Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening Reïntegratie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Geldermalsen 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening Reïntegratie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Geldermalsen 2011

VERORDENING REÏNTEGRATIE WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN GEMEENTE GELDERMALSEN 2011

De raad van de gemeente Geldermalsen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011, nummer 101,

gelet op artikel artikel 8, eerste lid onder a en tweede lid artikel 10 eerste en tweede lid van de Wet werk en bijstand (Wwb) en artikel 12, eerstel lid onder a van de Wet investeren in jongeren (Wij),

besluit:

vast te stellen de

Verordening Reïntegratie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Geldermalsen 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wwb: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    Wij: de Wet investeren in jongeren;

  • c.

    Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • d.

    Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • e.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    uitkeringsgerechtigden: Personen met een uitkering ingevolge de Wwb, de Ioaw of de Ioaz of een inkomensvoorziening op grond van de Wij;

  • g.

    Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI;

  • h.

    Nuggers: personen als bedoeld in de Wwb, artikel 6 onder a;

  • i.

    jongere(n): jongere als bedoeld in artikel 2 van de Wij;

  • j.

    voorziening: een voorziening bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de Wwb en artikel 5 eerste lid van de Wij, deze verordening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze verordening, gericht op arbeidsinschakeling;

  • k.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen;

  • l.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Geldermalsen;

  • m.

    algemeen geaccepteerde alle arbeid: alle arbeid, niet zijnde, arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden.

  • n.

    Wi De Wet inburgering

Hoofdstuk 2 Beleid en Financiën

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1. Het college biedt aan uitkeringsgerechtigden tot 65 jaar, personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet uitkeringsgerechtigden, evenals aan personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de Wwb, ondersteuning en een voorziening aan en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een cliënt, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 3. Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 3 Beleidsplan

  • 1. De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een meerjarig beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven rekening houdend met de samenstelling van het uitkeringsbestand.

  • 2. Het beleidsplan dient uitgevoerd te worden binnen het beschikbaar gestelde reïntegratiebudget en het gestelde in artikel 7.

  • 3. Dit plan omvat in elk geval:

    • -

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;

    • -

      de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van arbeid en zorg;

    • -

      het flankerend beleid ten aanzien van zorg en hulpverlening;

  • 4. Het college zendt eenmaal per jaar aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid.

  • 5. Het beleidsplan als bedoeld in het eerste lid evenals het verslag als bedoeld in het derde lid bevat het oordeel van de cliëntenraad.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning

  • 1. Uitkeringsgerechtigden, Anw-ers, Nuggers, evenals personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de Wwb, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling daarbij rekening houdend met het gestelde in deze verordening.

  • 2. Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 lid 1 genoemde beleidsplan en de door het college vastgestelde uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

  • 3. Geen aanspraak op ondersteuning bestaat indien sprake is van een voorliggende voorziening welke naar mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van de belanghebbende.

Artikel 5 Verplichtingen van de cliënt

  • 1. Een persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 2. Een persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwb, de Wij, de Ioaw, de Ioaz en de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening, evenals aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3. Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, dan kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelenverordeningen Wwb en Wij en conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de Ioaw en artikel 20 van de Ioaz.

  • 4. Indien een persoon, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 6 Jongeren

  • 1. Elke werkzoekende jonger dan 27 jaar krijgt uiterlijk binnen drie maanden na de dag waarop het recht op de voorziening is ontstaan, een voorziening in de vorm van een werk/leeraanbod gericht op duurzame inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 2. Het college stemt de voorziening af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere en stelt deze in de gelegenheid mondeling of schriftelijk zijn wensen kenbaar te maken.

  • 3. Aan een jongere die alleenstaande ouder is en de volledige zorg heeft voor een te zijnen laste komend kind tot vijf jaar, doet het college desgevraagd een werk/leeraanbod dat gericht is op scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert.

  • 4. Het college kan op grond van artikel 17, tweede en derde lid van de Wij, in individuele gevallen afwijken van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 7 Budget- en subsidieplafonds

Het college kan een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 8 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1. In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden evenals de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwb en Wij en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3. Het college kan ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 9 tot en met 16, met inachtneming van hetgeen daarover in het beleidsplan is bepaalde, nadere regels stellen. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

    • a.

      De voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      De weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • c.

      De intrekking of wijziging van de subsidieverlening of – vaststelling;

    • d.

      De aanvraag, van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • e.

      De betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • f.

      Het vragen van een eigen bijdrage;

    • g.

      Overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

  • 4. Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikel 5 lid 2 van deze verordening niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

Hoofdstuk 4 instrumenten

Artikel 9 Leer/werkaanbod

Het werk/leeraanbod is bedoeld voor jongeren en kan bestaan uit het aanbieden van een baan tot het aanbieden van gerichte scholing of een combinatie van beide. Een werk/leeraanbod kan ook bestaan uit een combinatie van voorzieningen die nodig worden geacht op weg naar arbeidsinschakeling.

Artikel 10 loon boven uitkering

  • 1. Het college kan uitkeringsgerechtigden een tijdelijk dienstverband aanbieden in plaats van een uitkering.

  • 2. Indien het college hiertoe besluit dient zij hiervoor nadere regels vast te stellen met inachtneming van de hiervoor geldende wet en regelgeving.

Artikel 11 werkstages (als onderdeel van leerwerktrajecten)

  • 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden en aan jongeren (zoals bedoeld in artikel 1 onder f en i van de verordening) een werkstage aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. Het doel van deze werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3. De werkstage duurt maximaal zes maanden

  • 4. Het college plaatst een persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen, naar het oordeel van het college, niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 5. In een schriftelijke overeenkomst worden tenminste vastgelegd het doel van de werkstage, de duur alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

Artikel 12 Detacheringsbanen uitgevoerd door een reïntegratiebedrijf.

