Regeling vervallen per 01-02-2017

Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

Geldend van 05-10-2016 t/m 31-01-2017

Intitulé

Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

gelet op tijdelijk beleid (anticipatie) met betrekking tot wijziging van artikel 10d van de Participatiewet (loonkostensubsidie);

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels; Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn. 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • b.

      WML: Wettelijk minimumloon;

    • c.

      loonkostensubsidie: een compensatie voor het feit dat de werknemer een verminderd arbeidsvermogen heeft en bedraagt het verschil tussen de loonwaarde van de medewerker en 70% van het wettelijk minimumloon;

    • d.

      loondispensatie: werkgever betaalt loon op basis van een vooraf vastgestelde loonwaarde;

    • e.

      banenafspraak: het extra banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking;

  • 2.

    Alle overige begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

     

Hoofdstuk II. Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.

Artikel 2. Forfairtaire loonkostensubsidie

De te voor te stellen wetswijziging biedt bij de indiensttreding van personen die tot de doelgroep banenafspraak behoren de keuzemogelijkheid voor het toepassen van een reguliere loonkostensubsidie (op basis van vastgestelde loonwaarde bij aanvang van het dienstverband, met een maximum van 70% van het wettelijk minimumloon) of een forfaitaire loonkostensubsidie (vast percentage van 50% van het wettelijk minimumloon gedurende het eerste halfjaar). Een forfaitaire loonkostensubsidie maakt de start van een dienstverband met iemand uit de doelgroep banenafspraak gemakkelijker voor een werkgever.

De forfaitaire loonkostensubsidie houdt in dat tijdens de eerste zes maanden van een dienstbetrekking een vaste forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het WML kan worden ingezet in plaats van de loonkostensubsidie op basis van loonwaarde. Dit bedrag wordt vermeerderd met de aanspraak op vakantietoeslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en met een bij ministeriele regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.

De loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd, indien de arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Na zes maanden wordt de loonkostensubsidie voortgezet, maar berekend op basis van een tijdens de forfaitaire periode op de werkplek objectief vastgestelde loonwaarde.

Het tijdelijke beleid is als volgt:

  • a.

    De loonkostensubsidie geldt voor personen die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 10d van de Participatiewet). Deze personen behoren tot de doelgroep van de banenafspraak;

  • b.

    De gemeente heeft de mogelijkheid (niet de plicht) om een forfaitaire loonkostensubsidie toe te kennen in plaats van de loonkostensubsidie op basis van de loonwaarde. Het al dan niet inzetten van een forfaitaire loonkostensubsidie dan wel het direct toepassen van een loonkostensubsidie op basis van loonwaarde wordt bepaald op basis van overleg tussen de gemeente en werkgever;

  • c.

    Tijdens het overleg tussen de gemeente en werkgever heeft de werkgever de intentie om in geval van keuze voor forfaitaire loonkostensubsidie bij gebleken geschiktheid minimaal een jaarcontract aan te bieden;

  • d.

    De geldigheidsperiode van de forfaitaire loonkostensubsidie is maximaal zes maanden vanaf de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst;

  • e.

    In de vijfde maand van de arbeidsovereenkomst wordt, indien er een forfaitaire loonkostensubsidie is toegekend, de loonwaarde van de werknemer op de werkplek vastgesteld;

  • f.

    Per 7e maand van de arbeidsovereenkomst gaat de objectief vastgestelde loonwaarde in, als over de eerste zes maanden een forfaitaire loonkostensubsidie is toegekend;

  • g.

    De forfaitaire loonkostensubsidie kan niet worden ingezet voor personen die al een dienstverband hebben;

  • h.

    Bij het verlengen van een dienstverband van zes maanden bij dezelfde werkgever voor dezelfde werkplek/functie wordt niet opnieuw een forfaitaire loonkostensubsidie ingezet. Een verlenging wordt gezien als voortzetting van hetzelfde dienstverband.

Artikel 3. Loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn

De wetswijziging zorgt ervoor dat gemeenten voortaan ook loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet kunnen inzetten voor schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding MBO. Het gaat om jongeren die al bij een werkgever werkzaam zijn en die tot de doelgroep loonkostensubsidie/banenafspraak behoren en waarbij pas gedurende de arbeidsrelatie blijkt dat er sprake is van verminderde productiviteit. Nu is toekenning van loonkostensubsidie wettelijk alleen mogelijk als de arbeidsovereenkomst nog niet in werking is getreden.

Het tijdelijke beleid is als volgt:

  • a.

    De jongere dient te behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 10d van de Participatiewet, doelgroep banenafspraak) of beschut werk te verrichten in de zin van artikel 10b van de Participatiewet;

  • b.

    De jongere dient recent( binnen een periode van zes maanden n het verlaten van het onderwijs de overgang van school naar werk hebben gemaakt;

  • c.

    De jongere dient woonachtig te zijn in de gemeente Goeree-Overflakkee;

  • d.

    Onder jongere wordt verstaan: de persoon die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt.

  • e.

    Er dient sprake te zijn van een dienstbetrekking bij een werkgever (arbeidsovereenkomst) voor de duur van minimaal 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week;

  • f.

    Er mag geen sprake zijn van een dienstbetrekking als bedoeld in de artikelen 2 en 7 van de Wet sociale werkvoorziening;

  • g.

    De jongere dient direct voorafgaande aan de dienstbetrekking deelgenomen te hebben aan:

    • o

      Het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • o

      Het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra; of

    • o

      De entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2., onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • h.

    De loonkostensubsidie wordt verstrekt na vaststelling van de loonwaarde op basis van artikel 10d, lid 1 van de Participatiewet. Het toekennen van een forfaitaire loonkostensubsidie is niet mogelijk. Ook het toekennen van een loonkostensubsidie met terugwerkende kracht is niet mogelijk;

  • i.

    Er wordt geen loonkostensubsidie verstrekt in de perioden waarin recht bestaat op ziekengeld op grond van artikel 29b van de Ziektewet (no-riskpolis);

  • j.

    Een loonkostensubsidie wordt niet verstrekt aan de werkgever indien hij voor de werknemer waarvoor hij de loonkostensubsidie aanvraagt al een andere loonkostensubsidie ontvangt van de gemeente;

  • k.

    Er wordt geen loonkostensubsidie verstrekt indien de werkgever een beroep kan doen op loondispensatie via het UWV (voorliggende voorziening);

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 4. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien

Inzake de onderwerpen die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van burgemeester en wethouders, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslissen burgmeester en wethouders.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.     

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 27 september 2016 door
burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,
secretaris, burgemeester,
W.M. van Esch mr. A. Grootenboer-Dubbelman