Regeling vervallen per 01-11-2018

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland

Geldend van 12-10-2017 t/m 31-10-2018 met terugwerkende kracht vanaf 10-10-2014

Intitulé

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland,

gelet op artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 11 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland,

gezien de overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen verleende toestemming van de raden van de deelnemende gemeenten;

overwegende:

  • 1.

    dat als gevolg van de decentralisatie van de (Rijks-)taken voor de jeugdhulp gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor alle vormen van jeugdhulp zoals vastgelegd in de Jeugdwet zoals deze wet vanaf 1 januari 2015 geldt;

  • 2.

    dat een belangrijk onderdeel van deze verantwoordelijkheid de wijze is waarop de gemeenten de inkoop en het opdrachtgeverschap organiseren;

  • 3.

    dat de dertien Zeeuwse gemeenten in Zeeland dit vorm hebben gegeven in een centrale inkoop- en monitoringsorganisatie voor de jeugdhulp in de provincie Zeeland;

  • 4.

    dat deze organisatie is ondergebracht bij het openbaar lichaam Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland;

  • 5.

    dat op 23 april 2014 het algemeen bestuur de voorkeur heeft uitgesproken voor een bestuurscommissie op basis van artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • 6.

    dat een bestuurscommissie een zelfstandig bestuursorgaan is met eigen bevoegdheden waardoor recht wordt gedaan aan het grote belang dat is gemoeid met het uitvoeren van deze taken uit de Jeugdwet voor de dertien Zeeuwse gemeenten;

  • 7.

    dat de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland een van de GGD Zeeland te onderscheiden kolom is binnen het openbaar lichaam met elk een eigen doel en een eigen financiering en een eigen verdeelmodel;

  • 8.

    dat het hoofddoel van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland is om een kwalitatief hoogwaardig en dekkend aanbod van jeugdhulp in natura beschikbaar te hebben voor de inwoners van de dertien Zeeuwse gemeenten ter uitvoering van het jeugdhulpbeleid van de gemeenten, waarbij deze jeugdhulp past bij de behoefte en kan worden uitgevoerd binnen de financiële kaders;

  • 9.

    dat de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland tevens als doel heeft om de inkoop en subsidiëren van de benodigde jeugdhulp voor de regio Zeeland effectief en efficiënt te organiseren, met een duidelijke en transparante werkwijze voor de inkoop en subsidiëren van jeugdhulp en het zo veel mogelijk vermijden van bureaucratie.

besluit:

  • I.

    in te stellen de bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland ter uitvoering van de taken en bevoegdheden in het kader van de Jeugdwet ten behoeve van de gemeenten:

    • a.

      welke zijn overgedragen aan het bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam in artikel 7 van de gemeenschappelijke regeling,

      alsmede

    • b.

      welke bij afzonderlijk besluit van het (de) bevoegde bestuurga(a)n(en) van alle gemeenten aan het bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam worden gemandateerd dan wel waarvoor volmacht of machtiging is verleend en door het bestuur zijn aanvaard,

      en

  • II.

    vast te stellen volgende:

    "Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland"

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

  • 2. Daar waar in deze regeling artikelen en bepalingen van enige wet of andere regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dienen in die artikelen in plaats van ‘de gemeente’, ‘de raad’, ‘het college’ en ‘de burgemeester’ te worden gelezen onderscheidenlijk: ‘het openbaar lichaam’, ‘het algemeen bestuur’, ‘het dagelijks bestuur’ en ‘de voorzitter’.

Artikel 2: Instelling

Er is een commissie als bedoeld in artikel 25 van de Wgr met de naam "bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland", verder in deze verordening aangeduid met "commissie".

Artikel 3: Doel en taken bestuurscommissie en directeur jeugdhulp

  • 1. Het algemeen bestuur draagt bij deze aan de commissie over de taken en bevoegdheden in het kader van de Jeugdwet:

    • a.

      welke zijn overgedragen aan het gemeenschappelijk openbaar lichaam in artikel 7,

      alsmede

    • b.

      welke bij afzonderlijk eensluidend besluit van het (de) bevoegde bestuursorga(a)n(en) van alle gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling zijn gemandateerd dan wel waarvoor volmacht of machtiging is verleend en door het gemeenschappelijk openbaar lichaam zijn aanvaard.

