Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR18199
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR18199/1
Regeling vervallen per 23-12-2011
Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen
Geldend van 22-07-2009 t/m 22-12-2011
Intitulé
Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en RijenArtikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang
gemeente Gilze en Rijen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen,
heeft in zijn vergadering van 2 juni 2009,
gelet op de Wet kinderopvang,
besloten vast te stellen
“Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen”.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen,
secretaris, burgemeester,
drs. R.M. Wiersema drs. R.H. Roep
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave p. 2
ToelichtingHandhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen p. 3
- 1.
Afwegingsmodel handhaving dagopvang p. 5
- 2.
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang p. 22
- 3.
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang p. 38
- 4.
Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen p. 53
- 5.
Afspraken tussen GGD en gemeente Gilze en Rijen over toezicht op kwaliteit kinderopvang p. 54
Toelichting Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen
Het Handhavings- en sanctiebeleid is uitgevoerd op basis van afwegingsmodellen per soort kinderopvang (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang). Deze afwegingsmodellen zijn opgesteld door de VNG.
Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang
De gemeente heeft in de vaststelling van handhavingsbeleid een grote beleidsvrijheid. Bij de vaststelling van het Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen is aansluiting gezocht bij het VNG Afwegingsmodel handhaving kinderopvang (februari 2009). De in het VNG Afwegingsmodel gestelde prioriteiten en hersteltermijnen zijn in deze Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang gemeente Gilze en Rijen.
Dit beleid wordt gehanteerd bij het uitvoeren van de handhavingacties die nodig zijn als een houder van een kindercentrum of een gastouderbureau niet voldoet aan een of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang van de staatssecretaris van OCW. Deze overtredingen worden geconstateerd tijdens de inspecties door de GGD. In het Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang zijn de algemene geldende regels opgenomen die worden gehanteerd na constatering van overtreding van de kwaliteitseisen.
Effectieve handhaving hangt samen met een aantal factoren. Voorwaarden voor effectieve handhaving zijn onder andere transparant beleid, duidelijke prioriteitenstelling en risicogericht toezicht en handhaving. Een andere voorwaarde is dat gelijke overtredingen op een gelijke manier gehandhaafd moeten worden. Het handhavingsbeleid stelt de gemeente in staat beter en duidelijker te handhaven en geeft de GGD als toezichthouder een handvat voor het geven van een handhavingsadvies aan de gemeente.
Het Handhavings- en sanctiebeleid Kinderopvang is qua opbouw gelijkgesteld aan de opbouw van de inspectierapporten van de GGD, zoals deze per 1 april 2008 worden opgesteld. Deze wijziging van de opbouw van de inspectierapporten is voortgekomen uit de wijziging van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang per 1 april 2008.
Het gemeentelijke handhavingtraject begint direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingadvies aan de gemeente. In het rapport is het ‘Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein’ de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder van de GGD per domein de context van de voorwaarden waar de houder niet aan voldoet. De gemeente kan de aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee laten wegen bij het beoordelen van de te nemen handhavingactie.
De gemeente kan in bijzondere gevallen, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van mondelinge overreding de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Zowel de waarschuwing als de overreding heeft geen juridische status en betekent daarom een uitstel van het handhavingtraject.
De eerste (juridische) stap zal meestal het opleggen van een aanwijzing zijn. Wanneer de GGD al een bevel heeft gegeven, dan kan dit worden beschouwd als fase 1. De gemeente kan dan direct overgaan naar fase 2: het opleggen van andere sancties. Het opleggen van een aanwijzing is dan niet nodig. De GGD geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de kwaliteit bij een kindercentrum zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Bij overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn.
Prioritering
De zwaarte van de prioritering komt tot uiting in de hersteltermijn van de aanwijzing. De hersteltermijn die wordt aangegeven is in een bandbreedte. De gemeente geeft per geval de exacte hersteltermijn aan. Na het verstrijken van een hersteltermijn moet de overtreding beëindigd zijn. Om te controleren of is voldaan aan de aanwijzing, kunnen door de gemeente schriftelijke bewijsstukken worden opgevraagd bij de overtreder of geeft de gemeente de GGD de opdracht voor een herinspectie. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met de GGD (zie onder 4 op pagina 54 van deze beleidsnota).
Bestuurlijke boete
De bestuurlijke boete is een instrument om de naleving van de Wet kinderopvang te bevorderen. De Wet kinderopvang regelt in artikel 72 de mogelijkheid van het opleggen van een bestuurlijke boete. Het boetebeleid kinderopvang is in deze handhavingsnota opgenomen. Dit boetebeleid is gebaseerd op het door de VNG opgestelde boetebeleid (februari 2009). De hoogte van de boete moet zijn afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid van de overtreding en de omstandigheden waarin de overtreder verkeert.
