Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Gemert-kern

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening op het het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Gemert-kern 2004

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel van 21 januari 2003;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken Sociale van 13 februari 2003;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats;

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats Gemert-kern

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel;

  • b.

    parochiebestuur: Rooms-katholieke Parochiale Kerk van Sint Jan’s Onthoofding te Gemert;

  • c.

    commissie begraafplaats: een commissie die samengesteld wordt uit twee vertegenwoordigers van het parochiebestuur en twee vertegenwoordigers namens de gemeente. Deze commissie komt bijeen op het moment dat zich vragen voordoen op grond van deze verordening. Een van de vertegenwoordigers namens de gemeente treedt op als voorzitter. Staken de stemmen, dan beslist de stem van de voorzitter;

  • d.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats te Gemert-kern;

  • e.

    afscheidsruimte: ruimte ten behoeve van het afscheid nemen van overleden personen, douche, toilet en werk- en opslagruimte ten behoeve van de algemene begraafplaats Gemert-kern;

  • f.

    beheerder: de door het parochiebestuur aangestelde persoon die belast is met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats;

  • g.

    eigen graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de beheerder van de begraafplaats in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot: - het doen begraven van lijken; - het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    eigen urnennis: een nis in het columbarium waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot

    • -

      het doen plaatsen van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    asbus: een voorwerp ter berging van as van een overledene;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • l.

    columbarium: voorziening op de begraafplaats waarin asbussen in een afgesloten ruimte worden opgeborgen;

  • m.

    rechthebbende: de persoon aan wie het recht op een eigen graf is verleend;

  • n.

    grafrechten: het recht op een eigen graf of het recht op bewaring van een asbus in het columbarium;

  • o.

    grafakte: overeenkomst waarin wordt vastgelegd dat een grafruimte wordt uitgegeven aan rechthebbende.

Artikel 2 Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door het parochiebestuur dat een van zijn leden, of een andere persoon, belast met de dagelijkse leiding met betrekking tot het beheer van de begraafplaats. De voorbereidingen tot het gebruik van de afscheidsruimte en het in gebruik nemen van een graf/urnennis geschiedt door de beheerder, tenzij nabestaanden de wens te kennen geven, bedoelde voorbereidingen uitsluitend met de gemeente te willen regelen. Daartoe stelt de gemeente een vertegenwoordiger aan die de voorbereidingen verzorgt in goed overleg met de beheerder. De zorg voor de dagelijkse gang van zaken van de begraafplaats is in handen van de beheerder. Alle zaken met betrekking tot de begraafplaats worden in eerste aanleg onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerd. Jaarlijks zal er over het algemene beleid en het beheer van de begraafplaats een overleg plaatsvinden tussen de beheerder en de gemeente. Het beleid met betrekking tot de begraafplaats zal, indien nodig of gewenst, na gezamenlijk overleg worden bijgesteld door beide besturen.

Artikel 3 Gebruik

De algemene begraafplaats is beschikbaar, onverminderd het bepaalde in artikel 21 lid 1 van de Wet op de Lijkbezorging, voor het ter aarde bestellen en of voor het plaatsen van een asbus in het columbarium of in een graf van diegenen, die bij hun dood in de gemeente Gemert-Bakel woonachtig zijn. Voor het begraven van anderen dan inwoners van Gemert-Bakel, kan toestemming tot ingebruikneming van een graf gegeven worden door de commissie begraafplaats. Deze commissie moet in haar overweging meenemen of er sprake is van een sterke binding met de parochie of de gemeente Gemert-Bakel. Deze binding kan sociaal of maatschappelijk zijn of behorende bij een gezinshuishouden van familie woonachting in de gemeente Gemert-Bakel.

Hoofdstuk 2 Ordebepalingen

Artikel 4 Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk ten minste vanaf 09.00 tot 17.00 uur. Door de beheerder wordt publiekelijk bekend gemaakt welke de openingstijden zijn.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. De beheerder overlegt met de gemeente voordat hij besluit tot een tijdelijke sluiting van de toegang tot de begraafplaats over te gaan.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de verzorging van een asbus.

Artikel 5 Ordemaatregelen

  • 1. De begraafplaats is voor auto’s, motoren en fietsen (al of niet met hulpmotor) gesloten. De beheerder kan voor mindervaliden een uitzondering toestaan.

