Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Gennep 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Gennep 2015

V erordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Gennep 2015

De Raad van de Gemeente Gennep,

Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014,

gelezen het advies van de commissie Samenleving en Milieu van 29 september 2014,

overwegende dat het wettelijk verplicht is de individuele inkomenstoeslag op grond van de Participatiewet bij verordening te regelen,

besluit vast te stellen de

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Gennep 2015

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: de alleenstaande (ouder) of het gezin;

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    Peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • d.

    Referteperiode: periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum;

  • e.

    Sociaal inkomen: het inkomen ter hoogte van de op de gezinssituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikelen 21, 22a, 23 en 24 van de wet inclusief de van toepassing zijn de verlaging zoals bedoeld in artikel 27 van de wet, inclusief vakantiegeldreservering;

  • f.

    Inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

  • g.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • h.

    WSF 2000: Wet Studiefinanciering;

  • i.

    Wet: de Participatiewet

  • j.

    De overige begrippen in deze verordening worden in dezelfde betekenis gehanteerd als in de Participatiewet.

Artikel 2. Voorwaarden

Gelet op het bepaalde in de artikelen 8, eerste lid 1, onder b, en 36, eerste lid van de wet komt in aanmerking voor de individuele inkomenstoeslag de aanvrager die:

  • 1.

    a. 21 jaar of ouder is doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering en,

    • b.

      voorafgaand aan de peildatum 3 jaar aangewezen is geweest op een laag inkomen.

  • 2.

    Niet voor de individuele inkomenstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie als genoemd in de WSF 2000 volgt, of deze volgde in de 3 jaar die voorafgaan aan de peildatum.

Artikel 3. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier. Als aan de persoon, bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet, in de periode van 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan zijn verzoek, een individuele inkomenstoeslag is verleend, wordt het verzoek afgewezen.

Artikel 4. Langdurig laag inkomen

Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 110 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 5. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar:

    • a.

      € 370 voor een alleenstaande;

    • b.

      € 470 voor een alleenstaande ouder;

    • c.

      € 525 voor gehuwden.

  • 2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3. Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 4. De bedragen genoemd in het eerste lid worden jaarlijks, voor het eerst per 1 januari 2016 geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op vijf euro’s.

Artikel 6. Wederkerigheid

Het college kan aan de individuele inkomenstoeslag voorwaarden verbinden die tot doel hebben op basis van wederkerigheid maatschappelijke participatie van de aanvrager te bevorderen.

Artikel 7. Overige bepalingen

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende de beoordeling van de omstandigheden van een persoon zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 en lid 2 van de Participatiewet.

Artikel 8. Voorkoming onbillijkheid en onredelijkheid

In gevallen waarin strikte toepassing van de regels leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie voor de aanvrager, kan het college besluiten in gunstige zin van het hierin bepaalde af te wijken. Dit geldt niet voor de bepalingen omtrent het normbedrag, de hoogte van de individuele inkomenstoeslag en de peildatum.

Artikel 9. Intrekken oude verordening

De verordening langdurigheidstoeslag, die per 1 januari 2009 is vastgesteld, wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele inkomenstoeslag.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 oktober 2014.
De voorzitter,
De griffier,

Toelichting op de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Gennep