Bij de vaststelling van de hoogte van de boete is onderscheid gemaakt tussen overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk 3 van de Wet kinderopvang (Wko) gestelde kwaliteitseisen enerzijds en (informatie)verplichtingen (artikel 5:20 Awb, artikel 45 Wko, artikel 47 lid 1 Wko, artikel 65 Wko en artikel 66 lid 1 of lid 2 Wko) anderzijds.
Opgemerkt wordt dat het niet de bedoeling is heel snel over te gaan tot het opleggen van een boete. De bestuurlijke boete is een sluitstuk van een handhavingsproces en is een van de uiterste middelen die ingezet zal worden. Voordat een boete wordt opgelegd heeft er al een lang traject van handhaving plaatsgevonden, echter helaas zonder dat het gewenste resultaat is bereikt. In dat geval kan door het college worden besloten een boete op te leggen.
Voordat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd moet het college de houder van dit voornemen op de hoogte stellen en de gronden waarop het besluit rust meedelen. Het college beslist binnen 13 weken na dagtekening van het rapport over het opleggen van de bestuurlijke boete (artikel 81 Wko). Opschorting van deze termijn is alleen mogelijk als de gedraging aan het OM is voorgelegd (artikel 81 lid 2 Wko). De houder kan tegen het voornemen tot opleggen van een bestuurlijke boete mondeling of schriftelijk zienswijzen indienen.
1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang
De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 1.
ouders
- 2.
personeel
- 3.
veiligheid en gezondheid
- 4.
accommodatie en inrichting
- 5.
groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- 6.
pedagogisch beleid en praktijk
- 7.
klachten
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
1.1 Reglement oudercommissie, (artikel 59 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
2.500 (indien niet aanwezig) |
1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. |
500 |
||
2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
500 |
||
3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
500 |
||
4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
500 |
||
5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie30 (artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. |
500 |
||
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie30(artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De samenstelling van de oudercommissie |
|||
1 De houder is geen lid. |
500 |
||
2 Het personeel is geen lid. |
500 |
||
3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. |
500 |
||
Werkwijze |
|||
4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie(artikel 60 Wko) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. |
750 |
||
2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
750 |
||
3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
750 |
||
4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen.32 |
750 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.3 Informatie voor ouders (artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (1.3.3) en/of boete. Het toepassen van bestuursdwang is alleen mogelijk ten aanzien van overtreding 1.3.3 (inspectierapport op toegankelijke plaats). |
|
Inhoud van de informatie |
|||
1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. |
500 |
||
2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind zit en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. , |
500 |
||
3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. |
500 |
||
Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk |
|||
4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
500 |
||
5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
2.1Verklaring omtrent het gedrag (artikelen 50, tweede en derde lid en 90, derde lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 10) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 – 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. |
3.000 per VOG |
||
3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. |
2.500 per VOG |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
2.2 Passende beroepskwalificatie (artikel 50, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. |
3.000 per persoon |
||
2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (artikel 50, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
Alle beroepskrachten in opleiding worden ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang |
2.000 per persoon |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal (artikel 55 Wko) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. |
2.500 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 51 Wko) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (3.1.2 -2 en 3.1.2-3) en/of boete. |
8.000 indien deze ontbreekt |
1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. |
4.000 |
||
2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
1.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
1.500 |
||
3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
1.500 |
||
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. |
1.000 |
||
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
1.000 |
||
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. |
1.000 |
||
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. |
1.000 |
||
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (3.2.2-2 en 3.2.2.-3) en/of boete. |
8.000 indien deze geheel ontbreekt |
1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. . |
4.000 |
||
2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. |
4.000 |
||
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
2.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. |
2.000 |
||
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
2.000 |
||
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. |
2.000 |
||
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. |
2.000 |
||
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. |
2.000 |
||
3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
De houder heeft een protocol kindermishandeling. |
8.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). |
1.000 |
||
2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
1.000 |
||
3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. |
1.000 |
||
4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. |
1.000 |
||
5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen |
1.000 |
||
6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. |
1.000 |
||
7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. |
1.000 |
||
8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens |
1.000 |
||
9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). |
1.000 |
||
10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
4.1 Binnenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 5) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (4.1.4) en/of boete. |
|
1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. |
2.000 |
||
2 Er is tenminste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. |
3.0-3.5 m2: 2.000 < 3.0 m2: 4.000 |
||
3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. |
2.000 |
||
4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
4.2 Slaapruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 6) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. |
2.500 |
||
2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. |
2.500 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
4.3 Buitenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (4.3.4) en/of boete. |
|
1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. |
2.5-3 m2: 1.000 <2.5 m2: 2.000 |
||
2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. |
1.000 |
||
3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. |
1.000 |
||
4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht – kind – ratio |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
