Regeling vervallen per 12-10-2016

Horecabeleid Goeree-Overflakkee 2013

Geldend van 09-10-2013 t/m 11-10-2016

Intitulé

Horecabeleid Goeree-Overflakkee 2013

Inhoudsopgave

Horecabeleid Goeree-Overflakkee 2013

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2

1 Het horecabeleid 4

1 Aanleiding 4

2 Doelstelling 4

3 Cijfers 5

4 Bevoegdheidstoedeling 5

2 Uitvoeringsbeleid 6

1 Exploitatievergunningen 6

2.1.1 Geldigheidsduur exploitatievergunning 6

2.1.2 Voorschriften exploitatievergunning 6

2 Beleidsregels openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee 7

2.2.1 Begripsbepaling (artikel 1) 7

2.2.2 Aanvraag (artikel 2) 7

2.2.3 Overname openbare inrichting (artikel 3) 8

2.2.4 Sluitingstijden (artikel 4) 8

2.2.5 Portiers (artikel 5) 9

2.2.6 Ontheffing sluitingsuur (artikel 6) 9

2.2.7 Terrassen (afdeling 2) 10

3 Drank- en Horecawet 12

1 Wetswijziging 12

2 Bestaand lokaal beleid 12

3 Vergunningsplicht 12

4 De geldigheidsduur 13

5 Paracommerciële horecabedrijven 13

3.5.1 Schenktijden (artikel 2:34b) 13

3.5.2 Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven (artikel 2:34c) 15

5 Overige wetgeving en beleid 16

1 Wet BIBOB 16

2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 16

3 Nulbeleid coffeeshops 16

6 Handhaving 17

Bijlage I Beleidsregels openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee 18

Bijlage II, Aanvraagformulier Exploitatievergunning 22

Bijlage III, Aanvraagformulier Drank- en Horecawetvergunning 25

Bijlage IV, Handhavingsprotocol Horeca Voorne Putten en Goeree-Overflakkee 32

1 Het horecabeleid

1 Aanleiding

De nieuwe gemeente Goeree-Overflakkee heeft nog geen horecabeleid. De horeca speelt, mede gelet op het toerisme, een belangrijke rol in de nieuwe gemeente.  Het horecabeleid geeft nadere regels hoe de gemeente omgaat met haar wettelijke taak op het terrein van de horeca. Horeca geeft soms overlast voor de woonomgeving maar anderzijds heeft de horeca een belangrijk recreatieve en ontspannende functie. De positieve aspecten van de horeca moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden en de negatieve aspecten moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 

Een andere aanleiding om een horeca beleid te ontwikkelen is de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet. Per 1 januari 2013 is de vernieuwde Drank- en Horecawet in werking getreden. Met de komst van deze wet heeft de gemeenten een aantal nieuwe bevoegdheden gekregen die het mogelijk maken om regels op te stellen voor de (paracommerciële)horeca en om alcoholverstrekkers die keer op keer alcohol verkopen aan jongeren stevig aan te pakken.

Per 1 januari 2014 wordt de leeftijdsgrens van de Drank- en Horecawet verhoogd van 16 naar 18 jaar en worden gemeenten verplicht een preventie- en handhavingsplan alcohol op te stellen.

Een belangrijk nieuwe taak (Goeree-Overflakkee was al pilot gebied) is het uitvoeren van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. De nieuwe wet biedt de mogelijkheid om integraal alcoholbeleid te voeren, gericht op jongeren en het terugdringen van overlast.  

2 Doelstelling

In het algemeen kan gesteld worden dat het horecabeleid de volgende doelstellingen heeft:

streven naar een aantrekkelijk horecavoorzieningenniveau (m.b.t. het aantal horecabedrijven, deverscheidenheid van de horecagelegenheden en de geografische bundeling van deze inrichtingen);

afstemmen van horecabedrijven op de woon- en leefsituatie;

zoveel mogelijk voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid;

consequente handhaving van de regelgeving.

Dit beleid heeft als hoofddoel om een basis te bieden voor verdere beleidsontwikkeling. Dit document heeft als basis de harmonisatie van het bestaande beleid van de voormalige gemeenten. De hierboven genoemde doelstellingen zijn dan ook in dit beleid op onderdelen nog niet geheel uitgewerkt.

Om deze doelstellingen te realiseren is de nota opgesteld met de volgende uitgangspunten:

de gemeente draagt samen met de andere partijen zorg voor de ontwikkeling van een integraal horecabeleid;

de gemeente vervult de regiefunctie;

alle betrokken partijen zijn bereid om mee te werken;

de huidige situatie is het uitgangspunt;

het horecabeleid dient uitvoerbaar en handhaafbaar te zijn;

de versterking van kwaliteit van de horeca is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid voor de ondernemers, het gemeentelijk horecabeleid is hierbij voorwaardenscheppend en regulerend;

de uitvoering van het beleid dient consistent en in overleg met alle betrokkenen te gebeuren;

het voorkomen van financiële en juridische risico’s.

3 Cijfers

In de gemeente Goeree-Overflakkee zijn 123 commerciële horecabedrijven en 31 paracommerciële horecabedrijven gevestigd.

De hoogste concentratie van commerciële horeca (21%) bevindt zich in en rondom Ouddorp en Goedereede. Deze horeca is met name gericht op de toeristische sector. In Middelharnis, Sommelsdijk en Stad aan ‘t Haringvliet is 17% van de horeca is gevestigd. De overige horeca is gelijkmatig verdeeld over de overige kernen.

De paracommerciële horeca is meer gelijkmatig verdeeld over het eiland.

4 Bevoegdheidstoedeling

Het integrale horecabeleid zal ter kennisname worden aangeboden aan de gemeenteraad. Dat betekent dat de gemeenteraad het nieuwe horecabeleid niet direct vaststelt. Vaststelling vindt plaats door de burgemeester.

Het feit dat het nieuwe horecabeleid niet wordt vastgesteld door de gemeenteraad vindt zijn oorsprong in de Gemeentewet. Op basis van artikel 149 van de Gemeentewet wordt de gemeentelijke APV door de gemeenteraad vastgesteld. In de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee ( verder APV genoemd) zijn, in afdeling 3 van hoofdstuk 2, bepalingen opgenomen ten aanzien van horecabedrijven. De uitvoering van deze bepalingen is opgedragen aan de burgemeester als bestuursorgaan (artikel 174, lid 3 Gemeentewet).

Op basis van de artikelen 170 (De burgemeester ziet toe op een tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid en van de daaruit voortvloeiende besluiten), 172 (de burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde) en 174 Gemeentewet (de burgemeester is belast met het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven) vindt de ontwikkeling van het nieuwe Integrale Horecabeleid plaats.Het nieuwe beleid wordt vervolgens vastgesteld door twee bestuursorganen, te weten aan het college van burgemeester en wethouders (o.g.v. artikel 160, lid 1 onder a Gemeentewet (het college voert het dagelijks bestuur van de gemeente, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is belast)) én de burgemeester, ieder voor de eigen bevoegdheden.

Bij de collegebevoegdheden betreft het met name de inrichting en het beheer van de openbare buitenruimte (reclame, welstand, verlichting, beheer wegen, verkeer, parkeren, jeugdzaken, economie, toerisme, detailhandel, alcoholverboden e.d.). Bij de burgemeestersbevoegdheden gaat het dan om de handhaving van de openbare orde en/of aantasting van het woon- en leefklimaat, het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven en de uitvoering van de APV, voor zover deze betrekking hebben op het burgemeesterstoezicht.

Gelijktijdig met het opstellen van deze nota is een wijzigingsverordening van de APV opgesteld. Het vaststellen van deze wijzigingsverordening betreft een uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad (o.g.v. artikel 149 Gemeentewet).

Gelet op de samenhang tussen de wijzigingsverordening en het horecabeleid zal het aanbieden van het horecabeleid aan de gemeenteraad ter kennisname gelijktijdig gebeuren met het voorstel om de Wijzigingsverordening vast te stellen.

