Regeling vervallen per 15-05-2019

COÖRDINATIEVERORDENING WRO GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

Geldend van 05-10-2012 t/m 14-05-2019

Intitulé

COÖRDINATIEVERORDENING WRO GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012 nummer 08,

gelet op artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening,

besluit:

vast te stellen de Coördinatieverordening Wro gemeente Geldermalsen 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    besluit: besluit als bedoeld in artikel 3:30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • d.

    uitwerkingsplan, wijzigingsplan: een uitwerkingsplan, respectievelijk wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • e.

    structuurvisie: een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • f.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • g.

    Wro: Wet ruimtelijke ordening;

  • h.

    bouwen: bouwen als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wabo;

  • i.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo of een fase daarvan, als bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo;

  • j.

    aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag om omgevingsvergunning heeft ingediend;

  • k.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeenteGeldermalsen.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1. Deze verordening is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, uitwerkingplan of wijzigingsplan tezamen met een besluit over één of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen.

  • 2. De in lid 1 bedoelde omgevingsvergunning bevat in ieder geval de component bouwen.

  • 3. Aan de in lid 1 en 2 bedoelde gecoördineerde voorbereiding van besluiten kan tevens de voorbereiding van één of meerdere besluiten als bedoeld in artikel 3 gerelateerd zijn.

Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen die naast de omgevingsvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan vast te stellen

Het college kan de coördinatie als bedoeld in artikel 2 van de verordening toepassen bij de voorbereiding van:

  • a.

    een verkeersbesluit, als bedoeld in de artikelen 15 en 18 lid 1 van de Wegenverkeerswet en artikel 12 van de Administratieve bepalingen voor het wegverkeer;

  • b.

    het besluit tot vaststelling van een hogere waarde als bedoeld in artikel 45, 47, 55, 61, 83, 85 en/of 100a van de Wet geluidhinder.

Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd

  • 1. Het college bevordert een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2 van de verordening:

    • a.

      als het besluit over een aanvraag om omgevingsvergunning geweigerd zou moeten worden op grond van artikel 2.1 lid 1 sub c of artikel 2.11 lid 1 van de Wabo en slechts op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan worden verleend en

    • b.

      het besluit één of meer van de volgende activiteiten betreft:

      • i.

        het realiseren van een project dat is opgenomen in een structuurvisie;

      • ii.

        het bouwen of verbeteren van één of meer woningen;

      • iii.

        het realiseren of wijzigen van een agrarisch bouwperceel;

      • iv.

        het realiseren van nutsvoorzieningen;

      • v.

        het realiseren van maatschappelijke voorzieningen;

      • vi.

        het renoveren van één of meer bedrijven;

      • vii.

        het realiseren van infrastructurele werken.

  • 2. Het college gaat alleen over tot de in lid 1 genoemde coördinatie als:

    • a.

      door of namens het college is vastgesteld dat het besluit gecoördineerd kan worden voorbereid, en;

    • b.

      door of namens het college is vastgesteld dat zich geen belemmering als bedoeld in artikel 5 voordoet, en;

    • c.

      de aanvrager zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de aanvrager heeft.

Artikel 5 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt

In de volgende gevallen past het college geen gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening toe:

  • a.

    er moet op grond van § 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapportage worden opgesteld en het betreft geen deelproject van een grotere ontwikkeling waarvoor al een milieueffectrapportage is opgesteld;

  • b.

    er moet op grond van artikel 6.12 lid 1 van de Wro een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12 lid 2 van de Wro;

  • c.

    als blijkt dat één of meerdere van de gecoördineerde besluiten schade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen.

Artikel 6 Procedureregeling

  • 1. Het college kan een procedureregeling vaststellen ten behoeve van een goede uitvoering van de coördinatie als bedoeld in deze verordening.

  • 2. De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen.

  • 3. De procedureregeling kan bepalen hoe het college toepassing geeft aan artikel 3:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. Zolang het college geen procedureregeling heeft vastgesteld, zijn bij de coördinatie van toepassing de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.

  • 5. Bij de toepassing van lid 4 is het college het aangewezen coördinerende orgaan als bedoeld in artikel 3:22 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 6. Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in één of meer andere gevallen dan de gevallen die op grond van deze verordening mogelijk zijn, dan zijn de leden 1 tot en met 5 van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag volgend op die van de bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Coördinatieverordening Wro gemeente Geldermalsen 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 26 juni 2012, nummer 13,
de griffier, de voorzitter,