Regeling vervallen per 16-12-2011

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

Geldend van 16-12-2011 t/m 15-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

De raad van de gemeente Gennep;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kampweg te Gennep;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen vestrooien van as;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, een gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • n.

    kindergraf: een particulier graf onder f bedoeld, gelegen op het gedeelte van de begraafplaats, dat is bestemd voor de begraving van de stoffelijke resten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • o.

    algemeen erkende feestdag: hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene termijnenwet;

  • p.

    Beheersverordening: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    opgraving van een lijk of asbus ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5, onderdeel 5.2, van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de rechten worden geheven.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1 De rechten, bedoeld in hoofdstuk 5, onderdeel 5.2, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5, onderdeel 5.2, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1 De 'Verordening begraafplaatsrechten 2010' van 30 november 2009 (2009/6111), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de op grond van het eerste lid ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de begraafplaatsrechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening begraafplaatsrechten 2011'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 december 2010
de raad voornoemd,
voorzitter,
griffier

Tarieventabel 1

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening begraafplaatsrechten 2011' Tarief 2011Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten 1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf), niet zijnde een kindergraf, wordt geheven: 1.1.1 voor een periode van 10 jaar € 853,501.1.2 voor een periode van 15 jaar € 1280,251.1.3 voor een periode van 20 jaar € 1.707,001.1.4 voor een periode van 25 jaar € 2133,751.1.5 voor een periode van 30 jaar € 2560,501.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt geheven: € 1.2.1 voor een periode van 10 jaar € 511,501.2.2 voor een periode van 15 jaar € 767,251.2.3 voor een periode van 20 jaar € 1.023,001.2.4 voor een periode van 25 jaar € 1278,751.2.5 voor een periode van 30 jaar € 1534,501.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) of een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven 1.3.1 voor een periode van 10 jaar € 853,501.3.2 voor een periode van 15 jaar € 1280,251.3.3 voor een periode van 20 jaar € 1.707,001.3.4 voor een periode van 25 jaar € 2133,751.3.5 voor een periode van 30 jaar € 2560,501.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats (particuliere gedenkplaats) wordt geheven: 1.4.1 voor een periode van 10 jaar € 853,501.4.2 voor een periode van 15 jaar € 1280,251.4.3 voor een periode van 20 jaar € 1.707,001.4.4 voor een periode van 25 jaar € 2133,751.4.5 voor een periode van 30 jaar € 2560,501.5 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 wordt een recht geheven van: 1.5.1 indien de periode 5 jaar bedraagt € 426,751.5.2 indien de periode 10 jaar bedraagt € 853,251.5.2 indien de periode 15 jaar bedraagt € 1280,251.5.2 indien de periode 20 jaar bedraagt € 1707,00De in de onderdelen 1.5.1, 1.5.2, 1.5.3 en 1.5.4 bedoelde termijnen regelen zich naar de datum waarop het particuliere graf, het kindergraf, het particuliere urnengraf, de particuliere urnenruimte of de particuliere gedenkplaats is uitgegeven.

