Regeling vervallen per 11-11-2010

Nadere regels peuterspeelzalen/kindercentra

Geldend van 11-03-2004 t/m 10-11-2010

Intitulé

Nadere regels peuterspeelzalen/kindercentra

Burgemeester en wethouders van de Gemeente Gilze en Rijen:

gelet op artikel 11 van de Verordening Peuterspeelzalen/Kindercentra gemeente Gilze en Rijen,

vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 22 december 2003;

BESLUITEN:

vast de stellen de hiernavolgende:

NADERE REGELS PEUTERSPEELZALEN/KINDERCENTRA

Artikel l Algemene voorwaarden voor ruimten in de peuterspeelzaal

  • a. Een peuterspeelzaal beschikt over één of meerdere: - verblijfsruimten binnen voor kinderen; - buitenspeelruimten voor kinderen; - toiletruimten voor kinderen en personeel; - garderobes voor kinderen; - bergruimten voor speelgoed.

  • b. De ruimten van de peuterspeelzaal mogen tijdens de openstelling als peuterspeelzaal uitsluitend worden gebruikt voor peuterspeelzaalwerk .

  • c. De vloeren van de peuterspeelzaal zijn bedekt met een goed reinigbaar, isolerend, splintervrij en niet-glad materiaal.

  • d. De temperatuur dient in de verschillende ruimten, uitgezonderd de bergruimten, goed geregeld te kunnen worden en dient het gehele jaar door niet lager te zijn dan 17° C en niet hoger dan 27° C.

  • e. De ruimten dienen goed en tochtvrij geventileerd te kunnen worden.

Artikel 2 Situering en toegankelijkheid van de peuterspeelzaal

De peuterspeelzaal is geschikt voor kinderen, die in hun beweging zijn beperkt.

Artikel 3 Verblijfsruimten voor kinderen

  • a. De verblijfsruimten zijn aan de zonzijde voorzien van zonwering.

  • b. Het verlichtingsniveau in de verblijfsruimten dat door middel van kunstlicht kan worden bereikt, bedraagt minimaal 150 lux.

  • c. In de verblijfsruimten is voldoende bergruimte aanwezig voor het opbergen van speelgoed en eventueel andere materialen.

  • d. In de verblijfsruimten is een op het aantal kinderen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig, waarvan de afmetingen zijn afgestemd op de grootte van de kinderen.

  • e. In de verblijfsruimten is een op het aantal volwassenen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig.

Artikel 4 Buitenspeelruimte voor kinderen

  • a.

    Een peuterspeelzaal moet beschikken over een speelgelegenheid in de openlucht.

  • b.

    Het speelterrein moet zijn voorzien van een goede afwatering en een deugdelijke omheining.

  • c.

    De klauter- en klimtoestellen in de buitenruimte dienen op een onverhard gedeelte geplaatst te worden.

  • d.

    Voor zover op het speelterrein een zandbak aanwezig is, moet deze zijn voorzien van schoon zand,

een deugdelijke afdekking en een goede afwatering,

  • e.

    Het op het speelterrein aanwezige speelmateriaal mag geen gevaar opleveren voor kinderen.

  • f.

    Op en in de onmiddellijke nabijheid van het speelterrein mag geen giftige of stekelige beplanting voorkomen.

Artikel 5 Toiletruimten

  • a. Voor elk tiental kinderen of deel daarvan is tenminste één closetpot aanwezig. De afmetingen en hoogte van de closetpotten zijn aangepast aan de grootte van de kinderen:

  • b. De toiletruimten voor de kinderen hebben zodanige afmetingen, dat de kinderen afzonderlijk goed bereikbaar zijn.

  • c. De handenwasgelegenheid voor kinderen is aangebracht op een voor hen bereikbare hoogte.

  • d. Voor het personeel is een afzonderlijke toiletruimte aanwezig.

Artikel 6 Garderobe

  • a. Een peuterspeelzaal beschikt over een garderobe voor kinderen en een garderobe voor volwassenen.

