Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Markten Gemert-Bakel 1997

Geldend van 24-12-1997 t/m 31-12-2013

Intitulé

Markten Gemert-Bakel 1997

De raad van de gemeente Gemert-Bakel

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 1997

Gehoord de raadscommissie Grondgebied en Economische zaken

Gelet op artikel 149 der Gemeentewet;

Besluiten:

a. In te trekken de marktverordeningen:

- Marktverordening van de gemeente Bakel en Milheeze.

- Verordening weekmarkt 1993.

b. Vast te stellen de

Verordening Markten Gemert-Bakel 1997.

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

    • b.

      marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

    • c.

      standplaats: de op of voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • f.

      standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

    • g.

      vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

    • h.

      marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt: waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

Artikel 2 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1. De weekmarkten worden gehouden op de hierna te noemen plaatsen, dagen en hierna te noemen tijdstippen:

    • a.

      De weekmarkt in Gemert op maandag van 13.00 tot en met 17.00 uur.

      Het marktterrein te Gemert: het Ridderplein, de rijbaan en het trottoirgedeelte aan de oost- en westzijde van het Ridderplein, en de rijbaan en het trottoirgedeelte aan de oost- en westzijde van de Kerkstraat.

    • b.

      De weekmarkt in Bakel op dinsdag van 08.30 uur tot en met 13.00 uur.

      Het marktterrein te Bakel: het St. Wilbertsplein te Bakel.

      • 1.

        Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b. van de Winkeltijdenwet, een andere marktdag vaststellen.

      • 2.

        Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt van dit besluit openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b. van de Winkeltijdenwet, een andere marktdag vaststellen.

  • 3. Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt van dit besluit openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 3 Marktinrichting

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt, na advies van de marktcommissie:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten artikelengroepen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door hen tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 4 Verbod ruimte in te nemen

Het is verboden op het marktterrein twee uren voor de aanvang tot twee uren na het einde van de markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Plaatsen opstallen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 6 Verlichting

  • 1. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van dit verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

  • 3. Voor het gebruik van elektriciteit zal aan de vergunninghouders een bijdrage in de kosten in rekening worden gebracht.

Artikel 7 Verboden goederen

  • 1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Toewijzing en bezetting van standplaatsen

Artikel 8 Vaste plaatsen als regel

  • 1. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 9 Vergunning burgemeester en wethouders

  • 1. De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

Artikel 10 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 11 Inschrijving gegadigden

  • 1. Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Deze lijst geldt als advieslijst en is niet bindend in opvolging. Getoest zal worden aan assortiment, kwaliteit, variëteit en omvang. Daarin waarin niet is voorzien of behoefte is zal als eerste een plaatst worden toegewezen.Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 3 lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2. Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te heben dat men voldoet aan de in artikel 12, lid 1, sub a. en c. vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in het Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.

  • 4. De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zo lang de aanspraken als bedoeld in artikel 14, lid 3, bestaan.

  • 5. Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

  • 6. Het is een ingeschrevene als bedoeld in lid 1 of lid 3 niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

Artikel 12 Vereisten ingeschrevenen

  • 1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    • a.

      dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    • b.

      dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • c.

      dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b. en c., in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c., genoemde te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1, sub c., heeft afgesloten.

  • 4. Aanvrager behoort bovendien tenminste drie maanden op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 13 Schriftelijke vergunning vaste plaats

  • 1.

    Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

    • a.

      De naam en voornamen, geboortedatum en –plaats alsmede woonplaats en adres;

    • b.

      Een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

    • c.

      De artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

  • 2.

    Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven.

    Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder c., vermeld.

Artikel 14 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.

  • 2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst.

  • 3. Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, ingeschreven op de in artikel 13 lid 2 bedoelde lijst.

  • 4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden vóór het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 15 Intrekking vergunning vaste plaats

  • 1.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 12, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3;

    • d.

      indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken en tenminste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23.

  • 2.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die:

    • a.

      gedurende een tijdvak van twaalf achtereenvolgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

    • b.

      De standplaatshouder handelt in strijd met de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

    • c.

      De door de standplaatshouder ten verkoop aangeboden waren naar het oordeel van de Keuringsdienst van Waren ondeugdelijk van samenstelling en/of ondeugdelijke van toestand zijn.

    • d.

      De standplaatshouder niet of niet-tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet.

  • 3.

    Indien het bepaalde in de voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.

  • 4.

