Regeling vervallen per 12-06-2015

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Geldermalsen 2012

Geldend van 12-06-2015 t/m 11-06-2015

Intitulé

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN GELDERMALSEN 2012

De raad van de gemeente Geldermalsen,

gelezen het voorstel van het college van 17 mei 2011, nummer 8,

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Geldermalsen 2012

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen aan de:

    D.J. van Wijkstraat te Geldermalsen

    Lange Akker te Geldermalsen

    Lingedijk te Buurmalsen

    Bredestraat te Meteren

    Achtersteweg/Rijkstraatweg te Meteren

    Achterweg te Acquoy

    ’t Oosteneind te Deil

    Beemd te Enspijk

    Schuttersweg te Beesd

    Veerweg te Beesd

  • b.

    graf: een zandgraf of grafkelder;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • n.

    beheerder: degene die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • o.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • q.

    de wet: Wet op de lijkbezorging

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf.

Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. a. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden zonder toestemming van de beheerder. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

    • b.

      De beheerder kan nadere aanwijzingen geven die onmiddellijk moeten worden opgevolgd.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder.

  • 2. Datum en uur van deze plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. De bepaling in het vorige lid geldt niet indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven. De kennisgeving aan de beheerder moet in dit geval zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden onder toezicht en op aanwijzing van de beheerder of onder zijn toezicht staand personeel.

  • 4. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 2. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan het uitsluitend recht binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het uitsluitend recht met 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is op werkdagen van 9.00 tot 15.00 uur en op zaterdag van 9.00 tot 13.00 uur.

  • 2. De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3. Datum en uur van begraven en het bezorgen van as en de wijze waarop dit zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven particuliere graven en algemene graven.

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de op het graf beschikbare afmetingen voor de grafbedekking,

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Termijnen particuliere graven

  • 1. Het uitsluitend recht op een particulier graf wordt gevestigd voor de duur van twintig jaar. De termijn begint te lopen op de dag dat het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek telkens met een termijn van tien jaar verlengd.

Artikel 15 Grafkelder

  • 1. Het college kan aan de rechthebbende van een uitsluitend recht op een particulier graf vergunning verlenen tot aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

  • 2. De kosten voor het aanbrengen van een grafkelder zijn voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast over de afmeting en de situering van de grafkelder.

  • 4. Een grafkelder mag niet worden geopend, anders dan twee uur voor een begraving of bijzetting.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het uitsluitend recht op een graf kan op gezamenlijk verzoek van de rechthebbende en de beoogde rechthebbende worden overgeschreven op naam van de beoogde rechthebbende.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het uitsluitend recht op een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien het verzoek daartoe wordt gedaan binnen twaalf maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van twaalf maanden, kan het college het uitsluitend recht op het graf vervallen verklaren.

  • 5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van twaalf maanden kan het college het uitsluitend recht alsnog overschrijven naar een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 17 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het uitsluitend recht op een graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen

Artikel 18 Vergunning gedenkteken, aard en afmeting grafbedekking

  • 1. Voor het aanbrengen en hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf of de belanghebbende van een algemeen graf vraagt de vergunning aan voor het aanbrengen en hebben van een gedenkteken.

  • 3. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.

    • e.

      de aanvraag een algemeen graf betreft waarin nog een stoffelijk overschot kan worden begraven.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning voor een gedenkteken, de aard en de afmetingen van gedenktekens en andere grafbedekkingen en de wijze van aanbrengen.

Artikel 19 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van de graven en de begraafplaats. Het college stelt bij nadere regels de onderhoudsmaatregelen vast.

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking zodanig te onderhouden en te herstellen dat het uiterlijk aanzien van de begraafplaats niet wordt geschaad en geen gevaar ontstaat voor derden.

Artikel 21 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende .

Artikel 22 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van het uitsluitend recht op het graf, of de uitgiftetermijn van het algemene graf, door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college per brief aan de rechthebbende, of wanneer het een algemeen graf betreft aan de belanghebbende, bekend gelijktijdig met de mededeling dat de termijn van het uitsluitend recht verloopt, of indien het een algemeen graf betreft wanneer de uitgiftetermijn van dat algemene graf verstrijkt.

  • 3. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de laatst bekende rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de laatst bekende belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de laatst bekende rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten in dat graf te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen.

Hoofdstuk 7. Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 19, vierde lid, van deze verordening.

  • 2. Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

Hoofdstuk 8. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 25 Lijst

  • 1. Het college kan een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Het college stelt nadere regels op voor plaatsing van een graf op de in het eerste lid genoemde lijst, voor zover een dergelijke lijst wordt bijgehouden.

  • 3. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 4. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9. Inrichting register

Artikel 26 Voorschriften

Het college stelt voorschriften vast voor het register als bedoeld in artikel 27 van de wet.

Hoofdstuk 10. Slotbepalingen

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening begraafplaatsen Geldermalsen 2010, vastgesteld op 22 december 2009, nummer 6a, wordt ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening begraafplaatsen Geldermalsen 2010 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen Geldermalsen 2010 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1 en lid 3, 6, 7 lid 3, 15 lid 4, en 20 lid 2 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 juni 2011, nummer 14d de griffier, de voorzitter,