Regeling vervallen per 31-12-2006

Nota gehandicaptenbeleid 2003 t/m 2006

Geldend van 02-04-2003 t/m 30-12-2006

Intitulé

Nota gehandicaptenbeleid 2003 t/m 2006

Nota Gehandicaptenbeleid gemeente Gilze en Rijen 2003 t/m 2006

Inhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding (bladzijde 2)

  • 2.

    Aanpak (bladzijde 3)

  • 3.

    Doel (bladzijde 4)

  • 4.

    Analyse (bladzijde 5 e.v)

    4.1. Probleemanalyse

    4.2. Analyse van instrumenten

  • 5.

    Plan van aanpak (bladzijde 9 e.v.)

    5.1. Integrale toegankelijkheid (BTB)

    5.2. Integratie ouderen en gehandicaptenbeleid

    5.3. Gerichte voorlichting/informatie aan mensen met een handicap en ouderen

  • 6.

    Tijdpad besluitvorming en uitvoering beleid (bladzijde 11)

1. Inleiding

Met de invoering van de Wet Voorzieningen Gehandicapten in 1994 kreeg de gemeente meer taken en bevoegdheden op het gebied van voorzieningen voor mensen met een handicap. Daarnaast ontstond een direct contact tussen de gemeente en de doelgroep. Door het Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen heeft de gemeente een gesprekspartner op dit terrein. Het is mede aan dit platform te danken dat het inzicht in de vele aspecten van het gehandicapt zijn bij de gemeente steeds groter wordt.

Als een van de eerste gemeenten in Brabant had Gilze en Rijen een Platform Gehandicaptenbeleid. Dit Platform Gehandicaptenbeleid bestaat sinds 1984. Mede door de inzet van het Platform werd in 1987 de eerste nota gehandicaptenbeleid gepresenteerd.

De laatste nota gehandicaptenbeleid is vastgesteld in 1992. De gemeente heeft meer taken en bevoegdheden gekregen m.b.t. het verstrekken van voorzieningen voor mensen met een handicap. Nog steeds komen er nieuwe ontwikkelingen op ons af. Praktisch elk jaar wordt de verordening WVG aangepast. Er zijn veranderingen m.b.t. het vraagafhankelijk vervoer, de indicatiestelling, de bouwvoorschriften, etc.

De wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie krijgt vorm door de Stichting Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen. Dit platform bestaat uit een dagelijks bestuur en een Raad van Belanghebbenden waarin vertegenwoordigers van lokale groeperingen en organisaties die werken met of voor mensen met een handicap.Vanwege de invoering van de WVG in 1994 is het hoog tijd om de verouderde nota te herzien.

Het wordt daarom tijd voor het verder ontwikkelen en opnieuw vastleggen van een gemeentelijk beleid voor mensen met een handicap. Het bestaande gemeentelijk beleid werkt goed. Daarom willen we doorgegaan op dezelfde voet.

De integratie van mensen met een handicap in de lokale samenleving is uitgangspunt van ons beleid. Te vaak worden zij als een aparte groep gezien, hetgeen hun positie in het algemeen niet ten goede komt. Het kan isolement veroorzaken of bestaand isolement versterken. Daarom is gekozen voor inclusief beleid. Dat wil zeggen dat bij alle aspecten van gemeentelijk beleid rekening gehouden wordt met de behoeften van alle inwoners, dus ook die met een handicap. Vaak is het resultaat dat aanpassingen die voor mensen met een handicap belangrijk zijn, ook voordeel opleveren voor andere groepen. Denk bijvoorbeeld aan de aanpassingen van stoepen voor rolstoelgebruikers, die ook prettig zijn voor mensen met een rollator, kinderwagen, steekwagen e.d..

De voorwaarde voor het slagen van inclusief beleid is bewustwording en mentaliteitsverandering in de maatschappij, inclusief het gemeentelijk apparaat. Het is zelden een gevolg van onwil als er geen rekening gehouden wordt met de belangen van mensen met een handicap. Vaker komt dit door gebrek aan kennis en inlevingsvermogen. Dit betekent wel dat inclusief beleid een zeer brede basis moet hebben, zodat het in de gemeentelijke organisatie als een leidraad kan worden gehanteerd.

