Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Goeree Overflakkee

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Gemeente Goeree-Overflakkee - Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Goeree-Overflakkee

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2014;

gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Goeree-Overflakkee.

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

Burgemeester en wethouders gebruiken de in de bijlage omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

Artikel 3. Loonkostensubsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld.

  • 2. De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon voor de werkgever voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimum loon gedurende de arbeidsperiode of zoveel korter als burgemeester en wethouders redelijk achten.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 5. Citeertitel

1.Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Goeree Overflakkee.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee op 27 november 2014.

griffier,

de plv. voorzitter,

drs. J. Mimpen

C.J. van Dam

Bijlage bij artikel 2 - wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld

Burgemeester en wethouders maken gebruik van Dariuz om de loonwaarde van een persoon te bepalen. Hierna wordt de werkwijze van deze methode omschreven.

In drie stappen een vastgestelde loonwaarde

De Dariuz Works® Loonwaardemeting brengt in drie stappen de loonwaarde van de medewerker in kaart door de geleverde werkprestatie in een specifieke functie af te zetten tegen de vereisten van die functie. De loonwaarde-professional geeft een onafhankelijke, betrouwbare beoordeling over de hoogte van de loonkostensubsidie of loondispensatie. De uitspraak over de loonwaarde geeft een betrouwbaar beeld over tempo, kwaliteit en inzetbaarheid in vergelijking met een regulier, volledig inzetbare collega.

In onderstaand schema wordt weergegeven hoe wij in drie stappen tot een betrouwbare vastgestelde loonwaarde kunnen worden.

afbeelding binnen de regeling

De eindrapportage geeft inzicht in:

 duurzaamheid van de plaatsing;

 omvang additionele kosten;

 advies om loonwaarde en duurzaamheid te verhogen (deels geautomatiseerd).

Voor een subsidie advies dient de gemeente de rapportage te laten uitvoeren door een loonwaarde-expert.

Toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen:

  • -

    de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en

  • -

    de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld.

Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 10c van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet).

Hebben burgemeester en wethouders vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stellen burgemeester en wethouders in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde leggen burgemeester en wethouders vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.

De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet).

In deze verordening gaat het om een andere vorm van loonkostensubsidie dan de vorm van loonkostensubsidie zoals omschreven in de Re-integratieverordening Participatiewet Goeree-Overflakkee. De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 60).

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening. Hiervan zijn in deze verordening daarom geen begripsomschrijvingen opgenomen. Voor de duidelijkheid zijn een aantal belangrijke wettelijke definities hieronder weergegeven.

  • -

    doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, Participatiewet): personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;

  • -

    loonwaarde (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, Participatiewet): vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort;

  • -

    dienstbetrekking (artikel 6, eerste lid, onderdeel f Participatiewet): een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

In artikel 10c van de Participatiewet is geregeld wanneer wordt vastgesteld of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort: op schriftelijke aanvraag of ambtshalve. Ambtshalve vaststelling is alleen mogelijk bij:

  • -

    personen die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid, onderdeel b, artikel 35 vierde lid, onderdeel b en artikel 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en

  • -

    personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

In artikel 10c van de Participatiewet is ook bepaald dat het aan college is om vast te stellen of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Binnen de kaders van de wet is het aan de gemeente om vast te stellen op welke wijze zij bepalen of mensen tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en of loonkostensubsidie voor hen wordt ingezet (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 62). In artikel 1, tweede lid, is vastgelegd welke criteria daarbij in acht genomen worden. Deze cumulatieve criteria zijn ontleend aan artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet. Daarin is immers wettelijk de doelgroep loonkostensubsidie vastgelegd.

Bij de vaststelling op iemand behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie kunnen burgemeester en wethouders zich laten adviseren. Burgemeester en wethouders dragent dan personen voor die zouden kunnen behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie. Als sprake is van een onzorgvuldige totstandkoming van het advies, kan besloten worden het advies niet te volgen.

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

In artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, burgemeester en wethouders de loonwaarde van die persoon vaststellen. Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde leggen burgemeester en wethouders vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.

In de bijlage bij artikel 2 wordt de methode die burgemeester en wethouders gebruiken om de loonwaarde van die persoon te bepalen omschreven.

Als een dienstbetrekking tot stand komt, verlenen burgemeester en wethouders loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel 10d van de Participatiewet.

Artikel 3. Loonkostensubsidie

De Participatiewet schrijft voor dat er maximaal 70% van het WML gesubsidieerd mag worden, daarom wordt een ondergrens van 30% loonwaarde gehanteerd. De bovengrens ligt daarbij op 100%. Voorstel is deze bovengrens niet naar beneden bij te stellen. Hierdoor kunnen werkgevers maximaal gefaciliteerd worden bij het plaatsen van een werkzoekende met een arbeidsbeperking op een garantiebaan. Bovendien, wanneer de bovengrens op (bijv.) 80% wordt gezet, kunnen de werkzoekenden met een loonwaarde tussen 80-100% niet op een garantiebaan geplaatst worden, maar zij zullen tevens door de verminderde loonwaarde ook maar een kleine kans hebben op uitstroom op een reguliere baan zonder loonkostensubsidie.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. De nieuwe verordening gaat onmiddellijk in. Vanaf die datum geldt de verordeningsopdracht voor de gemeenteraad om regels in de verordening vast te stellen over het bepalen van de loonwaarde.