Regeling vervallen per 27-07-2016

Verordening Tegenprestatie Gemeente Gennep 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 26-07-2016

Intitulé

Verordening Tegenprestatie Gemeente Gennep 2015

V erordening Tegenprestatie Gemeente Gennep 2015

De Raad van de Gemeente Gennep,

gelet op artikel 8a eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014,

gelezen het advies van de commissie Samenleving en Milieu van 29 september 2014,

overwegende dat het wettelijk verplicht is om het opdragen van een tegenprestatie in het kader van de Participatiewet bij verordening te regelen,

besluit vast te stellen de

Verordening Tegenprestatie Gemeente Gennep 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep;

  • b.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Hoofdstuk 2 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 2. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie. Het betreft werkzaamheden die:

    • a.

      naar hun aard niet noodzakelijkerwijze zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet noodzakelijkerwijze zijn bedoeld als re-integratieinstrument;

    • c.

      niet leiden tot verdringing.

  • 2. Het maatschappelijk nut van de activiteiten, genoemd onder 1, kan ook betrekking hebben op verhoging van het participeren in de samenleving of eigen ontwikkeling van de belanghebbende.

Artikel 3. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan een belanghebbende die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet een tegenprestatie opdragen.

  • 2. Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    • b.

      de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

    • c.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende. De belanghebbende kan zelf ook een tegenprestatie voorstellen;

    • d.

      als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden,

Artikel 4. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgelegd voor bepaalde tijd.

  • 2. De tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal 16 uren per week, tenzij belanghebbende en college instemmen met een hoger aantal uren per week.

Artikel 5. Mantelzorg

Het college draagt geen tegenprestatie op indien een belanghebbende mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 6. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen 12 maanden opnieuw of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 13 oktober 2014,
De griffier, De voorzitter,

Toelichting op de Verordening Tegenprestatie