Regeling vervallen per 20-04-2021

Beleidsregels Openbare oplaadpalen gemeente Gooise Meren

Geldend van 09-04-2019 t/m 19-04-2021 met terugwerkende kracht vanaf 25-10-2016

Intitulé

Beleidsregels Openbare oplaadpalen gemeente Gooise Meren

Ondertekening

Beleidsregels Openbare oplaadpalen gemeente Gooise Meren

1. Inleiding

Oplaadpalen worden binnen de gemeente Gooise Meren via Metropool Regio Amsterdam Elektrisch (MRA-E) gerealiseerd. De MRA-E is een intern projectbureau van de provincie Noord-Holland.

Door het opstellen van beleidsregels ontstaat helderheid met betrekking tot de taakverdeling tussen de gemeente Gooise Meren en de MRA-E, de stappen die dienen te worden genomen om oplaadpalen te kunnen plaatsen, de te hanteren criteria bij het toetsen van de aanvragen en de eisen die aan de locaties van de oplaadpalen en de oplaadpalen zelf worden gesteld.

2. Juridisch kader

Gemeenten kunnen beleidsregels vaststellen op grond van artikel 4:81 Algemene Wet Bestuursrecht voor de uitoefening van de hen toekomende bevoegdheden.

Beleidsregels zijn altijd gebaseerd op een specifieke bevoegdheid van de raad en/of het college van burgemeester en wethouders. Binnen het kader van het realiseren van oplaadpalen gaat het om de volgende bevoegdheden:

  • het aanwijzen van openbare oplaadpalen als categorie van voorwerp op grond van de APV artikel 2:10 lid 4 onder a, waardoor het verstrekken van een vergunning op grond van APV artikel 2:10 lid 1 niet meer nodig is, en volstaan kan worden met het geven van toestemming aan de MRA-E voor het plaatsen van een oplaadpaal op de door de gemeente Gooise Meren aangewezen locatie;

  • het nemen van een verkeersbesluit op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994.

Deze bevoegdheden zijn neergelegd bij het college van burgemeester en wethouders. Het verlenen van toestemming of het nemen van een verkeersbesluit is geen verplichting, maar een bevoegdheid met een afweging per individueel geval. Beleidsregels zijn daarbij een hulpmiddel.

In beginsel handelt het college conform de beleidsregels, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzonder omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.

3. Begripsbepalingen:

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren;

  • gemeente: de gemeente Gooise Meren;

  • MRA-E: samenwerkingsverband van verschillende publieke partijen, vertegenwoordigd door GS van de provincie Noord-Holland;

  • marktpartij: de partij die op grond van een aanbesteding een overeenkomst met MRA-E heeft gesloten m.b.t plaatsing, beheer, en/of exploitatie van oplaadinfrastructuur;

  • aanvrager: bewoner of werknemer die via de MRA-E een aanvraag indient voor het plaatsen van een oplaadpaal;

  • elektrische voertuigen: een personen- of bedrijfsauto, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 1 sub c, van de Wegenverkeerswet 1994 en nader bepaald in de Regeling auto en die is geregistreerd bij de Rijksdienst voor Wegverkeer en die geheel of gedeeltelijk – met een minimaal volledig elektrisch bereik van 45 km – door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan deze batterij wordt opgeladen door middel van een voorziening buiten de auto;

  • oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste twee aansluitingen;

  • laadpas: een pas, benodigd voor het gebruik van de oplaadpaal, gebaseerd op de landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit;

  • interoperabiliteit: de mogelijkheid om met een laadpas van verschillende service providers gebruik te maken van een oplaadpaal van verschillende aanbieders van oplaadinfrastructuur;

  • service provider: aanbieder van laaddiensten aan gebruikers, zoals de uitgifte van laadpassen;

  • exploiteren: het tegen een vergoeding voor gebruikers, voor eigen rekening en risico van de marktpartij ter beschikking stellen, beheren en toegang verlenen tot de interoperabele laadinfrastructuur;

4. MRA-E

De gemeente plaatst zelf geen oplaadpalen in de openbare ruimte, maar geeft onder bepaalde voorwaarden toestemming aan de MRA-E om oplaadpalen te laten plaatsen en exploiteren door een door de MRA-E geselecteerde marktpartij.

