Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied centrum Geldrop

Geldend van 04-10-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 04-10-2019

Intitulé

Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied centrum Geldrop

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo;

gelet op artikel 87 in samenhang met artikel 10, eerste lid van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

gelet op artikel 149, eerste lid, onder d in samenhang met artikel 150 van de Wegenverkeerswet 1994;

gelet op artikel 4:81 in samenhang met artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende:

  • dat de Korte Kerkstraat in het centrum van Geldrop ingericht is als voetgangersgebied, waarbij fietsers als gast zijn toegestaan;

  • dat er in het voetgangersgebied ten behoeve van de bevoorrading van de winkelpanden en woningen venstertijden gelden gedurende welke het gebied toegankelijk is voor andere categorieën weggebruikers dan voetgangers en fietsers, te weten dagelijks van 9:00 tot 11:00 uur;

  • dat het voetgangersgebied in de praktijk ook buiten de venstertijden gebruikt wordt door andere categorieën weggebruikers dan voetgangers en fietsers en dat dit zorgt voor ongewenste en verkeersonveilige situaties;

  • dat er besloten is om cameratoezicht in te voeren om het gebruik van het voetgangersgebied door andere categorieën weggebruikers dan voetgangers en fietsers buiten de venstertijden tegen te gaan;

  • dat het in bepaalde gevallen evenwel noodzakelijk kan zijn om het voetgangersgebied te berijden buiten de venstertijden;

  • dat de invoering van cameratoezicht aanleiding is om het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden onder voorwaarden mogelijk te maken met een ontheffing;

  • dat er met het oog op de verkeersveiligheid en leefbaarheid in het voetgangersgebied terughoudend omgegaan moet worden met het verlenen van dergelijke ontheffingen;

  • dat er behoefte bestaat aan eenduidig beleid waaraan de aanvraag voor een ontheffing voor het berijden van het voetgangersgebied kan worden getoetst;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregels inzake het verstrekken, wijzigen en intrekken van ontheffingen ten behoeve van de toegang tot het voetgangersgebied in het centrum van Geldrop.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

voetgangersgebied :

de openbare ruimte van de Korte Kerkstraat in Geldrop;

RVV 1990:

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

college :

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo;

motorvoertuigen :

alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

brommobiel:

bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;

ontheffing :

een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om het voetgangersgebied of een gedeelte daarvan te berijden;

ontheffinghouder :

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

laden en lossen:

het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

parkeren :

het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

venstertijden :

tijden gedurende welke het voetgangersgebied toegankelijk is voor motorvoertuigen en bromfietsen ten behoeve van laden en lossen; te weten maandag tot en met zondag van 9:00 tot 11:00 uur.

calamiteit :

een (natuur)ramp of niet-verwachte gebeurtenis die ernstige schade kan veroorzaken.

Artikel 2 Aanvraag van de ontheffing

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing voor het buiten de venstertijden berijden van het voetgangersgebied wordt gedaan bij het college met gebruikmaking van het daarvoor bestemde formulier, te vinden op www.geldrop-mierlo.nl. De aanvraag geschiedt schriftelijk of per e-mail naar gemeente@geldrop-mierlo.nl.

  • 2.

    Bij de aanvraag voor een ontheffing dienen de volgende gegevens en bescheiden te worden overgelegd:

    • a.

      het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;

    • b.

      werkopdrachten of opdrachtbonnen waaruit blijkt dat het berijden van het voetgangersgebied noodzakelijk is (indien van toepassing);

    • c.

      gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat de werkzaamheden niet (enkel) binnen de venstertijden kunnen worden uitgevoerd (indien van toepassing);

    • d.

      een afschrift van een geldige gehandicaptenparkeerkaart (indien van toepassing);

    • e.

      een afschrift van het kentekenbewijs van de brommobiel (indien van toepassing);

    • f.

      andere gegevens en bescheiden die van belang zijn voor de beslissing op de aanvraag.

  • 3.

    Per aanvraag wordt één kenteken opgegeven.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het indienen van een aanvraag voor een ontheffing.

  • 5.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Geldrop-Mierlo.

Artikel 3 Onvolledigheid ingediende gegevens en bescheiden

  • 1.

    Het college kan besluiten om een aanvraag die niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen niet in behandeling te nemen, mits de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen.

  • 2.

    De beslistermijn wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het college de aanvrager uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3.