2 Uitvoeringsbeleid

2.1 Exploitatievergunningen

In de APV is in artikel 2:28 bepaalt dat het verboden is een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

De exploitatievergunning is primair een overlastvergunning: zij biedt de mogelijkheid preventief te toetsen of de exploitatie van een horecabedrijf zich verdraagt met het woon- en leefmilieu ter plaatse. Daarbij is van belang in welke mate van het bedrijf zelf overlast is te duchten, maar ook in welke mate de komst van het bedrijf de leefbaarheid en het karakter van de buurt zullen aantasten.

2.1.1 Geldigheidsduur exploitatievergunning

In artikel 1:7 van de APV is bepaald dat een vergunning of ontheffing voor onbepaalde tijd geldt, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

De reden hiervoor is dat hierdoor een administratieve lastenverlichting voor de ondernemers wordt gerealiseerd en heeft verder te maken met de Europese dienstenrichtlijn, die bepaalt dat vergunningen in beginsel voor onbepaalde tijd moeten worden verleend. Slechts vanwege zwaar wegende belangen ter bescherming van de openbare orde kan hiervan afgeweken worden.Exploitatievergunningen in de gemeente Goeree-Overflakkee worden om bovenstaande redenen in principe voor onbepaalde tijd verleend.

De burgemeester wijkt af van de geldigheidsduur van onbepaalde tijd wanneer onvoldoende vaststaat of door het verlenen van de vergunning de belangen van het beschermen van de openbare orde en het voorkomen van overlast voldoende zijn beschermd.

2.1.2 Voorschriften exploitatievergunning

Aan een exploitatievergunning worden minimaal de volgende voorschriften verbonden:

De exploitatievergunning of een afschrift hiervan dient in het horecabedrijf aanwezig te zijn en dient op eerste vordering aan de controlerende ambtenaar te worden overhandigd.

Ramen en deuren moeten gesloten worden gehouden tijdens het in bedrijf zijn; buitendeuren mogen slechts voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen zijn geopend.

De exploitant is verantwoordelijk voor dagelijks schoon opleveren van de omgeving, binnen een straal van 25 meter rondom de horeca-inrichting/ bedrijf, tijdens de openingstijden en direct na sluitingstijd.

De exploitant is verplicht de schade, die hij door het gebruik van de vergunning aan gemeentelijke eigendommen toebrengt, te vergoeden en voorts de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen, dat de gemeente, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden.

Eventuele aanwijzingen van de zijde van de politie, brandweer of gemeente dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

Handelend in strijd met het in deze vergunning bepaalde en de bepalingen zoals genoemd in de Algemene plaatselijke verordening kan leiden tot intrekking van de exploitatievergunning; wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat onder deze intrekkingsgronden ook het overtreden van het sluitingsuur valt.

Indien gebruik wordt gemaakt van een portier/beveiliger dient deze persoon te voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en in het bezit te zijn van een schriftelijk bewijs van toestemming met bijbehorend legitimatiebewijs, afgegeven door de korpschef van politie.

De burgemeester is bevoegd aanvullende voorschriften aan de vergunning te verbinden. Daarnaast heeft de burgemeester de bevoegdheid om bij verleende vergunningen extra voorschriften te verbinden.

2.2 Beleidsregels openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee

Als bijlage bij dit beleid zijn de Beleidsregels openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee opgenomen. Deze beleidsregels zijn gericht op het toepassen van de bevoegdheid van de burgemeester met betrekking tot openbare inrichtingen. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op deze beleidsregels.

In de APV zijn bepalingen opgenomen die niet verder uitgewerkt zijn in de beleidsregels. Deze bepaling zijn echter wel van kracht en van toepassing. Ditzelfde geldt voor de bepalingen die vanwege hun duidelijkheid of omdat er geen nadere toelichting nodig is niet opgenomen zijn in de toelichting.

2.2.1 Begripsbepaling (artikel 1)

De beleidsregels zijn gebaseerd op de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (verder APV). De begripsomschrijving die in artikel 1:1 van de APV is opgenomen is overeenkomstig van toepassing. Slechts de begrippen die niet in de begripsbepaling van de APV voorkomen zijn nader uitgewerkt.

2.2.2 Aanvraag (artikel 2)

In artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht (verder Awb) is bepaald dat het bestuursorgaan dat bevoegd is op een aanvraag te beslissen een formulier kan vaststellen. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld en samen met de gevraagde bijlagen te worden ingediend.

Bij een aanvraag voor een exploitatievergunning dienen de volgende documenten/ gegevens te worden overlegd:

Verklaring omtrent het gedrag van de exploitant(en);

Kopie legitimatiebewijs van de exploitant(en);

Een volledig ingevuld Vragenlijst BIBOB inclusief de benodigde bijlagen die gevraagd worden in het vragenformulier.

Gekozen is om één maal de aanvrager in de gelegenheid te stellen een incomplete aanvraag compleet te maken. In artikel 4:5 van de Awb is bepaald dat het bestuursorgaan kan besluiten om een aanvraag buiten behandeling te laten. In dit beleid is ervoor gekozen om hierin geen keuze te laten. Bij het vaststellen van het formulier worden namelijk gegevens en documenten gevraagd die essentieel zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Zonder deze gegevens kan er geen zorgvuldige besluitvorming plaatsvinden. De eis dat een aanvraag compleet dient te zijn, wordt daarnaast ook door de adviserende instanties geëist om te komen tot een acceptabel advies.

De burgemeester kan aanvullende stukken vragen wanneer dit nodig is voor het beoordelen van de aanvraag.

2.2.3 Overname openbare inrichting (artikel 3)

In artikel 1:5 van de APV is bepaald dat een vergunning persoonlijk is. Dat impliceert dat bij overname van een horecabedrijf een nieuwe exploitatievergunning en mogelijk een Drank- en Horecawetvergunning moet worden aangevraagd. Strikt formeel kan derhalve pas worden geëxploiteerd als alle benodigde vergunning zijn verleend.

De vergunningsprocedure beslaat 8 en bij verdaging tot maximaal 16 weken. Wanneer gedurende deze periode niet geëxploiteerd kan worden, brengt dit aanzienlijk financieel en economisch nadeel met zich mee voor de horecaondernemer. Om hieraan tegemoet te treden zijn in dit beleid beleidsregels opgenomen.

Samengevat behelst deze regeling het volgende:

Als de rechtsopvolger van een horeca-inrichting binnen 2 weken na de feitelijke overdracht een exploitatievergunning heeft aangevraagd en de houder van de (oude) vergunning deze overdracht binnen 1 week na de feitelijke overdracht heeft gemeld aan de burgemeester, dan kan de rechtsopvolger tot het moment dat op de aanvraag is beschikt (met een maximum van 3 maanden), het overgenomen horecabedrijf exploiteren zonder de benodigde exploitatievergunning. De burgemeester zal dan, behoudens bijzondere gevallen, niet overgaan tot bestuurlijke handhaving. Er moet wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan.

De situatie kan zich voordoen dat hangende de gedoogsituatie (= de situatie waarbij de rechtsopvolger (koper) van de (vergunning)houder binnen vier weken na de feitelijke overdracht van het horecabedrijf een aanvraag heeft ingediend voor een exploitatievergunning) het woon- en leefklimaat ernstig wordt aangetast of de openbare orde wordt verstoord door de wijze van exploiteren van het (nieuwe) horecabedrijf.

In een dergelijke situatie wordt de gedoogsituatie per direct beëindigd door op basis van de op dat moment beschikbare gegevens, feiten en/of omstandigheden, een beslissing te nemen op de aanvraag voor de exploitatievergunning.

2.2.4 Sluitingstijden (artikel 4)

In artikel 2:29 van de APV zijn de sluitingstijden van openbare inrichtingen en de daarbij behorende terrassen opgenomen.

Op grond van artikel 2:30 van de APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen en voor de daarbij behorende terrassen andere sluitingstijden vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen.

