Regeling vervallen per 01-03-2022

Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

Geldend van 01-01-2021 t/m 28-02-2022

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

Vastgesteld met de vereiste meerderheid door de colleges en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in de periode 15 april 2020 tot en met 26 november 2020.

Voor de overdracht van de gewijzigde taken en bevoegdheden van artikel 5 is de vereiste unanimiteit bereikt.

Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Blaricum, Gooise Meren Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren, ieder voor zoveel het zijn bevoegdheden betreft en de raad en het college van burgemeester en wethouders van gemeente Eemnes die per 1 januari 2016 partieel op enkele daarbij expliciet in de regeling weergegeven werkgebieden is toegetreden (partiële toetreding) onder instemming met de door het algemeen bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek gestelde bestuurlijke en financiële randvoorwaarden;

overwegende:

dat de gemeenschappelijke regeling in 2017 voor het laatst is geactualiseerd en aangepast;

dat de taken van de Regio regelmatig aan wijziging onderhevig zijn;

dat met enkele wijzigingen en verduidelijkingen de regeling in overeenstemming is gebracht met de bestaande samenwerkingspraktijk;

dat de procedures van planning en control in de gemeenschappelijke regeling zijn aangepast;

dat gelet op de fusie van Weesp met Amsterdam per 2022 verduidelijking is aangebracht in de uittredingsbepaling;

dat in afwachting van de uitkomsten van de experimenteerfase geen wijzigingen zijn aangebracht in de governance van de Regio;

dat bij een eerstvolgende actualisering in ieder geval voor de nieuwe raadsperiode verduidelijkt dient te worden de procedure tot vaststelling van de Regionale samenwerkingsagenda;

gelezen:

het voorstel aan het algemeen bestuur d.d. 12 maart 2020, nr. 20.0000813;gelet op de bepalingen in de Gemeentewet en in de Wet gemeenschappelijke Regelingen;

BESLUITEN:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    In deze Gemeenschappelijke Regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Regio.

    • b.

      Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Regio.

    • c.

      Gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten met uitzondering van Eemnes.

    • d.

      Eemnes: de gemeente Eemnes

    • e.

      Regio: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en in artikel 3 van deze regeling.

    • f.

      Wet: Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet, dan wel andere wettelijke regelingen van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt, tenzij anders vermeld, in die artikelen voor de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, respectievelijk gelezen: de Regio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

Hoofdstuk 2 Regio Gooi en Vechtstreek

Artikel 2 Doelstelling

Doel van deze regeling is de wenselijk geachte samenwerking tussen de gemeenten in Gooi en Vechtstreek en Eemnes zodanig vorm te geven dat de aan de Regio opgedragen taken en dienstverlening doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd met behoud van de regie van de gemeenten onder waarborging van betrokkenheid van gemeenteraden bij de regionale samenwerking.

Artikel 3 Instelling

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam genaamd Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd in Bussum (gemeente Gooise Meren).

  • 3.

    Het werkgebied betreft het grondgebied van de samenwerkende gemeenten.

Hoofdstuk 3 Samenwerking

Artikel 4 Afstemming en coördinatie

  • 1.

    De Regio kan voor de gemeenten de navolgende taken uitvoeren:

    • belangenbehartiging/lobby;

    • delen kennis, capaciteit en deskundigheid;

    • bevorderen onderlinge afstemming;

    • visieontwikkeling;

    • verwerving van budgetten;

    • beleidsvoorbereiding;

    • inkoop en contractbeheer;

    • gezamenlijk beheer;

    • beleidsuitvoering;

    • contractmanagement.

Artikel 5 Overgedragen taken en bevoegdheden

  • 1.

    De Regio is ten aanzien van alle overgedragen taken belast met beleidsvoorbereiding.

  • 2.

    De Regio is belast met uitvoering van de navolgende taken en hiermee verband houdende aan het algemeen bestuur overgedragen bevoegdheden, op taakveld:

    • I.

      Ambulancezorg, voor de gemeenten: het verlenen van ambulancezorg op grond van de Tijdelijke wet ambulancezorg en de uitvoering van het ambulancedeel in de meldkamer die gemeenschappelijk met politie en brandweer wordt beheerd.

    • II.

      Milieubeheer, voor de gemeenten: de uitvoering van Hoofdstuk 10. Afvalstoffen van de Wet milieubeheer (Wm), voor zover deze aan gemeenten is opgedragen, met uitzondering van het bepaalde over afvalwater.

      Ten behoeve van de uitvoering van Hoofdstuk 10. Afvalstoffen van de Wm is de bevoegdheid tot het vaststellen van de afvalstoffenverordening door de gemeenteraad als bedoeld in artikel 10.23 van de Wm overgedragen.

    • III.

      Publieke gezondheid, voor de gemeenten: de uitvoering van de artikelen 2 (publieke gezondheidszorg algemeen), 5 (jeugdgezondheidszorg), 5a (ouderengezondheidszorg) 6 lid 1 (algemene infectieziektebestrijding), 6b leden 3, 4 en 5 (Rijksvaccinatieprogramma), 15 (beschikbaarstelling deskundigheid) van de Wet publieke gezondheid (Wpg).

      Ten behoeve van de uitvoering van artikel 5 van de Wpg is de bevoegdheid tot het verwerken van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Wpg overgedragen.

    • IV.

      AMHK, voor de gemeenten: taken met betrekking tot het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek als bedoeld in het bepaalde bij of krachtens Hoofdstuk 4. Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waaronder de coördinatie en afstemming bij het voornemen tot oplegging van een tijdelijk huisverbod in verband met (een ernstig vermoeden van) kindermishandeling als bedoeld in artikel 2 lid 3 van de Wet tijdelijk huisverbod.

    • V.

      Maatschappelijke ondersteuning, voor de gemeenten en voor Eemnes:

      • a.

        de uitvoering van de navolgende taken ten aanzien van de nieuwe centrumgemeente taken (beschermd wonen) als bedoeld in de Wmo 2015:

        • 1.

          accounthouderschap & marktmeesterschap;

        • 2.

          inkoop en contractbeheer;

        • 3.

          kassiersfunctie.

      • b.

        de opdrachtverstrekking van maatwerkvoorzieningen aan aanbieders, de controle op rechtmatigheid van declaraties van maatwerkvoorziening en de behandeling van klachten in het kader van de Wmo 2015. Tot deze taakuitvoering behoort de daartoe benodigde verwerking van persoonsgegevens;

      • c.

        de uitvoering van het bepaalde in het door de gemeenten en Eemnes vastgestelde plan als bedoeld in artikel 2.1.2 lid 1 van de Wmo 2015 ten aanzien van beschermd wonen of opvang als bedoeld in artikel 2.1.2 lid 2 sub g van de Wmo 2015. Tot deze taakuitvoering behoren in ieder geval de beleidsuitvoering, de inkoop en het contractbeheer voor beschermd wonen of opvang.

    • VI.