  • 2. Honden worden niet toegelaten op de begraafplaats.

  • 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4. Degene die in strijd handelt met de in het derde lid bedoelde aanwijzing, kan de toegang tot de begraafplaats door de beheerder ontzegd worden.

Artikel 6 Werkzaamheden op de begraafplaats

  • 1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschiedt uitsluitend door het daartoe aangewezen personeel van de begraafplaats of, in opdracht van de beheerder, door derden.

  • 2. De beheerder geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder op.

  • 3. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen. Het is niet toegestaan om attributen ten behoeve van onderhoud te plaatsen achter de zerken.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving en bescheiden begraven en asbezorging

  • 1. Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, stelt de beheerder daarvan schriftelijk in kennis zo mogelijk 36 uur voorafgaande aan de dag, niet zijnde een zon- of feestdag, waarop het begraven of het bijzetten zal plaatsvinden. De zaterdag geldt voor deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. Het begraven mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 3. Indien het begraven of het bewaren van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4. Het begraven of het bewaren van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.

  • 5. De lijkkist, dan wel het omhulsel moet zijn voorzien van een registratienummer. Dit registratienummer moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats en in de grafakte.

Artikel 8 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur; op zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 2. De commissie begraafplaats kan in bijzondere gevallen afwijking van deze tijden toestaan.

Artikel 9 Afscheidsruimte

  • 1. Degene, die gebruik wil maken van de afscheidsruimte, stelt de beheerder daarvan schriftelijk in kennis zo mogelijk 36 uur voorafgaande aan de dag, niet zijnde een zon- of feestdag, waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden. De zaterdag geldt voor deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. De ruimte staat voor iedere plechtigheid, gedurende een vooraf te bepalen tijdsduur van maximaal 2 uur, ter beschikking van de aanvrager. De beheerder kan toestemming verlenen om hiervan af te wijken indien er slechts één plechtigheid is op die dag. Indien nodig kan de beheerder de gebruiksduur beperken zodat het mogelijk is dat er meerdere plechtigheden op één dag kunnen plaatsvinden.

Artikel 10 Administratie

  • 1. De beheerder is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van een administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn. Tevens wordt er een register bijgehouden van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er een register, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.

  • 2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten, verleend in een jaar, worden geacht te zijn verleend per 1 juli van dat jaar.

  • 3. Het plaatsen van een urn in het Columbarium dient vooraf bij de beheerder schriftelijk te worden aangevraagd. De nissen worden vooraf op volgorde aangewezen door de beheerder.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Grafakte

Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst, genoemd grafakte.

De grafakte bevat een schriftelijke overeenkomst die namens de eigenaar van de begraafplaats door de beheerder en namens de nabestaanden door de rechthebbende wordt ondertekend.

Artikel 12 Uitgifte van graven

  • 1. De graven worden in volgorde van ligging, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. De commissie begraafplaats kan in incidentele gevallen hiervan afwijken.

  • 2. Op de begraafplaats is een aparte ruimte voor algemene graven, eigen graven en voor kindergraven.

  • 3. Het is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in artikel 13.

  • 4. Op de begraafplaats kunnen eigen graven en eigen urnennissen worden uitgegeven.

  • 5. Er kunnen maximaal 2 lijken worden begraven of 2 asbussen met of zonder urnen worden geplaatst in de eigen graven of in een eigen urnennis. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging. Deze termijn bedraagt 20 jaren.

  • 6. Er kunnen maximaal 2 lijken worden begraven of 2 asbussen met of zonder urnen worden geplaatst in de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging. Deze termijn bedraagt 10 jaren

  • 7. De commissie begraafplaats kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 5 en lid 6.

  • 8. Er mogen geen zinken kisten en ongeteste, slecht afbreekbare lijkhoezen worden gebruikt die het ontbindingsproces remmen. Teven is het niet toegestaan dieren en milieuonvriendelijke of onverteerbare attributen mee te begraven.