Jaarlijks zal er een evaluatie plaatsvinden van het uitgevoerde beleid. Deze evaluatie vindt plaats in samenspraak met het bestuur van het Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen.

Voorts zal beleid worden ontwikkeld op het gebied van vermaatschappelijking van zorg.

2. Aanpak

Met deze nota beogen wij niet een allesomvattend en gedetailleerd plan te presenteren. De opstelling van een dergelijk plan zou een grote tijdsinvestering vergen, terwijl de actualiteit meestal snel een en ander achterhaalt en ervoor zorgdraagt dat een dergelijk plan snel verouderd is.

De nota gehandicaptenbeleid bevat derhalve geen minutieuze opsomming van voorzieningen en activiteiten in Gilze en Rijen of een gedetailleerde beschrijving hiervan. Deze nota gaat in op hoofdlijnen van beleid, waarvan uitgangspunt is inclusief beleid en specifiek als het moet.

Al werkend blijkt dat er nog een aantal knelpunten bestaan die mensen met een handicap in het dagelijks leven ervaren. Er is gekozen voor een aantal aandachtsvelden die afgeleid zijn van de bestaande uitvoering van het gehandicaptenbeleid. De bestaande uitvoeringsregels (waarvan het Handboek Toegankelijkheid leidraad is) van het gehandicaptenbeleid fungeren voor de gemeente als een soort checklist voor al het andere gemeentelijke beleid om de uitvoering van het gehandicaptenbeleid zo breed mogelijk te blijven zien. Bij het inrichten van de woonomgeving bijvoorbeeld moeten naast de reguliere inrichtingsregels ook de voorschriften worden meegenomen die voor gehandicapten worden gehanteerd. Nieuwe plannen worden doorgesproken en/of ter inzage voorgelegd aan het Platform Gehandicaptenbeleid.

De aandachtsvelden zijn uitgewerkt in deze nota: Nota Gehandicaptenbeleid gemeente Gilze en Rijen 2003 t/m 2006. Daarbij heeft het Gehandicaptenplatform Gilze en Rijen in de voorbereidingsfase, voorafgaand aan de vaststelling van de ontwerpnota door ons college, zijn adviezen en commentaren kenbaar gemaakt. Deze nota kan derhalve worden beschouwd als een coproductie van het gemeentebestuur en het Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen.

3. Doel

Het doel van inclusief beleid is een zo optimaal mogelijke integratie van mensen met een handicap, die daardoor gelijkwaardig deel uit kunnen maken van de samenleving.

Wij realiseren ons dat dit een ambitieus doel is, dat niet van de ene op de andere dag kan worden verwezenlijkt. Het gaat om mentaliteitsverandering en cultuurverandering, een proces dat verschillende jaren zal duren en niet eenvoudig te sturen of te beheersen is. Bovendien zijn de gemeentelijke verantwoordelijkheid en beïnvloedingsmogelijkheden bij dit soort veranderingsprocessen begrensd.

Niettemin zijn mensen met een handicap in onze samenleving het waard een serieuze stap te zetten in de richting van de verwezenlijking van het doel van inclusief beleid. Daarbij is het goed ons bewust te zijn van het feit dat mensen er niet voor kiezen gehandicapt te zijn of te worden. Integendeel, het overkomt hen. Een handicap kan iedereen krijgen.

Deze nota heeft betrekking op alle mensen met een handicap, dus lichamelijk en verstandelijk gehandicapten.

Om een indruk te geven van de omvang van de doelgroep het volgende. De gemeente Gilze en Rijen heeft ongeveer 25.000 inwoners. Uit cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau is op te maken dat naar schatting ruim:

12% van de Nederlandse bevolking lichamelijke beperkingen heeft (lopen, zitten, arm of handgebruik, zien, horen, spreken e.d.).

Voor Gilze en Rijen zouden dat ongeveer 3.000 personen kunnen zijn;

0,7% van de Nederlandse bevolking verstandelijke beperkingen heeft. Voor Gilze en Rijen zouden dat ongeveer 170 personen kunnen zijn.