  • 2. De commissie heeft de taak om zorg te dragen voor een doeltreffende en doelmatige uitoefening c.q. uitvoering van de door het algemeen bestuur aan de commissie overgedragen taken en bevoegdheden op het terrein van inkoop van Jeugdhulp.

Artikel 4: Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit evenveel leden als er gemeenten zijn die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling, met dien verstande dat van iedere gemeente één lid vertegenwoordigd is. De commissie bestaat uit de portefeuillehouders Jeugd van de gemeenten.

  • 2. Ieder lid kan zich in de vergadering van de commissie laten vervangen door degene die als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

  • 3. De commissie kan bij unaniem besluit maximaal twee extra leden benoemen die beschikken over deskundigheid op het gebied van Jeugdhulp en / of inkoop en die geen lid zijn van de raden van de gemeenten of van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

    Deze leden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en kunnen één maal worden herbenoemd voor een periode van maximaal vier jaar.

    Het algemeen bestuur is bevoegd tot schorsing en ontslag van deze leden. Als het algemeen bestuur hiertoe voornemens is dan wint het algemeen bestuur advies in van de commissie alvorens het besluit te nemen.

  • 4. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voor een lid als bedoeld in het eerste lid: a. op eigen verzoek van het lid; b. zodra het lid niet meer de portefeuille Jeugd heeft; c. door een ontslagbesluit van het algemeen bestuur; d. door overlijden.

  • 5. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voor een lid als bedoeld in het derde lid: a. op eigen verzoek van het lid; b. door een ontslagbesluit van het algemeen bestuur; c. door overlijden; d. door afloop van de termijn van benoeming.

Artikel 5: De voorzitter

De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter is lid of voorzitter van het algemeen bestuur, maar geen voorzitter of lid van het dagelijks bestuur, behoudens voorafgaande goedkeuring van het algemeen bestuur. Artikel 4 lid 4 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6: Vergadering

  • 1. De commissie vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter nodig oordeelt, dan wel ten minste drie leden, onder opgaaf van redenen, schriftelijk daarom verzoeken.

  • 2. Op het houden van vergaderingen van de commissie is artikel 22 van de Wgr van toepassing.

  • 3. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Ten aanzien van het houden van en vergadering achter gesloten deuren zijn de artikelen 23 tot en met 25 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De vergaderorde wordt bepaald door de voorzitter.

Artikel 7: Besluitvorming

  • 1. De leden als bedoeld in artikel 4, eerste lid hebben ieder één stem; de leden als bedoeld in artikel 4, derde lid hebben een adviserende stem.

  • 2. De commissie beslist bij unanimiteit.

  • 3. Indien bij stemming geen unanimiteit is bereikt, wordt in tweede instantie bij gewone meerderheid beslist. Bij het staken der stemmen in tweede instantie is het voorstel verworpen.

Artikel 8: Informatieverschaffing

  • 1. De commissie geeft aan het algemeen bestuur gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van werkzaamheden van de commissie nodig is.

  • 2. De commissie doet aan het algemeen bestuur ten minste één maal per jaar verslag van haar werkzaamheden. Daarnaast kan het algemeen bestuur regels stellen over de wijze waarop en frequentie waarmee de commissie het algemeen bestuur verder informeert.

Artikel 9: Jaarplan

  • 1. De commissie stelt periodiek een ontwerp-jaarplan voor Zeeland met hierin budgetten, doelstellingen en in te kopen Jeugdhulp. De inkooporganisatie baseert zich daarbij op het beleid voor Jeugdhulp van elk der dertien Zeeuwse gemeenten, historische gegevens en gesignaleerde ontwikkelingen en trends.

  • 2. De commissie zendt het ontwerp- jaarplan om advies aan het PAO Jeugdhulp. Het PAO Jeugdhulp is een buiten de gemeenschappelijke regeling staand platform waarin elk van de gemeenten vertegenwoordigd is om inkoop op het beleidsterrein van Jeugdhulp af te stemmen.