Artikel 13 Recht op eigen graf of eigen urnennis

De beheerder verleent aan één persoon het uitsluitend recht om voor twintig jaren gebruik te maken van een bepaalde grafruimte of urnennis, ten behoeve van de echtgenoot, dan wel duurzaam samenwonende, of een bloedverwant tot en met de tweede graad en ten behoeve van hemzelf of een eigen-, pleeg- of stiefkind. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door de commissie begraafplaats later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 36 van dit reglement zijn geschied.

Artikel 14 Adres rechthebbende

De rechthebbende is verplicht zijn adres aan de beheerder op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.

Artikel 15 Overlijden rechthebbende

Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden één ander persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. Naam en adres van deze persoon moeten schriftelijk aan de beheerder worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden. Wanneer na één jaar na bedoeld overlijden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven, heeft plaatsgevonden en niet aan de beheerder is gemeld, kan de commissie begraafplaats het verleende grafrecht vervallen verklaren. Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling.

Artikel 16 Overdracht grafrecht

De rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt, en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan de beheerder is toegezonden. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, eigen-, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van de commissie begraafplaats en vooraf toestemming van de commissie begraafplaats is verkregen.

Artikel 17 Het verlengen van grafrechten

  • 1. De beheerder zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die verlengd kunnen worden, de rechthebbende schriftelijk mededelen dat de termijn van de grafrechten afloopt en dat de grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaren.

  • 2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan geschiedt de mededeling door aanplakking daarvan bij het graf en de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn waarvoor het uitsluitend recht op een graf werd gevestigd.

Artikel 18 Verzoek verlenging grafrechten eigen graven

  • 1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.

  • 2. De beheerder zal de aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen.

Artikel 19 Kosten verplaatsing graf

Indien op verzoek van de beheerder het graf verplaatst wordt naar elders op de begraafplaats komen de kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten ten laste van het beheer van de begraafplaats.

Artikel 20 Verlenging bij bijzetting

Wanneer in een eigen graf, bestemd tot het begraven van twee overledenen, een bijzetting plaatsvindt wordt de termijn van het grafrecht verlengd met twintig jaar.

Artikel 21 Einde van de grafrechten

De grafrechten vervallen:

  • a.

    door het verlopen van de gestelde en/of de overeengekomen termijn;

  • b.

    indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 15 heeft plaatsgevonden;

  • c.

    indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd;

  • d.

    indien de rechthebbende of een gebruiker bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht tot bijzetting. Er is geen recht op terugbetaling van de grafrechten.

Artikel 22 Indeling van de begraafplaats

Voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats is de gemeente verantwoordelijk. In overleg met de beheerder kan de indeling van de begraafplaats gewijzigd worden.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 23 Soorten van graven

  • 1. De beheerder verleent rechten op het tijdelijk gebruik, respectievelijk medegebruik van:

    • a.

      een eigen enkel of dubbel graf en een algemeen graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring;

    • b.

      een eigen of algemeen kindergraf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring.

  • 2. Er moet een grafteken worden geplaatst met daarop de naam van de overledene. Indien niet gekozen wordt voor een liggende steen moet het graf beplant worden.

  • 3. De modellen graftekens worden omschreven in de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats”, zoals voorzien in artikel 30.

Artikel 24 Enkel graf

In een enkel graf wordt slechts één overledene begraven al dan niet in een urn en mag geen bijzetting plaatsvinden.

Artikel 25 Dubbel graf

Een dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide personen. In een dubbel graf worden twee overledenen boven elkaar (niet naast elkaar) begraven, al dan niet in een urn.

Artikel 26 Kindergraven

In een kindergraf wordt een overleden kind dat de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, een doodgeborene, dan wel een onvoldragen vrucht begraven al dan niet in een urn.

Hoofdstuk 6 Asbussen

Artikel 27 Bewaring van asbussen

Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door:

  • a.

    begraving in een enkel graf;

  • b.

    begraving/bijzetting in een dubbel graf;

  • c.

    plaatsing/bijzetting in een urnennis;

  • d.

    begraving/bijzetting in een urnengraf;

  • e.

    begraving/bijzetting in een algemeen graf.

Artikel 28 Recht op het bewaren van een asbus

De artikelen 11 tot en met 22 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen, die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 27 genoemde wijzen.

Artikel 29 Ruiming van asbussen

Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as op een permanent daartoe bestemd terrein of in open zee, ten laste van rechthebbende.

