Regeling vervallen per 12-08-2016

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Geldend van 01-01-2015 t/m 11-08-2016

Intitulé

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het collegevoorstel van 1 oktober 2014;

Gelet op artikel 253 van de Gemeentewet en het bepaalde in:

  • -

    Artikel 1 van de Verordening onroerende zaakbelastingen Giessenlanden 2012;

  • -

    Artikel 2 van de Verordening hondenbelasting Giessenlanden 2012;

  • -

    Artikel 3 van de Verordening rioolheffing Giessenlanden 2012;

  • -

    Artikel 2 van de Verordening afvalstoffenheffing Giessenlanden 2012-1;

B e s l u i t :

Vast te stellen:

Regeling voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject. In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Giessenlanden een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    2.1.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.1.2 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

    2.1.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    2.1.5 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    2.1.6 degene die bij de afdeling Middelen als genothebbende of gebruiker bekend is

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende zaakbelastingen die wordt geheven van gebruikers wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    3.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    3.2 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    4.1 degene die ook als genothebbende van het belastingobject krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    4.2 degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    4.3 de oudste in leeftijd, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

    4.4 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers (afvoerheffing) wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    5.1 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    5.2 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject ofhouder van de hond naar voren komt.

  • 6.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    6.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    6.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    6.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen;

  • 7.

    De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:

    7.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    7.2 bij de afdeling Middelen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 8.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 9.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 10.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden van 18 november 2014.

Burgemeester en wethouders van Giessenlanden,

de secretaris,

drs. M. Does MCM

de burgemeester (wnd.),

ir. W.E. ten Kate