Regeling vervallen per 11-12-2019

Beleidsregels bijzondere bijstand als lening en drempelbedrag bijzondere bijstand gemeente Geldermalsen 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 10-12-2019

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand als lening en drempelbedrag bijzondere bijstand gemeente Geldermalsen 2012

Beleidsregels bijzondere bijstand als lening en drempelbedrag bijzondere bijstand gemeente Geldermalsen 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen,

gelet op het bepaalde in artikel 15 en 35 Wet werk en bijstand en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht,

besluit:

vast te stellen de

Beleidsregels bijzondere bijstand als lening en drempelbedrag bijzondere bijstand gemeente Geldermalsen 2012

1. Begripsbepaling algemeen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a.

het college

:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen;

b.

de WWB

:

de Wet werk en bijstand;

c.

het NIBUD

:

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting;

d.

algemene bijstand

:

bijstand die wordt verstrekt voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, zoals kosten van levensonderhoud, die uit het inkomen moeten worden voldaan;

e.

bijzondere bijstand

:

bijstand als bedoeld in artikel 35 van de Wwb, die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen, de toepasselijke bijstandsnorm of inkomensvoorziening en/of uit het aanwezige vermogen;

f.

de bijstandsnorm

:

norm als bedoeld in artikel 20 tot en met 30 van de Wwb

g.

de inkomensvoorziening

:

inkomen zoals bedoeld in artikel 26 tot en met 34 van de WIJ;

h.

voorliggende voorziening

:

een voorziening die naar aard en doel geacht wordt passend te zijn voor een belanghebbende, waardoor geen recht op bijzondere bijstand bestaat als bedoeld in artikel 15 lid Wwb.

2. Uitleg duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten

  • 1. Bij inrichtingskosten moet een onderscheid worden gemaakt tussen de kosten voor duurzame gebruiksgoederen en de overige inrichtingskosten.

  • 2. Duurzame gebruiksgoederen zijn bijvoorbeeld een koelkast, wasmachine of gasfornuis. Met overige inrichtingskosten worden de kosten bedoeld zoals verf en behang.

3. Bekostiging aanschaf duurzame gebruiksgoederen

  • 1. De kosten van inrichting, aanschaf en vervanging van normale duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene kosten van bestaan en moeten in beginsel uit het inkomen worden betaald.

  • 2. Ook indien men een inkomen op het niveau van het sociaal minimum ontvangt wordt in principe voldoende ruimte in het inkomen aanwezig geacht om hiervoor te reserveren dan wel gespreide betaling achteraf.

4. Uitgangspunten voor lening duurzame gebruiksgoederen en verwijzing Stadsbank/ Gemeentelijke kredietbank

  • 1. Als is vastgesteld dat belanghebbende in aanmerking komt voor bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, wordt die alleen verstrekt in de vorm van een lening.

  • 2. Als op voorhand duidelijk is dat een lening bij de Stadsbank of Gemeentelijke Kredietbank niet zal worden verkregen en die lening daarom niet als voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 lid 1 van de Wwb zal worden aangemerkt, wordt belanghebbende niet doorgestuurd naar de Stadsbank of de Gemeentelijke Kredietbank.

  • 3. In onderstaande gevallen wordt belanghebbende niet doorgestuurd:

    • a.

      belanghebbende heeft in de laatste drie jaar geen financiële ruimte gehad om te reserveren, omdat de financiële ruimte benut is voor aantoonbare noodzakelijke uitgaven;

    • b.

      belanghebbende heeft in de komende 3 jaar geen financiële ruimte om te reserveren omdat de financiële ruimte is benut is voor de lopende aflossing van een lening voor noodzakelijke uitgaven;

    • c.

      door de schuldensituatie van de aanvrager is op voorhand duidelijk dat de aanvraag niet zal leiden tot een toekenning van een lening bij de Stadsbank of Kredietbank.

5. Drempelbedrag

  • 1. Het college hanteert bij de verlening van bijzondere bijstand een drempelbedrag van € 120,-- per 12 maanden.

  • 2. Het college hanteert voor de periode van 12 maanden zoals genoemd in artikel 35 lid 2 WWB, het kalenderjaar.

  • 3. Peilmoment is de datum waarop de kosten worden gemaakt.

6. Bijzondere regeling bij dringende situaties

  • 1. Het college kan als er recht is op bijzondere bijstand voor het drempelbedrag, een lening verstrekken.

  • 2. Lid 1 kan alleen worden toegepast in dringende situaties.

  • 3. De situaties als bedoeld in lid 2 worden individueel beoordeeld.

7. Overgangsbepaling

Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de beleidsregels worden afgehandeld volgens het beleid dat van kracht was voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel.

8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012.

9. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Beleidsregels bijzondere bijstand als lening en drempelbedrag bijzondere bijstand gemeente Geldermalsen 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 2 augustus 2011 , nummer 1 de loco-secretaris, de burgemeester,
J.C. Steurrijs mr. S.W. van Schaijck