5.1 Opvang in groepen (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, eerste en negende lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. |
4.000 |
||
2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 tot 1 jaar OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. |
1000 per kind |
||
5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, derde en vierde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 Aan ieder kind worden maximaal drie vaste beroepskrachten toegewezen. |
1000 per kind |
||
2 Dagelijks is er minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind. |
1000 per kind |
||
3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende de week. |
1000 per kind |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht – kind – ratio |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
5.3 Beroepskracht – kind – ratio (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, zevende, achtste en twaalfde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste -1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; -1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; -1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; -1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar; Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend. , |
2.000 per ontbrekende beroepskracht |
||
2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. |
2000 |
||
5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. |
2.000 |
||
2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. |
2.000 |
||
3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. |
2.000 |
||
4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. |
2.000 |
||
5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
6.1 Pedagogisch beleidsplan (beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. |
3.000 |
||
6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan (artikel 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. |
750 |
||
2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroep. |
750 |
||
3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. |
750 |
||
4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. |
750 |
||
6.1.2 Pedagogische praktijk (artikel 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
||
2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
6.2 Emotionele veiligheid (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. |
1.000 |
||
2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. |
2.000 |
||
3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. |
1.000 |
||
4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. |
1.000 |
||
5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. |
1.000 |
||
6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. |
1.000 |
||
6.3 Persoonlijke competentie (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. |
1.000 |
||
2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. |
1.000 |
||
3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. |
1.000 |
||
4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
6.4 Sociale competentie (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. |
1.000 |
||
2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. |
1.000 |
||
3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. |
1.000 |
||
6.5 Overdracht van normen en waarden (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. |
1.000 |
||
2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. |
1.000 |
||
3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. |
1.000 |
||
4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 7. Klachten |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien ontbreekt |
1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. |
500 |
||
3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. |
500 |
||
4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. |
500 |
||
5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
500 |
||
6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving dagopvang 7. Klachten |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
7.2 Klachtenregeling oudercommissie (artikel 60a Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien ontbreekt |
1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie. |
500 |
||
3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
500 |
||
4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
500 |
2. Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang
De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor buitenschoolse opvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 1.
ouders
- 2.
personeel
- 3.
veiligheid en gezondheid
- 4.
accommodatie en inrichting
- 5.
groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- 6.
pedagogisch beleid en praktijk
- 7.
klachten
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
1.1 Reglement oudercommissie,(artikel 59 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
2.500 indien ontbreekt |
1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. |
500 |
||
2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
500 |
||
3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
500 |
||
4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
500 |
||
5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie1,2 (artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. |
1.000 |
||
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie2(artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De samenstelling van de oudercommissie |
|||
1 De houder is geen lid. |
500 |
||
2 Het personeel is geen lid. |
500 |
||
3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. |
500 |
||
Werkwijze |
|||
4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie3(artikel 60 Wko) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder stelt de oudercommissie in staat advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. |
1.000 |
||
2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
1.000 |
||
3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
1.000 |
||
4 De houder geeft de oudercommissie de gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.3 Informatie voor ouders (artikelen 54 en 63, vierde lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of Bestuursdwang (1.3.3) en/of boete. |
|
Inhoud van de informatie |
|||
1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. |
500 |
||
2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen. |
500 |
||
3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. |
500 |
||
Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk |
|||
4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
500 |
||
5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
2.1Verklaring omtrent het gedrag (artikelen 50, tweede en derde lid en 90, 2.1 derde lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 10) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. |
3.000 per VOG |
||
3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. |
2.500 per VOG |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
2.2 Passende beroepskwalificatie (artikel 50, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. |
3.000 |
||
2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (artikel 50, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal (artikel 55 Wko) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. |
2.500 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 51Wko) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (3.1.2 -2 en 3.1.2-3) en/of boete. |
8.000 indien deze ontbreekt |
1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. |
4.000 |
||
2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
1.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
1.500 |
||
3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
1.500 |
||
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. |