Op 26 februari 2013 heeft het college van Goeree-Overflakkee sluitingstijden vastgesteld voor dag-, avond- en nachtzaken in de voormalige gemeente Middelharnis. Dit besluit is conform de tijden die golden in de voormalige gemeente Middelharnis. Dit besluit kwam voort uit de gedachte dat vooruitlopend op een horecabeleid geen significante wijzigingen in de sluitingstijden bewerkstelligt moest worden.

Gekozen is om niet langer het onderscheid in algemene zin te laten gelden voor de voormalige gemeente Middelharnis. Er zijn geen concrete openbare orde motieven aanwezig om beperkingen van sluitingstijden op te leggen aan dag- en avondzaken op het grondgebied van de voormalige gemeente Middelharnis. Nu in het kader van dit beleid een stringenter beleid gevoerd wordt ten aanzien van exploitatievergunningen, bestaat de mogelijkheid om excessen via maatwerkvoorschriften in de exploitatievergunning in concrete gevallen de openingstijden van openbare inrichtingen te beperken.

Hierdoor worden de openbare inrichtingen op het grondgebied van de voormalige gemeente Middelharnis niet langer anders beperkt in de openingstijden dan in andere gebieden van de gemeente.

Bij de vaststelling van de APV door de gemeenteraad op 2 januari 2013 is daarnaast bepaald dat de sluitingstijden genoemd in artikel 2:29 op het grondgebied van de voormalige gemeente Oostflakkee pas in werking treden na 1 januari 2014. In de voormalige gemeente Oostflakkee gelden tot 1 januari 2014 daardoor net als in het verleden vrije sluitingstijden. Deze situatie wordt op grond van de APV per 1 januari 2014 beëindigd.

Gekozen is om de burgemeester de mogelijkheid te bieden afwijkende (ruimere) sluitingstijden, een cooldownperiode en venstertijden in te stellen voor nachtzaken. Een cooldownperiode en venstertijden kunnen alleen in combinatie met een convenant met de exploitant worden ingesteld. De convenanten die in het verleden gesloten zijn met openbare inrichtingen blijven in stand.

Convenant

Behalve juridische maatregelen kan de gemeente afspraken maken met de horeca in de vorm van een convenant. In een convenant kunnen gedragsregels worden opgenomen, waaraan alle partijen (gemeente, horeca, politie en het OM) zich verbinden. Op deze manier dient een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beschermen van de openbare orde, het voorkomen van overlast en een verantwoord alcoholgebruik te ontstaan.

In de beleidsregels is opgenomen dat een horecaconvenant noodzakelijk is voor het structureel langer open mogen zijn van openbare inrichtingen. Andersom is een afwijking van de sluitingsuur niet altijd een onderdeel van een convenant. In een convenant kunnen bijvoorbeeld ook gedragsregels worden opgenomen over het schenken van alcohol en het schoonhouden van de omgeving van het horecabedrijf. Slechts in die gevallen waarbij het in het in het kader van het beschermen van de openbare orde en het beschermen van het woon- en leefklimaat noodzakelijk wordt geacht om afwijkende sluitingstijden in te stellen, zal dit een onderdeel zijn van een convenant. De afwijking van de reguliere sluitingstijden zal echter met voorwaarden omkleed worden. Hierbij moet gedacht worden aan het instellen van portiers en het instellen van venstertijden.

Een verzoek van een exploitant voor het sluiten van een convenant dat in hoofdzaak gebaseerd is op economische redenen zal niet worden gehonoreerd. Naast de burgemeester zullen ook de politie en andere partijen van mening moeten zijn dat er een noodzaak bestaat tot het sluiten van een convenant en zullen zij overeenstemming moeten hebben over de inhoud van het convenant.

2.2.5 Portiers (artikel 5)

Naast de standaard bepaling dat openbare inrichtingen dienen te beschikken over portiers, bestaat ten alle tijden de mogelijkheid om via maatwerkvoorschriften de verplichting op te leggen aan een ondernemer van een niet-nachtzaak om portiers werkzaam te laten zijn. Daarnaast kan deze verplichting worden opgelegd vanwege het laten plaatsvinden van een incidentele festiviteit, bij een collectieve festiviteit of een aanvraag voor het verlenen van de openingstijden.

2.2.6 Ontheffing sluitingsuur (artikel 6)

Op grond van artikel 2:30 van de APV kan de burgemeester een later sluitingstijdstip voor een specifieke openbare inrichting toestaan. Op grond van de beleidsregels is het mogelijk om zes maal per jaar een ontheffing aan te vragen. Dit aantal komt overeen met het aantal dagen waarvoor een incidentele festiviteit kan worden aangevraagd.

2.2.7 Terrassen (afdeling 2)

Een terras maakt onderdeel uit van de openbare inrichting. Aangezien een terras zich in de openbare ruimte bevindt zijn regels opgenomen op welke wijze deze ruimte gebruikt mag worden voor een terras.

Het wel of niet toestaan van een terras is afhankelijk van de ruimte, het gebruik of de functie van een gebied. Hierbij worden de volgende concrete uitgangspunten gehanteerd:

Er moet een goede doorstroming van algemeen verkeer mogelijk zijn en blijven. Te denken valt onder andere aan(voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers), verzorgenden, bevoorradend verkeer en calamiteiten;

Er mag geen overlast ontstaan door:

geluidhinder voor bewoners in de omgeving;

belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg;

belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen;

belemmering van de toegang tot etalages van winkels;

belemmering van de (nood) uitgangen van de openbare inrichting waartoe het terras behoort.

Voor het bepalen van de afmetingen van een terras zijn de afmetingen leidend die opgenomen zijn in de vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor die betreffende openbare inrichting en/of een overeenkomst gebruik gemeentegrond die is afgesloten voor het plaatsen van het terras. Het in het bezit zijn van een vergunning op grond van artikel

3 van de Drank- en Horecawet en/of het afsluiten van een overeenkomst voor het gebruik van gemeentegrond of anderszins betekent niet dat zonder exploitatievergunning een terras mag worden geëxploiteerd. In de exploitatievergunning moet opgenomen zijn dat er een terras mag worden geëxploiteerd.

Terrasmeubilair

Het terrasmeubilair moet qua uitstraling, kwaliteit, materiaal, kleur etc. passen in het kwalitatieve karakter van de omgeving.

Voor de Kaai in Oude-Tonge is tevens een kleurstelling van toepassing waaraan moet worden voldaan. Per terras is het van belang dat er eenheid en uniformiteit is terug te vinden in het terrasmeubilair, parasols en windschermen. Het Terrassenbeleid Kaaiplein Oude-Tonge (vastgesteld op 23 juli 2012) blijft voor wat betreft de kleurstelling van toepassing op de terrassen op de Kaai in Oude-Tonge.

Met betrekking tot windschermen op de Kaai gelden daarnaast de volgende criteria:

De windschermen moeten qua uitstraling, kwaliteit, materiaal, kleur etc. passen in het kwalitatieve karakter van het plein in overeenstemming met de RAL-kleuren voor het terrasmeubilair.

Een windscherm moet voor minimaal 1/3 deel doorzichtig zijn waarbij het onderste gedeelte alleen niet doorzichtig mag zijn.

De hoogte van het windscherm moet tussen de 150 cm en 180 cm zijn.

De windschermen moeten in goede staat verkeren en passen bij de kwaliteit van het plein.

Er moet een doorgang beschikbaar blijven ingeval van calamiteiten; het terras mag niet afgesloten zijn.

Voor de horecaondernemer bestaat er geen verplichting zijn/ haar terras af te scheiden door middel van bepaalde elementen. Wanneer een horecaondernemer er voor kiest zijn of haar terras af te scheiden dan dient dit te gebeuren door middel van windschermen.