      Onderwijs, voor de gemeenten en voor Eemnes:

      • a.

        de uitvoering van alle gemeentelijke taken als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 én met de uitvoering van de regelgeving met betrekking tot de melding en de bestrijding van voortijdig school verlaten (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra. Tot deze taken behoren in ieder geval:

        • 1.

          de registratie en administratie van de leerplichtige en kwalificatieplichtige leerlingen en van leerlingen met een leerovereenkomst;

        • 2.

          de preventieve en curatieve maatschappelijke zorg bij schoolverzuim en voortijdig schoolverlaters;

        • 3.

          justitiële taken in geval van overtreding van de leerplicht of kwalificatieplicht ten behoeve van ouders, scholen en jongeren vanaf 12 jaar;

        • 4.

          de behandeling van aanvragen tot vrijstelling of ontheffing schoolbezoek, leerplicht en kwalificatieplicht;

        • 5.

          het voeren van overleg met de daarvoor in aanmerking komende instanties;

        • 6.

          het geven van voorlichting aan scholen, ouders en jongeren;

        • 7.

          het toezicht op naleving van de Leerplichtwet 1969;

        • 8.

          het toepassen van bestuurlijke handhaving tot naleving van de Leerplichtwet 1969.

      • b.

        de navolgende taken ten aanzien van de nieuwe Centrumgemeentetaken (volwasseneneducatie) als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB):

        • 1.

          beleidscoördinatie ten aanzien van het voorbereiden en uitvoeren van een regionaal programma (beleidsplan) als bedoeld in artikel 2.3.1 lid 3 onder a van de WEB;

        • 2.

          inkoop en contractbeheer;

        • 3.

          kassiersfunctie.

          Ten behoeve van de uitvoering van de taken als bedoeld onder VI Onderwijs onder a zijn de bevoegdheid tot daden van regeling en bestuur, de bevoegdheden die in de Leerplichtwet 1969, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra aan het college van B&W zijn toegekend en de bevoegdheid om bestuursdwang ex artikel 125 Gemeentewet toe te passen tot handhaving van de regels van de Leerplichtwet 1969 overgedragen;

          Ten behoeve van de uitvoering van de taken als bedoeld onder VI Onderwijs onder b is de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.3.1 lid 3 van de WEB overgedragen.

    • VII.

      Jeugdhulp, voor de gemeenten:

      • a.

        de opdrachtverstrekking van jeugdhulpvoorzieningen aan aanbieders, de controle op rechtmatigheid van declaraties van jeugdhulpvoorzieningen, de melding aanvang zorg en de behandeling van klachten in het kader van de Jeugdwet. Tot deze taakuitvoering behoort de daartoe benodigde verwerking van persoonsgegevens;

      • b.

        jeugdhulp te allen tijde bereikbaar en beschikbaar te hebben in situaties waarin onmiddellijke uitvoering van taken is geboden (artikel 2.6 lid 1 onder b Jeugdwet).

        Ten behoeve van de uitvoering van de taak als bedoeld in VII Jeugdhulp onder b zijn de volgende hiermee verband houdende bevoegdheden overgedragen:

        • -

          het onverwijld melden aan de ingevolge de Jeugdwet met toezicht belaste ambtenaren van iedere calamiteit die zich bij de verlening van jeugdhulp heeft voorgedaan en van geweld bij de verlening van jeugdhulp (artikel 4.1.8 lid 1 Jeugdwet);

        • -

          het treffen van een regeling voor de behandeling van klachten over gedragingen van de Crisisdienst Jeugdwet en van voor de Crisisdienst Jeugdwet werkzame personen jegens een jeugdige, ouder, ouder zonder gezag, voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent of een pleegouder in het kader van de verlening van jeugdhulp (artikel 4.2.1 Jeugdwet);

        • -

          het jaarlijks opstellen van een verslag over de naleving van de Jeugdwet in het voorafgaande jaar met betrekking tot regels omtrent de kwaliteit van de jeugdhulp onderscheidenlijk de kwaliteit van de uitvoering van de taken, het klachtrecht en de medezeggenschap ( artikel 4.3.1 Jeugdwet);

        • -

          het gebruik van het burgerservicenummer van een jeugdige als bedoeld in artikel 7.2.1 van de Jeugdwet en het vaststellen van het burgerservicenummer van een jeugdige als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Jeugdwet alsmede de bevoegdheid om van de verplichtingen in de artikelen 7.2.1 en 7.2.2 van de Jeugdwet af te wijken als bedoeld in artikel 7.2.6 van de Jeugdwet;

        • -

          de bevoegdheid tot het verwerken van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 7.4.0 lid 1 en 2 van de Jeugdwet.

    • VIII.

      Participatiewet, voor de gemeenten en voor Eemnes: de opdrachtverstrekking van re-integratievoorzieningen aan aanbieders, de controle op rechtmatigheid van declaraties van re-integratievoorzieningen en de behandeling van klachten in het kader van de Participatiewet. Tot deze taakuitvoering behoort de daartoe benodigde verwerking van persoonsgegevens.

    • IX.

      Doelgroepenvervoer,

      • a.

        voor de gemeenten Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren en Wijdemeren: de uitvoering van het Wmo-vervoer als bedoeld in artikel 1.2.1 van de Wmo 2015;

      • b.

        voor de gemeenten Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren en Wijdemeren: de uitvoering van het leerlingenvervoer als bedoeld in de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en Wet op het voortgezet onderwijs;

      • c.

        voor de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren en Wijdemeren: de uitvoering van het jeugdhulpvervoer als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de Jeugdwet.

  • 3.

    Indien ten gevolge van een wijziging van wettelijke regelingen op de terreinen vermeld in voorgaande leden van dit artikel, de uitvoering van werkzaamheden ter realisatie strekt van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van deze regeling strekte, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven deze, voor zover hun strekking en omvang door hun wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de aan de Regio opgedragen taken.

Artikel 6 Dienstverlening

  • 1.

    De Regio kan diensten verlenen aan één of meerdere deelnemende gemeenten indien deze daarom verzoeken.

  • 2.

    De Regio kan diensten verlenen aan één of meerdere niet deelnemende gemeenten indien deze daarom verzoeken.

  • 3.

    Een besluit tot verlening van diensten wordt - op basis van een advies van een betrokken portefeuillehoudersoverleg - genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder diensten worden verleend.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het inrichten van een register, behorende als Bijlage 1 bij deze regeling, waarin de besluiten tot dienstverlening als bedoeld in het vorige lid worden vastgelegd. Daarbij wordt voor elke dienstverleningsactiviteit vermeld voor welke gemeente(n) de Regio die dienstverlening verzorgt.

  • 5.

    Het register als bedoeld in het vorige lid wordt jaarlijks geactualiseerd indien en voor zover gemeenten gebruik gaan maken van die dienstverlening conform lid 3, dan wel de afname van die dienstverlening juist hebben beëindigd.

  • 6.

    Indien alle gemeenten de dienstverlening afnemen en willen blijven afnemen, wordt een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling overwogen strekkende tot uitbreiding van artikel 5 van deze regeling.

Artikel 7 Wijziging overgedragen taken en bevoegdheden

  • 1.

    Een portefeuillehoudersoverleg kan voorstellen doen aan het algemeen bestuur tot het aanbrengen van wijzigingen in de door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten aan de Regio overgedragen taken en bevoegdheden als vermeld in de artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling.

  • 2.

    Het algemeen bestuur doet naar aanleiding van het voorstel van het portefeuillehoudersoverleg als vermeld onder lid 1 van dit artikel een voorstel aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • 3.

    Een voorstel tot wijziging heeft uitsluitend betrekking op taken en/of bevoegdheden van de colleges van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Een voorstel tot wijziging als bedoeld onder lid 1 van dit artikel kan inhouden:

    • a.

      een voorstel tot uitbreiding van de aan de Regio overgedragen taken en/of bevoegdheden;

    • b.

      een voorstel tot het niet langer door de Regio laten uitvoeren van aan de Regio overgedragen taken en/of het intrekken van aan de Regio overgedragen bevoegdheden.

