Verordening Burgerparticipatie – gemeente Gennep 2009

Geldend van 30-10-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Verordening Burgerparticipatie – gemeente Gennep 2009

De raad van Gennep

 Gelet op het besluit van het college van B en W van 21 september 2009, nummer 2009/5838 inzake burgerparticipatie;

 Gelezen het voorstel van het presidium van 5 oktober 2009,

 Gehoord de Commissie Burgerzaken van 19 oktober 2009;

 Gelet op:

artikel 150 van de Gemeentewet;

artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

artikel 2, derde lid van de Wet sociale werkvoorziening;

artikel 12, tweede lid van de Wet investeren in jongeren. 

Overwegende dat de gemeente Gennep burgers in het algemeen en direct belanghebbenden in het bijzonder meer en actief wil betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid;

Besluit vast te stellen de volgende verordening: 

VERORDENING BURGERPARTICIPATIE – GEMEENTE GENNEP 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerparticipatie gemeentelijk beleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisatie van burgers in het algemeen en direct belanghebbenden in het bijzonder betrekt in de vorming, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid , betreffende de beleidsterreinen als genoemd in artikel 3 van deze verordening en/of het eventuele integrale gemeentelijk beleid;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders:

  • c.

    integraal gemeentelijk beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden – waar mogelijk – werkt aan de verbetering van de leef- en/of woonsituatie van haar burgers in het algemeen en van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van burgers die dit niet of niet geheel zelfstandig kunnen bereiken zonder hulp van anderen in het bijzonder;

  • d.

    burgeradviesraad: de door gemeenteraad als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde zelforganisatie van mensen die inwoner zijn van de gemeente Gennep en die op eigen wijze vorm geven aan burgerparticipatie gemeentelijk beleid;

Hoofdstuk 2 Doelstelling en beleidsterreinen

Artikel 2 Doelstellingen

De burgerparticipatie gemeentelijk beleid heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het bewerkstelligen dat burgers van de gemeente door middel van de burgeradviesraad vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk (sociaal) beleid gericht op het realiseren van volwaardige burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden tot deelname aan maatschappelijke activiteiten en voorzieningen.

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1 In het kader van de burgerparticipatie gemeentelijk beleid wordt de burgeradviesraad betrokken bij het gemeentelijk beleid met betrekking tot die beleidsterreinen die rechtstreeks betrekking kunnen hebben op alle burgers of het merendeel ervan. 

  • 2 In het kader van de burgerparticipatie gemeentelijk beleid wordt de burgeradviesraad in ieder geval betrokken bij het (integraal) gemeentelijk beleid voor zover het een algemeen belang dient, bestaande uit: 1° welzijn, educatie en volksgezondheid, met uitzondering van beleidsvoornemens in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;2° sociale zaken en werkgelegenheid, in het bijzonder de beleidsvoornemens in het kader van de Wet werk en bijstand, Wet inburgering, Wet sociale werkvoorziening en Wet investeren in jongeren;3° volkshuisvesting en bouwzaken;4° ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer;5° economie, recreatie en toerisme.

Hoofdstuk 3 Samenstelling, taken, bevoegdheden en werkwijze

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 De Burgeradviesraad bestaat uit een voorzitter en minimaal 4 en maximaal 10 leden.

  • 2 De leden van de Burgeradviesraad dienen inwoner van de gemeente Gennep te zijn en mogen geen lid zijn van een politieke organisatie. 

Artikel 5 Voorzitter en Leden

  • 1 De leden van de Burgeradviesraad wijzen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. 

  • 2 De voorzitter heeft stemrecht.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1 De voorzitter stelt in overleg met de overige leden van de Burgeradviesraad de vergaderdata en –tijden vast.

  • 2 Hij stelt de agenda van de vergadering vast, leidt de vergadering, handhaaft de orde, deelt de uitslag van de stemmingen mede en geeft de secretaris opdrachten voor onderzoek en rapportage. 

  • 3 Hij vertegenwoordigt de Burgeradviesraad naar buiten. 

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1 De besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. 

  • 2 Stemmen over personen geschiedt schriftelijk. 