Toetscriteria Ring Ouddorp

Voor de Ring in Ouddorp gelden specifieke toetscriteria met betrekking tot de locatie van terrassen. Voor deze toetscriteria worden de volgende begrippen toegepast:

De Ring: Het gebied omvattende de straten Boompjes, Hoenderdijk, Weststraat en Raadhuisstraat te Ouddorp.

binnenzijde: Het gebied gelegen op De Ring tussen de erfafscheiding van de aldaar gevestigde Kerk en de weg.

buitenzijde: Het gebied, gelegen op De Ring tussen de voorgevels van de panden, welke niet gelegen zijn aan de binnenzijde, en de weg.

vrije gebied: Het gebied aan de buitenzijde, breed, de voorgevel van het pand en diep, tot aan de grens van een onbelemmerde doorgang, waar het de ondernemers onder bepaalde voorwaarden vrij staat terrassen en/of uitstallingen te plaatsen.

Voor de Ring in Ouddorp gelden de volgende bepalingen:

Op het voor voetgangers bestemde weggedeelte dient minimaal 1,50 meter obstakelvrije ruimte te worden vrijgehouden.

Indien een terras direct grenst aan de rijbaan/rijloper voor het gemotoriseerde verkeer (dus zonder loopstrook ertussen) dient minimaal 0,6 meter vanaf de buitenkant van de rijloper/rijbaan vrijgehouden te worden (obstakelvrije ruimte).

Voor calamiteitendiensten, zoals brandweer, ambulance en GGD moet een vrije doorgang van minimaal 3,50 meter op een recht stuk weg en minimaal 4,50 meter bij een korte doorsteek en/of flauwe bocht worden gegarandeerd.

De toegang tot een bouwwerk dient tot op 10 meter bereikbaar te zijn voor hulpverleningsdiensten.

Brandkranen moeten vrij toegankelijk zijn voor hulpverleningsdiensten

In verband met de openbare orde en veiligheid is op De Ring een gebied van toepassing waarop het plaatsen van terrassen en/of uitstallingen niet is toegestaan.

Op de Ring in Ouddorp is ten behoeve van een onbelemmerde doorgang van verkeer en hulpdiensten en gaat uit van tenminste 3,50 meter breed en 4,20 meter hoog;

De breedte genoemd in deze beleidsregel wordt gemeten vanuit de binnenzijde van de weg, welke is gelegen op De Ring. De hoogte wordt gemeten over dat gebied, vanaf het aardoppervlakte.

Naast de 3,5 meter dient tevens 0,9 meter vrijgehouden te worden voor passerende voetgangers;

Als uitzondering geldt ten aanzien van het gedeelte van de Weststraat tot aan De Ring dat het meten van de breedte plaatsvindt vanuit de as van de weg. De doorgang van 3,50 meter breed wordt bereikt door aan weerszijden van de as van de weg 1,75 meter breed te meten;

Het bevoegd orgaan is gerechtigd de genoemde maten te wijzigen indien dit noodzakelijk is voor de toegang van hulpdiensten.

3 Drank- en Horecawet

3.1 Wetswijziging

De vernieuwde Drank- en Horecawet geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. Primair is de burgemeester aan zet. Daarnaast is er een belangrijke rol voor de gemeenteraad en het college. Het onderwerp raakt aan verschillende soorten beleid, o.m.: gezondheidsbeleid, alcohol(matigings) beleid, horecabeleid, handhavingsbeleid, openbare orde en veiligheid. De Drank- en Horecawet leent zich voor een integrale benadering vanuit deze beleidsvelden. 

De belangrijkste redenen voor de aanpassing van de Drank- en Horecawet zijn:

Het effectiever tegengaan van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren

Het terugdringen van administratieve lasten

Het terugdringen van alcohol gerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde. 

(Een nieuw onderdeel in de Drank- en Horecawet is de mogelijkheid om jongeren onder de 16 jaar strafbaar te stellen als ze in bezit zijn van alcohol en zich in publiek toegankelijke ruimtes bevinden Drank- en Horecawet art 45)

Deze doelstellingen kunnen gerealiseerd worden door:

Deregulering: minder regels voor horecabedrijven opwerpen door regelgeving specifieker te richten op zaken die daadwerkelijk gereguleerd moeten worden (voorbeeld: regelgeving meer richten op potentieel overlast gevende horecabedrijven). Verder de te doorlopen vergunningenprocedures vereenvoudigen en stroomlijnen.

Flexibilisering: door het scheppen van meer mogelijkheden voor zowel nieuwe als bestaande horecabedrijven, o.a. door aanpassing van regelgeving en afstappen van al te regide uitvoeringsregels.

Concretisering van handhaving: door het maken van duidelijke afspraken tussen ondernemers, diensten en gemeente, en door het creëren van eenduidigheid in handhavingsmaatregelen. Preventieve handhaving door duidelijke en open communicatie met horecaondernemers

3.2 Bestaand lokaal beleid

In alle vier voormalige gemeenten is op verschillende momenten een Drank- en Horecaverordening vastgesteld. De vier verordeningen verschillen op een aantal punten.

De vier verordeningen zijn niet geheel gelijkluidend over de volgende gebouwen waar geen sterke drank voor de directe consumptie mag worden verkocht.

De uitgangspunten van de vier verordeningen zijn echter gelijk. De verordeningen zijn er met name op gericht om het schenken van sterke drank te verbieden in gebouwen en op terreinen waar personen van alle leeftijden aanwezig (kunnen) zijn.

3.3 Vergunningsplicht

Voor het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse in een horecabedrijf, is een drank- en horecavergunning vereist op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet.

Ook voor het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelingen, is een drank- en horecavergunning vereist (slijtersbedrijf).

3.4 De geldigheidsduur

De drank- en horecavergunning kent geen vaste termijn waarvoor de vergunning geldt. De vergunning blijft geldig tot het moment dat er een wijziging plaatsvindt van één of meerdere van de op de vergunning vermelde gegevens.

Het betreft dan wijzigingen in:

de natuurlijke of rechtspersoon of -personen aan wie de vergunning is verleend;

de bedrijfsuitoefening tot welke de vergunning strekt;

de plaats waar de inrichting zich bevindt;

de situering en de oppervlakten van de horeca- of slijtlokaliteiten en terrassen;

voorschriften of beperkingen welke aan de vergunning zijn verbonden.

Wanneer deze wijzigingen niet binnen 30 dagen worden gemeld aan het college, kan dit leiden tot intrekking van de drank- en horecavergunning.

De vergunning komt bij een wijziging van leidinggevende niet te vervallen. Bij een wijziging van leidinggevenden wordt het aanvullingsblad behorend bij de vergunning aangepast.

3.5 Paracommerciële horecabedrijven

De gewijzigde Drank- en Horecawet stelt dat de gemeente in haar verordening regels opneemt voor paracommerciële instellingen. Deze regels hebben betrekking op schenktijden en het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de horeca, zoals activiteiten die niet met de paracommerciële activiteiten te maken hebben. In de memorie van toelichting staat dat de regering er van uitgaat dat de gemeenten de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht zullen nemen en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Deze regels kunnen een doorwerking hebben in de vergunning, doordat de vergunning deze regels overneemt of verwijst naar de verordening. Dit houdt in dat een aanpassing van de verordening gevolgen heeft voor het vergunningenbestand van de paracommerciële instellingen. 

Deze regels kunnen een doorwerking hebben in de vergunning, doordat de vergunning deze regels overneemt of verwijst naar de verordening. Dit houdt in dat een aanpassing van de verordening gevolgen heeft voor het vergunningenbestand van de paracommerciële instellingen. 

In de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee zijn bepalingen opgenomen voor het verstrekken van zwak alcoholische dranken door paracommerciele horecabedrijven. In deze paragraaf wordt waar nodig een toelichting gegeven en zijn beleidsregels opgenomen met betrekking tot de uitvoering van de desbetreffende bepalingen.

3.5.1 Schenktijden (artikel 2:34b)

De gemeente is verplicht om een verordening vast te stellen om de drankverstrekking binnen de paracommercie te reguleren. In de verordening bepaalt de gemeenteraad o.m. op welke dagen en tijdstippen het mogelijk is alcohol te verstrekken. Daarbij is onderscheid te maken naar de aard van de para commerciële rechtspersoon. Voor bijvoorbeeld sportverenigingen kunnen de regels anders zijn dan voor club- of buurthuizen.

Activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon

Het tegenovergestelde van een “activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon” zijn bijeenkomsten van persoonlijke aard. Deze zijn niet toegestaan. Met ‘bijeenkomsten van persoonlijke aard’ wordt gedoeld op bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, waarbij alcoholhoudende drank pleegt te worden genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de betreffende rechtspersoon of de hoofddoelstelling. Deze hoofddoelstelling staat vermeld in de statuten van de rechtspersoon. Daarbij moet dan worden gedacht aan bruiloften, recepties bij jubilea, verjaardagsfeesten, barbecueavond, feestavond, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover deze bijeenkomsten tevens een zakelijk karakter hebben die direct verband houden met de activiteiten van de instelling, zoals het afscheid van de voorzitter van de vereniging, vallen deze niet onder het bereik deze bepaling.

Met name ten aanzien van feesten in sportkantines bestaat vaak verwarring over wat wel en niet is toegestaan. Om misverstanden te voorkomen over wat wel en niet onder het bereik van deze bepaling valt, is een lijst opgesteld met toegestane activiteiten in sportieve instellingen:

Jubileumfeest van het bestuur

Kampioenschap

Afscheidsfeest van het bestuur / een bestuurslid

Feestavond voor vrijwilligers (max. 2 keer per jaar)

Jaarfeest of afsluiting seizoen (max. 1 keer per jaar)

Toernooi

Overige strikt clubgerelateerde feesten voor leden

Nieuwjaarsborrel (alleen voor leden)

Twee weken voordat één van de bovenstaande activiteiten plaatsvindt, moet de activiteit gemeld zijn via het emailadres info@goeree-overflakkee.nl.

De overige strik clubgerelateerde feesten voor leden dienen exclusief toegankelijk te zijn voor leden. Niet leden mogen niet aanwezig zijn. Signalen dat er sprake is van een activiteit waar ook niet-leden aanwezig kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld adverteren voor de activiteit buiten het verenigingsblad of kaartverkoop. Indien hiervan sprake is, dan is het aannemelijk dat er sprake is van een activiteit die niet is toegestaan. De vereniging dient dan aan te tonen op welke wijze zij waarborgen dat alleen leden op de activiteit aanwezig zullen zijn. Het houden van een andere niet sportgerelateerde activiteiten waar alcohol geschonken wordt, is niet toegestaan in een sportkantine.

Oneerlijke mededinging

Of er sprake is van oneerlijke mededinging kan zowel kwantitatief als kwalitatief worden getoetst. Met andere woorden: bepalend is het aantal (kwantiteit) in de omgeving van de paracommerciële instelling aanwezige horecabedrijven en de mate waarin deze over faciliteiten beschikken (kwaliteit) om aan de bestaande vraag naar horecadiensten (zaalruimte voor bijeenkomsten) te voldoen. Het handhaven van een redelijk voorzieningenniveau voor de consumenten speelt daarbij een rol.

Wanneer in de omgeving van de paracommerciële instelling één of meer horecabedrijven aanwezig zijn, die aan de vraag naar zaalruimte voor het houden van bijeenkomsten kunnen voldoen, moet die paracommerciële instelling al geacht kunnen worden paracommercieel te (kunnen) handelen.

Bij de ‘kwalitatieve’ toets moet worden gelet op de doelgroepen en de beschikbare faciliteiten.

Wanneer een paracommerciële instelling, gelet op de beschikbare zaalruimte, niet in staat is om zich op de klantenkring van de horecabedrijven te richten of zich ook niet feitelijk daarop richt, is die paracommerciële instelling geen mogelijke concurrent. Persoonlijke voorkeuren van consumenten, bijvoorbeeld op grond van hun religieuze overtuiging in relatie tot die van horecaondernemers of het religieuze karakter van hun bedrijven, blijven echter buiten beschouwing.

De vraag of er sprake is van oneerlijke mededinging moet niet alleen worden beantwoord aan de hand van het reguliere aanbod in de desbetreffende woonkern. Ook gemeentegrenzen zijn niet bepalend voor de plaatselijke of regionale marktsituatie. De regionale omstandigheden moeten volgens rechtspraak worden bepaald in een straal van 10 à 15 kilometer rond de paracommerciële instelling.

3.5.2 Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven (artikel 2:34c)

In artikel 2:34c van de APV is de beperking opgenomen voor het anders dan om niet verstrekken van sterke drank in bepaalde inrichtingen. De burgemeester heeft de bevoegdheid een ontheffing van het verbod te verlenen.

Een ontheffing voor het schenken van sterke drank wordt in ieder geval niet verleend in de volgende omstandigheden:

de onderneming beschikt niet over een rechtsgeldige drank- en horecavergunning;

er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

er bestaat vrees voor nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat.

De burgemeester kan een ontheffing voor het schenken van sterke drank intrekken indien:

niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften of beperkingen;

zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

5 Overige wetgeving en beleid

5.1 Wet BIBOB

Het college van Goeree-Overflakkee heeft beleidsregels vastgesteld met betrekking tot de integriteitsbeoordeling op grond van de Bibob(het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur).

Deze beleidsregels zijn van toepassing op besluiten op een aanvraag ter verkrijging van een vergunning:

als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor zover het betreft een horecabedrijf;

voor het exploiteren van een openbare inrichtingen en/of een horecabedrijf op grond van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee;

voor het exploiteren van een seksinrichting op grond van de Algemene plaatselijke verordening Goeree Overflakkee;

voor het exploiteren van een speelautomatenhal op grond van artikel 30c, eerste lid, onderdeel c van de Wet op de Kansspelen.

Bij alle aanvragen worden de aangeleverde gegevens (informatie uit het intake gesprek, bescheiden, inclusief vragenlijst) over financiering en bedrijfsactiviteiten globaal bekeken. Indien er naar aanleiding van de antwoorden op de vragenlijst en op basis van de bescheiden nog vragen zijn, dan wordt een diepgaande toets uitgevoerd.

De verplichting tot het invullen van de bij deze beleidsregels behorende vragenlijst geldt niet ingeval een aanvrager de desbetreffende vragenlijst reeds voor dat bedrijf heeft ingevuld en indien vanaf de datum zich geen wijzigingen (bijvoorbeeld exploitatievorm, financiering) hebben voorgedaan.

5.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

De gemeentelijke taak op grond van de WMO biedt vele mogelijkheden voor alcoholmatigingsactiviteiten. De gemeente zorgt onder andere voor het preventie- en gezondheidsbeleid op grond waarvan ze op alcoholpreventie gerichte activiteiten kan initiëren en sturen. Haar belangrijkste partners, zoals de GGD en de afdeling Preventie van de regionale instellingen voor verslavingszorg beschikken op dit terrein over veel kennis en ervaring. De bovengenoemde partijen geven concrete invulling aan preventieactiviteiten voor de jeugd die kennis en inzicht vergroten over de risico’s van alcoholmisbruik door middel van voorlichtingsprojecten op basis- en middelbare scholen. De gemeente voorkomt overlapping en lacunes door de preventieactiviteiten te coördineren op basis van haar alcoholmatigingsbeleid.

Projecten super fris

Gezonde Slagkracht

Projecten GGD

5.3 Nulbeleid coffeeshops

De burgemeester van Goeree-Overflakkee heeft op 25 februari 2013 de Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013 vastgesteld. In deze beleidsregels is bepaald dat aanvragen voor exploitatievergunningen ten behoeve van het exploiteren van coffeeshops onvoorwaardelijk worden geweigerd.

6 Handhaving

Op 24 januari 2013 is het handhavingsprotocol Horeca Voorne Putten en Goeree Overflakkee vastgesteld. In dit document wordt aangegeven over welke handhavingsinstrumenten de gemeenten beschikken en hoe deze toegepast worden bij overtredingen. Het doel is een leidraad te bieden aan iedereen die betrokken is bij de handhaving van de wet – en regelgeving voor de horeca. Ook verschaft het ondernemers en derden inzicht in het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden tegen overtredingen in de horeca.

