Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Hoberg

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Hoberg 2004

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel van 21 januari 2003;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken van 13 februari 2003;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats;

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende:

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Hoberg

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel;

  • b.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats Hoberg te Bakel;

  • c.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • d.

    eigen graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e.

    algemeen graf: een graf bij de beheerder van de begraafplaats in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot:

    • -

      het doen begraven van lijken;

    • -

      het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    eigen urnengraf: een graf in het columbarium waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen plaatsen van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    asbus: een voorwerp ter beging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • i.

    rechthebbende: de persoon aan wie het recht op een eigen graf is verleend;

  • j.

    grafakte: overeenkomst waarin wordt vastgelegd dat een grafruimte wordt uitgegeven aan

  • k.

    grafrechten: het recht op een eigen graf of het recht op bewaring van een asbus in een urnengraf;

Hoofdstuk 2 Ordebepalingen

Artikel 2 Openstelling begraafplaats

De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk ten minste vanaf 09.00 tot 17.00 uur. Door de beheerder wordt publiekelijk bekend gemaakt welke de openingstijden zijn.

Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de verzorging van een asbus.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod in lid 1a.

  • 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4. Degene die in strijd handelt met de in het derde lid bedoelde aanwijzing, kan de toegang tot de begraafplaats door de beheerder ontzegd worden.

Artikel 4 Werkzaamheden op de begraafplaats

  • 1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschiedt uitsluitend door het daartoe aangewezen personeel van de begraafplaats of, in opdracht van de beheerder, door derden.

  • 2. De beheerder geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder op.

  • 3. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen. Het is niet toegestaan om attributen ten behoeve van onderhoud te plaatsen achter de zerken.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 5 Kennisgeving en bescheiden begraven en asbezorging

  • 1. Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, stelt de beheerder daarvan schriftelijk in kennis zo mogelijk 36 uur voorafgaande aan de dag, niet zijnde een zon- of feestdag, waarop het begraven of het bijzetten zal plaatsvinden. De zaterdag geldt voor deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. Het begraven mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 3. Indien het begraven of het bewaren van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4. Het begraven of het bewaren van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.

  • 5. De lijkkist, dan wel het omhulsel moet zijn voorzien van een registratienummer. Dit registratienummer moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats en in de grafakte.

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur; op zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 7 Administratie

  • 1. De beheerder is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van een administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn. Tevens wordt er een register bijgehouden van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er een register, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.

  • 2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten, verleend in een jaar, worden geacht te zijn verleend per 1 juli van dat jaar.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 8 Grafakte

Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst, genoemd grafakte. Een grafakte bevat een schriftelijke overeenkomst die namens burgemeester en wethouders en namens de nabestaanden door de rechthebbende wordt ondertekend.

Artikel 9 Uitgifte van graven

  • 1. De graven worden in volgorde van ligging, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Burgemeester en wethouders kunnen in incidentele gevallen hiervan afwijken.

  • 2. Op de begraafplaats is een aparte ruimte voor kindergraven.

  • 3. Het is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in artikel 10.

  • 4. Op de begraafplaats kunnen eigen graven en eigen urnennissen worden uitgegeven.

  • 5. Er kunnen maximaal 2 lijken worden begraven of 2 asbussen met of zonder urnen worden geplaatst in de eigen graven of in een eigen urnennis. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging. Deze termijn bedraagt 20 jaren.

  • 6. Er kunnen maximaal 2 lijken worden begraven of 2 asbussen met of zonder urnen worden geplaatst in de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging. Deze termijn bedraagt 10 jaren.

  • 7. Er mogen geen zinken kisten en ongeteste, slecht afbreekbare lijkhoezen worden gebruikt die het ontbindingsproces remmen. Teven is het niet toegestaan dieren en milieuonvriendelijke of onverteerbare attributen mee te begraven.

  • 8. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 5 en lid 6.

Artikel 10 Recht op eigen graf of eigen urnennis

Burgemeester en wethouders verlenen aan één persoon het uitsluitend recht om voor twintig jaren gebruik te maken van een bepaalde grafruimte of urnennis, ten behoeve van de echtgenoot, dan wel duurzaam samenwonende, of een bloedverwant tot en met de tweede graad en ten behoeve van hemzelf of een eigen-, pleeg- of stiefkind. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 32 van dit reglement zijn geschied.

