Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2018

Geldend van 30-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;

gezien het voorstel, genummerd RS17.00305, van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2018"

(Verordening parkeerbelastingen 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een vergunning met onbeperkte parkeerduur € 3,55 per jaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2 is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2017", vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 19 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met die verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening parkeerbelastingen 2018".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 18 december 2017.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,
mr. J.W. Timmermans dr. A.J.W. Boelhouwer