    Bij het overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtegenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden dan wel na het verstrijken van de in lid 2 vermelde termijn bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

    Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 13, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 16 Tijdstip bezetten vaste plaats

  • 1. Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient uiterlijk een half uur voor de aanvang van de markt aanwezig te zijn en uiterlijk om 13.00 uur in Gemert en om 08.30 uur in Bakel de standplaats in te nemen. Indien de houder van een vaste standplaats daarbij in gebreke blijft wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder burgemeester en wethouders vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

  • 3. Het is de vergunninghouder niet toegestaan vóór de sluitingstijd de markt te verlaten. De marktmeester kan in bijzondere gevallen te zijner beoordeling van deze verbodsbepaling ontheffing verlenen.

Artikel 17 Toewijzing dagplaatsen

  • 1. Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 16, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.

  • 2. Degene die op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 3, op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 3. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 18 Doorhalen inschrijving lijst van gegadigden

De inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 11, lid 2 of lid 3;

  • d.

    indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 17, lid 2, 21, 22 en 23 van toepassing is;

  • e.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden.

Artikel 19 Regels standwerkers

  • 1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen. Genoemde afgifte geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken.

  • 4. Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 12, lid 1, sub a. en c., gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

    • a.

      Door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

      dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten:

    • b.

      Andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

  • 5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6. Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per artikelengroep.

  • 7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet te zamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen. Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 8. Een standwerker die heeft deelgenomen aan de loting als bedoeld in lid 4, wordt op de dag dat hij heeft deelgenomen aan de loting, niet ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 11 lid 1. Hij kan op deze dag dan ook geen andere plaats bezetten dan een standwerkersplaats.

Artikel 20 Persoonlijk innemen standplaatsen

  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 21 Regeling bij ziekte

  • 1. Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd. Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

  • 4. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, is het de vergunninghouder toegestaan, zich te laten vervangen. Wanneer hierin niet kan worden voorzien, zal de standplaats worden aangemerkt dagplaats en mogen worden ingenomen door de eerstvolgende beschikbare op de wachtlijst in dezelfde branche.

  • 5. Indien de in het vorige lid bedoelde verklaring van een geneeskundige niet wordt overgelegd of indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders behoefte bestaat aan nadere informatie, dient de vergunninghouder een keuring te ondergaan bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen geneeskundige.

Artikel 22 Regeling bij vakantie

  • 1. Degenen, bedoeld in de artikelen 11 en 13, lid 2, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De in artikel 15, lid 1, onder d., vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, alsmede de in artikel 18, onder d., vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst gehandhaafd te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan el als op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.

  • 4. De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen – s vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.

  • 5. De rechthebbende als bedoeld in lid 2, dragen voorts zorg voor adequate vervanging gedurende de tijd dat zij wegens vakantie afwezig zijn.

  • 6. Mocht de rechthebbende geen mogelijkheid hebben gezien om gedurende zijn afwezigheid voor vervanging te zorgen, is burgemeester en wethouders gerechtigheid om deze standplaats aan te wijzen als dagplaats en te doen innemen door degenen als bedoeld in artikel 11 en toegewezen als dagplaats conform artikel 17, lid 1.

Artikel 23 Vervanging

  • 1. in bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagplaats.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kunnen burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

Overige maatregelen van orde

Artikel 24 Tijdstip aan- en afvoer van goederen

Het is verboden vroeger dan 2 uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren.

De aanvoer moet zijn beëindigd respectievelijk om 13.00 uur te Gemert en 8.30 uur te Bakel, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk 1 uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 25 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 26 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 27 Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders langer dan 30 minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is teoewezen;

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde va de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

  • h.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verandelen.

Artikel 28 Verzorging standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • 2. Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 3. Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 4. Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de stortplaatsen of anderszins te deponeren, danwel zelf mee te nemen.

Artikel 29 Geluid

  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 30 Koken; bakken; verwarmen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 31 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 32 Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 33 Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dienst, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 34 Hygiëne

De vergunninghouder wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 35 Meet- en weegwerktuigen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 36 Voertuigen op het marktterrein

  • 1. Behoudens het bepaalde in artikel 26, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

  • 2. Onder een voertuig wordt in deze verordening verstaan elk object dat ten doel heeft over enige afstand een of meer personen te vervoeren.

  • 3. Niet onder de werking van het bepaalde in het eerste lid vallen kinderwagens, boodschappenwagentjes en rolstoelen, voor zover deze voldoen aan de daartoe door burgemeester en wethouders gestelde normen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 37 Venten op het marktterrein

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 38 Gedrukte stukken; propagenda

  • 1. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propagenda te voeren.