Artikel 11 Adres rechthebbende

De rechthebbende is verplicht zijn adres aan de beheerder op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.

Artikel 12 Overlijden rechthebbende

Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden één ander persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. Naam en adres van deze persoon moeten schriftelijk aan burgemeester en wethouders worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden. Wanneer na één jaar na bedoeld overleden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven, heeft plaatsgevonden en niet aan de beheerder is gemeld, kan burgemeester en wethouders het verleende grafrecht vervallen verklaren.

Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling.

Artikel 13 Overdracht grafrecht

De rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt, en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan de beheerder is toegezonden. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, eigen-, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graag van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Het verlengen van grafrechten

  • 1. De beheerder zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die verlengd kunnen worden, de rechthebbende schriftelijk mededelen dat de termijn van de grafrechten afloopt en dat de grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaren.

  • 2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan geschiedt de mededeling door aanplakking daarvan bij het graf en deingang van de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn waarvoor het uitsluitend recht op een graf werd gevestigd.

  • 3. Algemene graven die zijn uitgegeven vóór 1994 kunnen, op schriftelijk verzoek, worden gewijzigd in een recht op een eigen graf.

Artikel 15 Verzoek verlenging grafrechten eigen graven

Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.

De beheerder zal de aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen.

Artikel 16 Kosten verplaatsing graf

Indien op verzoek van de beheerder het graf verplaatst wordt naar elders op de begraafplaats komen de kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten ten laste van het beheer van de begraafplaats.

Artikel 17 Verlenging bij bijzetting

Wanneer in een eigen graf, bestemd tot het begraven van twee overleden, een bijzetting plaatsvindt wordt de termijn van het grafrecht verlengd met 20 jaar.

Artikel 18 Einde van de grafrechten

De grafrechten vervallen:

  • a.

    door het verlopen van de gestelde en/of de overeengekomen termijn;

  • b.

    indien de rechthebbende is overleden en gaan aanwijzing en mededeling volgens artikel 12 heeft plaatsgevonden;

  • c.

    indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 14 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd;

  • d.

    indien de rechthebbende of een gebruiker bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht tot bijzetting. Er is geen recht op terugbetaling van de grafrechten.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 19 Soorten van graven

  • 1. De beheerder verleent rechten op het tijdelijk gebruik, respectievelijk medegebruik van:

    • a.

      een eigen enkel of dubbel graf en een algemeen graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring;

    • b.

      een eigen of algemeen kindergraf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring.

  • 2. Er moet een grafteken worden geplaatst met daarop de naam van de overledene.

  • 3. De modellen graftekens worden omschreven in de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats”, zoals voorzien in artikel 26.

Artikel 20 Enkel graf

In een enkel graf wordt slechts één overledene begraven al dan niet in een urn en mag geen bijzetting plaatsvinden.

Artikel 21 Dubbel graf

Een dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide personen. In een dubbel graf worden twee overledenen boven elkaar (niet naast elkaar) begraven, al dan niet in een urn.

Artikel 22 Kindergraven

In een kindergraf wordt een overleden kind dat de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, een doodgeborene, dan wel een onvoldragen vrucht begraven al dan niet in een urn.

Hoofdstuk 6 Asbussen

Artikel 23 Bewaring van asbussen

Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door:

  • a.

    begraving in een enkel graf;

  • b.

    begraving/bijzetting in een dubbel graf;

  • c.

    plaatsing/bijzetting in een urnennis;

  • d.

    begraving/bijzetting in een algemeen graf.

Artikel 24 Recht op het bewaren van een asbus

De artikelen 8 tot en met 18 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen, die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 23 genoemde wijzen.

Artikel 25 Ruiming van asbussen

Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as op een permanent daartoe bestemd terrein, ten laste van rechthebbende.

Hoofdstuk 7 Graftekens en grafbeplantingen

Artikel 26 Vergunning

Het verlenen van een vergunning aan een rechthebbende tot het doen aanbrengen van graftekens en/of beplantingen op eigen graven geschiedt doorburgemeester en wethouders.