1.000 |
||
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
1.000 |
||
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. |
1.000 |
||
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. |
1.000 |
||
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (3.2.2-2 en 3.2.2.-3) en/of boete. |
8.000 indien deze ontbreekt |
1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. |
4.000 |
||
2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. |
4.000 |
||
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
2.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 51 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. |
2.000 |
||
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
2.000 |
||
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. |
2.000 |
||
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. |
2.000 |
||
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. |
2.000 |
||
3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De houder heeft een protocol kindermishandeling. |
8.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). |
1.000 |
||
2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
1.000 |
||
3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. |
1.000 |
||
4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. |
1.000 |
||
5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen |
1.000 |
||
6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. |
1.000 |
||
7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. |
1.000 |
||
8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming Persoonsgegevens. |
1.000 |
||
9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). |
1.000 |
||
10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
4.1 Binnenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 5) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (4.1.3) en/of boete. |
|
1 Er is tenminste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind. |
3.0-3.5 m2: 2.000 < 3.0 m2 : 4.000 |
||
2 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. |
2.000 |
||
3 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
4.2 Buitenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (4) en/of boete. |
|
1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. |
2.5-3.0 m2: 1.000 < 2.5 m2: 2.000 |
||
2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. |
1.000 |
||
3 De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. |
1.000 |
||
4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet- aangrenzend is (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. |
1.000 |
||
2 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. |
1.000 |
||
3 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar. |
1.000 |
||
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht – kind – ratio |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
5.1 Opvang in groepen (beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Ieder kind behoort bij een basisgroep. |
4.000 |
||
2a De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. OF 2b De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. |
1.000 per kind |
||
3 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen, besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. |
1.000 |
||
5.2 Beroepskracht – kind – ratio (beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, derde, vierde en negende lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1a De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de basisgroep bedraagt tenminste. -1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. -1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. OF 1b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. |
2.000 per ontbrekende beroepskracht |
||
2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht – kind – ratio |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio (beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, zevende en achtste lid) Prioritering overtreding: Hoog |
(Bevel door GGD of) Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. |
2.000 |
||
2 Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. |
2.000 |
||
3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. |
2.000 |
||
4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. |
2.000 |
||
5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er tenminste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
6.1 Pedagogisch beleidsplan (artikel 50 Wko+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
3.000 indien ontbreekt |
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. |
|||
6.1.1 Pedagogisch beleid (artikel 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) |
|||
1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. |
750 |
||
2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroep. |
750 |
||
3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. |
750 |
||
4 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. |
750 |
||
5 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. |
750 |
||
6.1.1 Pedagogische praktijk (artikel 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
||
2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
6.2 Emotionele veiligheid (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. |
1.000 |
||
2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. |
2.000 |
||
3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. |
1.000 |
||
4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. |
1.000 |
||
5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. |
1.000 |
||
6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. |
1.000 |
||
6.3 Persoonlijke competentie (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. |
1.000 |
||
2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. |
1.000 |
||
3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. |
1.000 |
||
4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
6.4 Sociale competentie (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. |
1.000 |
||
2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. |
1.000 |
||
3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. |
1.000 |
||
6.5 Overdracht van normen en waarden (artikelen 49 en 50 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. |
2.000 |
||
2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. |
1.000 |
||
3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. |
1.000 |
||
4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 7. Klachten |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
7.1Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien deze ontbreekt |
1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. |
500 |
||
3 De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. |
500 |
||
4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. |
500 |
||
5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
500 |
||
6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de inspecteur (lees: GGD-inspecteur kinderopvang) |
500 |
Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 7. Klachten |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
7.2 Klachtenregeling oudercommissie (artikel 60a Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien deze ontbreekt |
1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie. |
500 |
||
3.De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
500 |
||
4.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
5.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
500 |
3. Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang
De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor gastouderopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 1.
ouders
- 2.
personeel
- 3.
veiligheid en gezondheid
- 4.
accommodatie en inrichting
- 5.
pedagogisch beleid en praktijk
- 6.
kwaliteit gastouders en opvangwoning
- 7.
kwaliteit gastouderbureau
- 8.