  • 5.

    Een voorstel tot wijziging als bedoeld in lid 4 van dit artikel wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • 6.

    Indien de colleges van burgemeester en wethouders van alle gemeenten instemmen met een voorstel als bedoeld in lid 4 van dit artikel zal de betreffende taak en/of bevoegdheid in overeenstemming met de voorgestelde wijziging worden uitgeoefend.

  • 7.

    Colleges van burgemeester en wethouders besluiten tot instemming met een voorstel als bedoeld in lid 4 van dit artikel door het nemen van een delegatiebesluit waarin de overdracht van een bevoegdheid of het intrekken daarvan expliciet wordt geregeld.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het inrichten van een register, behorende als Bijlage 2 bij deze regeling, waarin de wijzigingen van aan de Regio overgedragen taken en bevoegdheden, alsmede nieuwe taken en bevoegdheden van de Regio worden vastgelegd.

  • 9.

    Wijzigingen als bedoeld in dit artikel treden eerst in werking na bekendmaking hiervan door het dagelijks bestuur in het blad Gemeenschappelijke Regeling.

Artikel 8 Regionale samenwerkingsagenda

  • 1.

    Ter bevordering van de onderlinge samenwerking wordt door de portefeuillehoudersoverleggen een regionale samenwerkingsagenda voorbereid met daarin opgenomen speerpunten van regionale samenwerking. De voorbereiding vindt plaats bij aanvang van een nieuwe raadsperiode. Vaststelling vindt plaats door de individuele gemeenten op de daarvoor in de gemeenten aangewezen wijze.

  • 2.

    Gemeenten beslissen individueel over deelname aan (delen van) de uitvoering van de regionale samenwerkingsagenda.

Hoofdstuk 4 De inrichting en de samenstelling van het bestuur

Artikel 9 Het bestuur

Het bestuur van de Regio bestaat uit

  • a.

    Het algemeen bestuur.

  • b.

    Het dagelijks bestuur.

  • c.

    De voorzitter.

Paragraaf 1 Algemeen bestuur

Artikel 10 Samenstelling algemeen bestuur

  • 1.

    Het aantal leden van het algemeen bestuur is gelijk aan het aantal gemeenten plus één. Indien het aantal aan deze regeling deelnemende gemeenten vermindert dan zal het aantal leden van het algemeen bestuur gelijk zijn aan 2 x het aantal deelnemende gemeenten plus één.

  • 2.

    De gemeenteraden wijzen uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders ieder één lid aan in het algemeen bestuur. Doet de situatie vermeld in de tweede volzin van lid 1 van dit artikel zich voor dan wijzen de gemeenteraden uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders ieder twee leden aan in het algemeen bestuur.

  • 3.

    De raad van de gemeente met het grootst aantal inwoners wijst –in aanvulling op lid 2 van dit artikel- uit zijn midden de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders een extra lid aan in het algemeen bestuur.

  • 4.

    De gemeenteraden wijzen voor door hen benoemde lid/ leden in het algemeen bestuur uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders een plaatsvervangend lid/ plaatsvervangende leden aan, die het door hen aangewezen lid/aangewezen leden bij ontstentenis of verhindering vervangt/vervangen. Het bepaalde in deze regeling ten aanzien van de leden van het algemeen bestuur is op de plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur zoals bedoeld in lid 2 en lid 3 van dit artikel geschiedt voor dezelfde periode als waarvoor de gemeenteraad wordt gekozen en vindt plaats in een vergadering van de gemeenteraad in nieuwe samenstelling.

  • 6.

    De leden van het algemeen bestuur treden af op de dag waarop de nieuw aangewezen leden van het algemeen bestuur in functie treden.

  • 7.

    Wanneer een lid van het algemeen bestuur ophoudt lid te zijn van het orgaan waaruit hij is aangewezen dan houdt hij tevens op lid te zijn van het algemeen bestuur. De raad van de gemeente die hem heeft aangewezen, voorziet zo spoedig mogelijk in de vervulling van de vacature.

  • 8.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen.

  • 9.

    Bij tussentijds ontslag voorziet de betreffende gemeenteraad zo spoedig mogelijk in de aanwijzing van een nieuw lid van het algemeen bestuur.

Artikel 11 Stemverdeling en quorum

  • 1.

    Elk algemeen bestuurslid heeft één stem met dien verstande dat het door de raad van de gemeente met het grootst aantal inwoners aangewezen extra lid geen stem heeft in het algemeen bestuur.

  • 2.

    Een stemming is alleen geldig als meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft, en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

  • 3.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van het aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 12 Incompatibiliteiten

Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de Wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één van de gemeenten dan wel door of vanwege het bestuur van de Regio aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met een ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van één van de gemeenten dan wel de Regio op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

Artikel 13 Vergaderingen algemeen bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste een vijfde van het aantal leden dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.

  • 3.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. Indien de voorzitter dan wel een vijfde gedeelte van de aanwezige leden het nodig oordeelt, dient het algemeen bestuur te besluiten of zal worden vergaderd met gesloten deuren. Over een wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling en over de begroting en de rekening kan niet in beslotenheid worden vergaderd of besloten.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.

Artikel 14 Bevoegdheden algemeen bestuur

  • 1.

    Alle bevoegdheden in het kader van de regeling, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur toe.

  • 2.

    Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen en dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

  • 3.

    Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.

  • 4.

    Voor een besluit onder lid 2 van dit artikel geldt een gekwalificeerde meerderheid van tweederde van het aantal stemmen uitgebracht in het algemeen bestuur.

Paragraaf 2 Dagelijks bestuur

Artikel 15 Samenstelling dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat, de voorzitter inbegrepen, uit tenminste vier leden welke door en uit het algemeen bestuur worden aangewezen.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

  • 3.

    De leden van het dagelijks bestuur mogen qua stemverhouding nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken.

  • 4.

    De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag waarop zij ophouden lid van het algemeen bestuur te zijn.

  • 5.

    De leden van het dagelijks bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen.

  • 6.

    Leden van het dagelijks bestuur, die ontslag hebben genomen, blijven hun functie waarnemen tot onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

  • 7.

    Indien een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar komt, kiest het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid.

Artikel 16 Vergaderingen dagelijks bestuur

De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn openbaar. Indien de voorzitter dan wel een lid van het dagelijks bestuur het nodig oordeelt, dient het dagelijks bestuur te besluiten of zal worden vergaderd met gesloten deuren.

Artikel 17 Bevoegdheden dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is bevoegd:

  • a.

    het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

  • b.

    beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

  • c.

    regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

  • d.

    ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan met uitzondering van de directeur Publieke Gezondheid;

  • e.

    tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 31a van de Wet;

  • f.

    te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

  • g.

    het nemen, ook alvorens besloten is tot het voeren van een rechtsgeding, van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles, wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit.

Paragraaf 3 Voorzitter

Artikel 18 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen uit de door de grootste gemeente aangewezen leden.

  • 2.

    De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 12 lid 1 heeft de voorzitter geen stem in het dagelijks bestuur.

  • 4.

    De voorzitter neemt voordat de leerplichtambtenaren hun ambt aanvaarden, de eed of belofte af als bedoeld in artikel 16 tweede lid Leerplichtwet 1969. Het formulier daarvan is bij ministeriële regeling vastgesteld.

Artikel 19 Bevoegdheden voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een door het dagelijks bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid van dit bestuur.

  • 3.

    De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4.

    De voorzitter vertegenwoordigt de Regio in en buiten rechte.

