Regeling vervallen per 01-08-2011

Uitvoeringsplan inburgering 2007

Geldend van 29-03-2007 t/m 31-07-2011

Intitulé

Uitvoeringsplan inburgering 2007

Trajecten Opvoeding, Gezondheid, onderwijs en burgerschap (OGO)

Dit inburgeringstraject is met name bedoeld voor oudkomers zonder inkomsten (en die ouderlijk gezag dragen). Zaken rondom opvoeden en het onderwijs staan centraal.

Combinatietrajecten Werk en burgerschap

Deze inburgeringstrajecten vormen een combinatie van re-integratie op de arbeidsmarkt met inburgering. Opleiding, werk, en praktijkervaring staan hier voorop. Deze trajecten gelden als volwaardige re-integratietrajecten met dezelfde pretenties. De Wet Werk en Bijstand valt hier samen met de Wet Inburgering.

Gebaseerd op bovenstaande prioriteitsstelling en de hoogte van de rijksbijdrage (zie paragraaf 5) worden de volgende aantallen begroot (aantal zelfmelders, naar verwachting beperkt buiten beschouwing gelaten):

Trajecten 2007

traject

aantal

doelgroep

OGO

10 (1 jaar)

Oudkomers zonder inkomsten met ouderlijk gezag

Combinatietrajecten

22

= 12 (mix) asielgerechtigde nieuwkomers en 10 oudkomers met een WWB-uitkering

Uitkeringsgerechtigde oudkomers / asielgerechtigden met een uitkering

Handhavingen zonder gemeentelijk trajectaanbod

0

Oudkomers met inkomsten (het door het Rijk opgelegde aantal handhavingen van 9 wordt in 2008 en 2009 gerealiseerd).

De aantallen zijn als prognose opgegeven aan het ministerie. Het voorschot op de rijksbijdrage is hierop gebaseerd. De rijksbijdrage wordt vastgesteld op de werkelijk ingezette aantallen wat betekent dat genoemde aantallen niet verplicht gerealiseerd moeten worden (met uitzondering van de trajecten voor asielgerechtigden en geestelijk bedienaren).

Met name de OGO-trajecten zullen decentraal moeten worden aangeboden in Gilze en Rijen. Het is nog niet duidelijk in welke mate dit realiseerbaar is. Dit hangt af van de kostprijs die de aanbieders gaan offreren en de mogelijkheid om gelijksoortige groepen te creëren In het programma van eisen voor de aanbesteding van trajecten wordt nadrukkelijk gesteld dat de OGO-trajecten optioneel in de regiogemeente uitgevoerd moeten kunnen worden.

4.Organisatorische consequenties

4.1Interne organisatie en werkprocessen

De Gemeentebalie dient als frontoffice inburgering. Hier staan folders uitgestald en kunnen burgers in algemene zin vragen stellen over inburgering. Vanuit de gemeentebalie wordt doorverwezen naar de backoffice Sociale Zaken en WSO voor meer specifieke informatie.

Oudkomers worden geselecteerd uit het zogenaamde BPI-bestand, het bestand potentieel inburgeringsplichtigen van de Informatiebeheergroep van het ministerie van OCW. Het BPI bestaat uit ongeveer 350 oudkomers, waarvan ongeveer 35 met een WWB-uitkering. Een update van het BPI door de IB-groep zal de exacte duidelijkheid geven. In 2007 worden volgens planning 20 oudkomers geselecteerd en opgeroepen voor de inburgeringsplicht. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het om 10 uitkeringsgerechtigde oudkomers gaat en 10 oudkomers zonder inkomsten. Het aantal oudkomers kan zoals gezegd zorgvuldig worden ingepland. Uit bovenstaande blijkt eveneens dat nieuwkomers niet op dezelfde wijze kunnen worden ingepland. Nieuwkomers dienen zes weken na inschrijving in het GBA te worden opgeroepen voor een intakegesprek.

