Verordening op het Auditcomité

Artikel 2 Instelling en doel

• 1. Er is een auditcomité dat de raad adviseert over p en c-gerelateerde onderwerpen.

• 2. Het auditcomité is belast met de voorbereiding van de uitoefening van taken van de raad als bedoeld in de controleverordening ex. artikel 213 van de Gemeentewet, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 november 2011.

Artikel 3 Samenstelling

• 1. Het auditcomité bestaat uit zoveel leden als er fracties in de gemeenteraad zitting hebben.

• 2. De leden van het auditcomité worden aan het begin van een nieuwe zittingsperiode van de raad door de raad uit zijn midden of uit de beëdigde commissieleden aangewezen, waarbij niet meer dan één lid per fractie wordt aangewezen.

• 3. De fractievoorzitters wijzen daarvoor kandidaten aan en doen daarvan opgave aan de griffier.

• 4. De raad benoemt de leden van het auditcomité voor een periode die eindigt als de zittingsperiode van de raad afloopt.

• 5. Hij/zij die ophoudt lid van de raad of commissielid te zijn kan geen lid meer van het auditcomité zijn.

• 6. De portefeuillehouder middelen alsmede de concerncontroller zijn adviserend lid van het auditcomité. Het auditcomité kan interne en externe adviseurs, zoals de accountant, verzoeken de vergadering bij te wonen en advies uit te brengen aan de commissie.

• 7. De algemeen directeur wijst in overleg met de griffier zo nodig ambtelijk adviseurs aan die aan het auditcomité worden toegevoegd. Deze adviseurs zijn geen lid van het auditcomité.

Artikel 7 Andere taken

• 1. Het auditcomité kan de raad adviseren over de planning en control en de daaruit voortvloeiende documenten.

• 2. Het auditcomité kan de raad adviseren over de behandeling van de diverse kaderstellende nota’s zoals genoemd in de financiële verordening van de gemeente Gennep (ex art. 212 gemeentewet).

• 3. Het auditcomité kan de raad adviseren over de behandeling van het onderzoeksprogramma van het college, de onderzoeksrapportages en de plannen van verbetering (Verordening doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek gemeente Gennep; ex art. 213A gemeentewet).

• 4. Het auditcomité kan de raad adviseren over het onderzoeksrecht van de raad ex artikel 84 dan wel artikel 155A van de gemeentewet, dan wel over andere door het auditcomité gewenste onderzoeken naar programma’s en/of organisatie(-onderdelen).

• 5. Het auditcomité kan de raad adviseren over verzoeken tot onderzoek aan de rekenkamercommissie.

• 6. Het auditcomité kan de raad adviseren of voorstellen doen met betrekking tot wijzigingen in de financiële en controleverordeningen ex artikel 212, 213 en 213A van de gemeentewet en andere verordeningen die de controlerende taak van de raad aangaan.

Artikel 8 Advisering

• 1. Het auditcomité stelt een voorstel op waarin adviezen genoemd in artikel 6 en 7 zijn opgenomen.

• 2. Het college wordt daarbij de gelegenheid geboden schriftelijk te reageren op de bevindingen en de adviezen van het auditcomité. Deze schriftelijke reactie maakt eveneens onderdeel uit van de beraadslaging in de raad.

• 3. Het auditcomité legt het raadsvoorstel via de daarvoor aangewezen raadscommissie voor aan de raad.

Artikel 9 Oproepen/vaststellen van de agenda/openbaarheid vergaderingen

• 1. De vergaderingen zijn openbaar.

• 2. Het auditcomité kan op grond van een belang, als bedoeld in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur omtrent het in een vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het auditcomité worden voorgelegd geheimhouding opleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

• 3. Geheimhouding omtrent het in een vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering door de voorzitter van het auditcomité opgelegd.

• 4. De onder 2 en 3 bedoelde geheimhouding wordt in acht genomen totdat degene die de verplichting heeft opgelegd, dan wel bij meerderheid van stemmen in het auditcomité, haar opheft.

• 5. Indien het auditcomité zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad of het college heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad of het college haar opheft.

• 6. Het auditcomité vergadert voorafgaand aan de controle van de jaarrekening door de accountant en na afloop van die controle en voorts zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of het door tenminste twee leden schriftelijk met opgaaf van redenen wordt gevraagd.

• 7. De voorzitter bepaalt in overleg met de griffier de voorlopige agenda van de vergadering.

• 8. Deze agenda met de bijbehorende stukken wordt minstens vijf dagen voor de te houden vergaderingen toegezonden aan de leden van het auditcomité. Aan de overige leden van de raad, alsmede het college, wordt eveneens een afschrift van de agenda toegezonden.

• 9. Het auditcomité stelt bij aanvang van de vergadering de definitieve agenda vast.

Artikel 10 Verslaglegging

• 1. Van ieder besproken onderwerp in een vergadering wordt, onder de zorg van de griffier een verslag opgesteld.

• 2. De griffier is verantwoordelijk voor de tijdigheid en de inhoud van het verslag.

• 3. Het verslag bevat een beknopte zakelijke weergave van het besprokene en zo nodig een actielijst.

• 4. Het verslag wordt vastgesteld als een meerderheid van de leden van het auditcomité, hetzij ter vergadering, hetzij schriftelijk haar mening omtrent het desbetreffende ontwerp-verslag kenbaar heeft gemaakt.

• 5. Het bepaalde in het voorgaande lid sluit niet uit dat een minderheidsstandpunt in het verslag kan worden opgenomen.

• 6. De verslagen van het auditcomité worden, na vaststelling, verzonden naar de raad.