Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021

Geldend van 29-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021

De raad van de gemeente Goirle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 oktober 2020; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

  • A.

    Mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor, dan wel gebruikt worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden.

  • B.

    Vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan gedurende een seizoen of jaar.

  • C.

    Groepsaccommodatie: een vakantieonderkomen bestemd voor en gebruikt als verblijf van groepen van tien of meer personen waarbij het gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfruimten en slaapzalen centraal staat.

  • D.

    Overige accommodaties: niet zijnde een accommodatie als omschreven onder a, b of c.

  • E.

    Jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    van degene die op de dag van de eerste overnachting, de leeftijd van 14 jaar nog niet heeft bereikt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,50

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting ingeval van verblijf door de eigenaar c.q. bezitter van het mobiel kampeeronderkomen of stacaravan in het mobiele kampeeronderkomen of stacaravan op een vaste standplaats, per mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, per jaar € 204,75

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien (10) zal of heeft belopen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in één termijn. De termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid biedt tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2, dat schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.

Artikel 12 Aangifteplicht

  • 1.

    De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, om een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.

  • 2.

    De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een tijdige of onvolledige aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.

  • 3.

    Indien beschikbaar zal de grondslag voor de aanslag als bedoeld in het voorgaande lid tenminste gelijk zijn aan de grondslag van het voorgaande belastingjaar.

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtregister bij te houden.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft gegevens tenminste betreffende de:

    • a.

      naam, leeftijd en woonplaats;

    • b.

      data van aankomst en vertrek;

    • c.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting is verschuldigd.

  • 3.

    De gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "verordening toeristenbelasting 2020" van 12 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2021”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 15 december 2020.

De voorzitter

De griffier