Dit handhavingsprotocol is bijgevoegd bij dit beleid als bijlage IV.

Bijlage I Beleidsregels openbare inrichtingen Goeree-Overflakkee

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

verordening: de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee

Awb: Algemene wet bestuursrecht

Wet BIBOB: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

openbare inrichting: zie artikel 2:27, lid a van de verordening;

terras: zie artikel 2:27, lid b;

weg: zie artikel 1:1, onder o van de verordening;

exploitatievergunning: een vergunning op grond van artikel 2:28 van de verordening;

kennisgeving incidentele festiviteit: zie artikel 4:3 van de verordening;

cooldownperiode: periode waarbinnen de openbare inrichting, na de officiële sluitingstijd, geen nieuwe bezoekers mag toelaten, geen drank (alcoholhoudend, noch alcoholvrij) mag worden geschonken en geen muziek mag worden gedraaid;

venstertijden: het vastgestelde tijdstip waarop het niet meer toegestaan is nieuwe bezoekers toe te laten tot de openbare inrichting;

Artikel 2. Aanvraag

Een aanvraag voor een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de verordening dient te worden ingediend op het formulier zoals opgenomen in bijlage II van het horecabeleid Goeree-Overflakkee 2013;

Een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet dient te worden ingediend op het formulier zoals opgenomen in bijlage III;

Bij de aanvragen genoemd onder 1 en 2 dienen de gegevens en documenten te worden ingediend zoals genoemd op het aanvraagformulier;

Incomplete aanvragen worden buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5 van de Awb nadat de aanvrager geen of gedeeltelijk gehoor heeft gegeven aan een verzoek om binnen een periode van twee weken de ontbrekende gegevens en document in te dienen;

Het BIBOB-vragenformulier en de daarbij gevraagde documenten en gegevens maken onderdeel uit van de aanvraagformulier indien op grond van artikel 4 van deze beleidsregel is bepaald dat de Wet BIBOB wordt toegepast.

Artikel 3. Overname openbare inrichting

Als de rechtsopvolger van een openbare inrichting binnen twee weken na de feitelijke overdracht een exploitatievergunning heeft aangevraagd dan kan de rechtsopvolger tot het moment dat op de aanvraag is beschikt (met een maximum van 16 weken), de overgenomen openbare inrichting exploiteren zonder de benodigde exploitatievergunning. De burgemeester zal dan, behoudens bijzondere gevallen, niet overgaan tot bestuurlijke handhaving;

Als de rechtsopvolger van een horeca- inrichting binnen twee weken na de feitelijke overdracht een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet heeft aangevraagd dan kan de rechtsopvolger tot het moment dat op de aanvraag is beschikt (met een maximum van 16 weken), de overgenomen openbare inrichting exploiteren zonder de benodigde exploitatievergunning. De burgemeester zal dan, behoudens bijzondere gevallen, niet overgaan tot bestuurlijke handhaving;

Voor de toepassing van het eerste en tweede lid van dit artikel moet wel aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

Er moet sprake zijn van een feitelijke overdracht;

Er moet sprake zijn van rechtsopvolging ;

Het moet de overname betreffen van een bestaand horecabedrijf waarbij sprake is van een ongewijzigde voortzetting van de exploitatie en bedrijfsvoering;

De exploitatie mag niet zijn onderbroken voor langer dan 4 weken (teruggerekend vanaf het moment van de feitelijke overdracht;

De voormalige ondernemer van het over te nemen bedrijf moet in het bezit zijn van een rechtsgeldige exploitatievergunning;

Binnen 2 weken na de feitelijke overdracht moet de rechtsopvolger een aanvraag hebben ingediend voor een exploitatievergunning . De aanvraag moet compleet zijn. Niet complete aanvragen worden niet in behandeling genomen. Als nog aanvullende gegevens nodig zijn dan wordt toepassing gegeven aan artikel 2, lid 5 van deze beleidsregels. Indien de ondernemer aan het verzoek geen gehoor geeft of slechts onderdelen van het gevraagde aanlevert, volgt een besluit tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag. De ondernemer wordt gewezen op de gevolgen van de illegale situatie (bestuursdwang/dwangsom);

De daarvoor verschuldigde leges moeten worden voldaan;

Het woon- of leefklimaat is de achterliggende periode niet op enigerlei wijze aangetast als gevolg van de wijze van exploiteren van dit horecabedrijf;

Na een eerste beoordeling van de ingediende aanvraag of aanvragen en de overgelegde bescheiden is voorlopig geconcludeerd dat er zicht is op verlening van de benodigde exploitatievergunning voor een ongewijzigde voortzetting van de exploitatie en bedrijfsvoering.

De gedoogsituatie blijft slechts van kracht indien en zolang de exploitatie niet wordt gewijzigd;

Aan ambtenaren van politie moet te allen tijde onmiddellijk toegang tot de inrichting verleend. Eventueel te geven aanwijzingen door de politie, andere opsporingsambtenaren en de commandant brandweer dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd;

De aanwezige verantwoordelijke dient bij het constateren van een strafbaar feit door één van de aanwezigen, direct de politie te waarschuwen;

De openbare orde mag niet nadelig worden beïnvloed als gevolg van de exploitatie;

In de inrichting mag geen handel in of verkoop van soft, c.q. harddrugs plaatsvinden door wie dan ook;

Overtreding van hetgeen is gesteld in de verordening en deze beleidsregels leidt direct tot intrekking van de gedoogsituatie.

Artikel 4. Sluitingstijden

De burgemeester kan door het stellen van voorschriften in de exploitatievergunning voor de nachten van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag een cooldownperiode instellen voor openbare inrichtingen;

De burgemeester kan door het stellen van voorschriften in de exploitatievergunning voor de nachten van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag venstertijden instellen voor openbare inrichtingen;

De burgemeester kan door het stellen van voorschriften in de exploitatievergunning afwijkende ruimere sluitingstijden voor een openbare inrichting vaststellen;

De onder 1, 2 en 3 genoemde voorschriften kunnen alleen worden opgenomen indien een convenant is gesloten met de exploitant van de openbare inrichting;

Het intrekken van een convenant heeft als direct gevolg dat de exploitatievergunning is ingetrokken en niet langer geldig is.

Artikel 5. Portiers

De burgemeester kan naast het bepaalde in het eerste lid, ter bescherming van de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat in de omgeving van het desbetreffende horecabedrijf, voorschrijven dat ook op andere plaatsen dan bij de in- en uitgangen één of meerdere portiers geplaatst moeten worden.

Iedere portier als bedoeld in het eerste lid dient te voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus(Wpbr).

Artikel 6. Ontheffing sluitingsuur

Er worden maximaal 6 ontheffingen van het sluitingsuur per openbare inrichting per jaar toegestaan;

Per ontheffing geldt een verlenging van de openingstijd van de openbare inrichting van maximaal 2 uur;

Een verzoek om ontheffing sluitingstijd dient uiterlijk vier weken voor de dag dat de ontheffing nodig is te worden aangevraagd.

Artikel 7. Terrasvergunning

Voor het exploiteren van een terras onderdeel uitmaken van een openbare inrichting is een vergunning nodig op grond van artikel 2:28 van de verordening;

Het is niet toegestaan zonder exploitatievergunning een terras bij een openbare inrichting te exploiteren;

Artikel 8. Maatvoering terras

Terrasmeubilair is toegestaan mits:

het niet (nagel)vast aan de grond wordt bevestigd;

derden geen hinder van het meubilair ondervinden;

het meubilair geen belemmering vormt voor het schoonmaken en –houden van de openbare plaats;

het geplaatst wordt binnen de grenzen van het betreffende terras en het de grenzen daarvan niet overschrijdt;

Voor terrasafscheiding geldt daarnaast dat deze wegneembaar, demontabel of inklapbaar is.

Voor parasols/luifels/uitvalschermen geldt daarnaast dat:

deze wegneembaar, demontabel of inklapbaar zijn;

deze niet groter zijn dan het terras, met dien verstande dat de parasol niet de maximale zijdelingse maat van 4 meter overschrijdt;

de onderkant van de volant minimaal 2,20 meter boven de grond hangt.