In de gemeente Gilze en Rijen maken ongeveer 1.750 personen op een of andere manier gebruik van voorzieningen op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten

Aangezien vergrijzing een nog grotere doelgroep teweegbrengt, is het volstrekt legitiem om inclusief beleid te maken en uit te voeren.

Gelet op het bovenstaande stellen wij voor een vervolg te maken met inclusief beleid in Gilze en Rijen. Stap voor stap zullen we het beleid moeten vervolgen, in de praktijk toetsen en evalueren. De problematiek is te divers en uitgebreid om ons op alle aandachtsvelden te kunnen richten. In het belang van het hoofddoel kiezen we voor een beperkt aantal actiepunten.

Wij hebben ons in eerste instantie gericht op die knelpunten die in gesprekken herhaaldelijk genoemd werden en/of naar het inzicht van het Gehandicaptenplatform Gilze en Rijen dringend aandacht nodig hebben. Hierbij werd onder meer gebruikgemaakt van de commentaren/overleggen met het Platform gehandicaptenbeleid

In de volgende paragraaf wordt een analyse van de knelpunten gemaakt op grond waarvan 3 aandachtsvelden worden beschreven die in de komende vier jaar een concrete aanpak vereisen.

Opgemerkt moet worden dat in het gemeentelijk beleid reeds op verschillende terreinen aandacht wordt besteed aan mensen met een handicap. Daar waar bestaand beleid procedureel geregeldis en recent is/zal worden geëvalueerd, wordt dat in deze nota niet behandeld. Deze nota gaat daarom slechts zijdelings in op het Wvgverstrekkingenbeleid, de Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten en de subsidiëring van welzijnsvoorzieningen en activiteiten voor mensen met een handicap.

4. Analyse

4.1. Probleemanalyse

Op basis van contacten blijkt wel dat er nog veel problemen bestaan die mensen met een handicap in het dagelijks leven ervaren. Het streven is natuurlijk om uiteindelijk zoveel mogelijk van de knelpunten weg te nemen. Het is daarbij goed om te beginnen met de meest ingrijpende en/of de meest genoemde problemen.

Wij constateren dat de volgende aandachtsvelden het meest opvallen, aangezien zij vaak als knelpunt worden genoemd.

A. Integrale toegankelijkheid

B. Samenhang gehandicapten- en ouderenbeleid

C. Beeldvorming en Gerichte informatie

A. Integrale toegankelijkheid/Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid (BTB) Voor mensen met een handicap is het van groot belang dat zij zoveel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren zowel in hun woon en leefomgeving als in de openbare ruimte. Daarom moet er in Gilze en Rijen gestreefd worden naar integrale toegankelijkheid van (openbare en andere) gebouwen en van de openbare ruimten. Integrale toegankelijkheid is noodzaak voor mensen met een handicap, maar komt bovendien ten goede aan alle inwoners van de gemeente.

Bij integrale toegankelijkheid van openbare gebouwen of voorzieningen spelen de aspecten bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid een cruciale rol.

Bereikbaarheid

Een gebouw is bereikbaar als de ingang bereikt kan worden zonder dat daarbij speciale problemen worden ondervonden. Zo dienen trottoirs en toegangspaden vrij te zijn van obstakels en eventuele niveauverschillen overbrugd te worden door niet te steile hellingbanen. Er moet minimaal één gehandicaptenparkeerplaats zijn binnen vijfentwintig meter van de hoofdingang. Verder dienen de bel, de brievenbus en naambordjes zich te bevinden op niet minder dan 1.40 meter en niet meer dan 1.60 meter hoogte.

Toegankelijkheid

Een gebouw is toegankelijk wanneer men geen obstakels ondervindt bij het binnengaan van het gebouw en men alle voor bezoekers relevante ruimten zonder problemen kan bereiken. Daartoe is het onder meer noodzakelijk dat de toegangsdeur voldoende breed is en niet voorzien van een zware dranger, dat er geen te hoge drempels zijn bij de buitendeur en in het gebouw zelf, dat de gangen voldoende ruim zijn om een vrije doorgang te realiseren, en dat bovenverdiepingen met een rolstoelvriendelijke lift bereikbaar zijn.

