Regeling vervallen per 15-03-2017

Beleidslijn Heling voor Handelaren in Ongeregelde en Gebruikte Goederen

Geldend van 14-09-2016 t/m 14-03-2017

Intitulé

Beleidslijn Heling voor Handelaren in Ongeregelde en Gebruikte Goederen

De burgemeester van Goeree-Overflakkee;

overwegende dat het in belang van een veilige gemeente aanbeveling verdient om regels te stellen met betrekking tot de in- en verkoop van ongeregelde en gebruikte goederen;

dat uit de praktijk blijkt dat de handel van en in gebruikte en ongeregelde goederen in het bijzonder kwetsbaar zijn voor het faciliteren van criminele activiteiten;

gelet op artikel 416, 417 en 417 bis van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) juncto artikel 2:68 van de Algemene Plaatselijke Verordening Goeree-Overflakkee 2016 (APV);

b e s l u i t :

Vast te stellen de beleidslijn Heling voor Handelaren in Ongeregelde en Gebruikte Goederen.

Aanleiding

De basis voor een leefbare en aantrekkelijke leefomgeving is een veilige gemeente. Straatroven, woninginbraken en overvallen hebben veel impact op de slachtoffers en vormen daarmee een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat. Deze zogenaamde High Impact Crimes en ondermijnende criminaliteit worden door de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente intensief aangepakt. Uit het oogpunt van misdaadbestrijding is de aanpak van handel in goederen afkomstig van een misdrijf en hieraan gerelateerde strafbare feiten (hierna: heling) van groot belang. De gelegenheid tot het verhandelen van goederen die afkomstig zijn van een misdrijf, al dan niet gepleegd in de eigen gemeente, stimuleert namelijk dit soort misdaadvormen, aangezien de hiermee verworven goederen snel via handelaren kunnen worden omgezet in geld. Opkopers en handelaren die handelen in ongeregelde en gebruikte goederen (hierna: handelaren) vormen daarmee vanzelfsprekend een aantrekkelijke afzetmarkt.

De gemeente Goeree-Overflakkee hecht veel waarde aan vrijheid voor ondernemers. Iedere ondernemer kan het beroep van ‘handelaar’ uitoefenen. In Goeree-Overflakkee zijn slechts enkele handelaren actief in ongeregelde en gebruikte goederen. Een deel van deze branches is echter kwetsbaar voor het faciliteren van criminaliteit. Handelaren dragen hiermee een grote verantwoordelijkheid. Daarom heeft de gemeente Goeree-Overflakkee voor handelaren, als aanvulling op landelijke wetgeving, regels beschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). In navolging van onder andere de gemeente Rotterdam is deze beleidslijn heling opgesteld, mede om te voorkomen dat handelaren uitwijken naar omliggende (kleinere) gemeenten (zoals Goeree-Overflakkee ) die geen beleid vastgesteld hebben op het gebied van heling.

Op basis van deze wet- en regelgeving is een passend bestuurlijk handhavingsmodel opgesteld. Naast het strafrecht biedt hiermee ook het bestuursrecht mogelijkheden om heling een halt toe te roepen.

De doelstelling van het bestuurlijk handhavingsarrangement voor heling is de naleving van degeldende wet- en regelgeving door handelaren. Hiermee wordt getracht de afzetmarkt te verkleinen voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf (hierna: gestolen goederen). Dader- en gelegenheidsstructuren ten aanzien van High Impact Crime en ondermijnende criminaliteit worden bestreden met als uiteindelijke doel om hiermee de openbare orde en het woon- en leefklimaat voor alle inwoners, ondernemers en bezoekers van Goeree-Overflakkee te beschermen.

Wettelijk kader

De wet- en regelgeving schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitvoering van hun beroep. Het Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSR) beperkt zich voornamelijk tot strafbare feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. Regelgeving in de APV richt zich op de verkoop van goederen en de verplichtingen die een handelaar heeft ten aanzien van een meldingsplicht behorend bij de uitoefening van het beroep als handelaar. Tezamen doet deze wet- en regelgeving een beroep op de handelaar om te allen tijde een actieve rol te vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, het opsporingsonderzoek van de politie naar deze goederen te ondersteunen en levert het een bijdrage aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar. Het niet of onvolledig nakomen van bovenstaande wet- en regelgeving is een strafbaar feit.