Hoofdstuk 7 Graftekens en grafbeplantingen

Artikel 30 Vergunning

Het verlenen van een vergunning aan een rechthebbende tot het doen aanbrengen van graftekens en/of beplantingen op eigen graven geschiedt door de beheerder. Hierbij moet voldaan worden aan de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats” welke als Bijlage I bij deze verordening is gevoegd. Deze voorschriften worden tegelijk met de grafakte aan iedere rechthebbende door de beheerder verstrekt. Graftekens en/of beplantingen geplaatst zonder vergunning, die naar het oordeel van de beheerder niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door de beheerder geweigerd. Indien zij reeds zijn aangebracht, wordt de rechthebbende in de gelegenheid gesteld om deze binnen 2 weken te verwijderen. Als dit na de gestelde termijn niet is gebeurd, worden deze door de beheerder op kosten van de rechthebbende verwijderd.

Artikel 31 Risico schade aan graftekens

De beheerder aanvaardt de graftekens op de eigen graven en de urnennissen niet in beheer. De beheerder is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op de graven bevinden. Voor de schade aan graftekens en/of voorwerpen op de graven door welke oorzaak dan ook, alsmede vermissingen, stelt de beheerder zich uitsluitend aansprakelijk voor zover deze risico’s door de aansprakelijkheidsverzekering van de beheerder worden gedekt.

Artikel 32 Onderhoud graftekens en grafbeplanting

  • 1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van de beheerder worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.

  • 2. Wanneer naar het oordeel van de beheerder het herstel of het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd de herstel- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf en de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na een jaar is de beheerder gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van de rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van de rechthebbende te doen verwijderen.

  • 3. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.

  • 4. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing worden verwijderd.

Artikel 33 Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende

Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot herplaatsing daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken elders op de begraafplaats is gedeponeerd en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is de beheerder gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.

Artikel 34 Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder

Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is, kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van de beheerder tijdelijk worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd.

Artikel 35 Verwijdering graftekens en urnengedenktekens na einde grafrecht

Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht zal het grafteken en/of beplanting door de rechthebbende van de begraafplaats worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van zijn eigenaarsrecht op het grafteken en/of de beplanting en is de beheerder gerechtigd het grafteken en/of de beplanting op kosten van rechthebbende te doen verwijderen en te doen vernietigen, ten laste van de rechthebbende.

Hoofdstuk 8 Tarieven en onderhoud

Artikel 36 Tarieven

  • 1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven.

  • 2. Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:

    • a.

      een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf/de urnennis;

    • b.

      een bedrag voor het gebruik van de grafruimte voor de duur van het grafrecht;

    • c.

      een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door de beheerder uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;

    • d.

      een bedrag voor de kosten van het onderhoud van het algemeen graf.

  • 3. De gemeente stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven

Artikel 37 (Onderhouds-)werkzaamheden beheerder

De beheerder draagt zorg voor het delven en dichten van graven, het gereedmaken van de urnennis en de afscheidsruimte, voor het schoonhouden en klein- en dagelijks onderhoud van de begraafplaats.

Artikel 38 Beperking onderhoudsverplichting

De beheerder verplicht zich aan het in artikel 37 omschreven onderhoud maximaal de bedragen te besteden, die uit de tarieven op grond van artikel 36 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies. Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of geslotenverklaring van de begraafplaats.

Artikel 39 Ruiming van graven en asbussen

De beheerder heeft het recht de graven en de in het columbarium bewaarde asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen en/of te verwijderen en/of te doen verstrooien, met inachtneming van de wettelijke termijn, ten laste van de rechthebbende.

Hoofdstuk 9 De commissie begraafplaats

Artikel 40 Taken commissie begraafplaats

  • 1. De commissie begraafplaats wordt samengesteld uit twee vertegenwoordigers van het parochiebestuur en twee vertegenwoordigers namens de gemeente. Een van de vertegenwoordigers namens de gemeente, treedt op als voorzitter. Staken de stemmen dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 2. De commissie begraafplaats adviseert over de algemene aspecten van de begraafplaats en beslist over vragen die zich op grond van deze verordening en de erfpachtovereenkomst inzake de gemeentelijke begraafplaats voordoen.

