Regeling vervallen per 31-12-2020

Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2011

Geldend van 01-05-2011 t/m 30-12-2020

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2011

De raad van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het raadsvoorstel van

Overwegende, dat het gewenst is de subsidieverordening in de gemeente Giessenlanden per 1 mei 2011 aan te passen;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

  • 1.

    in te trekken: ‘Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2009’, zoals vastgesteld op 9 juli 2009;

  • 2.

    vast te stellen: ‘Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2011’.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    subsidie: een aanspraak op financiële middelen, door burgemeester en wethouders verstrekt aan een al dan niet volledige rechtspersoonlijkheid bezittende instelling of aan een natuurlijk persoon ten behoeve van bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen en diensten;

  • 3.

    raad: de gemeenteraad van Giessenlanden;

  • 4.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Giessenlanden.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op alle te verstrekken subsidies voor activiteiten op beleidsterreinen die het belang van de gemeente en/of diens inwoners dienen en die zijn opgenomen in de programmabegroting en specifieke beleidsnota’s.

Artikel 3. Beleidsregels

  • 1. Ter uitvoering van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders beleidsregels vaststellen binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders.

  • 2. Indien de raad een wijziging van de beleidskaders wenst dan zullen burgemeester en wethouders in het jaar volgend op de inwerkingtreding van de wijziging aan de raad bij de programmarekening een evaluatie verstrekken van de financiële gevolgen en het maatschappelijk effect van deze wijziging.

Artikel 4. Gemeentelijk verslag

Artikel 4:24 van wet is niet van toepassing.

Artikel 5. Bevoegdheden

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van deze verordening subsidies te verlenen, in te trekken, te wijzigen en vast te stellen en voorschriften te verbinden aan subsidiebesluiten;

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een (uitvoerings)overeenkomst, als bedoeld in artikel 4:36 van de wet, af te sluiten.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond per beleidsterrein vast bij de vaststelling van de begroting;

  • 2. Burgemeester en wethouders regelen de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag binnen het beschikbare subsidieplafond;

  • 3. De raad regelt de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag als het beschikbare subsidieplafond wordt overschreden;

  • 4. Burgemeester en wethouders maken de subsidieplafond(s) bekend voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, waarbij ook de wijze van verdeling wordt vermeld (art. 4:26 van de wet).

Artikel 7. Subsidievormen

Bij het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening kunnen de volgende subsidievormen met de hierna aangegeven betekenis worden onderscheiden.

  • a.

    waarderingssubsidie: waarbij aan een organisatie een bedrag aan financiële middelen wordt verstrekt voor activiteiten zonder deze naar aard en inhoud te willen beïnvloeden en waarbij geen verband bestaat tussen de kosten die de organisatie maakt en de omvang van de subsidie;

  • b.

    normsubsidie: een subsidie waarbij voor een bepaalde periode een bedrag aan financiële middelen aan een organisatie wordt verstrekt, dat is berekend op grond van een basisbedrag en/of een aantal meetbare eenheden;

  • c.

    prestatiesubsidie: een subsidie, waarbij vooraf voor een bepaalde periode een maximum bedrag aan financiële middelen aan een organisatie wordt verstrekt en waarvan de omvang wordt bepaald door gewenste prestaties, activiteiten en/of maatschappelijke effecten;

  • d.

    projectsubsidie: een subsidie waarbij aan een organisatie financiële middelen worden verstrekt voor nieuwe activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter.

Hoofdstuk 2. Aanvraag tot subsidie

Artikel 8. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag om een waarderings- of normsubsidie wordt uiterlijk voor 1 juni voorafgaand aan het subsidietijdvak schriftelijk ingediend.

  • 2. Een aanvraag om een projectsubsidie wordt uiterlijk acht weken voor de aanvang van de activiteit schriftelijk ingediend.

  • 3. Een aanvraag van een prestatiesubsidie wordt uiterlijk voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar schriftelijk ingediend.

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde aanvraag gaat vergezeld van een begroting van de kosten en een beschrijving van de geplande activiteit.

  • 5. Op aanvraag als bedoeld in het derde lid is Afdeling 4.2.8 van de wet van toepassing.

  • 6. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 1, 2 en 3.

Artikel 9. Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen weigeren indien:

  • 1.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Giessenlanden of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente Giessenlanden;

  • 2.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteedt zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie wordt verleend;

  • 3.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 4.

    een aanvraag als bedoeld in artikel 8 niet tijdig voor de vermelde datum wordt ingediend;

  • 5.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken. Bij de beoordeling worden de inkomsten uit acties buiten beschouwing gelaten;

  • 6.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • 7.

    de activiteiten van de aanvrager niet algemeen toegankelijk zullen zijn.

Artikel 10. Nadere stukken

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voor een goede beoordeling van een subsidieaanvraag nadere relevante stukken eisen.

  • 2. De subsidieontvanger heeft een meldingsplicht indien er sprake is van opheffing, splitsing, samenvoeging van een instelling of andere zwaarwegende ontwikkelingen van organisatorische of financiële aard.

Hoofdstuk 3. Subsidieverlening

Artikel 11 – Beslistermijn, toetsgronden en tijdsvlakken

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag als bedoeld in artikel 8 lid 1 en lid 3 binnen 8 weken nadat de gemeentebegroting voor het desbetreffende jaar is vastgesteld;

  • 2. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag als bedoeld in artikel 8 lid 2 binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag;

  • 3. Indien burgemeester en wethouders niet binnen de in lid 1 en 2 gestelde termijn kunnen beschikken op een aanvraag, dan wordt aanvrager hiervan in kennis gesteld waarbij een zo kort mogelijke termijn wordt genoemd waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien (art 4:14 lid 1 van de wet).