klachten
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 1. Ouders |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
1.1 Reglement oudercommissie(artikel 59 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
2.500 indien ontbreekt |
1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. |
500 |
||
2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
500 |
||
3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
500 |
||
4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
500 |
||
5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie60 (artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. |
1.000 |
||
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie60(artikel 58 Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
||
De samenstelling van de oudercommissie |
|||
1 De houder is geen lid. |
500 |
||
2 Het personeel is geen lid. |
500 |
||
3 De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. |
500 |
||
Werkwijze |
|||
4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie(artikel 60 Wko) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. |
500 |
||
2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
500 |
||
3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
500 |
||
4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. 62 |
500 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 1. Ouders |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1.3 Informatie voor vraagouders (artikelen 56 en 63, vierde lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko art 11, 12, vierde lid) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of bestuursdwang (1.3.2) en/of boete. |
|
Inhoud van de informatie voor vraagouders |
|||
1 De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. |
500 |
||
2 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. |
500 |
||
3 De houder draagt zorg dat de risico-inventarisatie inzichtelijk is in de woning waar de opvang plaats vindt. |
500 |
||
4 Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouder hierover. |
500 |
||
Relatie tussen de informatie voor vraagouders en de praktijk |
|||
5 De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
500 |
||
6 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 2. Personeel |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
2.1Verklaring omtrent het gedrag (artikelen 56 derde lid en 90, derde lid Wko 2.1 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 15) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
2 De houder draagt er zorg voor dat gastouders in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag. |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
3 De houder draagt er zorg voor dat, bij opvang bij de gastouder thuis, alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag. |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
4 De verklaring omtrent het gedrag wordt overlegd bij inschrijving bij het gastouderbureau. Dit geldt voor de gastouder en eventuele huisgenoten vanaf 18 jaar. |
3.000 per VOG |
||
5 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. |
2.500 per VOG |
||
2.2Pedagogische kennis (artikel 56, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12a, achtste lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
Het gastouderbureau toont aan dat de bemiddelingsmedewerkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over voor gastouderopvang relevante pedagogische kennis. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 49 en 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
8.000 indien deze ontbreekt |
1 De houder legt vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt in een risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar. |
4.000 |
||
2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud. |
4.000 |
||
3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid de actuele situatie van de opvang betreft. |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid (artikel 49 en 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
1.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin de houder adviseert welke maatregelen op welk moment moeten worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
1.500 |
||
3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
1.500 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 49 en 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico’s compleet zijn en overeenkomen met de risico’s in de praktijk. |
1.000 |
||
2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. |
1.000 |
||
3 De houder draagt er zorg voor dat risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
1.000 |
||
4.De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak. |
1.000 |
||
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 49 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
8.000 indien deze ontbreekt |
|
1 De houder legt vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt in een risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar. |
2.000 |
||
2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud. |
2.000 |
||
3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid de actuele situatie van de opvang betreft. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 49 en 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
2.500 |
||
2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 49 en 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
||
1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico’s compleet zijn en overeenkomen met de risico’s in de praktijk. |
2.000 |
||
2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. |
2.000 |
||
3 De houder draagt er zorg voor dat risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
2.000 |
||
4 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak. |
2.000 |
||
5 De houder draagt er zorg voor dat het gedeelte van de woning waar de kinderen worden opgevangen, rookvrij is ten tijde van de opvang. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.3 Protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
De houder heeft een protocol kindermishandeling. |
8.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 3. Veiligheid en gezondheid |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). |
1.000 |
||
2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
1.000 |
||
3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. |
1.000 |
||
4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. |
1.000 |
||
5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen |
1.000 |
||
6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep 0-4 jaar en de groep 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. |
1.000 |
||
7 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. |
|||
8 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een persoon werkzaam bij het gastouderbureau, een gastouder of een volwassen huisgenoot van de gastouder de vermoedelijke dader is. |
|||
9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). |
1.000 |
||
10 De gastouders en personen werkzaam bij het gastouderbureau kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 4. Accommodatie en inrichting |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
4.1 Aantal op te vangen kinderen door gastouder (artikel 1 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 11, tweede lid, onder b) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1a De houder draagt er zorg voor dat de gastouder maximaal 4 kinderen tegelijk opvangt (exclusief eigen kinderen), in de woning van de gastouder of de vraagouder. Er zijn maximaal vier kinderen onder de vier jaar (inclusief eigen kinderen) gedurende de opvang aanwezig. OF 1b De houder draagt er zorg voor dat bij de innovatieve gastouderopvang één gastouder maximaal 6 kinderen tegelijk opvangt (exclusief eigen kinderen), op het woonadres van de gastouder of de vraagouder. |