  • 5.

    De voorzitter kan de in lid 4 van dit artikel genoemde vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

Artikel 20 Informatie van het bestuur aan gemeenteraad

  • 1.

    Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken de raden ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur van de Regio gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken aan de gemeenteraden alle inlichtingen die door één of meer leden van die raden worden gevraagd.

  • 3.

    Het reglement van orde voor het algemeen bestuur regelt de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in de vorige leden van dit artikel bepaalde.

Artikel 21 Verantwoording van leden van het algemeen bestuur aan gemeenteraad

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door de gemeenteraad die hem heeft aangewezen, ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid op de binnen die gemeente gebruikelijke wijze.

  • 2.

    De gemeenteraad die een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur heeft aangewezen, kan deze vertegenwoordiger ontslaan, indien deze het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit.

Artikel 22 Informatie en verantwoording van leden van het algemeen bestuur aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en wethouders

Een lid van het algemeen bestuur geeft aan de gemeenteraad en aan het college van de door hem vertegenwoordigde gemeente alle inlichtingen die door het betreffende college of één of meer leden daarvan, worden verlangd op de binnen die gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 23 Informatie en verantwoording van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan algemeen bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

Hoofdstuk 6 Portefeuillehoudersoverleggen

Artikel 24 Portefeuillehoudersoverleggen en regionale samenwerkingsagenda

  • 1.

    De gezamenlijke colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten kunnen ten behoeve van coördinatie en afstemming op onderscheiden samenwerkingsterreinen dan wel ter uitvoering van een dienstverleningsovereenkomst portefeuillehoudersoverleggen instellen indien het algemeen bestuur hiermee instemt.

  • 2.

    Portefeuillehoudersoverleggen bereiden een regionale samenwerkingsagenda voor met daarin opgenomen de speerpunten van de regionale samenwerking. Vaststelling vindt plaats door de individuele gemeenten op de daarvoor in de gemeenten aangewezen wijze.

  • 3.

    Portefeuillehoudersoverleggen zijn belast met:

    • a.

      het stimuleren en coördineren van overleg tussen de gemeenten;

    • b.

      het behartigen van de belangen van de Regio bij andere overheden, instellingen, diensten of personen;

    • c.

      het gecoördineerd bestuurlijk opdrachtgeverschap.

  • 4.

    Portefeuillehoudersoverleggen kunnen jaarlijks, voor het samenwerkingsterrein waarvoor zij zijn ingesteld, een ontwerpprogramma opstellen ter uitvoering van de in lid 2 van dit artikel vermelde samenwerkingsagenda met daarin in ieder geval:

    • a.

      de hoofdpunten en de financiële uitgangspunten;

    • b.

      de relatie tussen de financiële uitgangspunten en de activiteiten en de prioriteiten;

    • c.

      voortgang en ontwikkelingen op de benoemde speerpunten.

  • 5.

    Portefeuillehoudersoverleggen bieden ontwerpbesluiten en/of ontwerpvoorstellen met betrekking tot het samenwerkingsterrein aan aan de colleges van burgemeester en wethouders en/of door tussenkomst van de colleges van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraden.

  • 6.

    Portefeuillehoudersoverleggen kunnen gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • 7.

    Besluiten van portefeuillehoudersoverleggen die financiële en/of beleidsmatige consequenties hebben voor één of meerdere gemeenten dienen - alvorens tot uitvoering kan worden overgegaan - bekrachtigd te worden in de eerstvolgende vergadering van het betreffende portefeuillehoudersoverleg.

Hoofdstuk 7 Ambtelijke organisatie

Artikel 25 Algemeen directeur

De algemeen directeur is hoofd van de ambtelijke organisatie.

Artikel 26 Rechtspositie

  • 1.

    Op de medewerkers in (tijdelijke) dienst van de Regio is de Cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (SGO) van toepassing voor zover het dagelijks bestuur daarin niet zelf via lokale regelingen heeft voorzien en met dien verstande dat op de medewerkers van de Regionale Ambulance Voorziening de Cao Ambulancevoorziening van toepassing is en dat op de medewerkers van de Vervoer Gooi en Vechtstreek B.V. de Cao Taxivervoer van toepassing is.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de Cao SGO.

  • 3.

    Waar in de in het eerste lid bedoelde Cao SGO wordt gesproken van “gemeenteraad”, “college” dan wel “hoofd van de dienst” wordt voor de toepassing van de Cao SGO gelezen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de algemeen directeur.

Hoofdstuk 8 Financiën en beheer

Artikel 27 Dienstjaar

Het dienstjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december van elk jaar.

Artikel 28 Algemene financiële beleidsmatige kaders

Het dagelijks bestuur zendt voor 1 februari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële beleidsmatige kaders ter informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 29 Begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt met inachtneming van artikel 186 van de Gemeentewet jaarlijks een ontwerpbegroting op overeenkomstig de wettelijke vormvereisten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting tezamen met de voorlopige jaarrekening en het ontwerpvoorstel tot bestemming van het resultaat vóór 15 april en uiterlijk acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de gemeenteraden.

  • 3.

    De ontwerpbegroting wordt via de website van de Regio voor een ieder beschikbaar gesteld en op de daarvoor geëigende wijze per gemeente voor een ieder ter inzage gelegd.

  • 4.

    De gemeenteraden kunnen binnen acht weken hun zienswijze over de ontwerpbegroting en het ontwerpvoorstel bestemming resultaat naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de ontwerpreactie op de zienswijzen bij de ontwerpbegroting en bij het voorstel tot bestemming van het resultaat, zoals deze ter vaststelling bij het algemeen bestuur voorliggen, en geeft hiervan kennis aan de gemeenteraden.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde begroting toe aan de gemeenteraden. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland.

  • 6.

    De mogelijkheid tot uitbrengen van een zienswijze aan de gemeenteraden op grond van artikel 35 van de Wet wordt tevens geboden op besluiten tot wijziging van de begroting voor zover het betreft wijzigingen die leiden tot een verhoging van de bijdrage van de deelnemende gemeenten.

Artikel 30 Jaarrekening

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening - inclusief de bestemming van het resultaat – vast, met inachtneming van artikel 186 van de Gemeentewet, in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening en het besluit tot bestemming van het resultaat ter kennisneming aan de gemeenteraden.

  • 3.

    De vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland.

Artikel 31 Vaststelling en betaling bijdrage

  • 1.

    De kosten van de Regio die niet uit andere inkomsten worden bestreden, komen ten laste van de gemeenten naar verhouding van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar, waarop de kosten betrekking hebben met dien verstande dat de kosten verbonden aan de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 5 VI Onderwijs onder a die niet uit andere inkomsten worden bestreden, ten laste komen van de deelnemende gemeenten naar de maatstaf van het aantal leerplichtigen en kwalificatieplichtigen in de onderscheiden gemeenten per 1 oktober van het boekjaar.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan bepalen dat voor de kosten verbonden aan bepaalde programmaonderdelen een van lid 1 van dit artikel afwijkende kostenverdeling geldt.

  • 3.

    De gemeenten betalen bij wijze van voorschot per maand een twaalfde van de in lid 1 en lid 2 van dit artikel bedoelde bijdrage.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan bepalen dat een van het in lid 1 van dit artikel bedoelde bedrag afwijkend voorschot wordt betaald.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur kan bepalen dat een van lid 3 in dit artikel afwijkend betaalschema van toepassing is.

