Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening precariobelasting kabels en leidingen 2018 gemeente Goes

Geldend van 28-02-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening precariobelasting kabels en leidingen 2018 gemeente Goes

De raad van de gemeente Goes;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2017;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting kabels en leidingen 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Jaar: een kalenderjaar

  • 2.

    Vergunning:

    een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een (rechts-)persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • 3.

    Kabels en leidingen:

    kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie, water, gas of andere materialen/grondstoffen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene ten behoeve van wie de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1. kabels en leidingen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop de kabels en leidingen zich bevinden een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 2. kabels en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 3. kabels en leidingen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • 4. buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater;

  • 5. voorwerpen, welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen, zijn aangebracht of geplaatst.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende meter per jaar € 1,57 met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 50,00 worden niet ingevorderd.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het eerste lid genoemde twee gelijke termijnen drie gelijke termijnen te worden gelezen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening precariobelasting kabels en leidingen 2017' van 15 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting kabels en leidingen 2018".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in zijn openbare vergadering van 21 december 2017.

de griffier,

drs. B.C. van Doornum.

de voorzitter,

H.W.M. Klitsie.