvoeren van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures, vacatiegelden voor gebiedscommissies, projectmanagement; kadaster- en notariskosten;

  • -

    Investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken:

Dit zijn uitgaven voor graven en dempen van sloten, met elkaar verbinden van percelen, aanpassen van drainage, aanleg of verbetering van dammen en kavelpaden, aanpassen van het wegenstelsel, aanpassen van de waterhuishouding.

Artikel 9 Rangschikking

Voor de selectie van POP3 projecten wordt gewerkt met een tendersystematiek. Alle in de openstellingsperiode ingediende projecten worden gerangschikt aan de hand van tevoren bekend gemaakte selectiecriteria en de tevoren bekend gemaakte weging van die criteria.. Hierbij geldt dat alle te financieren projectvoorstellen de van tevoren bekend gemaakte minimale puntenscore moeten behalen. De best scorende projecten staan bovenaan en komen naar volgorde van plaatsing in aanmerking voor financiering binnen de beschikbare budgetruimte.

Artikel 10 en 11 Toepassing en weging van de selectiecriteria

  • a.

    De kosteneffectiviteit van de activiteit

Het maximale aantal te behalen punten voor kosteneffectiviteit uit artikel 9 onder a bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 3.

Hierbij zijn de subsidiabele proces- en procedurekosten en de subsidiabele investeringen voor een betere bewerkbaarheid en bereikbaarheid omgeslagen per geruilde hectare, het uitgangspunt. De POP adviescommissie zal de ingediende aanvragen per tender tegen elkaar afwegen, waarbij gelet wordt op de hoogte van de kosten per hectare verkaveling. Het project waarbij de kosten per hectare het laagst liggen zal de hoogste score behalen binnen dit criterium. Deze bedragen zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Op deze wijze worden de aanvragen binnen dit criterium gerangschikt.

  • b.

    Haalbaarheid / kans op succes

Het maximale aantal punten voor haalbaarheid uit artikel 9 b. bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2.

In het projectplan zijn voldoende eisen gesteld aan de kwaliteit van de nog aan te wijzen projectleider/kavelruilcoördinator, dan wel is aangegeven dat de aangewezen projectleider/kavelruil coördinator met betrekking tot de subsidiabele activiteiten over voldoende kwaliteit beschikt. Kwaliteit houdt in voldoende aantoonbare expertise in de vorm van genoten opleiding en (meer dan vijf jaar) relevante ervaring in relatie tot de inhoud van het project

  • c.

    Mate van effectiviteit van de activiteit

Dit criterium weegt de mate waarin het project bijdraagt aan een verbetering van de verkavelingsstructuur en/of aan de overige provinciale doelstellingen.

Het maximale aantal punten voor de mate van effectiviteit uit artikel 9 c. bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling zowel bijdraagt aan landbouwstructuurverbetering als aan de realisatie van andere (inter)nationale doelen, is zowel voor de mate van effectiviteit als voor urgentie gekozen om een wegingsfactor 2 toe te passen.

De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit:

  • -

    de begrenzing van het gebied waar het plan betrekking op heeft;

  • -

    het aantal deelnemers uit het betreffende gebied dat bij het opstellen van het verkavelingsplan betrokken zal gaan worden,

  • -

    de grootte van het beoogde gebied waarop de kavelruil van toepassing zal gaan zijn,

  • -

    de mate van integraliteit van het verkavelingsplan d.w.z. , in welke mate worden (inter) nationale en provinciale doelstellingen met de uitvoering van het project bereikt.

  • -

    de verbetering in verkavelingsstructuur die bereikt kan gaan worden, te meten door het verschil in ‘uitgangskwaliteit’ én te behalen ‘eindkwaliteit’ (van het gebied waar het ruilverkavelingsproces plaats zal gaan vinden. De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels.

Voor de berekening van de bijdrage aan het beleidsdoel landbouwstructuurverbetering dienen de volgende onderdelen ogenomen te worden in het projectplan:

  • -

    een beschrijving van de 0-situatie;

  • -

    de uit te voeren maatregelen met betrekking tot de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels;

  • -

    en de te verwachten bijdrage aan de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels benodigd.

Zowel voor de nul situatie als voor het beoordelen van de effectiviteit van de kavelruil dient de hierna genoemde klasse indeling mate van verkaveling te worden opgenomen.

Klasse indeling mate van verkaveling:

kwalificatie

gemiddeld % huiskavel

gemiddeld aantal veldkavels per bedrijf

gemiddelde oppervlakte veldkavel per bedrijf

Uitstekend

>80

<2

>6 ha

Goed

60 - 80

2 tot 4

4 tot 6 ha

Redelijk

40 - 60

4 tot 6

3 tot 4 ha

Matig

20 - 40

6 tot 8

2 tot 3 ha

Slecht

<20

>=8

<2 ha

www.verkavelenvoorgroei.nlhttp://www.verkavelenvoorgroei.nl

  • d.

    Urgentie

Het maximale aantal punten voor Urgentie uit artikel 9 d. bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling zowel bijdraagt aan landbouwstructuurverbetering als aan de realisatie van andere (inter) nationale doelen, is zowel voor de mate van effectiviteit als voor urgentie gekozen om een wegingsfactor 2 toe te passen.

Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden door de herverkaveling geïdentificeerd zijn als opgaven die op grond van het provinciale (sectorale of integrale) beleid noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. Zo zijn er (inter)nationale doelstellingen die voor een bepaalde einddatum gerealiseerd dienen te zijn en waar de verbetering van de verkavelingsstructuur aan bijdraagt of noodzakelijk voor is.

De mate waarin de activiteit bijdraagt aan behoud van weidegang, verbetering van het milieu, de waterhuishouding of natuur en landschap, blijkt uit de uit te voeren maatregelen die in het verkavelingsproject ten aanzien van deze doelen worden genomen. In het projectplan wordt beschreven welke positieve effecten er voor weidegang, milieu, waterhuishouding en landschap of natuur ontstaan door het herverkavelingsinstrument in te zetten. Relateer dit aan de relevante provinciale beleidsnota’s met betrekking tot de termijn waarop die maatregelen gerealiseerd dienen te worden.

Hiervoor is een beschrijving nodig van:

  • -

    de 0-situatie;

  • -

    de uit te voeren maatregelen met betrekking tot het milieu, klimaat, de waterhuishouding landschap of natuur;

  • -

    de te verwachten bijdrage aan het milieu, de waterhuishouding of de natuur en

  • -

    de termijn waarop die maatregelen gerealiseerd dienen te zijn.

Weging en puntenmethodiek

Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt bereikt, de projecten met de lagere scores geen subsidie zullen ontvangen. Mocht het plafond niet worden bereikt dan worden alle projecten, die de minimumscore hebben behaald, gesubsidieerd. De systematiek van toekenning van punten aan selectiecriteria en de weging daarvan staat hieronder in tabelvorm weergegeven.

Selectiecriterium

Weging

Te behalen punten

Te behalen punten

1

Kosteneffectiviteit

3

1 - 4

55% van het

maximaal te

behalen punten

= 20

2

Kans op succes

2

1 - 4

3

Mate van effectiviteit van de activiteit

2

1 - 4

4

Urgentie

2

1 - 4

Artikel 13 Adviescommissie

In het openstellingsbesluit is precies aangegeven welke termijn voor de indiening van aanvragen wordt gehanteerd. De start- en einddatum worden hierbij strikt in acht genomen. Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat door de adviescommissie aan het project is toegekend