Artikel 32 Financiële voorschriften

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de uitgangspunten voor het financiële beleid, de regels voor het financiële beheer en de Inrichting van de financiële organisatie en het beheer van de geldmiddelen;

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een verzekering van de risico's verbonden aan het optreden van het openbaar lichaam, het in dienst hebben van (tijdelijk) personeel en het beheer van eigendommen en gelden.

Artikel 33 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt financiële richtlijnen vast met betrekking tot de reserves en voorzieningen van het openbaar lichaam en benoemt daarbij een aan te houden noodzakelijk niveau van de algemene reserve, passend bij het risicoprofiel van de Regio.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan bij de jaarrekening, begroting en begrotingswijzigingen voorstellen doen aan het algemeen bestuur met betrekking tot respectievelijk de dotatie in- of onttrekking aan de reserves van de Regio naar de onderscheiden onderdelen.

Artikel 34 Controle

  • 1.

    Het algemeen bestuur wijst een accountant aan die, met inachtneming van de in artikel 32, 33 en 35 van deze regeling bedoelde regels, belast is met de controle op het financieel beheer en de boekhouding van de Regio. De controle geschiedt tenminste eenmaal per dienstjaar ten aanzien van de boekhouding in haar geheel.

  • 2.

    Van de controle wordt door de accountant een verslag gemaakt.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt een exemplaar van het controleverslag terstond aan de gemeenten.

Artikel 35 Financiering

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt een Treasurystatuut vast waarin onder meer geregeld is het aangaan van geldleningen en rekening-courantovereenkomsten en het uitlenen van geld en het doen van garantstellingen, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

  • 2.

    De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat de Regio te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 3.

    Indien blijkt dat een deelnemende gemeenten weigert de geraamde uitgaven op de eigen begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet

Hoofdstuk 9 Archiefbescheiden

Artikel 36 Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de Regio. Deze zorg voor archiefbescheiden – voortkomend uit taken en bevoegdheden – wordt verricht volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen verordening.

  • 2.

    Ten aanzien van beheer van de archiefbescheiden voortkomende uit de diensten worden nadere regelingen getroffen.

  • 3.

    De algemeen directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Hilversum.

  • 4.

    De archivaris van de gemeente Hilversum oefent toezicht uit op het onder het derde lid genoemde beheer.

  • 5.

    Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de in deze regeling genoemde organen is aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Hilversum.

  • 6.

    Na opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling worden de onder het eerste lid bedoelde archiefbescheiden met inachtneming van artikel 8 van het Archiefbesluit voor zover mogelijk vervreemd aan de taakopvolger. De overbrenging van de archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Hilversum geschiedt als had geen opheffing plaatsgevonden. Als er geen taakopvolger is, geschiedt de genoemde overbrenging direct.

  • 7.

    De onder het vijfde en zesde lid bedoelde archiefbescheiden worden beheerd door de archivaris van de gemeente Hilversum.

Hoofdstuk 10 Toe- en uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 37 Partiële toetreding

Een verzoek om te deel te nemen in een afgebakend deel van de aan de Regio opgedragen taken wordt op dezelfde wijze behandeld als een verzoek tot toetreding.

Artikel 38 Partiële uittreding

  • 1.

    Het algemeen bestuur doet op basis van een besluit van een gemeente om niet langer deel te nemen in een afgebakend deel van de aan de Regio opgedragen taken een voorstel.

  • 2.

    Op een voorstel van het algemeen bestuur over een verzoek tot partiële uittreding is de procedure met betrekking tot een voorstel tot wijziging van de regeling als bedoeld in artikel 41 lid 2 van deze regeling van toepassing.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt -- in samenspraak met de deelnemers – vast welke verlaging van de bijdrage passend is.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt – in samenspraak met de deelnemers – de partiële uittreedsom vast, de voorwaarden waaronder de partiële uittreding kan plaatsvinden en de gevolgen van de partiële uittreding, waaronder in ieder geval de datum van de daadwerkelijke partiële uittreding, de gevolgen voor het personeel, contracten, huisvesting en investeringen.

  • 5.

    De verlaging van de bijdrage wordt over een periode van vijf jaar gerealiseerd als volgt: jaar 1: 0%, jaar 2: 20%, jaar 3: 40%, jaar 4, 60%, jaar 5 80%, jaar 6 100%.

  • 6.

    Indien onverkorte toepassing van dit artikel naar het oordeel van het algemeen bestuur tot een onbillijke uitkomst leidt, kan het de uittreedsom gewijzigd vaststellen. Het besluit tot vaststelling van de uittreedsom bevat een onderbouwing van deze beslissing.

Artikel 39 Toetreding

  • 1.

    Het algemeen bestuur doet naar aanleiding van een verzoek tot toetreding een voorstel over het verzoek tot toetreding aan de gemeenten.

  • 2.

    Toetreding vindt plaats bij daartoe strekkende besluiten van de bevoegde bestuursorganen van tenminste twee derde van de gemeenten.

  • 3.

    Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding en kan hieraan financiële en andere voorwaarden verbinden.

Artikel 40 Uittreding

  • 1.

    Een besluit tot uittreding dient minimaal één jaar voor de datum van feitelijke uittreding aan het algemeen bestuur te worden aangeboden.

  • 2.

    De feitelijke uittreding kan eerst plaatsvinden aan het eind van het kalenderjaar.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan op basis van een voornemen tot uitreding – op verzoek en voor rekening van een gemeente -- de financiële, juridische, personele en organisatorische gevolgen van een uittreding in beeld brengen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur zendt een voornemen of een besluit tot uittreding van een gemeente ter kennisname aan de raden van de gemeenten.

  • 5.

    Het algemeen bestuur stelt – in samenspraak met de gemeenten – vast de gevolgen van de uittreding, waaronder in ieder geval de gevolgen voor het personeel, contracten, huisvesting en investeringen en de uittreedsom.

  • 6.

    De uittreedsom omvat de eigen bijdrage, zoals deze is vastgesteld in de jaarrekening van het jaar van uittreding, waarbij die bijdrage ieder jaar met 20% afneemt als volgt 1e jaar 100%, 2e jaar 80%, 3e jaar 60%, 4e jaar 40% en 5e jaar 20%.

  • 7.

    De betaling vindt maandelijks plaats voor telkens een twaalfde deel van het jaarbedrag.

  • 8.

    Indien onverkorte toepassing van dit artikel naar het oordeel van het algemeen bestuur tot een onbillijke uitkomst leidt, kan het de uittreedsom gewijzigd vaststellen. Het besluit tot vaststelling van de uittreedsom bevat een onderbouwing van deze beslissing.

Artikel 41 Wijziging of opheffing

  • 1.

    De gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2.

    Deze regeling kan worden gewijzigd indien de bevoegde bestuursorganen van tenminste twee derde van de gemeenten daarmee hebben ingestemd.

  • 3.

    Een wijziging van de regeling inhoudende een overdracht van taken en/of bevoegdheden aan de Regio kan alleen plaatsvinden indien de bevoegde bestuursorganen van alle gemeenten daarmee hebben ingestemd.

  • 4.

    De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van tenminste tweederde van de gemeenten.

  • 5.

    Ingeval van opheffing, stelt het algemeen bestuur, de gemeenten gehoord, een liquidatieplan vast dat voorziet in de vereffening van het vermogen en de verdeling over de deelnemende gemeenten van alle rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regelingen. De verdeelsleutel wordt bepaald door het aantal inwoners of een hiervan afwijkende verdeelsleutel die bij het aangaan van de verplichtingen door gemeenten werd overeengekomen.