  • 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden en aan jongeren (zoals bedoeld in artikel 1 lid onder f en i van de verordening) een dienstverband bij een reïntegratiebedrijf aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling van bijvoorkeur maximaal één jaar;

  • 2. De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid door het reïntegratiebedrijf gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst.

  • 3. Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen, naar het oordeel van het college, niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 4. De gemeente maakt met het reïntegratiebedrijf in ieder geval schriftelijke afspraken gemaakt over de van toepassing zijnde rechtspositie.

Artikel 13 Loonkostensubsidies gericht op reïntegratie.

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken aan werkgevers die met uitkeringsgerechtigden en/of jongeren een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op arbeidsinschakeling;

  • 2. Het college stelt regels ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

  • 3. De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen, naar het oordeel van het college niet onverantwoord worden beïnvloed en geen verdringing plaatsvindt en voor zover de subsidieverlening past binnen het (subsidie)beleid van de gemeente.

Artikel 14 Scholing

  • 1. Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde scholing kan aangeboden worden in de vorm van een subsidie.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van noodzakelijkheid van de scholing, de duur en de maximale kosten.

Artikel 15 Sociale activering

  • 1. Het college kan als deeltraject, activiteiten aanbieden, in het kader van sociale activering.

  • 2. Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement.

Artikel 16 Vrijwilligerswerk

  • 1. Het college kan als onderdeel van een reïntegratietraject vrijwilligerswerk aanbieden.

  • 2. Onder vrijwilligerswerk wordt verstaan: onbetaalde, onverplichte activiteiten voor minimaal 8 uur en maximaal 20 uur per week bij een non-profitorganisatie als gevolg waarvan de reïntegratie van de deelnemer wordt bevorderd en gericht is op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie. Het is een middel voor het opdoen of behouden van werkritme.

Artikel 17 Persoonsgebonden reïntegratiebudget

  • 1. Het college kan een subsidie verstrekken in de vorm van een op arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget.

  • 2. Onder een persoonsgebonden reïntegratiebudget wordt verstaan een subsidie ter voldoening van de noodzakelijk te maken kosten van werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling.

  • 3. Indien het college hiertoe besluit dient zij hiervoor nadere regels vast te stellen met inachtneming van de hiervoor geldende wet en regelgeving.

Hoofdstuk 5 Inkomstenvrijlating, premies en terugvordering

Artikel 18 Inkomensvrijlating

  • 1. Het college kan besluiten tot vrijlating van inkomsten uit arbeid tot 25% van die inkomsten tot het wettelijk vastgesteld maximum per maand, gedurende ten hoogste een periode van zes aaneengesloten maanden.

  • 2. Het college stelt nadere regels vast over de voorwaarden waaronder zij oordeelt dat het werk bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van de uitkeringsgerechtigde.

  • 3. De inkomensvrijlating is niet van toepassing op de jongere met een voorziening op grond van de Wij.

Artikel 20 Premie

  • 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden die succesvol deelnemen aan een reïntegratietraject bij uitstroom naar reguliere arbeid een premie verstrekken tot het wettelijke vastgestelde maximum.

  • 2. Het college kan aan een inburgeraar die met succes zijn/haar op grond van de Wi aangebonden inburgeringstraject heeft afgerond een premie verstrekken ter hoogte van de betaalde eigen bijdrage.

  • 3. De premie als bedoeld in het 1e lid is niet van toepassing op de jongere met een voorziening op grond van de Wij.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast over de voorwaarden over het gebruik en de hoogte van de hier bedoelde premie.

  • 5. Aanvragen voor premies in het kader van de subsidieverordening Wiw die zijn ingediend voor 31 december 2004, worden conform de genoemde subsidieverordening afgehandeld.

Artikel 21 Overige vergoedingen

  • 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt worden in het kader van de arbeidsinschakeling. Het gaat hierbij in ieder geval om:

    • a.

      verhuiskosten;

    • b.

      reiskosten;

    • c.

      kosten voor kinderopvang

  • 2. Geen aanspraak op de in het eerste lid genoemde vergoedingen bestaat indien een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel wordt geacht voor belanghebbende toereikend en passend te zijn.

Artikel 22 Terugvordering en maatregel

  • 1. Als een persoon die deelneemt aan of heeft deelgenomen aan een voorziening, zijn verplichtingen, als bedoeld in artikel 5 niet nakomt of niet is nagekomen, kan het college de door hem in het kader van die voorziening ten behoeve van deze persoon gemaakt kosten terugvorderen.

  • 2. Als een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 5 niet is nagekomen of niet nakomt, kan het college een maatregel opleggen op de uitkering, conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelenverordeningen Wwb en Wij gemeente Geldermalsen.

  • 3. Als een persoon die een uitkering ontvangt op grond van de Ioaw of de Ioaz zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 5 niet nakomt, kan het college de uitkering verlagen, conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de Ioaw en de Ioaz.

Artikel 23 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college

Artikel 24 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de verordening.

Artikel 25 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 26 Verantwoording

Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks verantwoording af aan de raad.

Artikel 27 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2010.

  • 2. Met ingang van die datum worden de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen van 28-9-2004 en de Reïntegrateiverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Geldermalsen 2010 ingetrokken.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: Verordening reïntegratie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Geldermalsen 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
Van 31 mei 2011, nummer 7a,
de griffier, de voorzitter,