Hierbij moet voldaan worden aan de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats” welke als Bijlage I bij deze verordening is gevoegd.

Deze voorschriften worden tegelijk met de grafakte aan iedere rechthebbende door de beheerder verstrekt.

Graftekens en/of beplantingen geplaatst zonder vergunning, die naar het oordeel van de beheerder niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door de beheerder geweigerd. Indien zij reeds zijn aangebracht, wordt de rechthebbende in de gelegenheid gesteld om deze binnen 2 weken te verwijderen. Als dit na de gestelde termijn niet is gebeurd, worden deze door de beheerder op kosten van de rechthebbende verwijderd.

Artikel 27 Risico schade aan graftekens

De beheerder aanvaardt de graftekens op de eigen graven en de urnennissen niet in beheer. Burgemeester en wethouders zijn niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op de graven bevinden. Voor de schade aan graftekens en/of voorwerpen op de graven door welke oorzaak dan ook, alsmede vermissingen, stelt de beheerder zich uitsluitend aansprakelijk voor zover deze risico’s door de aansprakelijkheidsverzekering van de beheerder worden gedekt.

Artikel 28 Onderhoud graftekens en grafbeplanting

  • 1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van de beheerder worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.

  • 2. Wanneer naar het oordeel van de beheerder het herstel of het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd de herstel- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf en de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na een jaar is de beheerder gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van de rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van de rechthebbende te doen verwijderen.

  • 3. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.

  • 4. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing worden verwijderd.

Artikel 29 Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende

Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot herplaatsing daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken elders op de begraafplaats is gedeponeerd en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is de beheerder gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.

Artikel 30 Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder

Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is, kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van de beheerder tijdelijk worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd.

Artikel 31 Verwijdering graftekens en urnengedenktekens na einde grafrecht

Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht zal het grafteken en/of beplanting door de rechthebbende van de begraafplaats worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van zijn eigenaarsrecht op het grafteken en/of de beplanting en is de beheerder gerechtigd het grafteken en/of de beplanting op kosten van rechthebbende te doen verwijderen en te doen vernietigen, ten laste van de rechthebbende.

Hoofdstuk 8 Tarieven en onderhoud

Artikel 32 Tarieven

  • 1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven.

  • 2. Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:

    • a.

      een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf/de urnennis;

    • b.

      een bedrag voor het gebruik van de grafruimte voor de duur van het grafrecht;

    • c.

      een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door de beheerder uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;

    • d.

      een bedrag voor de kosten van het onderhoud van het algemeen graf.

  • 3. De gemeente stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven.

Artikel 33 (Onderhouds-)werkzaamheden beheerder

De beheerder draagt zorg voor het delven en dichten van graven, het gereedmaken van de urnennis en de afscheidsruimte, voor het schoonhouden en klein- en dagelijks onderhoud van de begraafplaats.

Artikel 34 Ruiming van graven en asbussen

De beheerder heeft het recht de graven, waarvan de rechten meer dan die maanden vervallen zijn, te doen ruimen en/of te verwijderen en/of te doen verstrooien, met inachtneming van de wettelijke termijn, ten laste van de rechthebbende.

Hoofdstuk 9 Klachten

Artikel 35 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na ontvangst van de klacht.

  • 3. De klager wordt van de beslissing schriftelijk in kennis gesteld.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 36 Onvoorzien

Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Deze verordening wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 37 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004

  • 2. Met ingang van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Beheersverordening Algemene Begraafplaats Hoberg” van 1 januari 1999 en het uitvoeringsbesluit “Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen”.

Artikel 38 Overtreding

Wanneer men in overtreding is met de, in de verordening opgenomen regels, heeft de beheerder het recht om de overtreding op kosten van, en zonder mededeling aan, de rechthebbende aan te passen c.q. te herstellen

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Hoberg 2004”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gemert-Bakel bij besluit van 17 december 2003
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage I

Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting binnen de maatvoering van het graf;

  • b.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • c.

    grafbeplanting: winterharde als ook eenjarige beplanting, welke door de rechthebbende en/of door de beheerder op een graf wordt aangebracht.