Bruikbaarheid

Een gebouw is bruikbaar als iedereen die er op bezoek komt of er werkt, er goed in kan functioneren. Dat betekent dat er voor mensen met een handicap speciale voorzieningen zijn aangebracht, zoals een gehandicaptentoilet, bereikbare loketten en balies met een verlaagd gedeelte, markeringen voor blinden en slechtzienden en eventueel een ringleiding ten behoeve van slechthorenden. Verder moet de vloerbedekking niet te glad en niet te hoogpolig zijn en moeten schakelaars en liftknopjes in zittende positie bediend kunnen worden. Ook dient er in de voor het publieke toegankelijke ruimten een strikt rookverbod te worden gehanteerd.

Integrale toegankelijkheid strekt zich uit over de volgende beleidsterreinen:

Wonen en huisvesting

Openbare gebouwen/accommodaties

Verkeer en vervoer

A.1 Wonen en huisvesting

Het landelijk beleid is er op gericht dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit geldt ook voor mensen met een handicap. Uitgangspunt is dat een bestaande woning adequaat is aan te passen. De sociale aspecten, zoals mantelzorgen het wonen in een bepaalde omgeving worden in de afweging meegenomen

Aanpasbaar bouwen is hierbij ook van essentieel belang. "Aanpasbaar bouwen" is een manier van ontwerpen en bouwen van nieuwe woningen, waardoor deze woningen in een later stadium eenvoudig én tegen lage kosten kunnen worden aangepast aan de handicap van de bewoner, die in de woning woont/gaat wonen. Het kan zelfs zo zijn, dat door aangepast te bouwen, een woning in het geheel niet aangepast hoeft te worden, indien er voorafgaande aan de bouw rekening wordt gehouden met de aanstaande bewoner. Voorts dient rekening te worden gehouden met bezoekbaar bouwen.

Om een goed inzicht te krijgen in welke woningen reeds aangepast zijn en welke woningen aanpasbaar gebouwd zijn, is het van belang dat deze woningen geregistreerd worden. Een goed registratiesysteem kan onnodige verbouwingen voorkomen, waardoor vele kosten bespaard kunnen worden.

Woningbouw voor mensen met een handicap heeft veel raakvlakken met woningbouw voor ouderen. Huizen met het seniorenlabel' kunnen ook geschikt zijn voor (jongere) mensen met een handicap. Afstemming van de betrokken beleidsterreinen is daarom zeer gewenst. Hierbij moet echter wel voorkomen worden dat er voor (jongere) mensen met een handicap alleen maar huisvestingsmogelijkheden geschapen worden te midden van ouderen.

Openbare gebouwen/accommodaties

Onder openbare gebouwen oftewel voor publiek bestemde gebouwen worden verstaan:

gebouwen ter vervulling van wettelijke plichten, zoals gemeentehuis en politiebureau. Gebouwen voor culturele, sociale, medische en maatschappelijke dienstverlening, zoals de bibliotheek, buurthuizen, musea, bioscoop en jeugdgebouw. Gebouwen die een rol vervullen met betrekking tot het openbaar vervoer, zoals het station. Gebouwen en voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening, zoals sporthallen, zwembad en speelterreinen. Gebouwen ten behoeve van kinderopvang en onderwijs zoals peuterspeelzalen en scholen. Gebouwen ten behoeve van horeca en winkels.

A.2 Verkeer en vervoer

Verkeer

Om overal te kunnen komen waar je naar toe wilt, is het noodzakelijk dat de situatie op de wegen, voetpaden e.d. zodanig is dat je daar ook daadwerkelijk kunt komen. Er mogen geen obstakels zijn die leiden tot onaanvaardbare vertragingen of omwegen noodzakelijk maken. Mensen met een handicap moeten op een veilige manier gebruik kunnen maken van de openbare weg en/of stoep.

Vervoer

Op het gebied van vervoer zullen de mogelijkheden voor de gemeente tot het opheffen van knelpunten groter moeten worden. In het kader van de Wvg hebben wij mogelijkheden en dan met name op het terrein van het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV). Sinds 01-01-2003 is in Midden Brabant een systeem voor openbaar vervoer ingevoerd waarvan iedereen gebruik kan maken.