  • 3. De commissie begraafplaats vergadert indien er klachten of vragen bekend zijn die door hen behandeld worden of indien de commissie dit nodig acht.

  • 4. De persoon die een vraag of klacht indient bij de commissie begraafplaats heeft de gelegenheid deze vraag of klacht mondeling toe te lichten aan de leden van de commissie. De werkelijke vergaderingen van de commissie begraafplaats zijn besloten.

  • 5. Het postadres van de commissie is ten gemeentehuize.

Hoofdstuk 10 Klachten

Artikel 41 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij de commissie begraafplaats een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. De commissie begraafplaats beslist binnen acht weken na ontvangst van de klacht.

  • 3. De klager wordt van de beslissing schriftelijk in kennis gesteld.

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 42 Onvoorzien

Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Deze verordening wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de beheerder nadat hij daarover advies heeft ingewonnen bij de commissie begraafplaats.

Artikel 43 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

  • 2. Met ingang van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats en de afscheidsruimte” d.d. 1 januari 1999.

Artikel 44 Overtreding

Wanneer men in overtreding is met de, in de verordening opgenomen regels, heeft de beheerder het recht om de overtreding op kosten van, en zonder mededeling aan, de rechthebbende aan te passen c.q. te herstellen.

Artikel 45 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op het gebruik en het beheer van de algemene begraafplaats Gemert-kern 2004”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gemert-Bakel bij besluit van 17 december 2003.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage I

Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen op de algemene begraafplaats

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    grafbedekking: gedenkteken of winterharde grafbeplanting binnen de maatvoering van het graf;

  • b.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • c.

    grafbeplanting: zowel winterharde als eenjarige beplanting welke door de rechthebbende en/of door de beheerder op een graf wordt aangebracht.

Artikel 2 Indelingsplan

Bij de beheerder van de begraafplaats is voor iedere belanghebbende ter inzage het indelingsplan van de begraafplaats. Op dit indelingsplan zijn de vakken met letters en cijfers aangegeven.

Artikel 3 Grafakte

De rechthebbende op een graf mag daarop geen werken (doen) uitvoeren en/of gedenkteken(s) doen aanbrengen wanneer de desbetreffende grafakte nog niet is ondertekend en terug is bij de beheerder. Met de werkzaamheden mag eerst worden begonnen na plaatsaanduiding en toestemming van de beheerder.

Artikel 4 Fundering

Door de beheerder van de begraafplaats is in elk graf, uitgezonderd vak C nummers (oneven) 1 t/m 29, op 4 hoeken een funderingspaal tot op de vaste bank aangebracht. De hiervoor verschuldigde vergoeding moet door de steenhouwer zijn voldaan voordat de in artikel 3 bedoelde toestemming kan worden gegeven.

Artikel 5 Maatvoering graftekens

Op de graven worden zowel liggende als staande graftekens of een combinatie hiervan toegelaten in de volgende maatvoeringen:

Liggende stenen:

minimale afmetingen: 60 cm lengte x 90 cm breedte x 6 cm hoogte

maximale afmetingen:180 cm lengte x 90 cm breedte x 20 cm hoogte.

Staande stenen:

minimale afmetingen: 60 cm lengte x 60 cm hoogte x 6 cm dikte

maximale afmetingen: 90 cm lengte x 120 cm hoogte x 20 cm dikte.

Liggende stenen met opstand:

maximale afmetingen: 180 cm lengte x 90 cm breedte x 120 cm hoogte.

Grafstenen moeten altijd op een betonraam geplaatst worden van 180 cm x 90 cm. Bij kindergraven is deze maat 100 cm x 60 cm.

Staande stenen bij kindergraven is de max. hoogte 50 cm.

De bovenkant van een betonraam wordt gesteld op maaiveldhoogte (dit is de bovenkant van de opsluitband van het pad) en op de aanwezige funderingspalen.

Voor enkel staande stenen dient een sokkel geplaatst te worden van 90 cm breed en voor kindergraven van 60 cm breed.Grafstenen met een lengte van 180 cm worden op 50 cm afstand evenwijdig aan de opsluitband van het pad geplaatst.Grafstenen korter dan 180 cm dienen aan de hoofdzijde (de zijde waar de opstand wordt geplaatst) in dezelfde richting als de reeds aanwezige stenen, op gelijke afstand en evenwijdig aan de aanwezige beplanting te worden aangebracht.

