Regeling vervallen per 01-05-2016

Financiële verordening gemeente Giessenlanden 2011

Geldend van 24-03-2011 t/m 30-04-2016

Intitulé

Financiële verordening gemeente Giessenlanden 2011

Raadsbesluit 2011 - 15

Zaaknummer : -

De raad van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het raadsvoorstel van ;

Overwegende,

Gelet op

b e s l u i t:

vast te stellen:

de “Financiële verordening gemeente Giessenlanden”.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Giessenlanden en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt uiterlijk in mei van het begrotingsjaar een nota aan met de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk in juni vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begroting autoriseert de raad alle investeringskredieten voor het betreffende jaar.

  • 3. Bij het vaststellen van tussentijdse voorstellen autoriseert de raad de wijzigingen die daaruit voortvloeien.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De tussenrapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen:

    • a.

      de viermaands rapportage voor de vergadering van de raad van juni van het lopende begrotingsjaar;

    • b.

      de achtmaands rapportage voor de vergadering van de raad van oktober van het lopende begrotingsjaar;

  • 3.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d.

  • 4.

    Voor de vergadering van de raad van december van het lopende begrotingsjaar wordt een eindejaarswijziging aangeboden. Deze wijziging bevat een overzicht met de bijgestelde raming van de onderdelen zoals genoemd onder 3.

  • 5.

    In de tussenrapportages en de eindejaarswijziging worden afwijkingen op de oorspronkelijke en eerder bijgestelde ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 5.000,00 toegelicht.

3. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair afgeschreven in 4 jaar.

  • 2. Het saldo van agio en disagio wordt lineair afgeschreven gedurende de restant looptijd van het waardepapier.

  • 3. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 4. De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven in maximaal: 40 jaar: bedrijfsgebouwen en schoolgebouwen; 50 jaar: nieuwbouw woningen; 40 jaar: rioleringen; 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen; 15 jaar:technische installaties in bedrijfsgebouwen; 10 jaar:veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken; nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen; groot onderhoud bedrijfsgebouwen; 10 jaar:zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto’s; lichte motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur; 15 jaar: tankautospuiten; niet: gronden en terreinen.

  • 5. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 2.500 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 6. Ten aanzien van de Til-groep geldt dat roerende horeca-artikelen en roerende goederen met een vermoedelijke gebruikersduur van korter dan een jaar niet worden geactiveerd.

  • 7. Van de hierboven genoemde afschrijvingsduur en afschrijvingsmethodiek kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In voorkomende gevallen motiveert het college de keuze voor de afwijkende periode of methodiek.

  • 8. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken,

  • 9. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen,

  • 3. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 9.

Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen en reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het toerekenen van een vast rentepercentage over de boekwaarde per 1-1 van het jaar. Dit percentage wordt jaarlijks door het college bepaald bij het vaststellen van de begrotingsuitgangspunten.

Artikel 10.

Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, leges en overige rechten.

Artikel 11. Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor: het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

  • 2. Het college biedt ter uitvoering van de financieringsfunctie tenminste eens in de vier jaar een Treasurystatuut aan. De raad stelt het statuut vast.

Artikel 12. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota onderhoud kapitaalgoederen aan. De nota geeft in ieder geval het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair en gebouwen. De raad stelt de nota vast.

  • 2.

    Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.

4. Financiële beheer en interne controle

Artikel 13. Administratie

1.De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • e.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving..

Artikel 14. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, rekening houdend met de omvang van de organisatie, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college, zo mogelijk, maatregelen tot herstel.

Artikel 15. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

Artikel 17. Aanbesteding en inkoop

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

6. Slotbepalingen

Artikel 18.

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2011.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Giessenlanden” vastgesteld door de raad op 26 januari 2006.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Giessenlanden”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente

Giessenlanden van 24 maart 2011.

De griffier,

De voorzitter,