Regeling vervallen per 28-01-2009

Verordening welzijnsbijdrage regeling 2005

Geldend van 01-01-2005 t/m 27-01-2009

Intitulé

Verordening welzijnsbijdrageregeling

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2005,

Besluit;

vast te stellen de navolgende

Verordening Welzijnsbijdrageregeling 2005.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Welzijnsactiviteiten: activiteiten waaraan de inwoners van Gemert-Bakel deelnemen in het kader van de vrijtijdsbesteding ten behoeve van hun persoonlijk welbevinden met uitzondering van de activiteiten als genoemd in artikel 3, tweede lid van deze verordening.

  • b.

    Gehuwden: gehuwden als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand. Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad. Ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken.

  • c.

    Gezin: 1° de gehuwden tezamen; 2° de gehuwden met de hen ten laste komende kinderen; 3° de alleenstaande ouder met de hem/haar ten laste last komende kinderen.

  • d.

    De belanghebbende: de persoon die in Gemert-Bakel zijn hoofdverblijf heeft, aldaar staat ingeschreven volgens het GBA, en die ouder is dan 21 jaar, alsmede ten laste komende kinderen vanaf 2 jaar, uitgezonderd de persoon met een uitkering op grond van de Wet Studiefinanciering, en uitgezonderd personen die in een AWBZ instelling verblijven.

Artikel 2. Doelstelling

Deze regeling heeft tot doel de bevordering van deelname aan maatschappelijke activiteiten van personen en gezinnen met een inkomen op minimumniveau of net daarboven.

Artikel 3. Activiteiten en aantoonplicht

  • 1. Een bijdrage ingevolge deze regeling is bedoeld voor de betaling van contributies, lesgelden en/of deelnemersbijdragen van welzijnsactiviteiten. Onder deze kosten vallen bijvoorbeeld de bijdrage aan de ouderenbond, fitnessclub, maar ook de kosten van het Peuterspeelzaalwerk.

  • 2. De bijdrage is niet bedoeld voor de volgende activiteiten:

    • -

      kosten verbonden of verband houdende met het volgen van een beroepsopleiding;

    • -

      activiteiten gericht op herinschakeling in het arbeidsproces;

    • -

      donaties, giften, en andere niet verplichte bijdragen/betalingen;

    • -

      kosten waarvoor ingevolge een andere - al dan niet wettelijke voorziening - een bijdrage mogelijk is;

    • -

      algemene reis- en verblijfkosten;

    • -

      abonnementen op kranten, dagbladen, weekbladen en maandbladen;

    • -

      persoonlijke uitrusting.

      3.Voor belanghebbenden tot 65 jaar geldt voor de gemaakte kosten een aantoonplicht. Voor belanghebbenden van 65 jaar en ouder geldt deze aantoonplicht niet.

Artikel 4. De hoogte van de bijdrage

  • 1. De bijdrage bedraagt per belanghebbende maximaal € 150,00 per jaar.

  • 2. Op de bijdrage wordt de draagkracht in mindering gebracht.

Artikel 5. De draagkracht

1a Als hoofdregel geldt dat de gemeentelijke draagkrachtregels zoals deze gelden voor aanvragen bijzondere bijstand, ook van toepassing zijn op de regeling Welzijnsbijdrage 2004, met uitzondering van de toepassing van een drempelbedrag.

  • 1b.

    Als draagkracht wordt aangemerkt: 0% van het inkomen tot 110% van het norminkomen;

    35% van het inkomen dat ligt tussen 110% en 125% van het norminkomen;

    50% van het inkomen dat ligt tussen 125% en 150% van het norminkomen;

    100% van het inkomen dat meer bedraagt dan 150% van het norminkomen.

  • 1c.

    Voor zover het vermogen de toepasselijke vermogensgrens als genoemd in artikel 34, derde lid Wet werk en bijstand te boven gaat, wordt het meerdere geheel (100%) als draagkracht in aanmerking genomen.

  • 1d.

    De particuliere oudedagsvoorziening wordt conform de bepalingen van artikel 33 lid 5 WWB vrijgelaten.

  • 2.

    Het norminkomen is gelijk aan de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 en 3.3 van de Wet werk en bijstand. De bijstandsnorm wordt vastgesteld met toepassing van de bepalingen van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Gemert-Bakel (Vtv Gemert-Bakel).

  • 3.

    Voor de berekening van het inkomen uit of in verband met arbeid, wordt het vakantiegeld in aanmerking genomen overeenkomstig het bepaalde in de Wet werk en bijstand.

  • 4.

    Bij de bepaling van de draagkracht wordt rekening gehouden met de draagkracht die in het kader van een aanvraag van bijzondere bijstand is gebruikt met dien verstande dat de kosten betrekking moeten hebben op hetzelfde kalenderjaar.

  • 5.

    Bij de vaststelling van het netto inkomen en ten aanzien van het in aanmerking te nemen vermogen worden dezelfde criteria gehanteerd als bij de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand ‘om niet’, en is de maand van indienen van de aanvraag het meetmoment.

Artikel 6. De aanvraag

  • 1

    Een bijdrage op grond van deze verordening wordt toegekend op schriftelijke aanvraag van de belanghebbende(n). Is een schriftelijke aanvraag niet mogelijk, dan kan het recht op een bijdrage ambtshalve worden vastgesteld.

  • 2

    De belanghebbenden kan de aanvraag tevens doen ten behoeve van de tot zijn/haar gezin behorende gezinsleden. De aanvraag dient dan te zijn mede-ondertekend door de echtgeno(o)t(e)/partner van de belanghebbende.

  • 3

    Burgemeester en wethouders bepalen welke gegevens ten behoeve van de verlening van de bijdrage in ieder geval dienen te worden verstrekt.

  • 4

    Burgemeester en wethouders bepalen:

    • a.

      de wijze waarop en de periode waarin de aanvraag kan worden ingediend;

    • b.

      de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van de gegevens dient te geschieden;

    • c.

      in welke gevallen een aanvraag ambtshalve kan worden toegekend;

en kunnen deze bevoegdheid mandateren aan de coördinator Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

5.De aanvrager(s) zijn verplicht op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigener beweging onverwijld mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, welke redelijkerwijs van belang zijn voor de vaststelling van een recht op een bijdrage.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. De termijn voor het nemen van een beslissing op een aanvraag, bedraagt 8 weken.

  • 2. De termijn voor het nemen van een beslissing wordt opgeschort indien de aanvrager(s) worden uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3. Indien de belanghebbende(n) de aanvraag niet binnen de gestelde termijn hebben aangevuld, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.

Artikel 8. Terugvordering

De bijdrage die ten onrechte is verstrekt, wordt van de belanghebbende(n) teruggevorderd .

Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening welzijnsbijdrageregeling 2005.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad gemeente Gemert-Bakel bij besluit van 25 november 2004 .
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,                                          de voorzitter,
P.J.M. van der Burgt                            mr. J.H.A.G. van Maasakkers