Reden hiervoor is dat de algemene vervoersvoorzieningen en met name het reguliere openbaar vervoer, mondjesmaat technische voorzieningen kennen voor mensen met een handicap. Echter niet alleen de vervoersmiddelen dienen integraal toegankelijk te zijn, ook de plaatsen waar de passagiers in en uitstappen, dienen goed bereikbaar en toegankelijk te zijn. Tevens is het zo dat in dit systeem de gebruiker thuis wordt opgehaald. Er is sprake van verschraling van het openbaar vervoer, denk hierbij aan het opheffen van buslijnen. Het CVV is derhalve dan ook een welkome aanvulling op het bestaande systeem. Wvg gerechtigden kunnen van dit vervoerssysteem gebruikmaken tegen openbaar vervoertarieven. Het betreft hier echter een vervoersregeling in ontwikkeling, die haar waarde nog zal moeten bewijzen. Vanuit de Wvg zullen wij invloed uitoefenen op de veiligheid en de ontwikkeling van vervoersvoorzieningen.

B. Mate van samenhang gehandicapten en ouderenbeleid

Oudere mensen en mensen met een handicap ervaren regelmatig dezelfde probleemsituaties in het dagelijks leven. Voorbeelden zijn:

•beperkingen bij het lopen en/of fietsen;

•het beroep doen op Wvgvoorzieningen;

De overeenkomsten zijn met name duidelijk bij gehandicapten en zorgbehoeftige ouderen, die vooral in de leeftijdsklasse 75 jaar en ouder voorkomen. Deze groep mensen neemt de komende jaren het meest in omvang toe.

Het seniorenlabel is een consumentenkeurmerk voor zogenaamde 'levensloopbestendige huisvesting’.

De indruk bestaat dat er veel gemeenschappelijke belangen zijn voor ouderen en mensen met een handicap, maar in de praktijk worden nogal eens de verschillen benadrukt. In elk geval zijn de overeenkomsten nog onvoldoende vertaald in een geïntegreerd beleid.

C. Beeldvorming

In een samenleving, die niet goed toegankelijk is voor mensen met een lichamelijk handicap, komen mensen onnodig afhankelijk in beeld. Ook ontstaat een negatief beeld: alles wat men niet kan, wordt benadrukt.

In een toegankelijke samenleving kunnen mensen met een handicap deel nemen aan de maatschappij met gezinsleden, vrienden, collegae en anderen.

De regering onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor het opnemen van gehandicapten in de antidiscriminatiewetgeving.

C1. Meer gerichte informatie over voorzieningen

Mensen met een handicap moeten op een volwaardige wijze deel kunnen nemen aan het sociale en maatschappelijk leven. Essentieel hiervoor is het goed op de hoogte zijn, van wat er zich in de maatschappij afspeelt en van wat er allemaal geregeld is. Hiervoor is in onze gemeente voorlichtingsmateriaal voorhanden. Tevens heeft het platform gehandicaptenbeleid een structurele taak.

4.2. Analyse van instrumenten

Zoals reeds eerder is gesteld, is volledige integratie van mensen met een handicap een ambitieus doel. De gemeentelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn begrensd. Niettemin heeft de gemeente instrumenten tot haar beschikking, die zij kan gebruiken bij de uitvoering van inclusief beleid.

Voorwaarden stellen

Op basis van haar functie als verordenende instantie, subsidiegever, beheerder van gebouwen, beheerder van openbare wegen, beheerder van recreatieterreinen en opdrachtgever kan de gemeente zowel intern als extern voorwaarden stellen.

De gemeente legt bijvoorbeeld haar beleid met betrekking tot woningbouw vast in een volkshuisvestingsplan. Hierin kan de gemeente vastleggen hoe zij het "aanpasbaar bouwen" stimuleert.

Controleren/toetsen en naleving/handhaving

De gemeente heeft een controlerende en toetsende taak op de naleving van de gestelde voorwaarden, bijvoorbeeld in het kader van bouw en woningtoezicht.

Op dit moment wordt bijvoorbeeld bij de beoordeling van bouwplannen gecontroleerd of gebouwen voldoen aan de nieuwste eisen van toegankelijkheid en aanpasbaarheid, voortvloeiend uit het Bouwbesluit.

