Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen 2007

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WET WERK EN BIJSTAND

De raad van de gemeente Geldermalsen,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006, nummer 119/

31 oktober 2006, nummer 115,

gelet op het advies van het Cliëntenplatform Wwb;

gelet op artikel 8 en artikel 30 van de Wet werk en bijstand

besluit

vast te stellen de: VERORDENING toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand, gemeenteGeldermalsen 2007

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet : de Wet werk en bijstand (Stb 2003; 375);

    • b.

      gehuwdennorm : de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c., van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende : degene die, indien hij niet tezamen met een ander persoon in de woning zijn hoofdverblijf zou hebben, zou zijn aangewezen op beroepsmatige hulp zoals verzorging in een verzorgingshuis of in een andere inrichting ter verpleging of verzorging

    • d.

      een ander : de persoon, niet zijnde iemand die een gezamenlijke huishouding voert met de hoofdbewoner, die in dezelfde woning als de hoofdbewoner zijn hoofd-verblijf heeft.

  • 3.

    In deze verordening wordt onder woning mede verstaan een woonwagen en een woonschip.

Artikel 2 Leeftijdsbepaling en individualisering

  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar.

  • 2. In het geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 3. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18 lid 1 van de wet onverlet.

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Alleenstaanden en alleenstaande ouders

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, lid 1 van de wet bedraagt voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander persoon zijn hoofdverblijf heeft, 20% van de gehuwdennorm.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, lid 1 van de wet bedraagt voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning een ander zijn hoofdverblijf heeft 10% van de gehuwdennorm.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 met een inkomen van ten hoogste de norm als bedoeld in artikel 20, onder a. van de wet vermeerderd met 10% van de gehuwdennorm;

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende wordt verzorgd;

    • e.

      verzorgers van de verzorgingsbehoevende belanghebbende.

HOOFDSTUK 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4 Gehuwden

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met een ander.

  • 2. Het derde lid van artikel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • a.

    20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

  • b.

    10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 of 22 jaar

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

    • b.

      5% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

  • 2. In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 van deze verordening toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden.

HOOFDSTUK 4. Slotbepalingen

Artikel 7 Informatieplicht

De belanghebbende is verplicht het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van de feiten en omstandigheden die van belang zijn voor de uitvoering van deze verordening onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 8 Uitvoering

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze verordening. Het college van burgemeester en wethouders kunnen besluiten op grond van deze verordening mandateren.

  • 2. In gevallen, de uitvoering betreffende, waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Indien de toepassing van het bij de krachtens deze verordening bepaalde in een individueel geval tot een onredelijk of onbillijk besluit zou leiden, kan het college van burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in deze verordening, een ander besluit nemen.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening toeslagen en verlagingen WWB gemeente

Geldermalsen 2007”.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 januari 2007. Met ingang van die datum wordt de “Verordening

toeslagen en verlagingen WWB gemeente Geldermalsen” ingetrokken

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 19 december 2006, nummer 6,
de griffier, de voorzitter,