Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013

Geldend van 27-03-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013

1. Inleiding

Veel gemeenten in Nederland hebben ten aanzien van coffeeshops beleidsregels vastgesteld, ook wanneer er geen coffeeshops worden toegestaan.Met de term ‘coffeeshop’ wordt gedoeld op alcoholvrije inrichtingen (zogenaamde droge horeca-inrichtingen) waar handel en gebruik van softdrugs als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet plaatsvindt. Het gaat om een categorie van voor het publiek toegankelijke inrichtingen waarin softdrugshandel en softdrugsgebruik door het Openbaar Ministerie onder specifieke en voorwaarden wordt gedoogd. Alleen voor deze inrichtingen kunnen gemeentebesturen een vestigingsbeleid vaststellen. Overige inrichtingen (de zogenaamde niet-gedoogde coffeeshops) vallen binnen de reikwijdte van de strafrechtelijke handhaving (Opiumwet).

Reeds in 1999 is in het Bestuurlijk Justitieel Overleg van de Politie Rotterdam-Rijnmond, district ‘De Eilanden’ door zowel het Openbaar Ministerie als de burgemeesters van de vier toenmalige gemeenten op Goeree-Overflakkee voorgesteld om op Goeree-Overflakkee tot de vaststelling van een nulbeleid inzake coffeeshops over te gaan. De burgemeesters van de vier gemeenten hebben het zogeheten nuloptiebeleid vastgelegd in beleidsregels. Dit beleid zal in de gemeente Goeree-Overflakkee ongewijzigd worden voortgezet.Het voeren van een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops betekent dat de verkoop van drugs via zogenaamde coffeeshops niet wordt toegestaan en niet wordt gedoogd. Dit wil zeggen dat geen enkele vestiging van een coffeeshop zal worden getolereerd. Beoogd wordt het gebruik en de verkoop van softdrugs binnen de gemeente zoveel mogelijk te beperken dan wel te verbieden.

Uitgangspunt van dit beleid is het voorkomen dat de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid alsmede het milieu in de gemeente nadelig wordt beïnvloed als direct of indirect gevolg van de vestiging van een coffeeshop.

2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid

Opiumwet

De wettelijke regeling inzake drugs, de Opiumwet, hanteert een verbodsbepaling, zowel voor harddrugs als softdrugs. Het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van drugs is strafbaar gesteld. Op grond van deze Wet kan door de gemeente worden opgetreden. Het gemeentebestuur is nu ook bevoegd om op te treden op basis van motieven en belangen die betrekking hebben op de volksgezondheid, naast de oorspronkelijke of authentieke belangen en motieven als openbare orde en veiligheid en aantasting van het woon- en leefklimaat.

Op grond van de verbodsbepaling in de Opiumwet kan door het Openbaar Ministerie strafrechtelijk worden opgetreden tegen de vestiging van coffeeshops. In de landelijke richtlijnen van het Openbaar Ministerie wordt echter ten aanzien van de opsporing en vervolging van Opiumdelicten uitgegaan van een strikte scheiding van harddrugs en softdrugs. Het Openbaar Ministerie voert momenteel een gedoogbeleid met betrekking tot de verkoop van een gemaximaliseerde hoeveelheid softdrugs in coffeeshops.

Dit gebeurt aan de hand van de AHOJG-criteria die in 1996 in werking zijn getreden en die in 2000 verder zijn aangescherpt;

  • 1.

    A = geen Affichering: dit betekent geen reclame mag worden gemaakt;

  • 2.

    H = geen Handel in softdrugs in combinatie met harddrugs;

  • 3.

    O = geen Overlast door verkoop voor de nabije omgeving;

  • 4.

    J = geen verkoop van softdrugs aan Jongeren beneden de 18 jaar;

  • 5.

    G = geen verkoop van Grote hoeveelheden (maximaal 5 gram).