Het beleid inzake de invalidenparkeerplaatsen zal kritisch getoetst worden aan de praktijk.

Subsidiëren/Voorwaarden stellen

Door het beschikbaar stellen van subsidie kan de gemeente een bijdrage leveren aan de integratie van mensen met een handicap. Een breed scala van activiteiten komt voor subsidie in aanmerking, variërend van het oplossen van knelpunten in BTB tot het ondersteunen van arbeidsintegratieprojecten voor mensen met een (verstandelijke) handicap.

Op dit moment worden in het kader van subsidiëring welzijnsvoorzieningen en activiteiten de volgende voorzieningen en initiatieven gesubsidieerd:

  • -

    Sportstimulering mensen met een handicap.

  • -

    Sociaalculturele activiteiten van diverse organisaties, die zich inzetten voor mensen met een handicap.

  • -

    Gehandicaptenplatform Gilze en Rijen.

Coördineren

Waar de gemeente géén directe taken of bevoegdheden heeft, stimuleert zij dat rekening wordt gehouden met mensen met een handicap. Dit kan door het aankaarten van knelpunten in overlegsituaties, in voorwaarden stellen, door integrale afstemming, het geven van voorlichting aan particulier initiatief en het bij nieuwbouwplannen in een vroegtijdig stadium wijzen op BTB-aspecten, zoals bijvoorbeeld het kritisch blijven volgen van de ontwikkelingen rondom het spoor.

Uitvoering van wetten

De gemeente geeft uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea), de Arbeidsvoorzieningswet, de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg).

De WSW, Rea, WIW en de arbeidsvoorzieningswet zijn wetten die gericht zijn op de instroom op de betaalde en onbetaalde arbeidsmarkt.

De Wvg legt gemeenten een plicht op om zorg te dragen voor adequate woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen.

Daarnaast ligt het onlangs afgesloten Protocol Wvg. Dit betreft een protocol waarin de minister een aantal suggesties heeft gedaan voor een ruimere interpretering van de uitvoering van de Wvg. Dit protocol is niet bindend voor de gemeente. Het protocol wordt overigens na één jaar geëvalueerd waarna het mogelijk wel een bindende status kan krijgen. Enkele hoofdpunten uit dit protocol zijn het persoonsgebonden budget, waarbij de cliënt zelf, naar bij hem passende, voorzieningen kan zoeken. De gemeente Gilze en Rijen heeft onlangs voor ouders van gehandicapte kinderen een dergelijk budget ingesteld. Ook heeft de voormalige minister de suggestie gedaan om een individuele keuze mogelijk te maken tussen collectief vervoer of een forfaitaire vergoeding. Over dit laatste heeft onze gemeente beleid geformuleerd waarbij het collectief vervoer de prioriteit heeft boven een forfaitaire vergoeding. In gevallen waar collectief vervoer geen adequate oplossing is kan een forfaitaire vergoeding aan de orde zijn.

Voorbeeldfunctie

Met betrekking tot zaken die de gemeente in eigen beheer heeft, zoals het eigen personeelsbeleid en de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van eigen gebouwen, heeft de gemeente een duidelijke voorbeeldfunctie. Om enige voorbeelden te geven; de gemeente richt werkplekken in voor eigen werknemers met een arbeidshandicap, de gemeente zorgt voor ander werk als er een werknemer door omstandigheden zijn werk niet meer kan uitvoeren. Voorts zal in 2003 het beleid inzake de inschakeling van gehandicapten worden aangescherpt.

5. Plan van aanpak

Aan de hand van de analyse van knelpunten stellen wij voor om aandacht voor inclusief beleid vooralsnog te beperken tot de volgende drie aandachtsvelden:

  • 1.

    integrale toegankelijkheid;

  • 2.

    integratie van ouderen en gehandicaptenbeleid;

  • 3.

    voorlichting en informatie aan mensen met een handicap en ouderen;

Wij stellen voor deze drie aandachtsvelden te concretiseren in de volgende actiepunten.