1000 per extra kind |
||
2.De houder beoordeelt of de samenstelling van de groep kinderen verantwoord is. Bij deze beoordeling wordt tenminste het aantal en de leeftijd van de niet-eigen kinderen en van de eigen kinderen meegewogen. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 5. Pedagogisch beleid en praktijk |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
5.1 Pedagogisch beleidsplan (beleidsregels kwaliteit ko artikel 11) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. |
3.000 |
||
5.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan (beleidsregels kwaliteit ko artikel 11) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven:. de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. |
500 |
||
2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. |
500 |
||
3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan de opvanglocatie worden gesteld. |
500 |
||
4 De houder van innovatieve gastouderopvang beschrijft in het pedagogisch beleidsplan de wijze waarop de ondersteuning van een gastouder bij de gelijktijdige opvang van meer dan vier opvangkinderen door een andere volwassene in geval van calamiteiten is geregeld. |
500 |
||
5.1.2 Pedagogische praktijk (artikel 49, 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
||
1 De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen. |
1.000 |
||
2 De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
||
3 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
1.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 6. Kwaliteit gastouders en opvangwoning |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
6 Kwaliteit gastouders en opvangwoning (artikel 49, 56 Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikelen 11, tweede en zesde lid, en 12a, eerste, tweede, derde en vierde lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang plaats vindt over voldoende speel- en slaapruimte voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. |
2.000 |
||
2 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang plaats vindt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. |
2.000 |
||
3 De houder formuleert criteria voor de kwaliteit van de gastouders en legt deze schriftelijk vast. |
2.000 |
||
4 De houder draagt er zorg voor dat deze criteria bij de start van de opvang en daarna jaarlijks worden getoetst door middel van een bezoek door personen werkzaam bij het gastouderbureau aan de woning waar de opvang plaatsvindt. |
2.000 |
||
5 De houder draagt er zorg voor dat de kwaliteitscriteria voor gastouders bekend zijn bij de vraagouders. |
2.000 |
||
6 De houder evalueert jaarlijks mondeling de opvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 7. Kwaliteit gastouderbureau |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
7 Kwaliteit gastouderbureau (artikel 56, eerste lid Wko + beleidsregels kwaliteit ko artikel 13, 12a, vijfde, zesde en zevende lid) Prioritering overtreding: Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete. |
|
1 De houder draagt zorg voor tenminste twee bezoeken per jaar aan de woning waar de gastouderopvang plaatsvindt, waarbij in ieder geval de jaarlijkse risico-inventarisatie, de jaarlijkse toetsing van de criteria voor de gastouders en de jaarlijkse evaluatie van de opvang plaatsvinden. Dit bezoek wordt afgelegd door personen werkzaam bij het gastouderbureau. |
1.000 per ontbrekend bezoek |
||
2 De houder biedt gastouders bij de start van hun werkzaamheden introductiecursus(sen) aan die gerelateerd zijn aan de opvangtaken. |
2.000 |
||
3 De houder organiseert naast de introductiecursus(sen) themabijeenkomsten voor de gastouders en biedt cursussen of bijeenkomsten aan waarbij gastouders elkaar kunnen ontmoeten en ervaring uitwisselen. |
2.000 |
||
4 De houder voert bij een nieuwe koppeling een koppelingsgesprek met de vraag- en gastouder. Dit koppelingsgesprek wordt uitgevoerd in de opvangwoning door een bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. |
2.000 |
||
5 De houder draagt er zorg voor dat de bemiddelingsmedewerker een intake- gesprek voert met de vraag- en gastouder aan huis. |
2.000 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 8. Klachten |
|||
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
|
8.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien deze ontbreekt |
1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders. |
500 |
||
3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. |
500 |
||
4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. |
500 |
||
5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
500 |
||
6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
500 |
Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 8. Klachten |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
8.2 Klachtenregeling oudercommissie (artikel 60a Wko) Prioritering overtreding: Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete. |
1.500 indien deze ontbreekt |
1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. |
500 |
||
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie. |
500 |
||
3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
500 |
||
4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. |
500 |
||
5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
500 |
4. Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen
Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen Overige overtredingen |
|
Overtreding |
Boetes (in €) |
art. 5:20 Awb, tegenwerken ambtenaar |
2.500 |
art. 45 Wko, starten zonder melding of binnen 8 weken termijn |
10.000 |
art. 47 lid 1 Wko, wijzigingen niet onverwijld melden |
500 |
art. 65 Wko, overtreding aanwijzing/ bevel |
Zie de genoemde bedragen bij de desbetreffende bevelen/ aanwijzingen in het afwegingsmodel handhaving kinderopvang |
art. 66, lid 1 of lid 2 Wko, exploitatieverbod |
10.000 |
In het geval de overtreder in de afgelopen drie jaar al eerder is beboet voor eenzelfde type overtreding kan de boete worden verhoogd. Daarbij is irrelevant of de in het verleden gepleegde overtreding(en) al dan niet betrekking hadden op hetzelfde kindercentrum of gastouderopvang waarvoor de nieuwe boete wordt opgelegd. Het college hanteert de volgende verhogingen als richtsnoer in geval van recidive:
Afwegingsmodel handhaving overige overtredingen Richtsnoer in geval van recidive bij overige overtredingen |
||
Overtreding |
Verhoging op de basisboetebedragen per herhaling (in €) |
Maximum (in €) |
art. 5:20 Awb |
600 |
3.700 |
art. 45 Wko |
2.500 |
18.500 |
art. 47 lid 1 Wko |
500 |
45.000 |
art. 65 Wko |
Genoemde bedragen in afwegingsmodel handhaving kinderopvang |
45.000 |
art. 66, lid 1 of lid 2 Wko |
2.500 |
18.500 |
5. Afspraken tussen GGD en gemeente Gilze en Rijen over toezicht op kwaliteit kinderopvang
1. Register: doorgeven nieuwe meldingen en wijzigingen aan de GGD
De afdeling Welzijn, Sport en Onderwijs (WSO) van de gemeente Gilze en Rijen beheert het Register kinderopvang, waarin alle kindercentra (kinderdagverblijven, BSO’s en gastouderbureaus) staan vermeld. De gemeente ontvangt de nieuwe meldingen en wijzigingen van houders van kindercentra. Afdeling WSO verwerkt deze wijzigingen in gemeentelijke Register kinderopvang en geeft nieuwe meldingen en wijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk door aan de toezichthouder van de GGD. Wanneer de GGD bij onderzoek merkt dat er andere gegevens gelden voor een instelling dan zal de GGD dit zo spoedig mogelijk doorgeven aan de afdeling WSO van de gemeente.
