Regeling vervallen per 18-12-2019

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen

Geldend van 12-06-2015 t/m 17-12-2019

Intitulé

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen

De raad van de gemeente Geldermalsen,

gelezen het voorstel van het college van 21 april 2015, nr. 001;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen.

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de:

    D.J. van Wijkstraat te Geldermalsen

    Lange Akker te Geldermalsen

    Lingedijk te Buurmalsen

    Bredestraat te Meteren

    Achtersteweg/Rijkstraatweg te Meteren

    Achterweg te Acquoy

    ’t Oosteneind te Deil

    Beemd te Enspijk

    Schuttersweg te Beesd

    Veerweg te Beesd

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    keldergraf: een betonnen of gemetselde ondergrondse constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus met of zonder urn;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van overleden personen jonger dan 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overleden personen jonger dan 12 jaar

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • k.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van overleden personen jonger dan 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overleden personen jonger dan 12 jaar.

  • l.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    algemene urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • p.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en figuren met inbegrip

    van kettingen, hekwerken, kunstwerken en dergelijke;

  • q.

    grafbeplanting: alle planten en bloemen op een graf al dan niet vast in de grond of in een

    pot of vaas.

  • r.

    beheerder: degene die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf, of een particuliere urnennis, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • t.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon die in de gemeentelijke begraafplaatsadministratie bekend is als belanghebbende bij een algemeen graf, een algemeen urnengraf, of een algemene urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • u.

    de wet: Wet op de lijkbezorging.

Artikel 2. Uitbreiding begrip particulier graf

Voor zover in of krachtens deze verordening wordt gesproken van 'particulier graf', wordt daaronder mede verstaan: particulier urnengraf en particuliere urnennis.

Voor zover in of krachtens deze verordening wordt gesproken van 'algemeen graf', wordt daaronder mede verstaan: algemeen urnengraf en algemene urnennis.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS(EN)

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de beheerder de toegang tijdelijk sluiten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden zonder toestemming van de beheerder. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder.

  • 2. Datum en uur van deze plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de melder door de beheerder vastgesteld.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

  • 1 Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2 Indien het ruimen geschiedt in opdracht van de rechthebbende, kan deze op schriftelijk verzoek bij de ruiming aanwezig zijn.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan het Klantcontactcentrum van de gemeente Geldermalsen d.m.v. het uitvaartformulier van het betreffende kalenderjaar. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. De bepaling in het vorige lid geldt niet indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven. De kennisgeving aan het Klantcontactcentrum moet in dit geval zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, het daarna sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden onder toezicht en op aanwijzing van de beheerder of onder zijn toezicht staand personeel.

  • 4. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 2. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan het uitsluitend recht binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het uitsluitend recht tot de periode van 10 jaar zodat deze grafrusttermijn is gewaarborgd. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn op werkdagen en zaterdagen van 9.00 tot 16.00 uur.

  • 2. De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3. Datum en uur van begraven en het bezorgen van as en de wijze waarop dit zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10. Aantal overledenen in particuliere en in algemene graven

  • 1. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in algemene en particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de wet op de lijkbezorging.

  • 2. Het college kan strooivelden aanwijzen waar as kan worden verstrooid.

Artikel 11. Volgorde van uitgifte graven

  • 1. Het college bepaalt de volgorde van uitgifte van particuliere en algemene graven;

  • 2. Op verzoek van de rechthebbende kan het college een particulier graf toewijzen anders dan de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

  • 3. Graven en urnennissen worden slechts uitgegeven voor directe begraving.

Artikel 12. Categorieën graven

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt in dat geval voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 13. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het uitsluitend recht op een particulier graf wordt gevestigd voor de duur van twintig jaar. De termijn begint te lopen op de dag dat het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek telkens met een termijn van tien jaar verlengd.

  • 3. Een algemeen graf wordt uitgegeven voor de termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden

    verlengd.

Artikel 14. Keldergraf

  • 1. Het college kan bij het vestigen van een uitsluitend recht op een particulier graf aan de rechthebbende toestemming verlenen tot aanbrengen van een keldergraf.

  • 2. De kosten voor het aanbrengen van een keldergraf zijn voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast over de aard en afmeting van een keldergraf.

Artikel 15. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het uitsluitend recht op een graf kan op gezamenlijk verzoek van de rechthebbende en de beoogde rechthebbende worden overgeschreven op naam van de beoogde rechthebbende.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het uitsluitend recht op een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien het verzoek daartoe wordt gedaan binnen twaalf maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3. Indien de overleden rechthebbende in het graf waarop hij een uitsluitend recht heeft, dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in dat graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van twaalf maanden, kan het college het uitsluitend recht op het graf vervallen verklaren.

  • 5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van twaalf maanden kan het college het uitsluitend recht alsnog overschrijven naar een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 16. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het uitsluitend recht op een graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 17. Melding gedenkteken, aard en afmeting grafbedekking

  • 1. Het is verboden een gedenkteken te plaatsen indien:

    • a.

      de rechthebbende van een particulier graf of de belanghebbende van een algemeen graf, dievoornemens is een gedenkteken te plaatsen, daarvan niet van tevoren melding heeftgedaan aan het college, onder indiening van een werktekening;

    • b.

      het college het plaatsen van het gedenkteken heeft verboden.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de wijze van het doen van een melding, dewerktekening, de aard en de afmetingen van de gedenksteen en de wijze van aanbrengen.

  • 3. Het college verbiedt het plaatsen van een gedenkteken indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het tweede lid;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van het gedenkteken onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.

  • 4. Het gedenkteken kan worden geplaatst na schriftelijke toestemming van het college.

  • 5. Bij vervanging of aanpassing van het gedenkteken is opnieuw een schriftelijke melding nodig aan het college.

Artikel 18. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van de begraafplaats. Het college stelt de onderhoudsmaatregelen vast in een beheerplan.

Artikel 19. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende

  • 1. Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door of in opdracht van, en voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking zodanig te onderhouden en te herstellen dat het uiterlijk aanzien van de begraafplaats niet wordt geschaad en geen gevaar ontstaat voor derden.

Artikel 20. Verwaarloosde grafbeplanting

Grafbeplanting die in een kennelijk verwaarloosde of verwelkte staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of belanghebbende.

Artikel 21. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van het uitsluitend recht op het graf, of de uitgiftetermijn van het algemene graf, door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college per brief aan de rechthebbende, of wanneer het een algemeen graf betreft aan de belanghebbende, bekend gelijktijdig met de mededeling dat de termijn van het uitsluitend recht verloopt, of indien het een algemeen graf betreft wanneer de uitgiftetermijn van dat algemene graf verstrijkt.

  • 3. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN

Artikel 22. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de laatst bekende rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de laatst bekende belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de laatst bekende rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk en op kosten van die nabestaanden, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf kan bij het Klantcontactcentrum een aanvraag indienen om de menselijke resten in dat graf te doen verzamelen om deze onder dezelfde grafruimte te doen plaatsen.

HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 23. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 17, derde lid, van deze verordening.

  • 2. Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat degrafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 24. Lijst

  • 1. Het college kan een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op een dergelijke lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen 2012, vastgesteld op 28 juni 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 26. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1 en lid 3, 7 lid 3 en 17 lid 1wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 27. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 28. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2012 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2012 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van26 mei 2015, nummer 15
De griffier,
De voorzitter,