Regeling vervallen per 21-09-2016

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Goeree-Overflakkee 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 20-09-2016

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Goeree-Overflakkee 2015

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

overwegende dat de gemeenteraad bij verordening regels dient te stellen over de wijze waarop personen worden betrokken bij de uitvoering van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Goeree-Overflakkee 2015.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Cliëntenraad

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 2. De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen.

  • 3. De cliëntenraad bestaat uit ten hoogste acht cliënten van de gemeente en vier vertegenwoordigers van bij de Participatiewet betrokken belangenorganisaties.

  • 4. De zittingstermijn voor leden van de cliëntenraad bedraagt twee jaar. De leden kunnen maximaal tweemaal worden herbenoemd. Na een afwezigheid van twee jaren kan een lid dat driemaal twee jaren zitting heeft gehad in het cliëntenplatform, opnieuw worden benoemd.

  • 5. De cliëntenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter, een penningmeester en een secretaris.

  • 6. De cliëntenraad stelt een huishoudelijk reglement vast.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden

Artikel 2 Initiatiefrecht

  • 1. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening raken in het overleg met de gemeente aan de orde te stellen.

  • 2. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taak in voorkomende gevallen, bij voorkeur in overleg met burgemeester en wethouders, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

Artikel 3 Informatierecht

  • 1. De cliëntenraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die voor goede cliëntenparticipatie nodig is.

  • 2. De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken en enquêtes.

Artikel 4 Adviesrecht

  • 1. De cliëntenraad wordt betrokken bij de totstandkoming van zaken waarmee de cliënt in de uitvoering rechtstreeks wordt geconfronteerd. Het kan hierbij gaan om formulieren, folders, klanttevredenheidsonderzoeken en dergelijke.

  • 2. De cliëntenraad heeft het recht advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening betreffen.

  • 3. Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de cliëntenraad schriftelijk zijn verstrekt worden ter beoordeling voorgelegd aan burgemeester en wethouders of de raad.

  • 4. Indien de cliëntenraad zich niet kan verenigen met een standpunt van burgemeester en wethouders of de raad, dient zij dit gemotiveerd en schriftelijk kenbaar te maken aan de verantwoordelijke wethouder.

  • 5. De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedure en regelingen.

Artikel 5 Overlegvergadering

  • 1. De cliëntenraad komt eenmaal in het kwartaal bijeen of zoveel vaker als de voorzitter dan wel tenminste drie leden dat nodig achten.

  • 2. Een vertegenwoordiger van burgemeester en wethouders woont, op verzoek van de cliëntenraad, doch tenminste vier maal per jaar de in het eerste lid bedoelde overlegvergadering bij en kan een toelichting geven.

  • 3. De cliëntenraad heeft de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een van de agendapunten van de overlegvergadering.

  • 4. De cliëntenraad kan geen beslissingen nemen indien niet tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is. Alle beslissingen worden met tweederde meerderheid van de stemmen genomen.

  • 5. De vergadering is openbaar. De stukken voor de vergadering zijn bij aanvang van de vergadering voor het publiek beschikbaar.

  • 6. De cliëntenraad brengt binnen vier weken na indiening van het adviesverzoek advies aan burgemeester en wethouders dan wel aan de raad.

Artikel 6 Facilitering

  • 1. Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld.

  • 2. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.

  • 3. Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen van het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van een eventueel beschikbaar gesteld budget.

  • 4. De leden van de cliëntenraad ontvangen per deelgenomen vergadering een bedrag van € 30,00 als onkostenvergoeding en vergoeding voor deelname aan de vergaderingen met een maximum van zes vergaderingen op jaarbasis.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Evaluatie

Burgemeester en wethouders evalueren eens per vier jaar het functioneren van de cliëntenraad en eventueel vaker indien de cliëntenraad of burgemeester en wethouders tussentijdse evaluatie nodig achten.

Artikel 8 Intrekken oude verordening

De Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Goeree-Overflakkee wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. De verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Goeree-Overflakkee.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op

18 december 2014.

de griffier,

drs. J. Mimpen

de voorzitter,

 drs. J.P.J. Lokker

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering; en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. De cliëntenraad kan kandidaten voordragen voor lidmaatschap van de cliëntenraad. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid onderdeel a van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van de verordening voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is.

Er is voor gekozen om de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te laten benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt.

Artikel 2, 3 en 4 Initiatiefrecht, informatierecht en adviesrecht

De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. Ieder lid van de cliëntenraad is bevoegd agendapunten aan te dragen. De gemeente draagt alle informatie die daarvoor nodig is aan.

Artikel 5 Overlegvergadering

De cliëntenraad komt één maal per kwartaal bijeen of zoveel vaker als voorzitter en tenminste drie leden dat nodig achten. De gemeente stelt hiervoor een vergaderruimte ter beschikking.

Artikel 6 Facilitering

Het budget is ter vrije besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten. Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. De cliëntenraad zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.

Artikel 7, 8 en 9 behoeven geen nadere toelichting.