Daarnaast staat in de artikelen 416, 417 en 417 bis WvSR een aantal strafbare feiten beschreven dat samenhangt met de handel in goederen. Het verschil met bovenstaande strafbare feiten is dat de handelaar zich hier zelf schuldig maakt aan het plegen van een misdrijf, namelijk heling.

Bevoegdheden burgemeester

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente Goeree-Overflakkee. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij behorende bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gemeentewet. De burgemeester beschikt over een scala aan bestuurlijke bevoegdheden om de openbare orde en veiligheid te beschermen.

Tweesporenbeleid

Het kan zijn dat een constatering of overtreding maakt dat zowel op basis van strafrecht als op basis van bestuursrecht een sanctie of maatregel wordt getroffen.

Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Eenbestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen dus naast elkaar worden toegepast.

Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de constatering van heling. Wanneer sprake is van heling of wanneer heling aannemelijk is op basis van constateringen van de toezichthouder, dan kan de burgemeester besluiten dat er sprake is van een aantasting van de openbare orde en een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast in een strafrechtelijke procedure leiden tot een strafrechtelijke sanctie.

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan een besluit van de burgemeester tot het nemen van een eventuele bestuurlijke maatregel worden de handelaar en overige belanghebbenden uitgenodigd voor het indienen of toelichten van hun zienswijze. Na deze zienswijzeprocedure worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en het bestuurlijke handhavingsarrangement. Vervolgens neemt de burgemeester een beslissing. Het besluit wordt bekend gemaakt aan de handelaar, de handhavingspartners en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. Indien de handelaar of een andere belanghebbende zich niet kan verenigen met het besluit van de burgemeester dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt volgens de procedure zoals die is weergegeven in de Algemene wet bestuursrecht.

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherenteafwijkingsbevoegdheid. De stappen in het Handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt voor de te nemen maatregelen.

Als de feiten en/of omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om een stap over te slaan en meteen een maatregel treffen en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het arrangement als stap is opgenomen. In aanvulling op het handhavingsarrangement is aangegeven welke feiten en omstandigheden (niet limitatief) aanleiding kunnen zijn om tot verzwaring over te gaan.

Handhavingsarrangement

Het handhavingsarrangement voorziet in:

  • -

    duidelijkheid voor handelaren ten aanzien van maatregelen die kunnen worden genomen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving;

  • -

    maatregelen die aansluiten op de werkingssfeer van de bevoegdheden van de burgemeester ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat en de beschreven wet- en regelgeving ter voorkoming van heling;

  • -

    systematisch opgebouwde maatregelen die rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en aansluiting vinden bij ander bestuurlijk handhavingsbeleid.

Overtreding

Wettelijke grondslag

Bestuurlijke maatregel

Geen schriftelijke opgave gedaan van woonadres en/of handelslokaliteit(en) dan wel wijzigingen binnen gestelde termijn i.v.m. een beroep of gewoonte maken van het opkopen.

Art. 2:68 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar ná constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom

Nalaten medewerking te verlenen aan de toezichthouder bij de controle van het in- en/of verkoopregister

Art. 2:68 lid b APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom

Het verwerven van een goed van een minderjarige

Art. 437 WvSr

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom

Vervreemding of verandering goed binnen 5 dagen na verkrijgen

Art. 2:68 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom.

Verkoopregister wordt niet bijgehouden in een gewaarmerkt register

Art. 2:67 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom en bij voortduring overgaan tot sluiting van 2 weken.

Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register

Art. 2:67 APV

Verschrijving 1 of 2 fouten

Verschrijving > 2 fouten

Eerste overtreding: waarschuwing

Eerste overtreding:

waarschuwing.

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: waarschuwing

Tweede overtreding binnen een jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom aanzeggen.

Derde overtreding en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: waarschuwing

Derde overtreding en volgende overtredingen binnen een jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom.