Bij overtreding van één van deze criteria wordt tot strafrechtelijke vervolging overgegaan.

Algemene plaatselijke verordening gemeente Goeree-Overflakkee 2013.

Op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Goeree-Overflakkee 2013, is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een horecabedrijf te exploiteren. Voor de duidelijkheid wordt vermeld dat het hier gaat om een vergunning voor de exploitatie van een horecabedrijf en niet om een vergunning zoals bedoeld in de Drank- en Horecawet. Onder horecabedrijf wordt verstaan iedere inrichting waar logies wordt verstrekt, tegen vergoeding dranken, rookwaren of spijzen worden verstrekt dan wel waar gelegenheid tot ontspanning en amusement wordt geboden. Hieronder vallen dus ook coffeeshops. Deze zogeheten exploitatievergunning kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. De strijdigheid met een geldend bestemmingsplan is eveneens een weigeringgrond.

3. Vormen van bestuurlijk beleid

Als het gaat om het aantal toegestane coffeeshops in een gemeente kunnen drie vormen van beleid worden onderscheiden.

Beleid zonder maximum

Bij dit beleid is geen maximum aantal toegestane coffeeshops vastgesteld. Exploitanten bepalen dan of en hoeveel coffeeshops er komen. Gelet op het marktmechanisme zal het aantal coffeeshops vermoedelijk aansluiten bij de vraag naar softdrugs. Dit betekent dat het risico van verplaatsing van handel in softdrugs elders in principe gering is. Anderzijds kan bij dit stelsel wildgroei van het aantal coffeeshops ontstaan. Een groot aanbod kan bovendien de vraag doen toenemen en drempelverlagend werken. Verder wordt het overlast probleem moeilijker beheersbaar en controleerbaar.

Maximumbeleid

In dit beleid is er ruimte voor het toelaten van coffeeshops. De burgemeester stelt echter een maximum vast om onaanvaardbare aantasting van het woon-en leefklimaat te voorkomen. Door het opnemen van een maximum in het beleid kan wildgroei worden voorkomen en tegen nieuwe coffeeshops kan worden opgetreden. Het strafrechtelijke gedoogbeleid is niet meer van toepassing ten aanzien van andere, nieuwe, extra coffeeshops. Politie en justitie kunnen optreden tegen die coffeeshops, ook als de AHOJG-criteria niet worden overtreden. Het maximumstelsel geeft tevens voor alle betrokkenen duidelijkheid over het aantal in de gemeente toegestane coffeeshops.

Nulbeleid

Het nulbeleid is eigenlijk een bijzondere vorm van het maximumbeleid. Ook hier bestaat er voor alle betrokkenen duidelijkheid. Er is geen enkele coffeeshop in de gemeente toegestaan.

Het OM kan dan overgaan tot vervolging van elke vorm van handel in softdrugs en de burgemeester kan toestemming voor de vestiging van coffeeshops weigeren en overgaan tot sluiting van illegale coffeeshops/verkooppunten. Het al dan niet voldoen aan de AHOJG-criteria doet hier niets aan af.

Van groot belang voor de aanvaardbaarheid van het zogenaamde nuloptiebeleid inzake coffeeshops is de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake Naaldwijk (22-05-1997). Hierin werd geoordeeld dat aan de deugdelijkheid van de motivering niet zodanige hoge eisen

mogen worden gesteld dat alleen bij zeer bijzondere lokale omstandigheden een nulbeleid aanvaardbaar zou worden geoordeeld.

De genoegzame motivering van de weigering van de burgemeester van Naaldwijk van de exploitatievergunning ten behoeve van een coffeeshop en het daarop volgende sluitingsbevel, berustte op de volgende gronden:

  • -

    voorkomen van de aanzuigende werking van coffeeshops op softdrugsgebruikers van buiten de eigen gemeente;

  • -

    de vestiging van een coffeeshop past niet bij het eigen karakter van de gemeente en stuit op bezwaren bij veel bewoners;

  • -

    voorkomen dat jongeren in aanraking komen met softdrugs.

