Regeling vervallen per 22-09-2008

Procedureregeling planschadevergoeding

Geldend van 06-10-2005 t/m 21-09-2008

Intitulé

Procedureregeling planschadevergoeding

gelet op de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,

besluiten vast te stellen de:

Het college van Gilze en Rijen;

Procedureregeling planschadevergoeding

Artikel 1: Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

  • a)

    Planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);

  • b)

    Planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel een van de andere in artikel 49 WRO genoemde schadeoorzaken;

  • c)

    Aanvrager: degene die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

  • d)

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • e)

    Derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;

  • f)

    Adviseur: een persoon of commissie belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

  • g)

    Drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49 derde lid WRO.

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1. Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.

  • 3. In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag binnen acht weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af indien sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag.

  • 2.

    De termijn van acht weken kan een keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking

Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of 4 wijst het college uiterlijk binnen 13 weken na de dag van de verzending van de mededeling van ontvangst een adviseur aan en verstrekt een opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen.

Artikel 6: Werkwijze van de adviseur

  • 1. De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2. Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1. De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2. Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur het college schriftelijk in kennis, met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen hij het conceptadvies zal uitbrengen.

  • 3. De adviseur zendt een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager en een derde-belanghebbende en stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het conceptadvies schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur te brengen.

  • 4. Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college. Hij kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging hij mededeling doet aan het college.

  • 5. Indien niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adviseur binnen twee weken na verloop van deze termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 6. De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en derde-belanghebbende.

Artikel 8: Beschikking van het college

  • 1. Binnen tien weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2. Het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 9: Uitbetaling

Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 10: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 6 oktober 2005.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Procedureregeling planschadevergoeding 2005”.

Vastgesteld op 2 augustus 2005 door burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen

De secretaris,

De burgemeester,