  • 2. Onder het voeren van propagenda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

  • 3. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend.

Straf- en slotbepalingen

Artikel 39 Nadere regels te stellen door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 40 Ogenblikkelijke verwijdering

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 41 en 42, door burgemeester en wethouders danwel door de marktmeester gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 41 Intrekken vergunning en schorsing

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:

  • a.

    de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

  • b.

    van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

Artikel 42 Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 7, 24, 26, 29 lid 1, 36, 37 en 38 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie (zijnde ƒ 5.000,00) of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 43 Bezwaarprocedure

  • 1. Tegen een beslissing door burgemeester en wethouders op grond van deze verordening genomen, kan degene die door deze beslissing rechtstreeks in zijn belang is getroffen, binnen dertig dagen nadat deze beslissing te zijner kennis is gebracht, schriftelijk zijn bezwaren aan burgemeester en wethouders kenbaar maken.

  • 2. Van de datum van ontvangst van het bezwaarschrift wordt betrokkene een schriftelijk bewijs ter hand gesteld of toegezonden.

  • 3. Burgemeester en wethouders beschikken binnen dertig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift, schriftelijk op de ingebrachte bezwaren.

  • 4. De indiening en afhandeling van een bezwaarschrift als bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel, heeft en aanzien van de gevolgen van de bestreden beslissing geen schorsende werking, tenzij burgemeester en wethouders op verzoek van de bezwaarde besluiten tot schorsing ervan of tot het treffen van een voorlopige voorziening totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Artikel 44 Bevoegdheid marktmeester

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van de door haar aan te geven bepalingen van deze verordening, voorzover die uitvoering tot hun bevoegdheden behoort, overdragen aan de door hen aan te wijzen marktmeester.

Zij stellen een instructie op voor de marktmeester.

Artikel 45 Nadere regels te stellen door burgemeester en wethouders

  • 1.

    De natuurlijke of rechtspersoon die door een beslissing van de marktmeester rechtstreeks in zijn belang is getroffen, kan daartegen schriftelijk beroep instellen bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het beroepschrift moet gemotiveerd zijn. Het moet worden ingediend binnen dertig dagen nadat de beslissing ter kennis van de aanvrager is gebracht of de aanvraag voor inschrijving, vergunning of ontheffing geacht wordt te zijn geweigerd.

  • 3.

    Van de datum van ontvangst van het beroepschrift wordt de appellant een schriftelijk bewijs toegezonden of ter hand gesteld.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders beschikken schriftelijk op het beroep, binnen dertig dagen na ontvangst van het beroepschrift. Voornoemde termijn kan met ten hoogste dertig dagen worden verlengd.

  • 5.

    De indiening en afhandeling van een beroepschrift als bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel, heeft ten aanzien van de gevolgen van de bestreden beslissing geen schorsende werking, tenzij burgemeester en wethouders op verzoek van appellant, besluiten tot schorsing ervan of tot het treffen van een voorlopige voorziening, totdat op het beroep is beslist.

Artikel 46 Marktcommissie/Reclamecommissie

  • 1. Er is een commissie van advies aan burgemeester en wethouders genaamd marktcommissie.

  • 2. Burgemeester en wethouders tellen een reclamecommissie in ten behoeve van de weekmarkt.

  • 3. Burgemeester en wethouders, leggen de regels ten aanzien samenstelling en taakstelling van deze commissie vast in de “Verordening marktcommissie”.

Artikel 47 Promotiegelden

  • 1. Het vermogen van de reclamecommissie wordt gevormd door:

    • a.

      Promotiegelden, die worden betaald door de marktkooplieden van de weekmarkt in Gemert via een verplichte afdracht aan de gemeente. De gemeente int de promotiegelden via het abonnementensysteem door een verhoging van de marktgelden.

    • b.

      Aan haar toevallende baten.

  • 2. De promotiegelden zullen worden gereserveerd voor en besteed aan promotiedoeleinden ten behoeve van de weekmarkt in Gemert.

Artikel 48 Mandaat

1. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering van het bepaalde in deze verordening op te dragen aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling.

Artikel 49 Citeertitel

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening “Markten Gemert-Bakel 1997”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gemert van 17 december 1997.
DE RAAD VOORNOEMD,
 
De secretaris,                                      De voorzitter,
mr. R.A.L. Severijns                             mr. J.H.A.G. van Maasakkers