Uitgelicht

Misdrijven waarmee goederen worden verworven, zoals straatroven, overvallen en woninginbraken, hebben een grote impact op het woon- en leefklimaat en tasten de openbare orde aan. De beschreven overtredingen in het handhavingsarrangement brengen het risico met zich mee dat de handel in goederen afkomstig van dit soort misdrijven wordt gefaciliteerd. Wanneer de toezichthouder constateert dat de handelaar één of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat, kan dit leiden tot het aanzeggen van een last onder bestuursdwang, het verbeuren van de dwangsom of uiteindelijk het sluiting van het pand. Met deze dwangsom wordt getracht de aanzuigende werking van de opkoper op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de stimulans tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. Met sluiting wordt getracht de aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de stimulans tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting tevens de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde komt daarmee in het handhavingsarrangement tot uiting. Naast overtredingen die zijn beschreven in de APV is ook een aantal overtredingen in het arrangement opgenomen dat staat beschreven in het Wetboek van Strafrecht en dat eenzelfde effect heeft op het faciliteren van dergelijke misdrijven. Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht.

Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen wordenbuitgemaakt en/of verworven. De meest recente cijfers met betrekking tot overvallen in de regio Rotterdam laten zien dat het aantal minderjarigen ten opzichte van het aantal meerderjarigen dat dit soort misdrijven pleegt zelfs toeneemt. Vanwege deze ontwikkeling heeft de gemeente in overleg met OM en de politie onlangs besloten de aanpak van jeugdige overvallers te intensiveren. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van High Impact Crime, de afzetmarkt voor de buitgemaakte goederen te verkleinen en daarmee succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe te roepen is het inkopen van minderjarigen wettelijk niet toegestaan en tevens opgenomen in het arrangement.

Niet goed bijhouden opkoopregister (waaronder identificatieplicht)

Een belangrijke voorzorgsmaatregel die een handelaar kan nemen ter voorkoming van handel in gestolen goederen is het op juiste wijze registeren van goederen die de handelaar verkrijgt en verkoopt. Dit begint met de registratie in het inkoopregister bij het verkrijgen van het goed. Het op juiste wijze registreren maakt dat de aangeboden goederen en de personen die deze goederen aanbieden traceerbaar zijn voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan hetopsporingsonderzoek van de politie, werpt de handelaar een barrière op voor (potentiële) delictplegers en draagt de handelaar daarmee in zijn algemeenheid bij aan de aanpak van High Impact Crime. Autohandelaren zijn niet verplicht een opkoopregister bij te houden, tenzij er sprake is van informatie afkomstig van politie of justitie waaruit blijkt dat de handelaar de laatste 5 jaar betrokken is geweest bij de handel in gestolen goederen.

Heling

De beschreven overtredingen in het handhavingsarrangement dienen ter voorkoming van de handel in gestolen goederen. Bij heling, of wanneer het aannemelijk is dat de handelaar zich schuldig maakt aan heling, is sprake van een (vermoedelijk) misdrijf, waarmee de handelaar direct bijdraagt aan de handel in dit soort goederen. De handelaar stimuleert daarmee direct de hieraan voorafgaande misdrijven.

Belangenafweging

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar.

De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van eenovertreding door de handelaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt deburgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.

Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoeksplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent.

Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

Geldigheidstermijn overtreding

Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het arrangementwanneer binnen een jaar na een vorige constatering en/of overtreding (hierna: overtreding) opnieuw een overtreding plaatsvindt. Een overtreding blijft vijf jaar meetellen. Vindt een overtreding binnen vijf jaar na de vorige overtreding plaats, maar is de vorige keer langer dan een jaar geleden, dan wordt de handhavingsstap herhaald.

Mandaat aan de politiechef van Politie Eenheid Rotterdam

Ingevolge het Wetboek van Strafrecht en de APV is de burgemeester bevoegd om het in- en verkoopregister te waarmerken. Hij kan deze bevoegdheid mandateren aan een ambtenaar (‘door of namens”). Gelet op de strafrechtelijke aard en aanpak van heling is deze bevoegdheid gemandateerd aan de Politiechef van Politie Eenheid Rotterdam. Tevens is de politiechef van de Politie, Eenheid Rotterdam gemandateerd tot het opstellen en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen, zoals opgenomen in het handhavingsarrangement. Deze kan op zijn beurt beide bevoegdheden verder ondermandateren binnen zijn organisatie.

