Regeling vervallen per 24-05-2012

Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010

Geldend van 18-01-2012 t/m 23-05-2012

Intitulé

Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010

De raad van de gemeente Gemert-Bakel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 juli 2010;

gelet op de Gemeentewet, artikel 147 eerste lid en de artikel 8 lid 1 onderdeel C van de Wet werk en bijstand, de artikelen 12, eerste lid onderdeel e en 35 van de Wet investeren in jongeren;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WWB, de WIJ en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening en de bijbehorende toelichting wordt verstaan onder:

    • a.

      college: Het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      raad: de gemeenteraad;

    • c.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • d.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • e.

      Toeslag: de toeslag als bedoeld in artikel 25 WWB en artikel 30 WIJ;

    • f.

      Verlaging: de verlaging als bedoeld in artikel 26 t/m 29 WWB en artikel 31 t/m 34 WIJ;

    • g.

      gehuwden-norm: de norm als bedoeld in art 21, onderdeel c, van de WWB en artikel 28, lid 1 onder d van de WIJ;

    • h.

      ouder: de vader of moeder als bedoeld in respectievelijk de artikelen 1:197 t/m 1:199 van het Burgerlijk Wetboek

    • i.

      kind: een kind als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder d WWB en artikel 4 WIJ

    • j.

      schoolverlater: de belanghebbende of jongere die recent de deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding heeft beëindigd, waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • k.

      verzorgings-behoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in verpleeg- of verzorgingstehuis;

    • l.

      woning: Een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, lid 6 WWB.

    • m.

      woonkosten:

      • a.

        indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag

      • b.

        Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden voor:

    • a.

      belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, of

    • b.

      jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar.

  • 2. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien

    • a.

      beide echtgenoten 27 jaar of ouder zijn doch jonger dan 65 jaar, of

    • b.

      beide echtgenoten 21 jaar of ouder zijn doch jonger dan 27 jaar.

  • 3. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18 WWB of artikel 41 WIJ onverlet.

Hoofdstuk 2 Toeslagen

Artikel 3 Criteria

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid WWB en artikel 30, eerste lid, WIJ bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • 2. De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid WWB en artikel 30, eerste lid WIJ van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft;

  • 3. In afwijking van lid 2 bedraagt de toeslag van de alleenstaande/ alleenstaande ouder 20 procent van de gehuwden norm indien de alleenstaande of alleenstaande ouder een kamer huurt zonder dat de hoofdbewoner of de huiseigenaar mede in deze woning verblijft.

  • 4. In afwijking van het eerste lid wordt geen toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de WWB verleend, indien de ander een niet-rechthebbende partner is en een inkomensvoorziening op grond van de WIJ ontvangt;

  • 5. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    a. niet ten laste komende kinderen jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste 51% van de gehuwdennorm;

    b. meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF);

    c. meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos);

    d. kinderen van 18 tot 21 jaar met een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ);

    e. de verzorgingsbehoevende die bij de belanghebbende of jongere inwoont en door hem wordt verzorgd.

Hoofdstuk 3 Verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4 Criteria voor gehuwden

  • 1. De norm voor gehuwden in wier woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt niet verlaagd als bedoeld in artikel 26 WWB en artikel 31 WIJ;

  • 2. De norm voor gehuwden in wier woning een ander of anderen hun hoofdverblijf hebben, wordt met 10 procent verlaagd als bedoeld in artikel 26 WWB en artikel 31 WIJ;

  • 3. De norm voor gehuwden die in de woning van een ander hun hoofdverblijf hebben, wordt met 10 procent verlaagd als bedoeld in artikel 26 WWB en artikel 31 WIJ;

  • 4. In afwijking van het gestelde in lid 2, wordt de norm voor gehuwden niet verlaagd indien de gehuwden een kamer of een gedeelte van een woning huren, zonder dat de hoofdbewoner of de huiseigenaar mede in deze woning verblijft;

  • 5. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      niet ten laste komende kinderen jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste 51% van de gehuwdennorm;

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      kinderen van 18 tot 21 jaar met een inkomensvoorziening op grond van de WIJ;

    • e.

      de verzorgingsbehoevende die bij de belanghebbende of jongere inwoont en door hem wordt verzorgd.

Artikel 5 Criteria voor schoolverlaters

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, wordt de norm en/of toeslag lager vastgesteld voor de belanghebbende of jongere die recent deelname heeft beëindigd aan onderwijs of beroepsopleiding zoals bedoeld in artikel 28 WWB en artikel 33 WIJ;

  • 2. De verlaging als bedoeld in het eerste lid, bedraagt het verschil tussen de van toepassing zijnde norm inclusief toeslag als bedoeld in artikel 3 van deze verordening en het van toepassing zijnde bedrag voor levensonderhoud als bedoeld in artikel 33, lid 2 WWB;

  • 3. De verlaging vindt bij voorrang plaats op de toeslag;

  • 4. De samenloop met andere verlagingen prevaleert de in dit artikel vermeende verlaging.

Artikel 6 Criteria voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar

De toeslag voor de alleenstaande van 21 of 22 jaar wordt met 20% van de gehuwdennorm verlaagd.

Artikel 7 Criteria voor woonsituatie

  • 1. De norm of de toeslag wordt op grond van artikel 27 WWB of artikel 32 WIJ lager vastgesteld voor de belanghebbende of jongere, die een woning bewoont waaraan voor die belanghebbende of jongere geen woonkosten (conform artikel 1 lid 2 onder m) verbonden zijn;

  • 2. De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt voor de gehuwde 20% van de gehuwdennorm;

  • 3. De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder vastgesteld op nihil.

Artikel 7a Wijziging betekenis begrippen

  • 1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze  dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen  dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel 7b Wijziging verwijzingen

  • 1. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel a, van de wet, moet voor die verwijzing  worden gelezen: artikel 20, eerste lid, onderdeel b, van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel b, van de wet, moet voor die verwijzing  worden gelezen: artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

  • 3. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c, van de wet, moet voor die verwijzing  worden gelezen: artikel 21, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Uitvoering

De uivoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 9 Samenloop en anti-cumulatiebepaling

  • 1. Indien bij de toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 blijkt dat er bij een belanghebbende of jongere sprake is van meerdere inwonenden of als meerdere situaties op een belanghebbende of jongere van toepassing zijn, vindt geen cumulatie van verlagingen plaats.

  • 2. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 10 lid 1 van deze verordening, wordt uitgegaan van de laagste toeslag of de hoogste verlaging van de toeslag op de gehuwdennorm.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

Indien voor het tijdstip van de datum van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor inkomensvoorziening op grond van de WWB of WIJ is ingediend en op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt de beslissing genomen op basis van deze verordening.

Artikel 11 Hardheidclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan en heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2010.

  • 2. De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2009 gemeente Gemert-Bakel.wordt op die datum ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 30 september 2010.

De raad voornoemd,

P.G.J.M. van Boxtel

griffier

J.E.A. Haas

voorzitter