  • 3 Bij het staken van stemmen over zaken wordt het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld. Indien in die vergadering de stemmen wederom staken, beslist de voorzitter indien het handelt over zaken en beslist het lot indien het handelt omtrent personen.  

Artikel 8 Secretaris

  • 1 Het college benoemt een medewerker die belast is of op enigerlei wijze bemoeienis heeft met beleidsvorming tot secretaris van de Burgeradviesraad. 

  • 2 De secretaris fungeert tevens als vast aanspreekpunt voor de communicatie met de Burgeradviesraad. 

  • 3 De secretaris registreert de inkomende en uitgaande stukken, ontwerpt de agenda, zendt de stukken aan de leden van de Burgeradviesraad toe, ontwerpt de uitgaande stukken, regelt de plaats van vergaderen en beheert de kredieten. 

  • 4 Hij staat de voorzitter en de overige leden van de Burgeradviesraad, al dan niet in de vergadering, met raad en daad bij.

  • 5 Hij voorziet de Burgeradviesraad van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Burgeradviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. 

  • 6 De secretaris maakt van iedere vergadering een verslag op, dat inhoudt:a. de namen van de voorzitter, secretaris, de aanwezige en afwezige leden;b. een beknopte opgave van de inhoud van de ingekomen stukken en gedane mededelingen;c. omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;d. een beknopt verslag van de gevoerde beraadslagingen en opmerkingen;e. de uitslag van de gehouden stemmingen;f. de inhoud van de genomen besluiten.

  • 7 De notulen worden in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de Burgeradviesraad aangeboden.

  • 8 Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 9 Besluiten door de Burgeradviesraad worden door de secretaris tot een advies verwoord om vervolgens ter beschikking te stellen aan de verantwoordelijke beleidsmedewerker, die op zijn beurt verantwoordelijk is voor de communicatie naar het college en/of gemeenteraad.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1 In het kader van de burgerparticipatie gemeentelijk beleid vraagt het college de Burgeradviesraad om advies. 

  • 2 De Burgeradviesraad is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3 Het college vraagt de Burgeradviesraad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3 van deze verordening. 

  • 4 Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat: bij nieuw beleid de Burgeradviesraad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van de hoofdlijnen van dit beleid;bij evaluatie van bestaand beleid de Burgeradviesraad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 3 Het college kan afzonderlijk met de Burgeradviesraad afspraken maken of overleg voeren over:a. onderwerpen waarover de Burgeradviesraad geconsulteerd wordt;b. de wijze en het moment waarop de Burgeradviesraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;c. het budget van de Burgeradviesraad op basis van het werkplan en begroting.

  • 4 In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Burgeradviesraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Burgeradviesraad is afgeweken. 

  • 5 Van overleg en afspraken met de Burgeradviesraad als bedoeld in het vijfde lid, doet het college binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de Burgeradviesraad. 

Hoofdstuk 4 Middelen en klachten

Artikel 10 Faciliteiten

  • 1 Het college stelt aan de Burgeradviesraad zodanige middelen ter beschikking dat de Burgeradviesraad redelijkerwijs in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige burgers.  

  • 2 De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting. 

  • 3 Voor niet reguliere activiteiten, dan wel voor activiteiten die het beschikbare budget overschrijden, kan de Burgeradviesraad bij het college een doel- of projectsubsidie aanvragen.

Artikel 11 Klachten

  • 1 Natuurlijke personen alsmede rechtspersonen die een belang hebben in de gemeente kunnen bij het college schriftelijk klachten indienen over de uitvoering van deze verordening. 

  • 2 Het college draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van klachten als bedoeld in het eerste lid middels de behandeling volgens het geldende klachtenreglement en eventueel in de daarvoor bestemde klachtencommissie. 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Evaluatie

Het college brengt jaarlijks na inwerkingtreding van deze verordening aan de gemeenteraad verslag uit omtrent de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze verordening.

Artikel 12 Tijdstip inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 oktober 2009. 

  • 2 Met de inwerkingtreding van de Verordening Burgerparticipatie – gemeente Gennep 2009 wordt de Verordening Burgerparticipatie gemeente Gennep – 2008 ingetrokken. 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerparticipatie – gemeente Gennep 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 oktober 2009,
de raad voornoemd,
voorzitter, 
griffier,