Artikel 2:68 APV

Alhoewel een handelaar hiertoe wel verplicht is, is op dit moment geen fysiek en/of digitaal loket ingericht waar ondernemers, die werkzaam zijn of willen zijn als handelaar, zich kunnen laten registeren en melding kunnen maken van feiten zoals beschreven in artikel 2:68 lid a van de APV. Op het moment dat in het kader van helingbestrijding dit alsnog wenselijk is, kan worden overgegaan tot handhaving van dit artikel zoals opgenomen in het handhavingsarrangement. Uiteraard wel onder voorwaarde dat er een digitaal en/of fysiek loket is ingericht, zodat de handelaar ook daadwerkelijk aan deze verplichtingen kan voldoen.

Afbakening

Dit Handhavingsarrangement geldt niet voor zover met betrekking tot dit handhavingsthema wordt voorzien in het Handhavingsprotocol Horeca. De uitgangspunten van het Handhavingsprotocol Horeca zijn het terugdringen en voorkomen van aantasting van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat. Daarnaast wordt gehandhaafd met als doel het voorkomen en terugdringen van criminaliteit in de horecabranche.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 15 juli 2016 door
burgemeester,
mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Bijlage 1: Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht’

Besluit van 6 januari 1992, ter uitvoering van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

[…]

Artikel 1

1. De handelaren, bedoeld in artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zijn opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken,

kunstvoorwerpen, auto's, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en

videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.

[…]

Artikel 2

[…]

2. De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin

onverwijld vermeldt:

  • a.

    het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

  • b.

    de datum van verkrijging van het goed;

  • c.

    een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk

en nummer van het goed;

  • d.

    de koopprijs of andere voorwaarden van verkrijging van het goed;

  • e.

    de naam en het adres van degene van wie het goed is verkregen;

  • f.

    zowel een omschrijving als het nummer van het document bedoeld in het eerste lid waarmee

hij de identiteit van de aanbieder heeft vastgesteld, voor zover het de inkoop van koper en

koperlegeringen betreft en de koopprijs van dat goed in contant geld wordt uitbetaald.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de Wet van 9 oktober 1991, Stb. 520 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met voorzieningen ten behoeve van de bestrijding van heling, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 6 januari 1992

Beatrix

De Minister van Justitie a.i.,

C. I. Dales

Uitgegeven de achtentwintigste januari 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Wetboek van Strafvordering

Artikel 552

De in artikel 141 bedoelde ambtenaren en de ambtenaren die krachtens artikel 142 zijn belast met de opsporing van de bij artikel 437, 437bis of 437ter van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde feiten, hebben toegang tot elke plaats waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat zij wordt gebruikt door een handelaar als bedoeld in laatstgenoemde artikelen. Artikel 90bis van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.

Artikel 6:2 APV: Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

    • o

      Opsporingsambtenaren, zoals genoemd in artikel 141 en 142 Wetboek van Strafvordering;

    • o

      De gemeentelijk toezichthouder;

    • o

      De bij de gemeente Goeree-Overflakkee in dienst zijnde ambtenaren die zijn belast met bouw- en woningtoezicht;

    • o

      De Korpschef van de regiopolitie Rotterdam.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de artikelen 4:2; 4:3; 4:5 en 4:6 van deze verordening zijn belast:

    • o

      De toezichthouders van de DCMR, afdeling gemeenten en MKB die gespecialiseerd zijn op het gebied van geluid

  • 3.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de artikelen 2.18; 2.23; 2.42; 2.43; 2.45; 2.46; 2.47; 2.48; 2.50; 2.51; 2.57; 2.73; 4.6; 4.8; 4.13; 4.18; 5.32; 5.33; 5.34 en 5.38 van deze verordening zijn belast:

    • o

      De toezichthouders van het Stichting het Zuid Hollands Landschap, domein 2 Milieu en Welzijn voor zover aangesteld voor werkzaamheden binnen de gemeente Westvoorne.

    • o

      De toezichthouders van de vereniging Natuurmonumenten, domein 2 Milieu en Welzijn voor zover aangesteld voor werkzaamheden binnen de gemeente Westvoorne.

Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Bijlage 3: Artikel 2:68 APV: Voorschriften zoals bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht

Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

  • a.

    de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:

    • 1.

      dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;

    • 2.

      van een verandering van de onder a, sub 1, bedoelde adressen;

    • 3.

      dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;

    • 4.

      dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan;

  • b.

    de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;

  • c.

    aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;

  • d.

    een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste vijf dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.