Onderdeel van het intakeonderzoek is de indicatiestelling van het niveau van de inburgeringsplichtige. Deze (eenmalige) indicatiestelling zal in Tilburg plaatsvinden. Op basis van deze indicatie kan een passend traject worden aangeboden. Zoals gezegd zijn er twee soorten trajecten: OGO en re-integratietrajecten. Deze indeling is de basis voor de verdeling van het casemanagement :

Na het intakeonderzoek zullen de inburgeringsplichtigen in een traject worden geplaatst. Na zes maanden volgt een nieuwe oproep voor een voortgangscontrole. De wet schrijft de handhavingstermijnen voor. Oudkomers moeten binnen 5 jaar slagen voor het inburgeringsexamen, net als asielgerechtigde nieuwkomers. De overige nieuwkomers die in het land van herkomst al een examen buitenland hebben afgelegd, moeten binnen 3,5 jaar slagen.

In globale zin zien de stappen er dan als volgt uit:

In de praktijk moet rekening worden gehouden met ontheffings- en vrijstellingsprocedures, invorderen van de eigen bijdrage (de wet schrijft voor gemeentelijke trajecten een eigen bijdrage voor van 270 euro), opleggen van boetes en het bepalen van hersteltermijnen. Het werkproces inburgering wordt in het programma Protos inzichtelijk gemaakt. Enerzijds dient dit als kwaliteitsinstrument (‘management en beschrijven van werkprocessen’) anderzijds is een dergelijke opzet een handig instrument voor de casemanagers om de juiste stappen te doorlopen.

In de praktijk vormt de complexiteit aan uitzonderingen en bepalingen rondom de uitvoering van de wet een extra drempel. In de praktijk kunnen zich vreemde situaties voordoen. Voorbeeld: een Marokkaanse vrouw die naar Nederland komt om zich daar te vestigen bij haar Belgische echtgenoot is niet inburgeringsplichtig, terwijl diezelfde vrouw in het geval van een Nederlandse echtgenoot wel inburgeringsplichtig is. Een vreemdeling wordt namelijk uitgezonderd van de inburgeringsplicht, indien er sprake is van een familielid uit de Europese Gemeenschap.

Resumerend worden de functies ten aanzien van de Wet Inburgering als volgt ingezet:

I. Informeren

Periodiek volgen er publicaties in het weekblad en op de website. Er hebben tot noch toe twee publicaties plaatsgevonden. De Gemeentebalie dient als frontoffice, waar folders worden uitgestald en in algemene zin kan worden aangegeven waar mensen terecht kunnen op het gebied van de inburgering. Vanuit de Gemeentebalie wordt doorverwezen naar de eerste procesverantwoordelijke ten aanzien van inburgering, die afhankelijk van de casuïstiek worden verdeeld over WSO en SOZA, zoals gezegd worden inburgeringstrajecten gericht op re-integratie door SOZA behartigd, terwijl het casemanagement van inburgeringstrajecten gericht op opvoeden door WSO wordt uitgevoerd. Bovendien zal WSO ook de oudkomers handhaven welke geen gemeentelijk aanbod krijgen. Naast de Gemeentebalie kan ook de bibliotheek als plaats waar informatie wordt verspreid worden benut.

Traject

Positionering v.h. casemanagement

OGO

WSO

Handhaven oudkomers zonder trajectaanbod

WSO

Re-integratietrajecten

SOZA

De casemanager zal de inburgeringsplichtige oproepen voor een intakegesprek en in dat gesprek informatie verstrekken over de rechten en plichten van de wet. Indien de gemeente een traject aanbiedt wordt hierover informatie verstrekt. Indien de inburgeringsplichtige zelf zijn traject moet bekostigen wordt informatie gegeven over de website waarop alle erkende aanbieders zijn opgenomen (www.blikopwerk.nl). Daarnaast wordt informatie over de IB-groep uitgereikt, waar eventueel een lening kan worden afgesloten en waar aanspraak op een vergoeding kan worden gemaakt, indien het examen binnen drie jaar met goed gevolg wordt afgelegd.

Helaas heeft de minister de folders voor de inburgeringsplichtige in het Nederlands laten vervaardigen. Extra aandacht voor communicatie zal om die reden altijd nodig zijn en heeft een directe benadering (telefonisch, evt. Huisbezoek) de voorkeur.