Artikel 9. Terrasverwarming

Het plaatsen van mobiele terrasverwarming is toegestaan, mits deze op een zodanige manier wordt gebruikt, opgesteld, of aangebracht dat deze geen gevaar oplevert voor de gebruikers van het terras of overigens voor de omgeving;

Het plaatsen en gebruiken van terrasverwarmers dient als volgt te gebeuren:

de toestellen dienen volgens de voorschriften van de fabrikant worden opgesteld, bevestigden gebruikt;

de toestellen dienen te zijn voorzien van een omvalbeveiliging, of zodanig wordengeplaatst en/of verzwaard dat omvallen wordt voorkomen;

de toestellen mogen alleen worden gebruikt in de buitenlucht;

de toestellen dienen zodanig te zijn beschermd, uitgerust en geplaatst dat ze geen brandgevaar veroorzaken;

de toestellen mogen niet worden geplaatst op of nabij looproutes en in- en uitgangen;

de toestellen mogen alleen worden geplaatst binnen het vergunde terras/terraszone;

rondom een mobiel toestel dient een ruimte van ten minste 2 meter te worden vrijgehouden;

bij gebruik van gasflessen dient de verbinding tussen de gasfles en het toestel te bestaan uit een goedgekeurde GIVEG-slang. Deze verbinding dient in deugdelijke staat te verkeren. De gasfles zelf moet voorzien zijn van een wettelijk erkend keurmerk.

Artikel 10. Verbod op bereiding dranken en spijzen op het terras

Het is verboden op een terras dranken en/of spijzen te verstrekken:

aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen;

buiten de tijden waarop het terras op grond van artikel 2 van de nadere regels terrassen geopend mag zijn.

Het is verboden op een terras spijzen en dranken te bereiden.

Van het bepaalde in het eerste en het tweede lid kan, in geval van bijzondere omstandigheden, door de burgemeester ontheffing worden verleend.

Artikel 11. Terrassen tijdens evenementen/ werkzaamheden van gemeentewege

In het kader van evenementen of werkzaamheden van gemeentewege in de omgeving van een openbare inrichting kan de burgemeester uit overwegingen in het belang van de handhaving van de openbare orde en veiligheid het gebruik van terras tijdelijk intrekken /wijzigen/ buiten werking stellen.

Op verzoek van de vergunninghouder kan een vergunning voor het plaatsen van een uitstalling of terras aangepast  worden ten behoeve van een evenement. Onder aanpassen wordt verstaan zowel het reduceren als het uitbreiden van een uitstalling en/of terras.

Een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.25, lid 1 van de verordening wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de locatie van het evenement gesitueerd is op een locatie waarvoor een vergunning voor het plaatsen van een  terras is vergund en door de exploitant geen medewerking/toestemming wordt verleend voor het evenement.

Artikel 14. Schoonhouden terras en directe omgeving

De exploitant van een inrichting waar een terras wordt ingenomen, moet het terras en de directe omgeving van het terras, gedurende de tijden dat van het terras gebruik wordt gemaakt, in een nette staat houden.

Afval moet regelmatig, in ieder geval na sluiting van het terras aan het einde van iedere dag, worden verwijderd van het terras en de directe omgeving.

Artikel 15. Aansprakelijkheid exploitant

De exploitant moet de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen, dat de gemeente en derden ten gevolge van het plaatsen en/of de aanwezigheid van het terras en terrasmeubilair schade lijden.

Eventuele schade aan eigendommen van gemeente moet op eerste aanzegging, binnen de daarbij te stellen termijn, door de exploitant worden vergoed.

Bijlage II, Aanvraagformulier Exploitatievergunning

Aanvraagformulier Exploitatievergunning

De aanvraag ter verkrijging van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Goeree-Overflakkee voor het exploiteren van een openbare inrichting.

Aanvrager

Ondernemer 1:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

KvK-nummer en handelsnaam:

Ondernemer 2:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

KvK-nummer en handelsnaam:

Adres van de inrichting waarvoor de vergunning moet gelden

Naam inrichting:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer(s):

Omschrijving van de tot de inrichting behorende horecalokaliteiten en terrassen waarvoor de vergunning moet gelden

Plaats in de inrichting, eventuele benaming en oppervlakte in m2

De aanvraag heeft betrekking op:

De vestiging van een nieuw bedrijf:

De overname van een bestaand bedrijf:

Een wijziging van de ondernemingsvorm:

Andere omstandigheden, namelijk:

De inrichting is voor het publiek geopend op:

□ Maandag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Dinsdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Woensdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Donderdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Vrijdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zaterdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zondag van .. .. uur tot .. .. uur.

Hoe kan uw bedrijf worden omschreven (meerdere keuzes mogeijk):

□ Afhaalrestaurant □ Dansschool □ Sociëteit

□ Automatiek □ Discotheek □ Wegrestaurant

□ Bar-dancing □ Eetcafé □ IJssalon

□ Biljartcafé □ Eethuis □ Ondersteunende horeca*

□ Bistro □ Hotel □ Anders:………..

□ Buurthuis □ Hotel, café □ Kiosk

□ Café □ Ontmoetingscentrum □ Koffiesalon

□ Café bar □ Pension □ Zalenexploitatie

□ Café restaurant □ Pizzeria

□ Cafetaria □ Poolcentrum

□ Coffeeshop □ Pool- snookercentrum

□ Motel □ Restaurant

□ Crêperie □ Shoarmazaak

□ Croissanterie □ Snackbar

Wanneer het ondersteunende horeca betreft, kunt u hieronder aangeven wat de hoofdfunctie van het bedrijf is, het totale vloeroppervlak van het bedrijf is en welk deel daarvan voor horeca-activiteiten wordt gebruikt:

Omschrijving hoofdfunctie:

Totale vloeroppervlakte:

Oppervlakte horecagedeelte:

Bent u voornemens om een terras te exploiteren?

□ Ja

□ Nee

Is dit terras gelegen op de openbare weg?

□ Ja

Omschrijving situering:

Lengte en breedte:

(situatieschets bij de aanvraag voegen)

□ Nee, het terras is gelegen:

Omschrijving situering:

Lengte en breedte:

(situatieschets bij de aanvraag voegen)

Bent u voornemens terrasattributen te gebruiken?

□ Ja

□ Terrasverwarming

□ Terrasschotten

□ Gevelverwarming

□ Vlonders

□ Luifel(s)

□ Uitgiftebuffet

□ Parasols

□ Overig, nl:….

□ Nee

Bent u voornemens bedrijfsmatig alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse?

□ Ja

□ Nee

Bent u voornemens om levende of mechanische muziek in uw inrichting ten gehore te (laten) brengen?

□ Ja

□ Nee

Aldus naar waarheid ingevuld op……………... , te ……………………………..

NB: uw aanvraag wordt alleen in behandeling genomen indien u onderstaande verplichte stukken bij uw aanvraag voegt:

Kopie legitimatiebewijs aanvrager(s)

Verklaring omtrent gedrag aanvrager(s)

Situatieschets terras indien van toepassing

Bibobformulier

Dit aanvraagformulier kunt u sturen naar:

Gemeente Goeree-Overflakkee

Postbus 1

3240 AA Middelharnis

Of

info@goeree-overflakkee.nl

Bijlage III, Aanvraagformulier Drank- en Horecawetvergunning (2 formulieren)

Aanvraagformulier Model A

Vergunning op grond van artikel 3 van de DHW (horecabedrijf of slijtersbedrijf)

De aanvraag ter verkrijging van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf door natuurlijke personen of rechtspersonen, met uitzondering van een paracommerciële rechtspersoon als genoemd in artikel 1 van de Drank- en Horecawet.