Hoofdstuk 11 Partieel toegetreden

Artikel 42 Eemnes

  • 1.

    Eemnes is partieel toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 2.

    De partiële toetreding als bedoeld in lid 1 van dit artikel heeft betrekking op die taken en bevoegdheden waarin Eemnes op grond van artikel 5 van deze regeling participeert en op die dienstverlening op grond van artikel 6 die Eemnes afneemt.

Artikel 43 Bestuurlijke randvoorwaarden

  • 1.

    Voor de beraadslaging en de besluitvorming door het algemeen bestuur over onderwerpen die betrekking hebben op het afgebakende deel van het takenpakket van de Regio waartoe Eemnes is toegetreden wordt een afzonderlijke agenda opgesteld, de agenda algemeen bestuur Regio + Eemnes.

  • 2.

    Het algemeen bestuur wordt voor de behandeling van de in lid 1 van dit artikel bedoelde agenda uitgebreid met één door de gemeente Eemnes aangewezen agendalid.

  • 3.

    Met het oog op de onder lid 2 van dit artikel bedoelde uitbreiding van het algemeen bestuur wijst de raad van de gemeente Eemnes uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders één agenda-lid en een plaatsvervangend agendalid aan.

  • 4.

    Bij de besluitvorming over de onderwerpen vermeld op de onder lid 1 van dit artikel vermelde agenda heeft de vertegenwoordiger van Eemnes het recht om deel te nemen aan de beraadslagingen én aan de stemmingen.

  • 5.

    De vertegenwoordiger van Eemnes heeft – indien er een stemming plaatsvindt in het kader van de besluitvorming over de onderwerpen vermeld op de in lid 1 van dit artikel bedoelde agenda één stem in het algemeen bestuur.

  • 6.

    Eemnes wordt betrokken in de zienswijzeprocedure ten aanzien van de begroting van de Regio alsmede ten aanzien van begrotingswijzigingen van de Regio, indien deze wijzigingen leiden tot een verhoging van de bijdrage van Eemnes. Eemnes kan uitsluitend zienswijzen geven ten aanzien van die taakonderdelen in de begroting waartoe zij is toegetreden.

  • 7.

    Het bepaalde in artikel 30 van deze regeling ten aanzien van de jaarrekening en het besluit tot bestemming van het resultaat is ook van toepassing voor Eemnes.

Artikel 44 Financiële randvoorwaarden

  • 1.

    De kosten verbonden aan de uitvoering van de taken waartoe Eemnes is toegetreden worden met Eemnes verrekend op basis van de afspraken die zijn vastgelegd in de begroting van de Regio.

  • 2.

    Eemnes draagt bij aan de bestuurskosten van de Regio naar rato van het aantal inwoners.

Hoofdstuk 12 Slotbepalingen

Artikel 45 Geschillenregeling

Geschillen over de toepassing, in de ruimste zin van deze regeling tussen besturen van de deelnemende gemeenten of tussen besturen van een of meer gemeenten en het bestuur van de Regio worden behandeld volgens de geschillenregeling in artikel 28 van de Wet.

Artikel 46 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren zendt deze regeling aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. Artikel 140 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. De regeling treedt op 1 januari 2021 in werking.

Artikel 47 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek".

Bijlage 1 Register artikel 6 Dienstverlening

Tot de dienstverlening als bedoeld in artikel 6 Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek behoren:

GHOR

De coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied ten behoeve van de Veiligheidsregio.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten, de Veiligheidsregio’s Gooi en Vechtstreek en Flevoland.

Werkgeversdienstverlening

De uitvoering van de dienstverlening aan werkgevers, de registratie van werkzoekenden en vacatures en de regionale samenwerking met het UWV in de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek op grond van de artikelen 9 en 10 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes.

Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek

Het fungeren als werkgever en uitvoeren van de beheerstaak. De beheerstaak heeft betrekking op de kassiersfunctie, ondersteuning van de bedrijfsvoering en bestuurlijke afstemming tussen gemeenten, informatie en communicatie, raadplegen functionaris gegevensbescherming en uitvoeren audits, personele zaken en archivering. De inhoudelijke sturing en verantwoordelijkheid ligt bij de Stuurgroep van het Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes.

Toerisme Gooi en Vecht

Het verrichten van marketingactiviteiten en informatievoorziening om de regio Gooi en Vechtstreek te versterken als aantrekkelijke regio voor bezoek en recreatie.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes

Consultatie en Adviesteam

Het ondersteunen van wettelijk verwijzers als huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen en het bieden van inhoudelijk advies ten behoeve van de beoordeling tweede prestatie basis GGZ en specialistische GGZ.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes

Toeleiding tot ernstig enkelvoudige dyslexie

Het gezamenlijk organiseren van de toeleiding tot ernstig enkelvoudige dyslexie (EED) en het bij een derde partij beleggen van de screeningstaak van dossiers.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes

Reisvaccinaties

Het informeren en adviseren van inwoners over reisvaccinaties en hun gezondheid op reis en het toedienen van vaccins.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes

Voortzetting dienstverlening gebied Weesp

Na uittreding van de gemeente Weesp uit de Regio Gooi en Vechtstreek wordt de samenwerking met de gemeente Amsterdam voor het gebied Weesp op een aantal taakvelden voortgezet. Per taakveld wordt een dienstverleningsovereenkomst aangegaan waarin specifieke afspraken staan over onder andere het volume, de prijzen, tarieven en het overleg over de dienstverlening.

Afnemende gemeente: Amsterdam

Aanvullende dienstverlening Jeugd en Gezin

Op basis van de Bestuursopdracht Jeugd en Gezin 2018-2022 verleent Jeugd en Gezin gebiedsgerichte dienstverlening, zodat maximaal wordt aangesloten bij de lokale situatie per gemeente. Dit heeft vorm gekregen in aanvullende dienstverlening in alle gemeenten op Weesp na.

De omvang en duur van deze dienstverlening varieert per gemeente waarbij uitgangspunt is dat voor alle gemeenten onder dezelfde voorwaarden de dienstverlening wordt aangeboden.

Afnemende gemeenten: alle gemeenten plus Eemnes met uitzondering van Weesp

Bijlage 2 Register artikel 7 wijziging overgedragen taken en bevoegdheden

Dit register wordt bijgewerkt indien na de laatste wijziging tot de eerstvolgende wijziging van de gemeenschappelijke regeling tussentijds door de gemeenten besloten is tot een wijziging in het pakket overgedragen taken en bevoegdheden.

Bijlage 3 Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek 2020

Algemeen

Er zijn ontwikkelingen die in 2020 hebben geleid tot actualisatie van de GR RGV.

Bij de actualisering is getoetst of de bestendigde samenwerkingspraktijk aanleiding geeft tot aanpassingen. De procedure planning en control is in overeenstemming gebracht met de praktijk.

Voor de bestemming van het resultaat is sinds 2018 de mogelijkheid voor gemeenteraden om een zienswijze in te dienen. Er is vanaf 2018 een aantal nieuwe taken toegevoegd onder artikel 5 en 6. Tenslotte is door Weesp besloten om in 2022 te fuseren met Amsterdam. In overleg tussen het college van B&W en het dagelijks bestuur van de Regio is in 2019 toegezegd de uittredingsbepaling en de rekenregels voor het bepalen van de uittreedsom te verduidelijken. Deze regels zijn extern juridisch getoetst en in overeenstemming met de geldende jurisprudentie en de gewijzigde Wet.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 2 Regio Gooi en Vechtstreek

Artikel 2 Doelstelling

In dit artikel is het doel van de GR RGV beschreven, namelijk een wenselijk geachte samenwerking tussen de gemeenten in Gooi en Vechtstreek en Eemnes waarbij aan zowel de opgedragen taken als de te verrichten dienstverlening uitvoering wordt gegeven.