Hoofdstuk 2 Begraven 2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven € 693,002.2 Voor het begraven van een lijk van een persoon jonger dan 12 jaar wordt geheven € 387,002.3 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met 100%. 2.4 Onder begraven op buitengewone uren wordt verstaan: a. begraven op elke dag, welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur; b. begraven op een zondag of een algemeen erkende feestdag. Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen 3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt per bijzetting geheven: 3.1.1 in een urnennis € 245,003.1.2 op of in een algemeen urnengraf € 245,003.1.3 op of in een particulier urnengraf € 245,003.1.4 op of in een particulier graf € 245,003.2 Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 3.1 verhoogd met 100%. 3.3 Onder bijzetten op buitengewone uren wordt verstaan: a. bijzetten op elke dag, welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur; b. bijzetten op een zondag of een algemeen erkende feestdag. Hoofdstuk 4 Verstrooien van as 4.1 Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven: 4.1.1 in een particulier urnengraf € 179,004.1.2 in een particulier graf € 179,004.1.3 op een verstrooiingsplaats € 79,004.2 Voor het verstrooien van as op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 4.1 verhoogd met 100%. 4.3 Onder verstrooien op buitengewone uren wordt verstaan: a. verstrooien op elke dag, welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur; b. verstrooien op een zondag of een algemeen erkende feestdag. Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud 5.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking, bedoeld in artikel 18 van de Beheersverordening, wordt geheven: 5.1.1 voor het plaatsen of vernieuwen van een gedenkteken, per gedenkteken € 84,005.1.2 voor het aanbrengen van grafbeplanting € 30,005.2 Voor het door de gemeente onderhouden van de grafbedekking als bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening, worden rechten geheven voor bepaalde tijd: 5.2.1 voor een periode van vijf jaar € 397,005.2.2 voor een periode van tien jaar € 793,00Hoofdstuk 6 Lijkschouwing 6.1 Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven € 121,00Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particuliere graven, particuliere urnengraven, particuliere urnennissen en particuliere gedenkplaatsen en verstrekken van inlichtingen uit registers 7.1 Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven, particuliere urnengraven, particuliere urnennissen en particuliere gedenkplaatsen in een daartoe bestemd register ten gevolge van het overschrijven van verleende rechten als bedoeld in artikel 16 van de Beheersverordening, wordt geheven € 30,007.2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit het register als bedoeld in artikel 27 of 65 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven: 7.2.1 per inlichting indien de inlichtingen betrekking hebben op één begraven lijk, onderscheidenlijk bijgezette asbus € 5,157.2.2 indien de inlichtingen betrekking hebben op alle begraven lijken, onderscheidenlijk bijgezette asbussen € 58,307.3 Indien de inlichtingen bedoeld in 7.2.1 of 7.2.2 per telefaxapparatuur worden verstrekt, wordt het betreffende recht per pagina op A-4 formaat verhoogd met € 0,15Hoofdstuk 8 Opgraven en ruimen 8.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 637,008.2 Voor het na opgraven weer begraven van een lijk in een ander graf wordt geheven € 1.274,008.3 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven: 8.3.1 uit een particulier graf € 179,008.3.2 uit een particulier urnengraf € 179,008.3.3 uit een algemeen urnengraf € 179,008.3.4 uit een particuliere urnennis € 165,008.4 Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 245,008.5 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 978,008.6 Voor het na het ruimen van een graf afzonderen van de overblijfselen van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraving wordt geheven € 99,00Hoofdstuk 9 Overige rechten 9.1 Voor het in behandeling nemen door de burgemeester van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het opgraven van een lijk als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven € 58,009.2 Voor het in behandeling nemen door het college van burgemeester en wethouders van een aanvraag tot het verlenen van toestemming voor het in gebruik nemen van een bijzondere begraafplaats of een deel daarvan als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven € 282,009.3 Voor het in behandeling nemen door de gemeenteraad van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een bijzonder crematorium, als bedoeld in artikel 53 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven € 282,009.4 Voor het in behandeling nemen door het college van burgemeester en wethouders van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het in gebruik nemen van een bewaarplaats als bedoeld in artikel 64 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven € 282,009.5 Voor het in behandeling nemen door het college van burgemeester en wethouders van een aanvraag voor een vergunning tot het aanwijzen van een terrein voor asverstrooiing, als bedoeld in artikel 66b van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven € 282,009.6 Voor het in behandeling nemen door de burgemeester van een aanvraag voor de afgifte van een laissez-passer voor lijken, als bedoeld in artikel 11 van het Besluit op de lijkbezorging, wordt geheven € 58,009.7 Voor het in behandeling nemen door het college van burgemeester en wethouders van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld in artikel 15 van de Beheersverordening € 282,009.8 Voor het aanbrengen van een naam- of gedenkplaatje aan de gevel van een particuliere urnennis, bij een particulier urnengraf of op de gedenksteen bij het strooiveld, wordt geheven € 79,00Behoort bij raadsbesluit van 16 december 2010, Afd. Publiekszaken, nr. 2010/4307 De griffier van de gemeente Gennep,