De bovengenoemde argumenten zijn ook van toepassing op de gemeente Goeree-Overflakkee. Daaraan kan worden toegevoegd dat de verslavingsproblematiek in de gemeente Goeree-Overflakkee van dien aard is, dat de vestiging van een coffeeshop volledig in tegenspraak is met de inspanningen die de gemeente en andere instellingen leveren om de drugsverslaving onder jongeren in de gemeente terug te dringen. In dit verband kan worden verwezen naar het rapport ‘Genieten met mate(n)’ dat in 2007 is uitgebracht door de GGD Zuidhollandse Eilanden en Bouman GGZ. Daarin wordt in hoofdstuk 8 aanbevolen om het terugdringen van drugsgebruik onder jongeren hoog op de agenda te zetten. Ook wordt in ditzelfde hoofdstuk gepleit voor het aanscherpen van het handhavingsbeleid.

Voor de effectuering van het nulbeleid is het van belang te zorgen voor een goede preventie. Belangrijk is daartoe dat het nulbeleid voor coffeeshops goed bekend wordt gemaakt. Een eventuele doelgroep in de gemeente Goeree-Overflakkee dient te weten dat coffeeshops hier verboden zijn.

4. Het karakter van de gemeente Goeree-Overflakkee

De gemeente Goeree-Overflakkee is een logisch afgebakende sociaalgeografische eenheid, die geheel wordt omsloten door water. Het grondgebied van de gemeente maakt onderdeel uit van de zuidwestelijke delta van Nederland en grenst aan de Zeeuwse eilanden. De karakteristiek van de gemeente s gedeeltelijk vergelijkbaar met de Zeeuwse eilanden. Het eiland vormt de schakel tussen de zuidvleugel van de Randstad en het deltagebied. Rust, ruimte en de omlijsting door de grote rivieren zijn belangrijke kwaliteiten van de gemeente.

Uit de naam van de gemeente blijkt dat zij bestaat uit de twee voormalige eilanden Goeree en Overflakkee, die beide zeer specifieke landschapskenmerken hebben. Goeree bestaat vooral uit duinlandschap en heeft grote recreatieve, ecologische en cultuurhistorische waarden. Overflakkee heeft een open, agrarisch karakter en behoort tot het zeekleipolderlandschap.

Gesteld kan worden dat de gemeente Goeree-Overflakkee een veilige en rustige leefomgeving biedt. Dit blijkt eveneens uit de veiligheidsindex van de politie Rotterdam-Rijnmond. Er wordt naar gestreefd om dit karakter ook in de toekomst te behouden. In de gemeente Goeree-Overflakkee is nog geen coffeeshop gevestigd en het gemeentebestuur wil dat graag zo houden. Voorkomen dient voorts te worden dat overlast ontstaat door verplaatsing van coffeeshops naar de gemeente.

Inmiddels is in de rechtspraak erkend dat de exploitatie van een coffeeshop een bron van overlast is voor de woonomgeving. Dit geldt zelfs indien voldaan wordt aan de criteria die in het kader van het landelijk gedoogbeleid gelden voor de locaties van coffeeshops, de eerder genoemde AHOJG-criteria.

Ook in de gemeente Goeree-Overflakkee wordt de vestiging van een coffeeshop gezien als een potentiële bron van overlast. De vestiging van een coffeeshop zal de woon- en leefsituatie op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloeden. Niet uitgesloten is dat een coffeeshop een aanzuigende werking zal hebben op personen van buiten de gemeente, hetgeen vervolgens gepaard kan gaan met parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling door rondhangende klanten voor of nabij de coffeeshop.