  • b. De garderobes liggen buiten de verblijfsruimten.

  • c. De kapstokken zijn veilig en aangebracht op een voor kinderen bereikbare hoogte.

Artikel 7 Veiligheid

  • a. Buitendeuren en -vensters zijn zodanig beveiligd, dat kinderen niet ongemerkt de peuterspeelzaal kunnen verlaten en onbevoegden niet ongemerkt kunnen binnentreden.

  • b. Wandcontactdozen dienen afgeschermd te zijn of boven 1,50 meter te zijn aangebracht.

  • c. Alle daarvoor in aanmerking komende elektrische apparaten, waaronder verwarmingsapparaten, dienen geaard- en zodanig te zijn opgesteld en uitgevoerd, dat de kinderen zich daaraan niet kunnen verwonden en de bedieningsorganen niet kunnen bereiken.

  • d. De houder dient te beschikken over een gebruiksvergunning.

  • e. Een brandblusapparaat moet in elk kindercentrum aanwezig zijn en één keer per jaar gecontroleerd te worden op geschiktheid.

  • f. Tussen de leidsters dient een taakverdeling gemaakt te worden over wie wat doet in geval van brand.

  • g. Ruiten beneden 1,20 meter dienen te zijn vervaardigd van veiligheidsglas volgens NEN 3569, tenzij de GGD anders adviseert op grond van risico-inschatting.

  • h. Voorwerpen en vloeistoffen die gevaar voor kinderen kunnen opleveren (schoonmaakartikelen, medicamenten,elektrische apparaten, servies, bestek, ed.) moeten buiten bereik van kinderen worden opgeborgen.

  • i. In de peuterspeelzaal is een telefoon aanwezig. In de onmiddellijke nabijheid daarvan bevinden zich het algemeen alarmnummer en het telefoonnummer van de huisarts.

  • j. In de peuterspeelzaal is een volledig uitgeruste EHBO-trommel aanwezig.

  • k. In de peuterspeelzaal is ten minste één functionaris aanwezig die in bezit is van een geldig bedrijfshulpverleningscertificaat.

Artikel 8 Hygiëne

  • a. De peuterspeelzaal en de inrichting daarvan verkeren in zindelijke staat.

  • b. In ruimten waar kinderen worden opgevangen wordt niet gerookt.

  • c. In de peuterspeelzaal worden geen huisdieren toegelaten.

Artikel 9 Medische verzorging

De houder stelt regels vast omtrent de handelwijze van functionarissen en begeleiders, wanneer deze bij zichzelf, kinderen of gezinsleden ziekten constateren of veronderstellen die voor de persoon zelf of voor de andere aanwezigen risico’s kunnen opleveren.

Artikel 10 Aanwezigheid gegevens

  • a. In de peuterspeelzaal wordt een register bijgehouden van de in de peuterspeelzaal werkzame personen, vermeldende in ieder geval naam, geboortedatum, adres, functie en de behaalde diploma’s en getuigschriften, waaruit de bekwaamheid tot het verzorgen van kinderen blijkt.

  • b. In de peuterspeelzaal is vastgelegd wie belast is met de dagelijkse leiding en wie bij afwezigheid vervangt.

  • c. In de peuterspeelzaal wordt een overzicht bijgehouden van alle op de peuterspeelzaal ingeschreven kinderen. Deze lijst vermeldt per kind naam, geboortedatum, naam van de huisarts alsmede huisadres en indien van toepassing, werkadres en telefoonnummer van de ouders/verzorgers en de inentingsgegevens.

Artikel 11 Slotbepaling

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een of meerdere bepalingen van deze regels niet van toepassing te verklaren.

Artikel 12 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Nadere regels peuterspeelzalen/kindercentra”.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders in hun vergadering van

24 februari 2004

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD,

De secretaris, De burgemeester,

mr. W.C. Burger drs. R.H. Roep