Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015

Geldend van 20-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014;

gelet op de Gemeentewet, 228 a;

Besluit

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water : huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    inzameling en transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater alsmede zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

  • 2. Met de betrekking tot de belasting wordt als gebruiker aangemerkt :

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt.

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel -niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4- voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. Voor percelen wordt de belasting geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit een perceel wordt afgevoerd.

  • 2. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

  • 3. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    • a.

      watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    • b.

      bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

    • c.

      De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

      • 4.

        De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of gepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd.

      • 5.

        Voor zover de gegevens als bedoeld in het eerste lid van dit artikel niet bekend zijn, wordt het waterverbruik door de in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar vastgesteld op basis van het waterverbruik van vergelijkbare huishoudens.

Artikel 6 Belastingtarieven

De belasting als bedoeld in artikel 2 bedraagt per belastingjaar voor gebruikers:

voor elk perceel als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 3 van de verordening

  • a)

    Vast bedrag voor gebruik tot ten hoogste 250 m3 waterverbruik € 173,00

  • b)

    Vast bedrag voor gebruik tot ten hoogste 1.000 m3 waterverbruik € 210,00

  • c)

    Vast bedrag voor gebruik tot 1000 m3 + verhoging per 500 m3 waterverbruik tot 5.000 m3 € 210,00 vermeerderd met € 24,40 per 500 m3 of gedeelte daarvan, boven 1.000 m3;

  • d)

    Vast bedrag voor gebruik tot 5000 m3 + verhoging per 500 m3 waterverbruik boven 5.000 m3 € 405,00 + verhoging met € 18,30 per 500 m3 of gedeelte daarvan, boven 5.000 m3.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is een aaneengesloten periode van zes kalendermaanden

  • 2. Het eerste belastingtijdvak gaat in op 1 januari 2015

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel volle kalendermaanden als er in het tijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Verordening Rioolheffing 2014’ vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel d.d. 11 december 2014.
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
P.G.J.M. van Boxtel Drs. J. van Zomeren