II. Handhaven

In de verordening zijn de boetebedragen genoemd, gerelateerd aan de bijstandsnorm. Voor de re-integratietrajecten geldt, dat gehandhaafd moet worden op grond van de WWB! De boeteclausule is vooral van toepassing op de inburgeringsplichtige die in gebreke blijft bij de OGO-trajecten. Een boete kan worden opgelegd, indien onvoldoende wordt meegewerkt aan de inburgeringsvoorziening.

III. Faciliteren: traject, maatschappelijke begeleiding, kinderopvang en reiskosten

De gemeente kan of moet aan bepaalde categorieën een inburgeringsvoorziening aanbieden. De re-integratietrajecten zullen in Tilburg plaatsvinden, de OGO-trajecten waar mogelijk in Gilze en Rijen. Overigens geldt er geen acceptatieplicht voor de gemeentelijke trajecten. Indien een gemeentelijk traject wordt geweigerd, geldt dat op eigen kosten een alternatief moet worden gezocht door de inburgeringsplichtige. Zoals al eerder aangegeven is het monopolie op inburgeringstrajecten van het ROC opgeheven. Dit biedt kansen voor de gemeente, die meer dan voorheen de regierol van opdrachtgever kan invullen.

Net als bij de oude inburgeringswet maakt de gemeente deel uit van de regeling voor kinderopvang.

De gemeente moet een deel van de kosten kinderopvang vergoeden. Per 1 januari 2007 neemt de Belastingdienst 2/3 deel van de kosten voor rekening (overheids- en werkgeversdeel). Voor de inburgeraars welke een aanbod van de gemeente krijgen geldt dat de gemeente 1/3 van de kosten vergoedt. Met name voor de OGO-trajecten geldt dat adequate kinderopvang een belangrijke randvoorwaarde is. Voorgesteld wordt om bij het uitzetten van trajecten eerst met de aanbieders van kinderopvang de mogelijkheden te bespreken, en waar mogelijk de cursustijden af te stemmen op de beschikbare dagdelen kinderopvang. Kinderopvang is overigens al een langer bestaand knelpunt bij het opstarten van re-integratietrajecten.

Naast een deel van de kosten van kinderopvang kan de gemeente ook de reiskosten vergoeden van inburgeraars, gerelateerd aan de gemeentelijke inburgeringstrajecten.

Tot slot heeft de gemeente de taak om asielgerechtigde nieuwkomers een traject van maatschappelijke begeleiding aan te bieden. Hier verandert niet veel ten aanzien van de oude wet waar reeds afspraken hierover zijn gemaakt met Vluchtelingenwerk. Met deze organisatie zullen nieuwe outputgerichte afspraken worden gemaakt.

Faciliterende taken van de gemeente

Taak

Budget

Inburgeringstrajecten aanbieden

Prestatiedeel rijksbijdrage WI

Maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden

Prestatiedeel rijksbijdrage WI

Bijdrage kinderopvang (alleen bij gemeentelijke trajecten)

Bijzondere Bijstand

Tegemoetkoming aan trajecten gerelateerde reiskosten (alleen bij gemeentelijke trajecten)

Bijzondere bijstand

4.2Werkprocessen en automatisering

Automatisering vormt een belangrijk onderdeel van de beschrijving van de werkprocessen. Het BPI (bestand potentieel inburgeringsplichtigen) is een database waarin alle oudkomers zijn opgenomen. Jaarlijks moet hieruit een selectie worden gedaan, zodat op de lange termijn alle inburgeringsplichtige oudkomers worden opgeroepen voor de inburgeringsplicht. Naast het BPI bestaat er het informatiesysteem inburgering (ISI) met het actieve bestand van mensen die een inburgeringstraject doorlopen (met naast de oudkomers uit BPI ook de nieuwkomers die zich via het GBA aandienen voor de inburgeringsplicht). Ieder contactmoment moet worden vastgelegd. Ook moet er jaarlijks financieel en administratief verantwoording worden afgelegd. Dergelijke processen worden op SOZA reeds vastgelegd in het programma GWS4all. Dit programma structureert en ondersteunt het werkproces digitaal. Voor de inburgering wordt een aparte module ingekocht binnen GWS4all. Deze module zal het hele werkproces ondersteunen (van zowel OGO als re-integratietrajecten).

