Regeling vervallen per 12-08-2016

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Geldend van 11-02-2011 t/m 11-08-2016

Intitulé

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het collegevoorstel van

Gelet op artikel 253 van de gemeente en het bepaalde in:

  • -

    Artikel 1 van de Verordening onroerende zaakbelastingen Giessenlanden 2011;

  • -

    Artikel 2 van de Verordening hondenbelasting Giessenlanden 2011;

  • -

    Artikel 3 van de Verordening rioolheffing Giessenlanden 2011;

  • -

    Artikel 2 van de Verordening afvalstoffenheffing Giessenlanden 2011;

b e s l u i t:

Vast te stellen:

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Giessenlanden een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;

  • 1.

    2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

  • 1.

    3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

2. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Giessenlanden wonen of gevestigd zijn:

2.1.1 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

2.1.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.1.5 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.1.6 degene die bij de afdeling Middelen als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.1.7 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Giessenlanden wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.2.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.2.4 degene die bij de afdeling Middelen als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.2.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.3.2 degene die bij de afdeling Middelen als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.3.3 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende zaakbelastingen die wordt geheven van gebruikers wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 3.

    1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

  • 3.

    2 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

  • 3.

    3 de oudste in leeftijd;

    3.4degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting, de rioolheffing van gebruikers (afvoerheffing) en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 4.

    1 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

  • 4.

    2 degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaald aan een elders wonende verhuurder;

  • 4.

    3 degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

  • 4.

    4 degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

  • 4.

    5 degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

  • 4.

    6 de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

  • 4.

    7 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

5. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

  • 5.

    1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

  • 5.

    2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

  • 5.

    3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen;

  • 6.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

  • 6.

    1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

  • 6.

    2 bij de afdeling Middelen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk)

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Bijzondere situaties inzake gebruik.

Gebruik onroerende zaakbelastingen.

Indien bij een object sprake is van leegstand (in de onroerende zaak wordt op de peildatum geen bedrijf wordt uitgeoefend) is wel sprake van gebruik in de zin van de onroerende zaakbelasting indien:

  • ·

    de onroerende zaak gestoffeerd/gemeubileerd is en/of er aansluitingen op gas, licht en water actief zijn en sprake is van enig verbruik;

  • ·

    aan de onroerende zaak in het jaar voor de peildatum werkzaamheden zijn verricht en:

    • a.

      deze nog gaande zijn;

    • b.

      stilliggen als gevolg van een keuze van belanghebbende;

    • c.

      zijn afgerond en de genothebbende krachtens zakelijk recht de onroerende zaak bewust leeg laat staan met de bedoeling hem voor bepaalde doeleinden voor zichzelf te houden.

  • ·

    de genothebbende krachtens zakelijk recht de onroerende zaak bewust leeg laat staan met de bedoeling hem voor bepaalde doeleinden voor zichzelf te houden.

Dat bij het bepalen van het bewust laten leeg staan van een object wordt uitgegaan van een termijn van 3 maanden na beëindiging van het laatste gebruik.

Afvalstoffenheffing.

Indien in een perceel, waarop de heffing van afvalstoffenheffing van toepassing is en van gemeentewege is voorzien van afvalcontainers, geen perso(o)n(en) in de gemeentelijke basisadministratie is/zijn ingeschreven maar wel wordt gebruikt zal na een termijn van 3 maanden na beëindiging van het laatste gebruik de afvalstoffenheffing verschuldigd zijn door de eigenaar van het perceel, tenzij door de eigenaar kan worden aangetoond dat het perceel in gebruik c.q. huur is gegeven aan derden. In dit laatste geval is de huurder dan belastingplichtig. De afvalstoffenheffing zal alsdan verschuldigd zijn naar het tarief van artikel 3, hoofdstuk 1 van de “Verordening afvalstoffenheffing Giessenlanden 2011”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden van 25 januari 2011.

Burgemeester en wethouders van Giessenlanden,

de secretaris,

M. Does Msc

de burgemeester,

mevr. E. Boot