Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Persoonsgebonden Budget Wsw Gemert-Bakel 2008

Geldend van 12-07-2008 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Persoonsgebonden Budget Wsw Gemert-Bakel 2008

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 2008;

gelet op artikel 7, tiende lid van de Wet sociale werkvoorziening;

B E S L U I T :

tot vaststelling van de

Verordening Persoonsgebonden Budget Wsw Gemert-Bakel 2008.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel;

  • b.

    Wsw: de Wet sociale werkvoorziening;

  • c.

    periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten;

  • d.

    Wsw-geïndiceerde: blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 tot de doelgroep behoren en personen die op 31 december 1997 een dienstbetrekking hebben krachtens de Wsw (Stb. 1967, 687) zoals die luidde tot die datum en die na die datum deze dienstbetrekking hebben voortgezet.

Artikel 2 Hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten

De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op 5% van het gemiddelde budget dat voor het realiseren van een Wsw-plaats beschikbaar is.

Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek

  • 1. Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, slechts indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de Wsw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld.

  • 2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      Zijn privaatrechtelijke onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • c.

      De duur van de arbeidsovereenkomst bedraagt tenminste 6 maanden, met een mogelijkheid tot verlenging;

    • d.

      De werkplek en werkomstandigheden voldoen aan de arbo normen.

  • 3. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      De privaatrechtelijke begeleidingsorganisatie staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      De begeleidingsorganisatie en / of haar medewerkers zijn gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep c.q. de Wsw-geïndiceerde voor wie het persoonsgebonden budget is bestemd;

    • c.

      De begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld;

    • d.

      De begeleidingsorganisatie is in het bezit van een geldige UWV erkenning op grond van het UWV jobcoach protocol.

Artikel 4 Wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de werkgever

  • 1. Het college stelt, nadat het daartoe een voorstel van de Wsw-geïndiceerde heeft ontvangen de hoogte van de subsidie aan de werkgever vast.

  • 2. De berekening van de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld op basis van de loonwaarde (procentuele inschatting verdiencapaciteit van de Wsw-geïndiceerde in vergelijking met een werknemer zonder arbeidsbeperking).

  • 3. Ingeval een voorgestelde loonkostensubsidie niet hoger is dan 50% van het bruto loon (inclusief een vast percentage voor werkgeverslasten van 30%) van de Wsw-geïndiceerde, wordt de loonkostensubsidie door het college op dat bedrag vastgesteld.

  • 4. Indien bij toepassing van het vorige lid het college gerede twijfel heeft over de juiste hoogte van de loonwaarde respectievelijk de loonkostensubsidie, vindt (in afwijking van het vorige lid) een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

  • 5. In ieder geval vindt een loonwaardeonderzoek plaats als de voorgestelde hoogte voor een loonkostensubsidie hoger is dan het percentage genoemd in het derde lid.

  • 6. De loonkostensubsidie wordt vastgesteld voor een periode van 12 maanden. Bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 12 maanden geldt de duur van de arbeidsovereenkomst en bij niet voldoen aan de arbeidsovereenkomst de duur dat daadwerkelijk arbeid is verricht.

  • 7. Verstrekking van subsidie op grond van deze verordening wordt beëindigd indien de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de Wsw-geïndiceerde wordt beëindigd.

Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie

  • 1. Op verzoek van de werkgever kan door het college een reeds vastgestelde loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de loonwaarde van de werknemer, aanleiding voor is.

  • 2. De loonkostensubsidie kan door het college ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede aanleiding voor is.

  • 3. De herziening van de loonkostensubsidie kan plaats vinden op basis van een loonwaardeonderzoek. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

Artikel 6 De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

  • 1. Het college stelt ieder jaar de hoogte van het uurtarief voor de vergoeding van de begeleidingsorganisatie vast op dezelfde hoogte als het door het UWV gehanteerde uurbedrag ten behoeve van jobcoach activiteiten.

  • 2. De omvang van het aantal uren begeleiding wordt door partijen in onderling overleg vastgesteld. Tussentijdse aanpassingen van het aantal uren begeleiding zijn mogelijk indien partijen dit overeenkomen (begeleidingsuren bedragen maximaal 15% van het aantal arbeidsuren genoemd in de arbeidsovereenkomst).

  • 3. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats komt alleen voor vergoeding in aanmerking als dit leidt tot de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst. De kosten (inclusief BTW) voor acquisitie bij het tot stand komen van een begeleid werkenplaats bedragen maximaal 10% van het gemiddelde budget dat voor het realiseren van een Wsw-plaats beschikbaar is.

Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht

  • 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht als uit een deskundigenrapport blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, persoonsgerelateerd zijn en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen.

  • 2. Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college.

  • 3. De investeringen als genoemd in het tweede lid dient sober, doelmatig en proportioneel te zijn, reëel bij te dragen aan het vergroten van de duurzaamheid van de werkplek en ten behoud van de arbeidsgeschiktheid, en niet door voorliggende voorzieningen kunnen worden bekostigd.

  • 4. Voorzieningen worden bij voorkeur verstrekt aan de werknemer.

  • 5. Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal 6 maanden.

  • 6. Het college regelt de wijze van aanvraag, verstrekking en uitbetaling van de vergoeding.

Artikel 8 Indienen van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede ondertekend door werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 2. Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 10 Besluit tot verlenen van de loonkostensubsidie

Het besluit tot verlening van een loonkostensubsidie wordt vastgelegd in een subsidieovereenkomst. De subsidieovereenkomst bevat in ieder geval:

  • 1.

    De begindatum, de duur en de omvang in uren van de arbeidovereenkomst.

  • 2.

    De vaststelling van de loonwaarde en de wijze waarop deze kan worden aangepast

  • 3.

    De hoogte en de duur van de loonkostensubsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;

  • 4.

    De wijze van betaling van de subsidie;

  • 5.

    De verplichtingen van de werkgever.

Artikel 11 Vaststellen van de periodieke subsidie

  • 1. De werkgever verstrekt binnen 6 weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto (CAO-)loon van de Wsw-geïndiceerde, vermeerdert met alle werkgeverslasten.

  • 2. Het college stelt de periodieke subsidie binnen 6 weken na ontvangst van deze opgave vast.

Artikel 12 Verrekening met de voorschotten

De subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen 6 weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 13 Verplichtingen van de werkgever

  • 1. De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

  • 2. De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen ten minste drie jaren na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor controledoeleinden.

Artkel 14 Nadere uitvoeringsregels

  • 1.

    Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan de in lid 1 toegekende bevoegdheid niet mandateren.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PGB Wsw Gemert-Bakel 2008.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gemert-Bakel van 18 juni 2008
DE RAAD VOORNOEMD,
 
de griffier,                              de voorzitter,
P.J.M. van der Burgt                H.W. Morelissen (wnd)