Artikel 2 Indelingsplan

Bij de gemeente is voor iedere belanghebbende ter inzage het indelingsplan van de begraafplaats. Op dit indelingsplan zijn de vakken met letters en cijfers aangegeven.

Artikel 3 Grafakte

De rechthebbende op een graf mag daarop geen werken (doen) uitvoeren en/of gedenkteken(s) doen aanbrengen wanneer de desbetreffende grafakte nog niet is ondertekend en terug is bij de gemeente. Met de werkzaamheden mag eerst worden begonnen na plaatsaanduiding en toestemming van de beheerder.

Artikel 4 Fundering

Het grafteken moet geplaatst worden op funderingspalen met een minimale dikte van 10 cm.

Artikel 5 Maatvoering graftekens

Op de graven worden alleen staande graftekens toegelaten in de volgende maatvoeringen:

Staande stenen: hoogte vanaf maaiveld: 81 cm (inclusief de sokkel) x breedte 48 cm.

Grafstenen moeten altijd op een betonraam geplaatst worden van 155 cm x 85 cm. Bij kindergraven is deze maat 129 cm x 65 cm.

De bovenkant van een betonraam wordt gesteld op maaiveldhoogte (dit is de bovenkant van de opsluitband van het pad) en op funderingspalen.

Urnengraven:

Op de urnengraven worden liggende graftekens of met een lessenaarsdeksel toegelaten in de maatvoeringen: 40 cm lengte x 40 cm breedte x 20 cm dikte op een polyester grafputje of 55 cm lengte x 49 cm breedte x 12 cm dikte, te plaatsen op een betondeksel.

Kindergraven:

Staande stenen: hoogte vanaf maaiveld 57 cm x breedte 36 cm

Artikel 6 Materialen en omranding

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen natuursteen, kunststeen, hout en metaal worden gebruikt.

  • 2.

    Houten en metalen gedenktekens moeten binnen de voor de steen aangegeven afmetingen blijven wat betreft de hoogte en de breedte. De dikte dient voort te komen uit de “constructie” en het materiaal zelf. Deze gedenktekens mogen geverfd worden in alle grijstinten tussen wit en zwart. Echt wit mag niet gebruikt worden. De voorkeur gaat uit naar ongeverfd en natuurlijk patina (bijvoorbeeld grijs verweerd eiken en cortenstaal).

Artikel 7 Toestemming

Een eigen grafteken kan slechts met toestemming van de beheerder worden aangebracht De regels gesteld aan vorm, afmeting, materiaal en bewerking van een grafteken moeten worden opgevolgd. Toestemming tot het aanbrengen van een grafteken kan de gebruiker verkrijgen na het overleggen aan de beheerder van ontwerptekeningen waar op duidelijke wijze de vorm, afmeting, materiaal, bewerking en opschrift zijn aangegeven. Het opschrift, eventueel met één of meer symbolen op een schaal 1 : 1, terwijl het overige op een schaal 1 : 10 getekend dient te zijn.

Artikel 8 Algemeen graf

Bij een algemeen graf voorziet de beheerder in een eenvoudig grafteken met naam c.q. namen en data van geboorte en overlijden van de overledene(n).

Artikel 9 Grafbeplanting

Er mag geen grafbeplanting geplaatst worden tussen de graven en op de paden. De beplanting op het graf moet laag blijven, maximale hoogte 30 cm. Het is toegestaan om één struik te planten op het graf tot de maximale hoogte van 100 cm. Kiezels of grind mogen binnen de maatvoering van het graf worden aangebracht mits ze opgesloten zijn binnen een band van materiaal zoals omschreven in artikel 6,lid 1.

De ruimte tussen de graven, als ook op de looppaden, worden door de beheerder van de begraafplaats voorzien van grind.

Het is aan rechthebbende niet toegestaan om kiezels of grind aan te brengen voor, achter of tussen naast elkaar liggende graven zonder overleg met de beheerder.

Artikel 10

Afwijkende inscripties alsmede eigen ontwerpen van gedenktekens mogen niet storend of grievend zijn en behoeven vooraf de goedkeuring van de beheerder. Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame is niet toegestaan.

Artikel 11

Voor werkzaamheden op de graven wordt verwezen naar artikel 4 van de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Hoberg”.