    Een besluit om de aanvraag niet te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

Artikel 4 Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. De aanvrager wordt van deze verlenging schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5 Verstrekken van de ontheffing

De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de gegevens van de ontheffinghouder;

  • b.

    het kenteken van het motorvoertuig of de brommobiel waarvoor de ontheffing is verleend;

  • c.

    de periode waarvoor de ontheffing geldt;

  • d.

    de activiteiten in het voetgangersgebied waarvoor de ontheffing is verleend;

  • e.

    de specifiek aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen.

Artikel 6 Weigeren van de ontheffing

  • 1.

    Het college kan een ontheffing weigeren indien:

    • a.

      de aanvraag voor de ontheffing in strijd is met deze beleidsregels, het RVV 1990 of de Wegenverkeerswet;

    • b.

      het beoogde gebruik van de ontheffing leidt tot (verkeers)gevaarlijke situaties of schade voor de omgeving;

    • c.

      het doelmatig en veilig gebruik van de openbare weg onevenredig wordt geschaad.

  • 2.

    Een ontheffing kan tevens worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan twee weken voor de datum van de beoogde activiteiten is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

  • 3.

    Indien sprake is van misbruik van de ontheffing als gevolg waarvan de ontheffing door het college is ingetrokken, zal gedurende het lopende en het daaropvolgende kalenderjaar aan deze ontheffinghouder geen nieuwe ontheffing worden verleend.

Artikel 7 Intrekken of wijzingen van de ontheffing

  • 1.

    Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

    • c.

      wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      wanneer sprake is van misbruik van de ontheffing;

    • e.

      wanneer blijkt dat er bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • f.

      wanneer de ontheffinghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor de ontheffing heeft voldaan;

    • g.

      bij gewijzigd ontheffingenbeleid;

    • h.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2.

    Bij het intrekken van de ontheffing wordt geen vergoeding aan de ontheffinghouder betaald voor de periode waarover de ontheffing nog geldig zou zijn geweest.

  • 3.

    De ontheffing vervalt van rechtswege bij overlijden/faillissement van de ontheffinghouder.

Artikel 8 Voorschriften verbonden aan de ontheffing

  • 1.

    De ontheffing mag enkel worden gebruikt ten behoeve van de activiteiten die in de ontheffing zijn opgenomen en voor zover het gebruik ervan noodzakelijk is om deze activiteiten uit te voeren.

  • 2.

    De ontheffinghouder dient het overige verkeer in het voetgangersgebied zo min mogelijk te hinderen.

  • 3.

    Het is niet toegestaan om de ontheffing te gebruiken voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van lading, langer zijn dan 12 meter.

  • 4.

    De ontheffinghouder meldt wijzigingen in de bij de aanvraag verstrekte gegevens binnen vijf werkdagen aan de gemeente Geldrop-Mierlo.

  • 5.

    Aan de ontheffing kunnen specifieke voorschriften worden toegevoegd.

  • 6.

    Gedurende de looptijd van de ontheffing kunnen de aan de ontheffing verbonden voorschriften worden gewijzigd.

Artikel 9 Ontheffing berijden voetgangersgebied met motorvoertuig

  • 1.

    Aan een aanvrager kan een ontheffing worden verleend voor het buiten de venstertijden berijden van het voetgangersgebied met een motorvoertuig, indien de aanvrager aantoont dat:

    • a.

      deze verhuis-, installatie-, (ver)bouw-, sloop-, reparatie- of onderhoudswerkzaamheden in het voetgangersgebied moet uitvoeren; en

    • b.

      de te vervoeren goederen niet binnen de toegestane venstertijden kunnen worden vervoerd; en

    • c.

      de te vervoeren goederen niet op andere wijze dan met een motorvoertuig kunnen worden vervoerd.

  • 2.

    De ontheffing wordt nooit verleend voor een langere periode dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

  • 3.

    De ontheffing wordt in beginsel verleend voor ten hoogste vijf dagen. Hiervan wordt alleen afgeweken in het geval van langdurige bouw- of onderhoudswerkzaamheden.

  • 4.

    De ontheffing wordt verleend voor de duur van maximaal één jaar.

  • 5.

    Aan een aanvrager kan tevens een ontheffing worden verleend voor het buiten de venstertijden berijden van het voetgangersgebied met een motorvoertuig, indien de aanvrager aantoont dat:

    • a.

      sprake is van een incidentele situatie van dringende of uitzonderlijke aard; en

    • b.

      in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze in de genoemde situatie het verbod op het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden respecteert.

  • 6.