5.1 Integrale toegankelijkheid (BTB)

Nog altijd laat de integrale toegankelijkheid van gebouwen (openbare gebouwen en woningen), verkeer en vervoer te wensen over. Dit is uiteraard niet alleen een probleem voor mensen met een handicap, maar ook voor ouders met kinderwagens, ouderen, verhuizers, mensen met bagage e.d. Voor iedereen is het dus belangrijk dat de gemeente Gilze en Rijen nog beter toegankelijk wordt.

Om problemen te voorkomen is op de eerste plaats inzicht nodig in de mogelijkheden en beperkingen van mensen en in de manier waarop zij zich bewegen en de ruimte gebruiken.

Gebouwen kunnen in aanmerking komen voor een Internationaal Toegankelijkheids Symbool (ITS) als zij voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in het Handboek voor Toegankelijkheid. Wanneer een gebouw het ITS heeft, zullen de meeste mensen zelfstandig het gebouw kunnen bereiken, binnengaan en gebruiken.

Het is noodzakelijk dat plannen, in alle fasen van planontwikkeling waarvoor de gemeente verantwoordelijkheid draagt, op de aspecten bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid worden getoetst. Dit is een doorlopend proces waarbij gemeentelijke verordeningen en regelingen op het gebied van bouwen leidend zijn. Deze nota zal binnen de gemeentelijke afdelingen (waarop deze nota van toepassing is) worden verspreid.

Een van de actiepunten is vervolgens het vergroten van integrale toegankelijkheid van de openbare gebouwen. Deze toegankelijkheid moet zodanig zijn, dat voor het publiek toegankelijke gemeentelijke gebouwen een ITS wordt verworven. Er heeft reeds een inventarisatie plaatsgevonden van de gemeentelijke gebouwen via het platform gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen. De procedure voor het verkrijgen van een ITS voor het gemeentehuis is reeds in volle gang en nadert zijn eindfase. Het gemeentehuis is reeds voor een groot deel aangepast naar de normen voor het ITS. Op korte termijn zullen de nog minimale tekortkomingen worden weggewerkt, waarna een definitieve keuring zal plaatsvinden.

Daarnaast zal de integrale toegankelijkheid van publiekgerichte gebouwen, zoals winkels, banken, apotheken en horecagelegenheden worden bevorderd.

Ten aanzien van (huur)woningen geldt dat de gemeente door het aangaan van convenanten met woningbouwcorporaties of anderszins (zoals vastgelegd in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid), invloed kan uitoefenen op het bouwen en renoveren volgens de BTBprincipes. Particuliere eigenaren/bouwers zullen bij de gronduitgifte gewezen gaan worden op het belang van goed toegankelijke en ook in de toekomst bruikbare dus aanpasbaar gebouwde woningen.

5.2 Integratie ouderen en gehandicaptenbeleid

Gebleken is dat er veel raakvlakken bestaan tussen ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Veel voorzieningen die voor ouderen in het leven zijn geroepen, hebben hun functie voor mensen met een handicap en omgekeerd.

Daarnaast komen lichamelijke beperkingen meer voor naar mate men ouder wordt.

Vooral op die terreinen waar veel raakvlakken bestaan (BTB, Wvg, vervoer) is het van belang dat er een goede samenhang bestaat tussen ouderen en gehandicaptenbeleid.

Het in organisatorische zin integreren van ondersteuningsfuncties en instellingen, die qua werkmethodiek nauw op elkaar aansluiten en in die zin elkaar kunnen versterken (brede welzijnsinstelling). Verder het bevorderen van samenhang tussen ouderen en gehandicaptenbeleid door stimuleren en ondersteunen van initiatieven die belangenorganisaties en adviesorganen ondernemen om de krachten en belangen van ouderen en mensen met een handicap te bundelen.

Organisatorische consequenties

De ambtelijke inzet die het eventueel samenbrengen (brede welzijnsinstelling) van diverse ondersteuningsfuncties en instellingen vraagt, kan worden opgevangen binnen de bestaande formatie van de sector Samenleving.

5.3 Gerichte voorlichting/informatie aan mensen met een handicap en ouderen

Mensen met een handicap zijn vaak niet op de hoogte van voorzieningen in de sfeer van wonen, welzijn, zorg en inkomen.

