Regeling vervallen per 06-07-2020

Geurverordening gemeente Giessenlanden

Geldend van 29-05-2009 t/m 05-07-2020

Intitulé

Geurverordening gemeente Giessenlanden

Geurverordening gemeente Giessenlanden

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.1. veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

1.2. Wet: de Wet geurhinder en veehouderij;

1.3. Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid;

1.4. Geurgevoelig object: object zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

1.5. Odour units (ouE/m3;P98): Geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

Artikel 2: aanwijzing gebieden

2.1. Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 2 van de Wet wordt aangewezen het gehele grondgebied van de gemeente Giessenlanden;

2.2. Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de Wet wordt aangewezen het gebied zoals weergegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart gebiedsindeling geur;

Artikel 3: waarden voor de geurbelasting

De normen voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de gemeente Giessenlanden blijven ongewijzigd ten opzichte van het bepaalde in artikel 3 lid 1 van de Wet.

Artikel 4: waarden voor de afstand

4.1. In afwijking van artikel 3 lid 2 van de Wet bedraagt de minimale afstand van een veehouderij tot een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een veehouderij of op of na 19 maart 2000 opgehouden heeft onderdeel uit te maken van een andere veehouderij in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:

  • a.

    Binnen bebouwde kom 100 meter;

  • b.

    Buiten bebouwde kom 50 meter;

  • c.

    Ten opzichte van voormalige eigen inrichting 0 meter;

4.2. In afwijking van artikel 4 lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand van een veehouderij tot een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 2 van deze verordening:

  • a.

    Binnen bebouwde kom 50 meter;

  • b.

    Buiten bebouwde kom 25 meter;

4.3. In afwijking van artikel 4 lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 4 lid 2 van deze verordening bedraagt de minimale afstand van een veehouderij tot een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:

a.Ten opzichte van voormalige eigen inrichting 0 meter;

Artikel 5: citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Geurverordening gemeente Giessenlanden”.

Artikel 6: in werking treding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 29 mei 2009

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Giessenlanden in zijn openbare

vergadering van 28 mei 2009.