    Op de in het vorige lid bedoelde ontheffing zijn het tweede tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Parkeren in het voetgangersgebied

Het college kan een ontheffing als bedoeld in artikel 9, eerste of vijfde lid, uitbreiden met een ontheffing voor het parkeren in het voetgangersgebied, indien de aanvrager aantoont dat:

  • 1.

    de nabijheid van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten in het voetgangersgebied; of

  • 2.

    in redelijkheid niet kan worden verlangd dat de in het motorvoertuig aanwezige gereedschappen of materialen worden uitgeladen.

Artikel 11 Ontheffing berijden voetgangersgebied met brommobiel

  • 1.

    Aan een aanvrager kan een ontheffing worden verleend voor het buiten de venstertijden berijden van het voetgangersgebied met een brommobiel ten behoeve van het laden en lossen van goederen, indien de aanvrager aantoont dat:

    • a.

      deze in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven op een adres in het voetgangersgebied; en

    • b.

      deze in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart; en

    • c.

      deze kentekenhouder is van de brommobiel.

  • 2.

    De ontheffing wordt verleend voor de duur van maximaal één kalenderjaar.

Artikel 12 Vrijstelling

  • 1.

    Vrijgesteld van het verbod op het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden is de bestuurder van een motorvoertuig in gebruik door een bedrijf dat in opdracht van de gemeente werkzaamheden uitvoert in het voetgangersgebied, indien:

    • a.

      deze het voertuig gebruikt voor de rechtmatige uitoefening van zijn functie; en

    • b.

      het gebruik van het voertuig noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie; en

    • c.

      in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze bij de uitvoering van de genoemde werkzaamheden het verbod op het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden respecteert.

  • 2.

    Het vorige lid is alleen van toepassing indien de beoogde werkzaamheden uiterlijk vijf werkdagen voor aanvang ervan zijn gemeld bij de gemeente.

  • 3.

    Een melding als bedoeld in het vorige lid geschiedt schriftelijk of per e-mail naar gemeente@geldrop-mierlo.nl en bevat de volgende gegevens:

    • a.

      de gegevens van het bedrijf dat de werkzaamheden uitvoert;

    • b.

      een omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden;

    • c.

      het kenteken van het voertuig dat het voetgangersgebied betreedt;

    • d.

      de data waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd.

  • 4.

    Het college kan een bedrijf dat regelmatig in opdracht van de gemeente werkzaamheden uitvoert in het voetgangersgebied ten behoeve van deze werkzaamheden uitzonderen van de in het tweede lid bedoelde meldplicht. Een overzicht van de van de meldplicht uitgezonderde bedrijven en de betreffende werkzaamheden in het voetgangersgebied is opgenomen in bijlage 1 bij deze beleidsregels.

  • 5.

    Een bedrijf dat is uitgezonderd van de meldplicht zorgt ervoor dat gemeente op elk moment beschikt over een actueel en compleet overzicht van de voor de werkzaamheden in het voetgangersgebied gebruikte voertuigen. De uitzondering op de meldplicht geldt enkel indien het kenteken van het voertuig voorafgaand aan het buiten de venstertijden berijden van het voetgangersgebied bekend is bij de gemeente.

  • 6.

    Vrijgesteld van het verbod op het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden is tevens de bestuurder van een motorvoertuig van welke wegens aantoonbare en spoedeisende calamiteiten in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze het verbod op het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden respecteert.

  • 7.

    Het vorige lid is alleen van toepassing indien het gebruik van de vrijstelling zo spoedig mogelijk gemotiveerd wordt gemeld bij de gemeente.

Artikel 13 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze beleidsregels zijn belast:

  • 1.

    de politieambtenaren bedoeld in artikel 141, onder b, van het Wetboek van Strafvordering;

  • 2.

    de gemeentelijk handhavers als bedoeld in artikel 142, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels tot onaanvaardbare gevolgen voor een betrokkene kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op een door het college bij openbaar besluit bekend te maken datum.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied centrum Geldrop’.

Bijlage 1 behorende bij artikel 12, vierde lid, van de Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied centrum Geldrop

De hieronder genoemde bedrijven zijn uitgezonderd van de meldplicht als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied centrum Geldrop.

  • Ergon, ten behoeve van de volgende werkzaamheden in het voetgangersgebied:

    • a.

      opruimen zwerfafval

    • b.

      groenonderhoud

    • c.

      straatreiniging

  • Senzer, ten behoeve van de volgende werkzaamheden in het voetgangersgebied:

    • a.

      opruimen zwerfafval

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 13 augustus 2019 door het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris

de burgemeester