2. Onderzoek na melding: informeren van de gemeente over advies over exploitatie
De houder moet een nieuw kindercentrum of een nieuwe locatie van een kindercentrum melden bij de afdeling WSO van de gemeente Gilze en Rijen. Afdeling WSO neemt na melding van de houder het nieuw gemelde kindercentrum in het Register op (als zijnde ‘in aanvraag’). Daarna stuurt afdeling WSO per e-mail een schriftelijke opdracht voor ‘onderzoek na melding’ naar de GGD (t.a.v.: afdeling AGZ, team Technische Hygiënezorg) met de registergegevens (gegevens kindercentrum, telefoonnummer houder en datum van melding en vermelding dan ‘onderzoek na melding’). De GGD voert zo spoedig mogelijk (binnen 8 weken) een inspectie uit bij de houder en meldt ook binnen die 8 weken schriftelijk aan de gemeente wel/ niet akkoord te zijn met de exploitatie.
Bij (dreiging van) ‘niet akkoord’ wordt door inspecteur mondeling overleg gevoerd (uiteraard binnen die 8 weken) met afdeling WSO en afdeling Vergunningen en Handhaving (V&H) over eventuele vervolgstappen. Bij zowel ‘niet akkoord’ als ‘akkoord’ wordt een volledige rapportage opgesteld en opgestuurd. Deze rapportage bevat een bindend advies over de exploitatie en wordt aan zowel houder als gemeente toegestuurd.
Binnen 12 weken nadat een kindercentrum in exploitatie is gegaan, voert de GGD een inspectie uit. Hiervoor wordt geen nieuwe opdracht aan de GGD verstrekt; de inspecteur van de GGD is verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze inspectie binnen de gestelde termijn.
3. Jaarlijkse inspecties
In alle kindercentra (alle afzonderlijke locaties van kinderdagverblijven, bso’s en gastouderbureaus) vindt jaarlijks een inspectie door de inspecteur van de GGD plaats. Reguliere jaarlijkse inspecties worden altijd aangekondigd uitgevoerd. Over de (locaties van) kindercentra waar een jaarlijkse inspectie moet plaatsvinden, worden afspraken tussen afdelingen WSO en V&H van de gemeente en de inspecteur van de GGD gemaakt.
4. Nader onderzoek: wanneer vindt dit onderzoek plaats en wie neemt initiatief
Naast de jaarlijkse inspecties en onderzoek na melding vinden ieder jaar nadere onderzoeken plaats. De afdelingen WSO en V&H van de gemeente geven de inspecteur van de GGD per mail opdracht voor ieder van deze onderzoeken. Nader onderzoek kan in volgende situaties plaatsvinden:
- herinspectie op basis van handhavingsbeleid; Wanneer bij de reguliere inspectie tekortkomingen zijn geconstateerd door de inspecteur, deelt de afdeling V&H van de gemeente de geconstateerde tekortkomingen schriftelijk mee aan de houder. Daarnaast wordt een bepaalde termijn gegund waarbinnen aan de eisen moet zijn voldaan. Ook wordt aangegeven op welke termijn een herinspectie zal plaatsvinden (op basis van het handhavingsbeleid). De inspecteur voert de herinspectie uit (aangekondigd).
- bij een signaal en/ of klacht; Als het signaal/ de klacht bij de GGD gemeld wordt, voert de inspecteur overleg met de afdelingen WSO en V&H van de gemeente. Afhankelijk van de ernst van het signaal/ de klacht kunnen de afdeling WSO en V&H van de gemeente besluiten dat een nader onderzoek moet plaatsvinden. Wordt de klacht gemeld bij de gemeente dan besluit de afdeling V&H van de gemeente na overleg met de inspecteur al dan niet tot een nader onderzoek. Dit onderzoek wordt in principe aangekondigd.
- onaangekondigd onderzoek; Het kan voorkomen dat de inspecteur van de GGD of de afdelingen WSO en V&H van de gemeente na een inspectie of op een andere wijze berichten ontvangt over zaken die niet in orde lijken (zaken die bij aangekondigde onderzoeken niet aangetoond kunnen worden). In dit geval zal, in opdracht van de gemeente, door de inspecteur een inspectie onaangekondigd kunnen worden uitgevoerd. De houder ontvangt voorafgaand aan het onderzoek van de gemeente een brief waarin wordt gemeld dat een onaangekondigd onderzoek door de inspecteur van de GGD mogelijk is.