Continuering en uitbreiding van het project activerend huisbezoek in het kader van voorlichting en mogelijkheden tot bemiddeling aan de doelgroep mensen met een handicap en ouderen is gewenst. Wij ondersteunen de ontwikkeling op het terrein van de afstemming en kwaliteitsverbetering van loketten; bijvoorbeeld het Regionaal Indicatieorgaan (RIO) en de balie van de gemeente Gilze en Rijen.

Daarnaast stellen wij het volgende voor:

Aanbieden regelmatige gerichte voorlichting aan mensen met een handicap en ouderen over gemeentelijke voorzieningen, die van belang zijn voor de doelgroep. Verder er voor zorgen dat alle plaatsen waar openbare vergaderingen en voorlichtingsbijeenkomsten gehouden worden goed bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn.

Organisatorische consequenties

Dit is een taak van de gemeentelijke organisatie, alsmede het Platform Gehandicaptenbeleid. Voor zover er sprake is van extra personele inzet, kan deze worden opgevangen binnen de bestaande formatie.

Signaalfunctie van het Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen bij concrete knelpunten voortvloeiend uit gemeentelijk beleid.

Organisatorische consequenties

Dit is een reguliere taak van de gemeentelijke organisatie. Voor zover er sprake is van extra personele inzet, kan deze worden opgevangen binnen de bestaande formatie.

6. Tijdpad besluitvorming en uitvoering beleid

Voor 1 januari 2003 Concept verzenden aan alle betrokken afdelingen

Voor 15 maart 2003 Concept nota bespreken met Platform gehandicapten

Voor 1 april 2003 Concept nota in B&W brengen

Voor 1 mei 2003 Concept nota in de raad brengen

Voorjaar 2004 Eerste tussenrapportage 2004

Voorjaar 2005 Tweede tussenrapportage 2005

Voorjaar 2006 Effectrapportage/evaluatie 2006

Uitvoeringsbeleid/voortgangsbewaking

Om inclusief beleid in de praktijk verder te ontwikkelen en uit te voeren is het van belang dat aan een aantal organisatorische voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden kunnen worden onderscheiden in bestuursorganisatorische en ambtelijk organisatorische voorwaarden.

Bestuursorganisatorische voorwaarden

De bestuursorganisatorische voorwaarden hebben betrekking op de condities waaronder de gemeente op bestuurlijk niveau haar beleid voorbereidt, vaststelt, uitvoert en verantwoordt. De hierbij gevolgde procedure wijkt bij inclusief beleid in principe niet af van de gewone bestuurlijke besluitvormingsprocedures.

Zolang inclusief beleid nog niet volledig gerealiseerd is, is het wenselijk om de wethouder gehandicaptenzaken die zaken op het gebied van gehandicaptenbeleid te laten coördineren en integreren in het algehele gemeentelijke beleid.

Ambtelijk organisatorische voorwaarden

De ambtelijke organisatorische voorwaarden hebben betrekking op de condities waaronder de gemeente haar ambtelijk apparaat het beleid laat voorbereiden en uitvoeren.

Tijdens de vergaderingen van het Platform Gehandicaptenbeleid zal de beleidsmedewerker Zorg de voortgang van de beleidsvoornemens als agendapunt opnemen. Van dit contact wordt verslag gemaakt, op te nemen in de notulen.

De gehandicaptennota, de voortgangsrapportage en het periodiek overleg vormen tezamen het kader voor een continue beleidsproces, waarin voor het gemeentelijk initiatief periodiek en systematisch gelegenheid is om de uitvoeringspraktijk van het beleid te toetsen aan de beleidsvoornemens en doelstellingen.

Dit betekent niet dat in geen enkel geval van de (eventueel maximale) eisen ten behoeve van mensen met een handicap kan worden afgeweken. Indien dit noodzakelijk mocht zijn, dient dit echter duidelijk gemotiveerd te worden aangegeven, zodat de verantwoordelijke bestuurlijke organen hierover een beslissing kunnen nemen. Het niet treffen van voorzieningen, doordat "er niet bij stilgestaan is". zal hiermee tot het verleden dienen te behoren.

Rob Veenstra

27-02-2003