Regeling vervallen per 29-03-2019

Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo 2006

Geldend van 14-02-2007 t/m 28-03-2019

Intitulé

Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo 2006

De gemeenteraad van Geldrop-Mierlo,

overwegende dat het aanbeveling verdient een subsidieverordening vast te stellen met als doel de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische waarden in het Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo;

dat het gewenst is de werkzaamheden die aan de doelstelling een impuls te geven via het toekennen van een subsidie;

dat hieronder niet wordt begrepen de werkzaamheden die behoren tot het normale onderhoud;

dat een bedrag van € 84.750,- beschikbaar is, dat zoveel mogelijk naar evenredigheid dient te worden verdeeld over de componenten die bepalend zijn voor –met name- de uitstraling en het uiterlijk van de in het beschermd dorpsgezicht gelegen percdelen en de zich daarop bevindende bebouwing;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2006;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Monumentenwet 1988 en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

vast te stellen de hieronder beschreven “Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo 2006”.

Artikel 1 begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Beschermd Dorpsgezicht het gebied zoals dat werd aangewezen bij de op 17 januari 1972

    Broek Mierlo (nr. 161.921) gegeven beschikking als bedoeld in artikel 21 van de Monumentenwet (oud) van de Staatsecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en de Minister van

    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

  • b.

    bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders

  • c.

    adviseurs bestaande uit één afgevaardigde van zowel:

    • -

      de gemeentelijke Monumentencommissie zoals zij bij besluit van 9 maart 2004 is aangewezen als Commissie Dorpsgezicht zoals bedoeld in artikel 13 bestemmingsplan “Broek 1990”

    • -

      cluster Bouw- en Woningtoezicht van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling.

Artikel 2 kostensoorten

  • 1. Onder kosten die voor subsidie in aanmerking komen worden verstaan: kosten voor werken en/of werkzaamheden die betrekking hebben op het behoud en herstel van het tot beschermd dorpsgezicht aangewezen gebied Broek, meer in bijzonder de daarin gelegen percelen en de zich daarop bevindende panden. Hierbij ligt het accent op het uiterlijk en de passendheid in de omgeving.

  • 2. Voor subsidie komen niet in aanmerking: de kosten die tot het normale onderhoud behoren.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing wanneer hierdoor een duidelijke bijdrage wordt geleverd aan het behoud en/of de versterking van de cultuurhistorische waarde van het beschermd dorpsgezicht.

  • 4. De volgende werken/werkzaamheden komen voor subsidie op basis van deze verordening in aanmerking:

    • a.

      schilderwerk

    • b.

      beplanting

    • c.

      luiken

    • d.

      dakbedekking

    • e.

      kozijnen

    • f.

      gevelverbetering en/of –hertel;

    • g.

      sloop van (in slechte staat verkerende) bijgebouwen (niet zijnde bedrijfsgebouwen) welke nadeling zijn voor de cultuurhistorische waarde van het beschemd dorpsgezicht.

  • 5. Subisie voor de werken/werkzaamheden genoemd onder het vierde lid onder sub a t/m c wordt slechts verstrekt wanneer het uitgebrachte gezamenlijke advies van de Boerderijenstichting Noord-Brabant en de Commissie voor Boerderijenzorg in Noord-Brabant van Brabants Heem van 28 maart 1997 in acht wordt genomen.

Artikel 3 begrotingsvoorbehoud

  • 1. Voor het verlenen van subsidie van de in artikel 2 bedoelde kostensoorten is maximaal een bedrag van € 84.750,- beschikbaar. Dit bedrag wordt jaarlijks aangevuld met een nader te bepalen donatie, met dien verstande dat het hiervoor vermelde maximumbedrag niet wordt overschreden.

  • 2. Op subsidie kan slechts aanspraak worden gemaakt zolang het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde bedrag nog niet volledig is toegekend.

  • 3. Het onder lid 1 bedoelde bedrag kan enkel worden besteed aan de in artikel 2 vermelde kostensoorten.

Artikel 4 randvoorwaarden

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt voor de verschillende kostensoorten als volgt bepaald:

    Kostensoortsubsidie rekeneenheid

    • a.

      schilderwerk € 225,- per pand

    • b.

      beplanting € 2,25 per m² met maximium van € 225,-- per perceel

    • c.

      luiken € 13,50 per m² met maximum van € 460,-- per perceel

    • d.

      dakbedekking € 13,50 per m² (riet)

      € 7,- per m² (pannen)

      met een maximum van € 4.600,- per pand

    • e.

      kozijnen € 7,- per meter met een maximum van € 1.365,- per pand

    • f.

      gevelherstel & 20% van de kosten met maximum van € 2725,- per pand

    gevelverbetering

    • g.

      sloop bijgebouwen € 4,50 per m³ met maximum van € 900,-- per pand

  • 2.