5. Werkwijze

De aanvragers dienen hun aanvraag in via de portal van MRA-E. De gemeente vervult geen taak bij het indienen van de aanvraag, anders dan het via de website of anderszins informeren van de belanghebbenden over de werkwijze die van toepassing is.

De gemeente ontvangt een geautomatiseerde e-mail van MRA-E met daarin alle voor de toetsing van de aanvraag relevante informatie.

Er zijn vervolgens twee opties.

Optie1.

De gemeente toetst de aanvragen op grond van deze beleidsregels. Dit resulteert in een locatievoorstel voor de MRA-E. De MRA-E toetst het voorstel van de gemeente op basis van de door haar gehanteerde uitgangspunten.

Optie 2.

De MRA-E toetst de aanvragen op grond van de door haar gehanteerde uitgangspunten. Dit resulteert in een locatievoorstel voor de gemeente. De gemeente toetst het voorstel van MRA-E op basis van deze beleidsregels.

De gemeente informeert de aanvrager over de uitkomst van de toetsen die door de MRA-E en door de gemeente worden uitgevoerd.

De gemeente neemt een verkeersbesluit waardoor het mogelijk wordt twee parkeerplaatsen per oplaadpaal exclusief te reserveren voor het opladen. Na publicatie van het verkeersbesluit volgt de bezwaarperiode van zes weken. De oplaadpalen worden niet geplaatst zo lang de bezwaarperiode nog niet voorbij is.

Als er geen bezwaren binnen komen, dan wordt aan de marktpartij toestemming gegeven om de oplaadinfrastructuur in opdracht van de MRA-E op de aangewezen locatie te realiseren en bedrijfsklaar op te leveren. Dit gebeurt door het verkeersbesluit naar de marktpartij te uploaden.

De gemeente plaatst de correcte bebording bij de gereserveerde parkeerplaatsen op dezelfde dag als de plaatsing van de oplaadpaal.

Als de oplaadinfrastructuur in bedrijf is gesteld dan wordt de gemeente hierover door de MRA-E geïnformeerd. De gemeente accepteert de oplevering van de oplaadinfrastructuur.

6. Toetsen aanvragen

De aanvraag of het locatievoorstel van de MRA-E wordt getoetst op grond van de criteria die in de beleidsregels Openbare oplaadpalen gemeente Gooise Meren zijn opgenomen. Hieronder staan de criteria die van toepassing zijn.

  • bewoners woonachtig binnen de gemeente kunnen een aanvraag indienen;

  • mensen die aantoonbaar minimaal 18 uren per week werken binnen de gemeente, kunnen ook een aanvraag indienen;

  • een aanvrager die op eigen terrein kan parkeren en laden, komt niet in aanmerking voor een oplaadpaal in de openbare ruimte;

  • de aanvrager toont met een (voorlopige) koop- of leaseovereenkomst aan dat de aanvrager in het bezit is of komt van een elektrisch voertuig;

  • een aanvrager die voor een tweede locatie in de openbare ruimte een aanvraag indient, komt niet in aanmerking voor een oplaadpaal;

  • indien van toepassing beschikt een aanvrager over een parkeervergunning;

  • de gemeente werkt niet mee aan verzoeken om een oplaadpaal die de aanvrager zelf heeft aangeschaft in de openbare ruimte te (laten) plaatsen;

  • aanvragers komen niet in aanmerking voor een oplaadpaal als de afstand tussen de woning / werklocatie en de dichtstbijzijnde (in voorbereiding zijnde) oplaadpaal via de kortste route minder is dan 300 meter;

  • het voorgaande punt is niet van toepassing als de bezetting van de desbetreffende oplaadpaal minder is dan 50% (gerekend over een periode van 24 uur).