Nieuwkomers GBA ? ISI

Oudkomers BPI ? ISI

4.3Personele consequenties

De rijksbijdrage is voornamelijk gericht op de trajectkosten. Er is geen vergoeding voor personele inzet, terwijl de gemeente wel op een bewerkelijke manier extra taken moet uitvoeren.

In de bijlage is een globale opzet van het benodigd aantal uren opgenomen. Samenvattend:

Deze uren vallen echter deels samen met bestaande inzet. Immers zijn de inburgeringstrajecten gericht op re-integratie reguliere werkzaamheden die zonder inburgering ook gedaan moeten worden (alleen dan gericht op sec re-integratie). Echter moet met name in het eerste jaar veel geïnvesteerd worden in instructies op de werkvloer, wegwerken van onduidelijkheden, opstarten van geautomatiseerde modules en tijdelijke extra taakbelasting.

4.4Afstemmingsoverleg Inburgering

Het terrein van de inburgering strekt zich uit over meerdere interne taakvelden binnen de gemeentelijke organisatie. Voorgesteld wordt om gedurende 2007 éénmaal per maand een afstemmingsoverleg in het leven te roepen van SOZA en WSO, gericht op casuïstiek. Eventuele knelpunten zullen besproken kunnen worden. Omdat WSO ook met GWS4all zal gaan werken (v.w.b inburgering) kan ook hier afstemming worden gerealiseerd.

4.5Regionale samenwerking

Een aantal regiogemeenten, waaronder Gilze en Rijen, is een samenwerking aangegaan met de gemeente Tilburg. Gilze en Rijen heeft samen met Dongen en Oisterwijk gekozen voor de variant inkoop trajecten en beleid. Enkele andere regiogemeenten hebben voor de volledige variant gekozen (dus ook het casemanagement via Tilburg). Met name het schaalvoordeel van de trajectinkoop is voor Gilze en Rijen voordelig. Waar nuttig wordt het beleid van Tilburg gevolgd. In de praktijk zullen er echter verschillen tussen de regiogemeenten bestaan en is het beleid van Tilburg niet altijd geschikt voor een kleine regiogemeente. Tilburg heeft veel mogelijkheden om vele soorten groepen samen te stellen, Gilze en Rijen heeft dat niet.

De aanbestedingsprocedure neemt de nodige tijd in beslag. Pas op 2 september 2007 kunnen de defintieve inburgeringstrajecten van start gaan. Tot die dag kunnen asielgerechtigde nieuwkomers in een tijdelijk traject worden geplaatst van ROC Midden Brabant (besluit B&W 31 oktober 2006).

Dongen, Oisterwijk en Gilze en Rijen werken samen op de volgende terreinen:

  • 1.

    Beschrijven van de werkprocessen en het ontwikkelen van standaarddocumenten;

  • 2.

    automatisering en het gezamenlijk inkopen van de GWS-module (applicatiebeheer van SOZA wordt al gezamenlijk uitgevoerd, een extra reden om voor GWS te kiezen);

  • 3.

    organiseren van instructies op de werkvloer.

    4.6Betrokken partijen

De belangrijkste betrokken externe partijen zijn:

  • -

    Vluchtelingenwerk

  • -

    IB-groep

  • -

    Bibliotheek/welzijnsinstellingen

  • -

    Brede school /onderwijs

  • -

    COA

  • -

    Stichting Turkse Gemeenschap Rijen

  • -

    Culturele instellingen.

Deze partijen zijn belangrijk in informerende en communicatieve zin. Daarnaast spelen deze partijen een rol in de boven genoemde bredere sociale inbedding.

5.Financiële aspecten

In de kadernotitie is in paragraaf 2.3 uitleg gegeven over het bekostigingsstelsel. Voor 2007 is de financiële situatie uiterst onzeker door de volgende factoren:

  • a.

    De werkelijke kosten van de trajecten zullen pas in mei/juni bekend zijn;

  • b.

    De rijksvergoeding wordt uiteindelijk gebaseerd op de te bepalen gemiddelde landelijke cursusprijs van 2007, doch wordt voorlopig uitgegaan van indicatieve normbedragen;

De rijksbijdrage valt uiteen in 3 componenten:

  • 1.