    Per pand of perceel kan per kostensoort ten hoogste éénmaal per aaneengesloten periode van vijf jaar een subsidie geclaimd worden.

Artikel 5 indiening aanvraag om subsidie

  • 1. Een aanvraag om subsidie moet bij het bestuursorgaan worden ingediend op het door het bestuursorgaan vastgestelde aanvraagformulier. Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst per ommegaande.

  • 2. Een gespecificeerde kostenbegroting maakt verplicht onderdeel uit van de aanvraag om subsidie.

  • 3. Als de in lid 2 bedoelde kostenbegroting ontbreekt wordt de aanvrager van de subsidie schriftelijk in de gelegenheid gesteld om deze binnen een termijn van zes weken aan te leveren. Gedurende deze termijn wordt de beslissing op de aanvraag aangehouden. Wanneer ook na het verstrijken van deze termijn geen kostenbegroting is ontvangen wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

Artikel 6 beoordeling van de aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 opgenomen toetsingscriteria.

  • 2. Een aanvraag wordt behandeld in de volgorde waarbinnen zij door het bestuursorgaan is ontvangen.

  • 3. Bij de beoordeling van de aanvrager wordt rekening gehouden met het beschikbare budget per kostensoort. Zodra het in artikel 3 genoemde maximum is bereikt, is, tot het moment dat de aanvulling zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 heeft plaatsgevonden, het verstrekken van subsidie niet meer mogelijk.

  • 4. Het bestuursorgaan legt de aanvraag voor subsidie voor aan zijn adviseurs.

  • 5. Een aanvraag om subsidie en de toekenning daarvan moet zijn geschied vóórdat de aanvrrager met de werkzaamheden waarop de aanvraag ziet begint.

Artikel 7 vaststelling en betaling subsidie

  • 1. Het bestuursorgaan beslist op een aanvraag om subsidie binnen een termijn van acht weken na de ontvangst van de aanvraag. Als zich het geval voordoet zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 begint de beslistermijn te lopen nadat de aanvraag is gecomplementeerd.

  • 2. De beslissing op de aanvraag om subsidie vermeldt de hoogte van de toe te kennen subsidie.

  • 3. De ontvanger van de subsidie moet binnen 4 weken nadat de gesubsidieerde werkzaamheden zijn uitgevoerd hiervan schriftelijk mededeling doen aan het bestuursorgaan.

  • 4. Binnen twee weken na ontvangst van de in lid 3 bedoelde gereedmelding dient de cluster Bouw- en Woningtoezicht van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling te controleren of de werken/werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd.

  • 5. Binnen twee weken na de in lid 4 bedoelde controle wordt de toegekende subsidie uitbetaald.

  • 6. Het bepaalde in lid 5 is niet van toepassing als de de uitgevoerde werkzaamheden naar het oordeel van de cluster Bouw- en Woningtoezicht van de afdeling Ruimtelijke Ordening niet naar behoren zijn uitgevoerd. Als deze situatie zich voordoet wordt betaling van de toegekende subsidie opgeschorst tot het moment waarop de geconstateerde tekortkomingen zijn verholpen.

  • 7. Het bestuursorgaan heeft de bevoegdheid de toegekende subsidie in gedeelten te betalen mits zowel bij vaststelling daarvan als in de in lid 2 bedoelde beslissing is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen die subsidiebedragen tot uitkering komen.

Artikel 8 vangnetbepaling

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, onduidelijk is of anderszins vragen oproept, treft het bestuursorgaan nadat zij de aanvrager heeft gehoort en na advies van de adviseurs, de nodige voorzieningen, nadere voorschriften of aanwijzingen en/of neemt de nodige beslissingen waarvan mededeling wordt gedaan aan de gemeenteraad in haar eerstvolgende openbare vergadering.

Artikel 9 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo 2006”.

Artikel 10 slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is afgekondigd.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek” zoals vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Mierlo van 9 oktober 2000.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de gemeenteraad van Geldrop-Mierlo van 29 januari 2007,
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
G.A.A. van Luijn M.J.D. Donders-De Leest
griffier voorzitter