Urnengraven:

Op de urnengraven worden liggende graftekens of met een lessenaarsdeksel toegelaten in de maatvoeringen:

max imale afmetingen: 40 cm lengte x 40 cm breedte x 20 cm dikte op een polyester grafputje.

Kindergraven:

Liggende stenen:

minimale afmetingen: 30 cm lengte x 30 cm breedte x 5 cm dikte

maximale afmetingen: 100 cm lengte x 60 cm breedte x 20 cm dikte.

Staande stenen:

Iedere vorm is toegestaan binnen de maatvoering: minimale afmetingen 30 cm hoogte x 30 cm breedte x 30 cm dikte.

maximale afmetingen: 50 cm hoogte x 60 cm breedte x 20 cm dikte.

Artikel 6 Materialen en omranding

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen natuursteen, kunststeen, hout en metaal worden gebruikt. Breuksteentjes dienen opgesloten te worden tussen een omranding van betonband of een door de beheerder goed bevonden materiaal.

  • 2.

    Houten en metalen gedenktekens moeten binnen de voor de steen aangegeven afmetingen blijven wat betreft de hoogte en de breedte. De dikte dient voort te komen uit de “constructie” en het materiaal zelf. Deze gedenktekens mogen geverfd worden in alle grijstinten tussen wit en zwart. Echt wit mag niet gebruikt worden. De voorkeur gaat uit naar ongeverfd en natuurlijk patina (bijvoorbeeld grijs verweerd eiken en cortenstaal).

Artikel 7 Toestemming

Een ander dan in deze verordening aangegeven gedenkteken kan slechts met voorafgaande schriftelijke toestemming van de beheerder worden aangebracht De regels gesteld aan vorm, afmeting, materiaal en bewerking van een gedenkteken moeten worden opgevolgd. Toestemming tot het aanbrengen van een gedenkteken kan de gebruiker verkrijgen na het overleggen aan de beheerder van ontwerptekeningen waar op duidelijke wijze de vorm, afmeting, materiaal, bewerking en opschrift zijn aangegeven.

Het opschrift, eventueel met één of meer symbolen op een schaal 1 : 1, terwijl het overige op een schaal 1 : 10 getekend dient te zijn.

Artikel 8 Algemeen graf

Bij een algemeen graf voorziet de beheerder in een eenvoudig grafteken met naam c.q. namen en data van geboorte en overlijden van de overledene(n).

Artikel 9 Grafbeplanting

Er mag geen grafbeplanting geplaatst worden tussen de graven en op de paden. De beplanting op het graf moet laag blijven, maximale hoogte 30 cm. Het is toegestaan om één struik te planten op het graf tot de maximale hoogte van 100 cm. Breuksteentjes mogen binnen de maatvoering van het graf worden aangebracht mits ze opgesloten zijn binnen een band van materiaal zoals omschreven in artikel 6,lid 1.

Daarnaast is het onder bepaalde voorwaarden en alleen na schriftelijke toestemming van de beheerder van de begraafplaats toegestaan om de ruimte tussen de zerken van naast elkaar liggende graven te voorzien van breuksteentjes.

In de procedure tot verkrijgen van schriftelijke toestemming van de beheerder zal door de beheerder contact gelegd worden met de rechthebbende van de naastgelegen graven.

Artikel 10 Gedenkstenen columbarium

In het columbarium worden gedenkstenen toegestaan van natuursteen of kunststeen van minimaal 3 cm en maximaal 5 cm dikte. Het is toegestaan om een bronzen plaat te bevestigen van maximaal 2 cm dikte op een tegel van maximaal 3 cm dikte. Indien de tegel tussen de 3 en 5 cm dik is moet er een facetrand van 45 graden worden aangebracht. De urnennis moet worden dichtgekit.

Artikel 11

Afwijkende inscripties alsmede eigen ontwerpen van gedenktekens mogen niet storend of grievend zijn en behoeven vooraf de goedkeuring van de beheerder. Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame is niet toegestaan.

Artikel 12

Voor werkzaamheden op de graven wordt verwezen naar artikel 6 van de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Gemert-kern”.