    Vast deel (voor informatiefunctie, lump sumbedrag)

  • 2.

    Variabel deel (voor het aantal handhavingen zonder aanbod)

  • 3.

    Prestatiedeel (voor gemeentelijke inburgeringscursussen).

Het Rijk grossiert in onduidelijkheid aangaande financiering van het nieuwe inburgeringsstelsel. Pas medio juni kan meer duidelijkheid worden gegeven voor wat betreft de kosten van de trajecten.

De bijdrage van 2007 zal pas in 2010 worden vastgesteld.

Deze vaststelling is voor 70% gebaseerd op het aantal examendeelnames binnen 3 jaar! De overige 30% wordt vastgesteld op basis van de trajectkosten sec.

In onderstaande indicatieve begroting is gerekend gehouden met normbedragen van het Rijk. De totale voorlopige rijksbijdrage verdeeld over de drie componenten bedraagt € 210.586,-.

Indicatieve begroting

ONDERDEEL

BATEN

LASTEN

SALDO

Vast deel

Informatiefunctie

€ 3.362,-

€ 3.000

€ 362,-

Variabel deel

Handhaven zonder aanbod (variabel)

€ 3.614,-

0

€ 3.614,- (inzetten in 2008)

Prestatiedeel

Lopende ROC-trajecten

€ 56.000

€ 40.863,-

€ 15.137

Combinatietrajecten

WWB-budget

€ 42.790,-

€ 132.000

-/- € 1.100,-

Rijksbudget WI

€ 88.110

Trajecten OGO

€ 59.500

€ 50.000

€ 9.500

Eigen bijdrage

€ 7.400,-

€ 7.400,- (bonus)

0

Overige

Maatschappelijke begeleiding

-

€ 13.000

-/- € 13.000

Bijdrage Tilburg

-

€ 7.400,-

-/- € 7.400,-

Reiskosten en kinderopvang

PM

PM

PM

TOTAAL

€ 260.776,-(waarvan rijksbijdrage € 210.586,-)

€ 253.663,-

€ 7.113,-

De lopende trajecten van het ROC dienen nog te worden afgerekend. De tijdelijke inburgeringstrajecten van het ROC zullen ten laste van het prestatiedeel worden gebracht (thans 3 kandidaten voor € 1.750,- per traject). Een deel van de lopende trajecten mogen volgens de wet worden gefinancierd uit de nieuwe bekostigingsstroom. In bovenstaande tabel is hiermee rekening gehouden volgens een recente opgave van het aantal lopende trajecten van het ROC. Een ander deel kan niet worden gefinancierd uit de nieuwe geldstroom, en moet met de resterende middelen van de oude (WIN) wet worden afgerekend.

Beleidsregel eigen bijdrage.

De wettelijke eigen bijdrage van € 270,- (per gemeentelijk traject) wordt door de meeste gemeenten als drempelverhogend ervaren. Gemeenten hanteren verschillende constructies om de eigen bijdrage te omzeilen. Tilburg hanteert een compenserende bonus. Voorgesteld wordt om Tilburg te volgen. Hiervoor wordt een beleidsregel opgesteld.

6.Resumé en vervolgstappen

Oudkomers worden gefaseerd in de loop der jaren opgeroepen voor de inburgeringsplicht. De Gemeentabelie dient als frontoffice. Sociale zaken voert het casemanagement over de re-integratietrajecten, WSO over de inburgeringstrajecten gericht op opvoeden en onderwijs.

Pas in september gaan de inburgeringstrajecten van start. De uitvoering krijgt concreet gestalte en zal tot die tijd in fasen worden opgevoerd (zie onderstaande tabel).

Verder uitwerken werkproces en standaarddocumenten

Maart 2007

Voorlichting en instructie op de werkvloer

April-mei 2007

Verder betrekken en informeren van instellingen

Maart-april 2007

Overleg Brede school

Maart 2007

Eventueel aanpassen begroting / begrotingswijziging (indien de kostprijzen bekend zijn gemaakt)

Juni 2007

Automatisering activeren

Mei 2007

Oproepen inburgeringsplichtige oudkomers

Medio juni (planning nader bekijken)

Start inburgeringstrajecten

September 2007

Evaluatie en bijstelling

September 2008

Bijlage: categorieën Wet Inburgering

Tabel 1: Inburgeringsplichtigen: Doelgroepen van het inburgeringsbeleid

Doelgroep

Handhaven

inburgerings

plicht?

