Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening hondenbelasting 2018

Geldend van 14-12-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening hondenbelasting 2018

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2017;

Besluit

Gelet op artikel 226 van de Gemeentewet

vast te stellen de volgende:

Verordening Hondenbelasting 2018.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

  • 2. De belasting wordt niet geheven voor honden:

    • a.

      die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

    • b.

      die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

    • c.

      die verblijven in een hondenasiel;

    • d.

      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

    • e.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

    • f.

      die worden gehouden door politieambtenaren, indien zij worden gebruikt voor politiediensten;

    • g.

      die door ‘Stichting Signi Zoekhonden’ als zoekhond kan worden ingezet om vermiste mensen (levend of overleden) op te sporen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per hond per belastingjaar € 50,00;

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, per belastingjaar, per kennel € 200,00. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder een kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is een aaneengesloten periode van zes kalendermaanden.

  • 2. Het eerste belastingtijdvak gaat in op 1 januari 2018.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingtijdvak toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingtijdvak vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,--.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5,-- worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Verordening Hondenbelasting 2017’, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 9 november 2017.

de raad voornoemd,

griffier

P.G.J.M. vanBoxtel

voorzitter

Ing. M.S. vanVeen