7. Locaties oplaadpalen

Hieronder staan de criteria die van toepassing zijn met betrekking tot de locaties van de oplaadpalen.

  • oplaadpalen worden alleen geplaatst op grond dat in eigendom is van de gemeente;

  • oplaadpalen worden bij voorkeur geplaatst op centrale, goed zichtbare en goed bereikbare locaties met een min of meer anoniem karakter, bijvoorbeeld aan de kopse kant van een rij woningen of op parkeerterreinen;

  • oplaadpalen worden niet direct voor de woning van een aanvrager geplaatst om te voorkomen dat de aanvrager de oplaadpaal als een eigen oplaadpaal gaat beschouwen;

  • oplaadpalen worden alleen gerealiseerd op bestaande parkeerplaatsen, de gemeente realiseert geen nieuwe parkeerplaatsen voor nog te plaatsen oplaadpalen;

  • de gemeente plaatst alleen oplaadpalen op locaties die 24 uur per dag 7 dagen per week voor iedereen toegankelijk zijn;

  • oplaadpalen worden bij voorkeur geplaatst op locaties waar meerdere parkeerplaatsen aanwezig zijn, dit vergemakkelijkt in technische zin toekomstige uitbreidingen;

  • oplaadpalen mogen voor geen enkele weggebruiker een belemmering of gevaar vormen;

  • locaties waar sprake is van geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen komen niet in aanmerking voor een oplaadpaal;

  • oplaadpalen mogen het openbaar groen niet beschadigen en worden op minimaal 1,5 meter van een boom geplaatst en bij voorkeur niet onder een kruin van een boom;

  • bij de keuze van de locatie streeft de gemeente naar een afstand tussen de oplaadpaal en het laagspanningsnet van maximaal 25 meter.

8. Oplaadpalen

  • een oplaadpaal heeft minimaal twee aansluitpunten voor het gelijktijdig kunnen opladen van twee elektrische voertuigen;

  • de oplaadpaal voldoet aan de meest up-to-date en gebruikelijke (nationale en internationale) vereisten van een openbare oplaadpaal op het gebied van veiligheid en interoperabiliteit, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers;

  • MRA-E stemt een eenduidige verschijningsvorm van de oplaadpaal af met de gemeente;

  • van het voorgaande punt kan, met toestemming van de gemeente, alleen in bijzondere situaties worden afgeweken (bijv. beschermd stadgezicht);

  • de oplaadpaal mag niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden, met uitzondering van de naamsvermelding van de MRA-E en de marktpartij die de oplaadpalen in opdracht van de MRA-E plaatst;

  • op de oplaadpaal staan de contactgegevens vermeldt die van toepassing zijn in geval van storingen.

9. Parkeerregimes

Een parkeerregime (bijvoorbeeld betaald parkeren, blauwe zone of vergunninghoudersparkeren) blijft onverkort van kracht voor de parkeerplaatsen die voor het opladen zijn gereserveerd.

10. Hardheidsclausule

  • het college kan in specifieke, bijzondere of onvoorziene gevallen het bepaalde in de hoofdstukken 1 tot en met 10 niet van toepassing verklaren;

  • het college bepaalt of er sprake is van een specifiek, bijzonder of onvoorzien geval;

  • deze beleidsregel kan tussentijds worden herzien en aangescherpt op basis van het aantal binnenkomende aanvragen, de (technische) ontwikkeling in de automobielmarkt, veranderingen in (landelijk) beleid en de ervaring die met elektrisch rijden en de bijbehorende oplaadinfrastructuur is opgedaan;

  • de gemeente is te allen tijde bevoegd om in acute en/of gevaarlijke situaties direct in te grijpen op kosten en risico van de MRA-E.

11. Citeertitel

Dit document kan worden aangehaald als “Beleidsregels Openbare oplaadpalen gemeente Gooise Meren”.

De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.