Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  Cliënt: de inwoner met een minimum inkomen, de persoon als bedoeld in artikel 7 van de Wet werk en bijstand, artikel 2 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 2 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen.

• b.

  Cliëntorganisaties: organisaties van cliënten als bedoeld onder a., alsmede organisaties die mede de belangen van cliënten behartigen, werknemersorganisaties daaronder begrepen.

• c.

  Cliëntenraad: een uit vertegenwoordigers van cliënten en cliëntenorganisaties bestaand inspraakorgaan met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening;

• d.

  Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen.

2. Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen gebruikt in dezelfde betekenis als in de wetten genoemd in lid 1 onder a.

1. Met de instelling van de Cliëntenraad en het overleg wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de in artikel 1 onder a. genoemde wetten en het gemeentelijk minimabeleid.

2. De Cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college en de raad over de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid inzake de in artikel 1 onder a. genoemde wetten, het gemeentelijk minimabeleid alsmede werkgelegenheidsmaatregelen.

3. De Cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde algemeen geldende procedures en regelingen.

4. De adviezen worden schriftelijk door middel van brieven of verslagen kenbaar gemaakt.

1. Het college draagt er zorg voor dat alle relevante informatie met betrekking tot de in artikel 2 lid 2 genoemde onderwerpen ten minste vijftien werkdagen voor advisering worden voorgelegd aan de Cliëntenraad.

2. Indien het college een beslissing neemt die afwijkt van het advies van de Cliëntenraad, dan brengt zij dit gemotiveerd ter kennis van de Cliëntenraad.

1. De kosten van de Cliëntenraad komen ten laste van de gemeente, waartoe zij een begroting opstelt. Tot de kosten van de Cliëntenraad worden gerekend:

• a.

  het inhuren van deskundigen

• b.

  kosten van vorming en scholing van de leden van de groep

• c.

  organisatiekosten

• d.

  kosten voor het secretariaat

2. Bovengenoemde kosten worden vergoed tot het bedrag dat hiervoor in de goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen.

3. De ambtelijke ondersteuning en de faciliteiten voor de vergaderingen worden door de gemeente niet doorberekend ten laste van het budget van de Cliëntenraad voor zover de vergaderingen plaatsvinden in het gemeentehuis.

4. Leden van de Cliëntenraad die schriftelijke stukken nodig hebben voor de voorbereiding op een vergadering of voor het raadplegen van derden, kunnen deze kosteloos bij de afdeling sociale zaken verkrijgen, voor zover deze stukken in het bezit zijn van de gemeente.

5. Voor zover mogelijk zullen stukken, behalve schriftelijk, ook digitaal beschikbaar worden gesteld.