  • 4. Burgemeester en wethouders toetsen de aanvraag aan: a. deze verordening, b. de beleidsregels, c. het door de raad vastgestelde subsidieplafond per beleidterrein;

  • 5. De beschikking houdt in de subsidieverlening of -vaststelling voor het desbetreffende jaar of desbetreffende activiteit;

  • 6. In afwijking van lid 3 kan de subsidieverlening of -vaststelling plaatsvinden voor meerdere jaren met een maximum van vier. Indien de subsidie voor meerdere jaren wordt verleend, dan wordt zij voor deze jaren verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld door de raad (begrotingsvoorbehoud);

  • 7. Ten aanzien van subsidieverlening of -vaststelling die een bedrag van € 10.000,00 te boven gaan, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat het bedrag in termijnen beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 12 - Beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Bij norm- prestatie- en projectsubsidies ontvangt de aanvrager bij toekenning van het verzoek de subsidieverlening middels een voorschotbeschikking.

  • 2. Indien de subsidie hoger is dan € 5.000,- ontvangt de aanvrager bij toekenning van het verzoek de subsidieverlening middels een voorschotbeschikking.

  • 3. Bij norm- en prestatiesubsidies wordt de instelling die een subsidie ontvangt verzocht om voor 1 juni na afloop van het subsidiejaar verantwoording af te leggen over de wijze van besteding van de subsidie in het desbetreffende subsidiejaar. In de beleidsregel die van toepassing is op de instelling wordt bepaald over welke jaren en met welke stukken na afloop van de periode waarvoor subsidie is toegekend deze verantwoording moet worden afgelegd;

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen uiterlijk voor 1 juli volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend, in bijzondere gevallen uitstel verlenen van lid 2. Hiertoe dient voor uiterlijk 1 juni, volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend, een schriftelijk verzoek aan burgemeester en wethouders te worden gedaan.

  • 5. Bij projectsubsidies wordt de instelling die een subsidie ontvangt verzocht om binnen 3 maanden na afloop van de activiteit een verslag te overleggen van de wijze van besteding van de subsidie en een financieel verslag van de georganiseerde activiteit(en).

Artikel 13. Beschikking tot subsidievaststelling

  • 1. Bij een waarderingssubsidie ontvangt de aanvrager bij inwilliging van het verzoek een beschikking tot subsidievaststelling zonder een voorgaande subsidieverlening.

  • 2. De subsidie wordt ambtshalve en overeenkomstig de subsidieverlening vastgesteld, mits voldaan is aan artikel 12 lid 2.

  • 3. Indien niet wordt voldaan aan lid 2 van artikel 12 en geen gebruik wordt gemaakt van lid 3 van artikel 12, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de verleende subsidie lager vast te stellen.

Hoofdstuk 4. Intrekking, wijziging en terugvordering

Artikel 14. Intrekking, vermindering en terugvordering

Burgemeester en wethouders kunnen, naast de in de artikelen 4:48 tot en met 4:50 van de wet genoemde gevallen, bij een met reden omkleed besluit de subsidie verminderen, de reeds verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen of de aanvrager van verdere subsidie uitsluiten als:

  • 1.

    blijkt dat de aanvrager zich niet of niet in voldoende mate houdt aan de voorwaarden en bepalingen in en op grond van deze verordening;

  • 2.

    blijkt dat de aanvrager opzettelijk onjuiste gegevens (heeft) verstrekt;

  • 3.

    er sprake is van opheffing, splitsing, samenvoeging van een instelling of andere zwaarwegende ontwikkelingen van organisatorische of financiële aard;

  • 4.

    de kernactiviteit van de aanvrager verandert;

  • 5.

    er in de gegevens voor de verdeelcriteria (forse) mutaties ontstaan.

Hoofdstuk 5. Overgangs-, slot-, en overige bepalingen

Artikel 15. Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere, individuele gevallen artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 mei 2011.

Artikel 18. Overgangsbepaling

  • 1. Op een aanvraag die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

  • 2. Op voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies, zijn vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2011’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Giessenlanden van
De griffier,
mevr. drs. N.C. Both
De voorzitter,
mevr. E. Boot

Toelichting op de aanpassing van de subsidieverordening

Algemeen

Het schrijven van een nieuw algemeen subsidiebeleidskader heeft ook gevolgen voor de Algemene subsidieverordening Giessenlanden 2009. Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen in de subsidieverordening beschreven.

Toelichting

Artikel 7 - Subsidievormen

In dit artikel worden de soorten subsidies beschreven. In de subsidieverordening 2009 werd nog gesproken van structurele en incidentele subsidies. In de nieuwe verordening spreken we van waarderingssubsidie, normsubsidie, prestatiesubsidie en projectsubsidie.

Artikel 8 - Subsidieaanvraag

In dit artikel staan per subsidievorm de uiterlijke datum voor het indienen van de subsidieaanvraag genoemd.

Artikel 9 - Weigeringsgronden

Toevoeging van lid 1, 2 en 3. Behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 10 - Nadere stukken

Toevoeging van lid 2. Hierin staat dat de subsidieontvanger een meldingsplicht heeft indien er sprake is van opheffing, splitsing, samenvoeging van een instelling of andere zwaarwegende ontwikkelingen van organisatorische of financiele aard.

Artikel 12 – Beschikking tot subsidieverlening

Tekstuele aanpassing vanwege toevoegen verschillende vormen van subsidies.