5. Financiering
De GGD stelt voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar een offerte op voor de reguliere inspecties op basis van het aantal kindercentra en de prijs per inspectie. Deze offerte wordt opgestuurd aan de afdeling WSO van de gemeente en naar aanleiding hiervan worden afspraken gemaakt over het aantal uit te voeren reguliere inspecties. Voor onderzoeken na melding en nader onderzoek (in opdracht) wordt afzonderlijk gefactureerd door de GGD. 6. Openbaarheid inspectierapportHet vastgestelde eindrapport – waarin ook de houder zijn zienswijze kenbaar heeft kunnen maken – is volledig openbaar. Het rapport wordt door de inspecteur schriftelijk en digitaal toegestuurd aan de afdeling WSO van de gemeente. De inspecteur maakt het inspectierapport openbaar (artikel 63 lid 5 Wko) door publicatie op http://www.ggdhartvoorbrabant.nl. De gemeente linkt op haar website www.gilzerijen.nl door naar de website van de GGD Hart voor Brabant. De rapporten zijn op deze manier voor alle burgers in te zien en te downloaden. Burgers kunnen een rapport ook opvragen bij de GGD. Bij herinspectie wordt de laatste versie van de rapportage per item waarop de herinspectie van toepassing is, aangepast met de bevindingen van de herinspectie (en datum). Tevens wordt de conclusie aangepast met de uitkomsten uit de herinspectie. Dit laatste rapport wordt op de website geplaatst.
7. Schriftelijk bevel door de inspecteur en betrokkenheid van de gemeente
Als op basis van de uitkomsten van de inspectie geconcludeerd kan worden dat handhaving noodzakelijk is, geeft de inspecteur van de GGD dit advies aan in het inspectierapport. Op basis van het handhavingsbeleid wordt door afdeling V&H vastgesteld op welke wijze handhaving plaatsvindt en binnen welke termijn de houder aan de eisen moet voldoen. Dit wordt schriftelijk gemeld aan de houder; een kopie van de brief wordt aan de inspecteur van de GGD toegestuurd. Indien dit aan de orde is, wordt een herinspectie binnen een bepaalde termijn aangekondigd (zie 4).
Een schriftelijk bevel wordt uitgevaardigd door de GGD in geval van een acute situatie. Dit is volgens het landelijke wegingsmodel passend bij een slecht oordeel bij items met een hoge prioriteit. Indien zich een situatie voordoet waarin de inspecteur van de GGD het noodzakelijk vindt om een bevel uit te vaardigen, zal deze inspecteur voorafgaand een mondeling overleg voeren met de afdeling V&H van de gemeente, waarbij alle (ook juridische) kanten worden besproken. De GGD geeft binnen zo kort mogelijke tijd een bevel af (wetende dat de gemeente dit volledig ondersteunt). Als het probleem niet binnen 7 dagen is opgelost zal de gemeente het bevel verlengen.
8. Jaarrapportage: Werkwijze en inhoud bijdrage aan gemeentelijk jaarverslag.
In de Wet kinderopvang is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs (ministerie van OCW) een jaarverslag over alle uitgevoerde inspecties moet opstellen. Het jaarverslag wordt door de afdeling V&H opgesteld op basis van de inspectierapporten van de GGD.
9. Aanwijzen toezichthouders
Het college van B&W heeft collectief alle toezichthouders van de GGD van de afdeling AGZ, team Technische Hygiënezorg, gemandateerd voor het uitvoeren van inspecties in het kader van de Wet kinderopvang.
10. Opsporing niet gemelde opvang
Alle meldingen/ signalen over illegale kinderopvang worden gemeld door de inspecteur van de GGD aan de afdeling WSO van de gemeente. De afdeling WSO van de gemeente kan de GGD schriftelijk opdracht geven een inspectie ((on)aangekondigd) uit te voeren bij de illegale kinderopvang.
11. Afstemming met andere gemeentelijke toezichthouders, invulling coördinatierol
De gemeente coördineert de juridische en inhoudelijke zaken over toezicht in de kinderopvang zelf.
12. Overleg tussen gemeente en GGD
De afdeling WSO van de gemeente en de toezichthouders van de GGD hebben minimaal twee maal per jaar een overleg over actuele ontwikkelingen in de uitvoering van inspecties. Daarnaast vindt naar aanleiding van inspecties regelmatig telefonisch of per e-mail overleg plaats over adviezen voor handhaving.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl