Regeling vervallen per 30-10-2015

Standplaatsenbeleid voor de gemeente Gilze en Rijen

Geldend van 25-09-2004 t/m 29-10-2015

Intitulé

Standplaatsenbeleid voor de gemeente Gilze en Rijen

Standplaatsenbeleid voor de gemeente Gilze en Rijen

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen

overwegende dat in artikel 5.2.3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Gilze en Rijen 2003 zonder vergunning van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen op of aan de weg dan wel op een andere voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats;

 

het hierom wenselijk is om met het oog op de rechtszekerheid en zorgvuldigheid beleidsregels vast te stellen ten behoeve van het uitgeven van standplaatsen; zulks ter nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 5.2.3, lid 6 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Gilze en Rijen;

 

B E S L U I T E N :

 

de volgende beleidsregels vast te stellen

  Standplaatslocaties, dagen en tijd

 

Artikel 1

  • 1.

    Burgemeester en wethouders (hierna: het college) wijzen jaarplaatsen aan waarop een standplaats ingenomen mag worden; jaarplaatsen kunnen het gehele jaar worden ingenomen; (tijdelijke plaatsen kunnen gedurende een bepaalde periode in het jaar worden ingenomen);

  • 2.

    Jaarplaatsen kunnen worden ingenomen op de volgende locaties, waarbij per locatie het aantal standplaatsen en de dagen waarop een plaats kan worden ingenomen is aangegeven:

 

Kern

Locatie

Aantal

Dag

Branche

Rijen

Burg. Sweensplein *

 

 

Idem

 

 

Hoofdstraat (C-1000)

      3

 

 

     

1

    

      1

woensdag

voormiddag

 

woendag t/m zondag 

16.30-19.30

zaterdag

 zuivel

 brood

 vis

 

frites

 

bloemen       

Gilze

Steenakkerplein

      1

dinsdag

voormiddag

aardappels,

groente en

fruit (AGF)

Hulten

Kerkplein

      4

woensdag

namiddag

zuivel

brood

vis

AGF

Molenschot

Schoolstraat

      4

woensdag

namiddag

zuivel

brood

vis

AGF

 

*  Voor het Burgemeester Sweensplein wordt een uitsterfconstructie gevolgd, hetgeen betekent dat als standplaatshouders vertrekken geen nieuwe standplaats wordt uitgegeven.

 

3. Indien op één standplaats in een kern een vergunninghouder staat die een bepaald soort waren verkoopt, kan op een andere standplaats in dezelfde kern en op hetzelfde dagdeel geen vergunning worden verleend ten behoeve van de verkoop van dezelfde waren;

4.   Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor de volgende dagdelen:

8.00 – 13.00 uur (voormiddag)

13.00 – 18.00 uur (namiddag)

18.00 -  21.00 uur (uitsluitend voor koopavonden);

5.    Behoudens het gestelde in artikel 1, lid 2 kan het college voor tijdelijke aanvragen één of

meer standplaatsen aanwijzen;

  • Op donderdag te Rijen, op vrijdag te Gilze worden, in verband met de drukte als gevolg van de weekmarkten en de dan in de centra beperkt beschikbare ruimte, geen standplaatsvergunningen afgegeven voor de verkoop van waren.

 

Toewijzing van standplaatsen

 

Artikel 2

  • 1.

    Vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1 lid 1, van deze beleidsregels, wordt verleend aan een natuurlijke persoon die als zelfstandig ondernemer het verkopen van waren of het aanbieden van diensten via een standplaats heeft dan wel wenst te hebben en als zodanig is ingeschreven in het Handelsregister en rechthebbende is op het perceel;

  • 2.

    Om rechthebbende op een perceel te zijn, dient men de door de gemeente opgelegde leges te hebben voldaan of anderszins toestemming  hebben verkregen van de eigenaar van het perceel waarop de standplaats ingenomen wordt;

  • 3.

    De vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De standplaats mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. In geval van bijzondere omstandigheden (bijv. ziekte of vakantie) kan het college van dit voorschrift ontheffing verlenen;

  • 4.

    Behoudens bijzondere omstandigheden (bijv. bij overlijden) is de standplaatsvergunning niet overdraagbaar;

  • 5.

    Bij ongewijzigde omstandigheden, als de vergunninghouder overeenkomstig de vergunning-voorschriften heeft gehandeld en ook regelmatig gebruik heeft gemaakt van de vergunning, kan een standplaatsvergunning telkens voor één volgend jaar worden verlengd, mits de vergunninghouder hiertoe wel jaarlijks schriftelijk een aanvraag indient. Het college kan een vergunning, al dan niet op verzoek van de aanvrager, voor een kortere periode verlenen, indien bijzondere omstandigheden hiertoe aanleiding geven;

  • 6.

    Wanneer er verschillende aanvragers om een vergunning voor één en dezelfde standplaats en voor dezelfde dagen of delen van dagen zijn, en die aanvragers voldoen aan de vereisten in deze regels genoemd, komen zij voor toewijzen van de standplaats in aanmerking in volgorde van data van ontvangst van de aanvragen. Van deze regel kan worden afgeweken als de toepassing ervan tot grote onbillijkheid ten opzichte van een aanvrager zou leiden.