Hoofdstuk 3 Samenwerking

Artikel 4 Afstemming en coördinatie

In dit artikel zijn de taken beschreven die de Regio voor de gemeenten kan uitvoeren. Aan deze taken zijn toegevoegd de beleidsuitvoering en het contractmanagement. Onder beleidsuitvoering valt het formuleren van de programma’s van eisen en wensen ten behoeve van de regionale inkoop- en aanbestedingstrajecten. Onder contractmanagement wordt verstaan het wijzigen, opzeggen, in gebreke stellen, ontbinden en/of vorderen van nakoming van (inkoop)contracten en alle andere besluiten die daarmee samenhangen met uitzondering van het voeren van een rechtsgeding.

Artikel 5 Overgedragen taken en bevoegdheden

Overgedragen taken en bevoegdheden

In het nieuwe artikel 5 zijn de overgedragen taken en de daarbij uit te oefenen bevoegdheden samengevoegd. Zo is in één oogopslag te zien voor welke overgedragen taak welke bevoegdheid is overgedragen.

III Publieke gezondheid

Rijksvaccinatieprogramma

Per 1 januari 2019 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma. Het Rijksvaccinatieprogramma is een preventieprogramma gericht op jeugdigen. Jeugdigen worden gevaccineerd tegen verschillende ernstige infectieziekten.

De Regio, onderdeel Jeugd en Gezin, voert voor de gemeenten de jeugdgezondheidszorg uit. De uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma op grond van artikel 6b leden 3, 4 en 5 van de Wet publieke gezondheid is aan deze overgedragen taak toegevoegd.

IV AMHK

Coördinatietaak Veilig Thuis

De Regio is belast met de uitvoering van de taken van het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) Gooi en Vechtstreek. Hiertoe heeft de Regio Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek in het leven geroepen. In geval van (het voornemen tot) oplegging van een tijdelijk huisverbod dient de burgemeester contact op te nemen met Veilig Thuis op grond van artikel 12 lid 3 van de Wet tijdelijk huisverbod. Veilig Thuis coördineert het overleg met de burgemeester, politie en de hulpofficier van justitie bij het aanbieden van passende hulp aan de ene ouder en daarnaast het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan de andere ouder. De overgedragen taak tot het uitvoeren van een AMHK is met deze coördinatietaak uitgebreid en is niet alleen aan de orde bij kwesties van kindermishandeling, maar ook bij partnergeweld en ouderenmishandeling.

V Wet maatschappelijke ondersteuning

Beschermd wonen en maatschappelijke opvang

Taken over beschermd wonen ten aanzien van accounthouderschap & marktmeesterschap, inkoop en contractbeheer en de kassiersfunctie zijn aan de Regio overgedragen. Accounthouderschap & marktmeesterschap betreft onder andere aanspreekpunt zijn voor aanbieders, het Rijk, de VNG, vertegenwoordigers van inwoners en cliënten en derden, data- en consequentieanalyse, coördineren van de samenwerking tussen uitvoering en beleid en het verzorgen van de bestuurlijke afstemming.

De kassiersfunctie houdt in het beheren van de rijksuitkering en het overnemen van de betalingsverplichting aan aanbieders en budgethouders van de centrumgemeente Hilversum inzake de nieuwe centrumgemeentetaken onder de Wmo 2015. De gemeente Hilversum is in dit kader centrumgemeente binnen de regio Gooi en Vechtstreek en krijgt als onderdeel van de algemene uitkering in de integratie-uitkering Sociaal Domein de middelen voor de nieuwe centrumgemeentetaken (beschermd wonen).

De raad van Hilversum heeft op 10-12-2014 besloten om, in navolging van de keuze om de inkoop en contractbeheer bij de Regio te beleggen, het volledige budget Beschermd wonen over te dragen aan de Regio Gooi en Vechtstreek. Alle hieraan deelnemende gemeenten dragen in gezamenlijkheid de kansen en risico’s ten aanzien van dit budget. Tevens is de Regio belast met de uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 lid 1 van de Wmo 2015 ten aanzien van beschermd wonen en opvang als bedoeld in artikel 2.1.2 lid 2 sub g van de Wmo 2015. Dit betreft beschermd wonen en maatschappelijke opvang van personen in verband met psychische of psychosociale problemen of omdat zij de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld.

VI Onderwijs

Bestuurlijke handhaving naleving Leerplichtwet 1969

Aan de Regio zijn alle gemeentelijke taken als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 en de uitvoering van de regelgeving over de melding en de bestrijding van voortijdig school verlaten (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra overgedragen. De Regio, onderdeel Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL), voert deze taakopdracht uit. RBL heeft naast het opmaken van een proces verbaal door de leerplichtambtenaar behoefte aan een effectiever middel om schoolverzuim tegen te gaan. De last onder dwangsom als herstelsanctie leent zich hier goed voor, omdat schoolverzuim een duurovertreding is. Aan de uitvoering van de gemeentelijke taken op grond van de Leerplichtwet 1969 is toegevoegd het toepassen van bestuurlijke handhaving tot naleving van deze wet. De bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang op grond van artikel 125 Gemeentewet is reeds overgedragen en bevat tevens de mogelijkheid om een last onder dwangsom op te leggen.

Volwasseneneducatie

Sinds 1 januari 2015 voeren de gemeenten de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) uit. Gemeenten in een arbeidsmarktregio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het aanbod van opleiding gericht op het verbeteren van de Nederlandse taal en rekenen bij laaggeletterden en niet-inburgeringsplichtigen. De gemeente Hilversum is contactgemeente in Gooi en Vechtstreek en ontvangt de Rijksmiddelen voor volwasseneneducatie. De gemeente Hilversum heeft op 8 februari 2018 besloten de beleidscoördinatie en de middelen voor volwasseneneducatie onder te brengen bij de Regio. Vanaf 1 januari 2019 dragen de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het beleid, de inkoop en de financiering van de WEB voor wat betreft de volwasseneneducatie. Tevens levert de Regio de noodzakelijke verantwoordingsinformatie aan bij de contactgemeente Hilversum die formeel naar het Rijk dient te verantwoorden. De Regio koopt namens de gemeenten educatietrajecten in en sluit daartoe overeenkomsten met aanbieders.

In de GR RGV zijn de beleidscoördinatie, de inkoop, de kassiersfunctie, het contractbeheer en het contractmanagement over de volwasseneneducatie als overgedragen taken opgenomen evenals het voorbereiden en het uitvoeren van een regionaal programma volwasseneneducatie als bedoeld in artikel 2.3.1 lid 3 onder a van de WEB.

V Maatschappelijke ondersteuning VII Jeugdhulp en VIII Participatiewet

Opdrachtverstrekking aanbieders sociaal domein

De Regio is belast met de opdrachtverstrekking van resp. maatwerkvoorzieningen aan aanbieders in het kader van de Wmo 2015, jeugdhulpvoorzieningen aan aanbieders in het kader van de Jeugdwet en re-integratievoorzieningen aan aanbieders in het kader van de Participatiewet.

Onder deze taakuitvoering valt de daartoe benodigde beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering, de inkoop, in en externe monitoring, contractbeheer, de financiële controle op declaraties en het contractmanagement alsmede de verwerking van persoonsgegevens voor specifieke doeleinden.