De vergunning wordt aangevraagd voor de uitoefening van

□ het horecabedrijf

□ het slijtersbedrijf

Ondernemingsvorm

□ Natuurlijk(e) persoon / personen

□ Rechtspersoon / rechtspersonen

KvK-nummer of vestigingsnummer:

Indien er sprake is van een rechtspersoon, de handelsnaam invullen:

Natuurlijk(e) persoon / personen

Ondernemer 1:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Ondernemer 2:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Rechtspersoon / rechtspersonen

Rechtspersoon A:

Naam:

Vestigingsplaats:

Rechtspersoon B:

Naam:

Vestigingsplaats:

Namen van de bestuursleden van de rechtspersoon / rechtspersonen

Bestuurslid 1:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Bestuurslid 2:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Bestuurslid 3:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Adres van de inrichting waarvoor de vergunning moet gelden

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Omschrijving van de tot de inrichting behorende lokaliteiten, terrassen of slijtlokaliteiten waarvoor de vergunning moet gelden

Plaats in de inrichting, eventuele benaming en oppervlakte in m2

□ De inrichting voldoet aan de eisen als genoemd in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet.

Wordt een beroep gedaan op artikel 46 van de Drank- en Horecawet?

□ Ja

□ Nee

Zo ja, aangeven op welke gronden het beroep is gebaseerd en ten aanzien van welke lokaliteiten:

De aanvraag heeft betrekking op:

□ De vestiging van een nieuw bedrijf

□ De overname van een bestaand bedrijf

□ Een wijziging van de ondernemingsvorm

□ Andere omstandigheden, namelijk:

Is de inrichting voor het publiek geopend?

□ Ja

□ Nee

De inrichting is voor het publiek geopend op:

□ Maandag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Dinsdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Woensdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Donderdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Vrijdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zaterdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zondag van .. .. uur tot .. .. uur.

Aldus naar waarheid ingevuld op….. , te ….

Dit aanvraagformulier kunt u sturen naar:

Gemeente Goeree-Overflakkee

Postbus 1

3240 AA Middelharnis

Of

info@goeree-overflakkee.nl

NB: Voor het indienen van uw aanvraag ter verkrijging van een Drank- en horecavergunning op grond van de Drank- en Horecawet dienen de hieronder bescheiden en/of gegevens te worden overlegd:

Volledig ingevuld aanvraagformulier + bijlage;

Recent uittreksel Kamer van Koophandel;

Koop-, pacht, of huurcontract, dan wel eigendomsbewijs van het pand;

Bouwkundige schets/plattegrond van de inrichting;

Legitimatiebewijs leidinggevende(n);

Arbeidsovereenkomsten van alle personen op het aanvraagformulier, die in loondienst zijn;

Plattegrond van terras(sen) inclusief afmetingen;

Bibob-formulier (aanvraagformulier en bijlage).

Op grond van artikel 29, tweede lid, van de Drank- en Horecawet, hoort bij deze vergunning een aanhangsel waarop de leidinggevenden van het horecabedrijf of slijtersbedrijf staan vermeld. Ten aanzien van een leidinggevende bij wie sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Drank- en Horecawet, maakt de burgemeester daaromtrent een aantekening. Dit aanhangsel wordt gewijzigd bij toevoeging of wijziging van leidinggevenden. Voor het aanmelden van een leidinggevende wordt verwezen naar de bijlage.

Bijlage behorende bij aanvraagformulier Model A

Verklaring van een leidinggevende werkzaam in de inrichting

Deze bijlage behoort bij een aanvraag ter verkrijging van een vergunning voor de uitoefening van:

□ het horecabedrijf

□ het slijtersbedrijf

Gegevens van de inrichting waarvoor de vergunning geldt:

Naam:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Persoonlijke gegevens

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

□ beschikt over een verklaring sociale hygiëne

Verklaart leiding te geven aan de uitoefening van het bedrijf met ingang van:

Is in loondienst

□ Ja

□ Nee

Is .. .. uren per week werkzaam in de inrichting.

Aldus naar waarheid ingevuld op , te

AanvraagformulierModel B

vergunning op grond van art 3 DHW (paracommerciële horecabedrijf)

De aanvraag ter verkrijging van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor het uitoefenen van een horecabedrijf door een paracommerciële rechtspersoon als genoemd in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, bevat de volgende elementen.

Rechtspersoon / rechtspersonen

Rechtspersoon A:

Naam:

Vestigingsplaats:

Rechtspersoon B:

Naam:

Vestigingsplaats:

Kvk-nummer of vestigingsnummer:

Namen van de bestuursleden van de rechtspersoon / rechtspersonen

Bestuurslid 1:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Bestuurslid 2:

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Adres van de inrichting waarvoor de vergunning moet gelden

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Omschrijving van de tot de inrichting behorende lokaliteiten en terrassen waarvoor de vergunning moet gelden

Plaats in de inrichting, eventuele benaming en oppervlakte in m

□ De inrichting voldoet aan de eisen als genoemd in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet.

Wordt een beroep gedaan op artikel 46 van de Drank- en Horecawet?

□ Ja

□ Nee

Zo ja, aangeven op welke gronden het beroep is gebaseerd en ten aanzien van welke lokaliteiten:

De aanvraag heeft betrekking op:

□ De vestiging van een nieuw bedrijf

□ Andere omstandigheden, namelijk:

Het bestuur van de paracommerciële rechtspersoon heeft het reglement omtrent sociale hygiëne als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, vastgesteld op datum, te woonplaats, land.

□ Een kopie van het bestuursreglement is als bijlage bij de aanvraag verstrekt.

De inrichting is voor het publiek geopend op:

□ Maandag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Dinsdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Woensdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Donderdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Vrijdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zaterdag van .. .. uur tot .. .. uur.

□ Zondag van .. .. uur tot .. .. uur.

Gedurende de volgende dagen en tijdstippen wordt in de inrichting bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank verstrekt binnen de in de gemeentelijke verordening genoemde tijden.

Aldus naar waarheid ingevuld op ….), te…

Dit aanvraagformulier kunt u sturen naar:

Gemeente Goeree-Overflakkee

Postbus 1

3240 AA Middelharnis

Of

info@goeree-overflakkee.nl

NB: Voor het indienen van uw aanvraag ter verkrijging van een Drank- en Horecavergunning op grond van de Drank- en Horecawet dienen de hieronder aangegeven bescheiden en/of gegevens te worden overlegd:

Volledig ingevuld aanvraagformulier en bijlage;

Recent uittreksel Kamer van Koophandel;

Koop-, pacht, of huurcontract, dan wel eigendomsbewijs van het pand;

Statuten van de vereniging/stichting;

Bouwkundige schets/plattegrond van de inrichting;

Legitimatie aanvrager;

Uittreksel GBA-gegevens;

Bestuursreglement (zover van toepassing);

Plattegrond van terras(sen) inclusief afmetingen.

Op grond van artikel 29, tweede lid, van de Drank- en Horecawet, hoort bij deze vergunning een aanhangsel waarop de leiding gevenden van het horecabedrijf staan vermeld. Dit aanhangsel wordt gewijzigd bij toevoeging of wijziging van leidinggevenden. Voor het aanmelden van een leidinggevende wordt verwezen naar de bijlage.

Bijlage behorende bij aanvraagformulier Model B

Vergunning op grond van art 3 DHW (horecabedrijf door een paracommerciële rechtspersoon)

Verklaring van een leidinggevende werkzaam in de inrichting

Deze bijlage behoort bij een aanvraag ter verkrijging van een vergunning voor de uitoefening van het paracommerciële horecabedrijf.

Gegevens van de inrichting waarvoor de vergunning geldt:

Naam:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Persoonlijke gegevens

Naam en voornamen:

Straatnaam en huisnummer:

Postcode en plaatsnaam:

Telefoonnummer:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

□ beschikt over een verklaring sociale hygiëne

Verklaart leiding te geven aan de uitoefening van het paracommerciële horecabedrijf met ingang van:

Aldus naar waarheid ingevuld op , te

Bijlage IV, Handhavingsprotocol Horeca Voorne Putten en Goeree-Overflakkee

http://srvapp01/decosweb/aspx/item.aspx?I=DB4BEC6CA3584ACEA784FE810BE200D7