  • 3. Het ontwerp-jaarplan wordt samen met het advies van het PAO Jeugdhulp door de commissie toegezonden aan het algemeen bestuur dat het ontwerp-jaarplan toezendt aan de colleges van de gemeenten ter vaststelling.

Artikel 10: Begroting

  • 1. De commissie stelt jaarlijks voor 1 maart een ontwerpbegroting op voor haar eigen onderdeel. Desgewenst kan zij dit ontwerp vergezeld laten gaan van een ontwerp van een meerjareninkoopbeleidsplan.

  • 2. De commissie zendt de ontwerp-begroting desgewenst vergezeld van een ontwerp van het meerjarenbeleidsplan uiterlijk op 1 maart aan het dagelijks bestuur. Dit om het dagelijks bestuur in staat te stellen een ontwerpbegroting voor de regeling op te stellen op uiterlijk 1 mei van het jaar voorafgaand aan het betreffende begrotingsjaar.

Artikel 11: Jaarstukken

  • 1. De commissie legt voor 1 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar onder overlegging van de opgestelde jaarstukken, het jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen voor inkoop van Jeugdhulp, benevens het rapport van de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet met de controles belaste accountant.

  • 2. De commissie houdt zich aan de voorschriften van de financiële verordening zoals vastgesteld door het algemeen bestuur.

  • 3. De leden 2 tot en met 4 van artikel 29 van de gemeenschappelijke regeling zijn van toepassing op deze stukken, waarbij het dagelijks bestuur zorg draagt voor de in lid 2 en lid 4 genoemde toezending.

    Lid 5 van artikel 29 van de gemeenschappelijke regeling is van overeenkomstige toepassing op deze stukken, waarbij in lid 5 voor "dagelijks bestuur" "commissie" dient te worden gelezen.

Artikel 12: Periodieke rapportages

De commissie rapporteert ten behoeve van de colleges van burgemeester en wethouders aan het algemeen bestuur over in ieder geval de gegevens genoemd in het derde lid van artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast kan het algemeen bestuur regels stellen over de wijze waarop en frequentie waarmee wordt gerapporteerd.

Artikel 13: Ondersteuning van de commissie door directeur Jeugdhulp

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een directeur Jeugdhulp en een ondersteunende organisatie, de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland.

  • 2. De directeur Jeugdhulp is belast met de dagelijkse leiding van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland.

  • 3. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur al dan niet op voorstel van de commissie. Het algemeen bestuur wint advies in van de commissie alvorens het besluit te nemen.

  • 4. De directeur Jeugdhulp is verantwoording verschuldigd aan de commissie. De directeur handelt conform de algemene en bijzondere aanwijzingen van de commissie.

  • 5. De directeur Jeugdhulp vervult ten behoeve van de commissie de functie van ambtelijk secretaris en hij heeft een adviserende stem in de bestuurscommissie.

  • 6. De bestuurscommissie wijst de functionaris aan die als plaatsvervanger optreedt voor de directeur Jeugdhulp in geval van diens afwezigheid voor langere duur.

Artikel 14: Het college van inkoop Jeugdhulp

  • 1. De commissie wijst uit haar midden twee leden aan die samen met de voorzitter het college van inkoop Jeugdhulp vormen.

  • 2. De taak van het college van inkoop Jeugdhulp is het voorbereiden van al hetgeen aan de commissie ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd.

  • 3. De directeur Jeugdhulp vervult ten behoeve van het college van inkoop Jeugdhulp de functie van ambtelijk secretaris en hij heeft een adviserende stem in het college.

  • 4. De artikelen 14, derde lid (plaatsen die openvallen), 15 (Einde lidmaatschap), artikel 16 (werkwijze) en artikel 20 (intern) van de gemeenschappelijke regeling zijn van overeenkomstige toepassing op het college van inkoop Jeugdhulp, waarbij voor "algemeen bestuur" "commissie" wordt gelezen.

Artikel 15: Wijziging of intrekking van de verordening

Het algemeen bestuur kan de verordening wijzigen of intrekken al dan niet op voorstel van de commissie.

Artikel 16: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland".

Artikel 17: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment waarop het algemeen bestuur deze verordening vaststelt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 10 oktober 2014.

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland,

secretaris

voorzitter