Op basis van het voorgaande kan gesteld worden dat de vestiging van een coffeeshop in de gemeente Goeree-Overflakkee niet in het belang is van de openbare orde en de openbare veiligheid. Het

nuloptiebeleid beoogt eveneens een drempel op te werpen voor jongeren om vrij eenvoudig met softdrugs in aanraking te komen. In dat opzicht is de vestiging van een coffeeshop evenmin in het belang van de volksgezondheid.

5. Handhavingsarrangement

Of de gemeente nu wel of geen vergunningen verstrekt om coffeeshops mogelijk te maken, er moet op zijn minst een handhavingsarrangement zijn vastgesteld waarin aangegeven wordt op welke wijze handhavend wordt opgetreden en van de bestuursdwangbevoegdheid gebruik wordt gemaakt (zogenoemde sanctiestrategie).Het handhavingsarrangement is onderdeel van dit beleidskader. Gemeenten hebben beleidsvrijheid om de hoogte van sanctie vast te stellen, mits de zwaarte van de overtreding in verhouding staat tot het doel van de sanctie. Vanuit regionaal oogpunt en duidelijkheid voor alle handhavingpartners is het wenselijk om zoveel mogelijk uniformiteit te hanteren, mede om het zogenoemde ‘waterbedeffect’ tegen te kunnen gaan.De driehoekspartners hebben ten behoeve van het coffeeshopbeleid afspraken gemaakt over een goede afstemming en een geïntegreerde inzet van het strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumentarium, overigens met behoud van eigen verantwoordelijkheden. Teneinde het justitiële optreden en de bestuursrechtelijke handhaving complementair te laten zijn, wordt gewerkt met een handhavingarrangement.

Het handhavingarrangement heeft tot doel:

  • -

    de handhavingactiviteiten van politie, justitie en gemeente op elkaar af te stemmen en zoveel mogelijk complementair te laten zijn;

  • -

    dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de ernst van de overtreding;

  • -

    kenbaar te maken aan de ‘overtreder’ welke maatregel hij van de overheid kan verwachten na een overtreding.

Indien er sprake is van een illegaal verkooppunt voor softdrugs, is de volgende sanctiestrategie van toepassing:

Overtreding

Politie

Gemeente

Woning of lokaal, zonder ver-

1e (en volgende) keer.

1e (en volgende) keer.

gunning voor een horeca-inrich-

-Verbaliseren en informeren OM.

Sluiting voor onbepaalde

ting met gedoogvoorschriften.

-Voorstel bestuurlijke maatregel.

tijd.

-Inbeslagname.

-Bij acute noodzaak: directe

sluiting op grond van artikel 2

Politiewet tot het moment van

sluiting artikel 13b Opiumwet.

6. Beleidsregels

De burgemeester van de gemeente Goeree-Overflakkee;

overwegende dat:

  • -

    de vestiging van een coffeeshop de woon- en leefsituatie in de gemeente ontoelaatbaar nadelig beïnvloedt;

  • -

    de vrees bestaat dat de vestiging van een coffeeshop in de gemeente een aanzuigende werking heeft op personen van buiten de gemeente;

  • -

    zoveel mogelijk voorkomen dient te worden dat jongeren met drugs in aanraking komen;

gelet op artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Goeree-Overflakkee 2013, en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de Beleidsregels inzake coffeeshops en handhavinggemeente Goeree-Overflakkee 2013.

Artikel 1

Een aanvraag ter verkrijging van een vergunning met gedoogvoorschriften als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Goeree-Overflakkee 2013, tot het exploiteren van een coffeeshop op het grondgebied van de gemeente zal onvoorwaardelijk worden geweigerd.

Artikel 2

Bij ontdekking van een illegaal verkooppunt voor softdrugs wordt deze onmiddellijk en voor onbepaalde tijd gesloten.

Artikel 3

De Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving van de gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee worden vervallen verklaard.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van zijn bekendmaking.

Artikel 5

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013.

Ondertekening

Middelharnis, 20 maart 2013
De loco-burgemeester voornoemd,
F.J. Tollenaar