Trajectaanbod gemeente?

Financiering?

Inburgerings-

termijn

Niewkomers en oudkomers?

Uitkeringsgerechtigden

ja

Gemeente mag een traject aanbieden (alleen in combinatie met een WWB-voorziening)

Rijksbijdrage / eigen bijdrage

Max.5 jaar

Oudkomers/nieuwkrs

Oudkomers zonder inkomsten

ja

Gemeente mag een traject aanbieden

Rijksbijdrage / eigen bijdrage

Max. 5 jaar

oudkomers

Asielgerechtigden

ja

Gemeente is verplicht een traject aan te bieden

Rijksbijdrage / eigen bijdrage

Max. 5 jaar

Nieuw- en oudkomers

Geestelijk bedienaren

ja

Gemeente is verplicht een traject aan te bieden

Rijksbijdrage /

eigen bijdrage

Max. 5 jaar

Nieuw- en oudkomers

In tabel 1 zijn de prioritaire doelgroepen opgenomen. De gemeente zal zich voornamelijk moeten richten op deze groepen inburgeraars. In tabel 2 zijn de resterende groepen inburgeringsplichtigen weergegeven. In de praktijk zullen eerst de prioritaire doelgroepen gefaseerd worden opgeroepen om de inburgering te starten, en daarna pas de overige inburgeraars (anders dan bij oudkomers zijn nieuwkomers echter verplicht om meteen in te burgeren).

Tabel 2: Overige inburgeringsplichtigen

Groep

Handhaven

Inburgerings-

plicht?

Trajectaanbod gemeente?

Financiering?

Inburgerings-

termijn

Nieuwkomers

En oudkomers?

Nieuwkomers (gezins-

vormers en gezins-

herenigers)

ja

nee

Zelf betalen

Max. 3,5 jaar

Nieuwkomers

Overige nieuwkomers

ja

nee

Zelf betalen

Max. 3,5 jaar

Nieuwkomers

Oudkomers met inkomen uit arbeid

ja

nee

Zelf betalen

Max. 5 jaar

Oudkomers

In tabel 3 is de groep in beeld gebracht die onder de Regeling Vrijwillige Inburgering geschaard kan worden (de groep genaturaliseerde oudkomers die vrijwillig mag inburgeren). Zoals gezegd geldt kan de gemeente hier geen inburgeringsplicht opleggen. Wel wordt de gemeente gestimuleerd deze groep de aandacht te geven en te begeleiden naar inburgeringstrajecten.

Tabel 3: ‘Inburgeringsbehoeftigen’

Groep

Handhaven

Verplicht?

Trajectaanbod gemeente?

Financiering?

Inburgerings-

termijn

Nieuwkomers

En oudkomers?

Uitkeringsgerechtigden

nee

mag

Rijksbijdrage

Richtlijn: 5 jaar

Oudkomers

Oudkomers zonder inkomsten

nee

mag

Rijksbijdrage

Richtlijn: 5 jaar

Oudkomers

Oudkomers met inkomsten uit arbeid

nee

Niet

Zelf bekostigen

Richtlijn: 5 jaar

Oudkomers

Personele consequenties trajecten Inburgering

Uit te voeren taken door consulent per inburgeraar

Intakefase

0) Bestandsonderzoek BPI 1 uur

  • 1)

    Brief sturen, intakegesprek en informatie verstrekken aan inburgeraar = 2 uur

  • 2)

    Beschikking sturen naar inburgeraar en brief naar Tilburg = 1 uur

  • 3)

    GWS 1 uur

Totaal intakefase 5 uur

Voortgangsfase

  • 4)

    Voortgangscontrole na 6 maanden, oproepen en verslag = 1 uur

  • 5)

    Administratie en verantwoording GWs4all = 1 uur

Totaal Voorgangsfase 2 uur

eindfase

6)3e contact inburgeraar na deelname aan het examen = 2 uur.

Totale uren 10 uur