  • 7.

    Het college legt een lijst aan van kandidaat-vergunninghouders. Op die lijst wordt o.a. vermeld de branche waarvoor de standplaatsvergunning is gevraagd. Bij het toewijzen gaan deze aanvragers, in volgorde van de plaats op de ranglijst, voor later gekomen aanvragers, doch alleen voor de branche waarvoor zij staan ingeschreven. Een aanvrager dient zich voor elke gewenst standplaatslocatie apart in te schrijven;

 

  Gebruik van de standplaats

 

Artikel 3

  • 1.

    De vergunninghouder mag geen goederen uitstallen, verkopen of afleveren dan wel diensten aanbieden op een andere plaats en buiten de aangeduide tijden, dan waarvoor hem vergunning is verleend;

  • 2.

    De vergunninghouder mag niet meer m² innemen dan hem is toegewezen in de vergunningsvoorschriften;

  • 3.

    De vergunninghouder mag binnen een cirkel van 50 meter van zijn standplaats reclameborden plaatsen, mits hierdoor de veiligheid van het verkeer niet in gevaar komt en/of de doorgang voor het verkeer niet gehinderd wordt;

  • 4.

    Het is de vergunninghouder verboden zich met een voertuig op de niet voor voertuigen bestemde delen van de weg te bevinden of daar een voertuig aanwezig te hebben, behoudens ten behoeve van het laden en lossen van goederen;

  • 5.

    Indien gebruik wordt gemaakt van verwarmings-, kook-, en baktoestellen om de aangeboden producten te vervaardigen, dan dienen deze te voldoen aan de wettelijke vereisten, zoals gesteld in de Wet milieubeheer, en dienen de brandbeveiligingsvoorschriften te worden nageleefd;

  • 6.

    De standplaats kan niet worden ingenomen indien het terrein waarop de standplaats wordt ingenomen, wordt aangewend voor bijzondere evenementen, zulks ter beoordeling van het college (kermissen en circus);

  • 7.

    Indien lid 6 van dit artikel van toepassing is, meldt het college dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee weken voor dat evenement, aan de vergunninghouder. Er bestaat geen recht op restitutie van rechten of andere vergoeding van kosten of gederfde inkomsten.

 

Het aanzien, de hygiëne en de reiniging van de standplaats

 

Artikel 4

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht om de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats schoon te houden, zulks ter beoordeling van het college; in dit kader dient de vergunninghouder er voor te zorgen dat er voldoende afvalbakken bij de standplaats aanwezig zijn;

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats, direct na het beëindigen van de activiteiten, schoon wordt gemaakt, zulks ter beoordeling van het college, en alle afval mee te nemen;

  • 3.

    Indien de vergunninghouder handelt in strijd met het tweede lid van dit artikel, heeft het college het recht op kosten van de vergunninghouder de schoonmaakwerkzaamheden te laten uitvoeren. De vergunninghouder dient de door de gemeente te maken kosten binnen dertig dagen na ontvangst van de rekening te betalen.

 

Beëindiging standplaats/intrekking standplaatsvergunning

 

Artikel 5

  • 1.

    Het innemen van de standplaats wordt beëindigd, nadat de termijn waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken, c.q. de vergunning niet wordt verlengd;

  • 2.

    Indien de vergunninghouder in strijd handelt met hetgeen in deze beleidsregels is verwoord en/of de voorschriften van de standplaatsvergunning, kan het college, met inachtneming van hetgeen hieromtrent bepaald is in de Algemene wet bestuursrecht, de vergunning intrekken;

  • 3.

    Intrekken van de vergunning is ook mogelijk, indien onregelmatig of langere tijd achtereen, anders dan door overmacht, geen standplaats is ingenomen (waarbij een tijdsduur van minder dan de helft van de tijd waarvoor de vergunning is verleend als maatstaf wordt gehanteerd), tenzij de vergunning is afgegeven ten behoeve van een tijdelijke plaats en de in de vergunning genoemde periode is verlopen;

  • 4.

    De vergunninghouder kan te allen tijde het innemen van een standplaats beëindigen, door dit schriftelijk aan het college te melden;

  • 5.

    De standplaatsvergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de rechthebbende onder algemene titel binnen drie maanden aangeeft dat de standplaatsvergunning dient te worden overgeschreven op diens naam; overigens mits voldaan wordt aan de gebruikelijke eisen die aan een vergunninghouder gesteld worden;

  • 6.

    Overigens kan de vergunning worden ingetrokken in het belang van de openbare orde, de vrijheid en veiligheid van het verkeer en het beperken van overlast, zulks ter beoordeling van het college, en met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.

 

Overige bepalingen

 

Artikel 6

  • 1.

    De marktmeester, de politie en de bij besluit van het college aangewezen personen zijn belast met het toezicht op de naleving van deze regels;

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2005;

  • 3.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels standplaatsen gemeente Gilze en Rijen 2005”.

 

Aldus vastgesteld op 9 november 2004

burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen,

de secretaris,                              de burgemeester,

 

 

drs. F.M.M. Conrads, l              drs. R.H. Roep