De beleidsvoorbereiding vindt plaats via een door de gemeenten uniform verstrekt mandaat.

De Regio is voor de gemeenten en voor Eemnes op de benoemde taakvelden belast met de volgende taken:

a. Verzamelt en analyseert informatie en formuleert voor en met instemming van de gemeenten en Eemnes adviezen met het oog op het te voeren beleid (de beleidsvoorbereiding).

b. Fungeert bij deze beleidsvoorbereiding als aanspreekpunt voor betrokken instanties, inwoners, cliënten en verzorgt bestuurlijke afstemming.

c. Formuleert op basis van de uitkomsten van de beleidsvoorbereiding de programma’s van eisen en wensen ten behoeve van de regionale inkoop- en aanbestedingstrajecten (de beleidsuitvoering).

d. Voert de regionale inkoop- en aanbestedingstrajecten uit (de inkoop).

e. Voert het contractbeheer uit (draagt zorg voor het documenteren en archiveren van contractgegevens met gecontracteerde aanbieders en bewaakt daaruit voortvloeiende acties). Een specifiek onderdeel van het contractbeheer is het uitvoeren van de betalingsverplichtingen aan aanbieders.

f. Neemt de betalingsverplichting van de centrumgemeente Hilversum over voor het taakveld beschermd wonen en opvang zoals genoemd in artikel 5 lid 2 V onder a. en heeft daarvoor de beschikking over en beheer het volledige budget beschermd wonen en opvang.

g. Voert het contractmanagement uit (draagt zorg voor de juiste prestatie met de juiste kwaliteit op het juiste moment en de juiste plaats). De Regio is daarbij belast met het wijzigen, opzeggen, ingebrekestellingen, ontbinding en/of vorderen van nakoming van contracten en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden met uitzondering tot het voeren van een rechtsgeding.

h. Voert de controle uit op rechtmatigheid van declaraties en behandelt ingediende klachten in het kader van respectievelijk de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet.

IX Doelgroepenvervoer

De raden van de gemeenten en van Eemnes hebben besloten de uitvoering van het Wmo taxivervoer, het leerlingenvervoer en het jeugdhulpvervoer te beleggen bij de Regio. De Regio heeft hiervoor de Vervoer Gooi en Vechtstreek B.V. opgericht. Voor de gemeente Weesp wordt met oog op de fusie met Amsterdam per 2022 uitgegaan van een dienstverleningsovereenkomst.

Op lange termijn wordt geïnvesteerd in technologie om de reiziger optimaal te kunnen ondersteunen, het wagenpark te verduurzamen en de aansluiting met het openbaar vervoer te verbeteren.

Aan de Regio zijn ten behoeve van het uitvoeren van het doelgroepenvervoer en het daarmee bereiken van een kwaliteitsverbetering de taken als bedoeld in artikel 1.2.1 van de Wmo 2015 ten aanzien van de uitvoering van het Wmo vervoer, de taken als bedoeld in de artikelen 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs, Wet op het primair onderwijs en de Wet op de Expertisecentra ten aanzien van de uitvoering van het leerlingenvervoer en de taken als bedoeld in artikel 2.3 lid 3 van de Jeugdwet ten aanzien van het jeugdhulpvervoer overgedragen.

Artikel 6 Dienstverlening

In artikel 6 leden 4 en 5 is bepaald dat de Regio zorgdraagt voor een register waarin de besluiten tot dienstverlening worden opgenomen. Dit register wordt jaarlijks geactualiseerd en biedt overzicht zonder daarvoor de GR RGV te wijzigen. Wanneer blijkt dat de gemeenten en Eemnes dienstverlening structureel willen blijven afnemen biedt artikel 6 lid 6 van de GR RGV de mogelijkheid artikel 5 van de GR RGV uit te breiden met een nieuwe taak.

Werkgeversdienstverlening

De gemeenten en Eemnes hebben op grond van de artikelen 9 en 10 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwi) de verplichting om zorg te dragen voor dienstverlening aan werkgevers, de registratie van werkzoekenden en vacatures en uitvoering te geven aan een regionale samenwerking met het UWV in de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek door de economische zelfstandigheid van participatiegerechtigden te vergroten en hen met werkgevers te matchen op werk. De Regio zet in op het sluiten van arrangementen tussen gemeenten, onderwijs, re-integratie- en zorgpartners voor werkzoekenden kansrijke sectoren. De dienstverlening van het werkgeversservicepunt is in het register opgenomen.

Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek

Ten behoeve van het Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek fungeert de Regio als werkgever en wordt de beheerstaak uitgevoerd. De beheerstaak heeft betrekking op de kassiersfunctie, ondersteuning van de bedrijfsvoering en bestuurlijke afstemming tussen gemeenten, informatie en communicatie, raadplegen functionaris gegevensbescherming en uitvoeren audits, personele zaken en archivering. De inhoudelijke sturing en verantwoordelijkheid ligt bij de Stuurgroep van het Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek. De dienstverlening ten aanzien van het Zorg- en Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek is in het register opgenomen.

Ernstig enkelvoudige dyslexie (EED)

De gemeenten en Eemnes hebben besloten de toeleiding van EED gezamenlijk te organiseren en de taak van screening van dossiers te beleggen bij een derde. EED is een vorm van dyslexie waarbij een kind naast dyslexie geen andere ggz stoornis, beperking of andere taal- of leerstoornis heeft die belemmerend is voor onderzoek of behandeling. EED is een jeugdhulpvoorziening en is voor kinderen in de leeftijd van 7 tot en met 12 jaar. Voor de toekenning dan wel afwijzing van jeugdhulpvoorzieningen blijven gemeenten verantwoordelijk. De screening houdt in dat een onafhankelijke partij onderzoekt in hoeverre een kind in aanmerking komt voor dyslexiezorg. De Regio contracteert een aanbieder en zorgt ervoor dat deze aanbieder de screening kan uitvoeren, is het aanspreekpunt voor ouders, scholen en de screener en beantwoordt telefonisch en per e-mail vragen. Ook komen aanmeldingen voor de screening binnen bij de Regio. De Regio controleert de aanmeldingen op compleetheid en neemt – indien nodig – contact op met ouder(s) en/of school voor aanvullingen. Wanneer het dossier compleet is voor de aanmelding, stuurt de Regio het dossier door naar de screener. Ook beleidsmatige vraagstukken over EED worden door de Regio opgepakt. De dienstverlening op het gebied van EED is in het register opgenomen.

Recreatie en Toerisme

In 2010 werd de Stichting Toerisme Gooi & Vecht opgericht met als doel door middel van marketingactiviteiten en informatievoorziening de regio Gooi en Vechtstreek te versterken als aantrekkelijke regio om te bezoeken en te recreëren.

Om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en bij te dragen aan de gezamenlijke ambities van het regionaal programma Cultuur, Erfgoed, Recreatie en Toerisme is in 2019 besloten de stichting op te heffen en de taken van de stichting onder te brengen bij de Regio. De dienstverlening op het gebied van recreatie en toerisme is nu in het register opgenomen.

Consultatie en Adviesteam (C en A team)

De huisarts, medisch specialist en jeugdarts zijn wettelijk verwijzer volgens de Jeugdwet en hebben een verantwoordelijkheid om te kunnen bepalen of en zo ja waar een jeugdige passende ondersteuning dient te krijgen. Het C en A team biedt deze verwijzers ondersteuning om hun verwijstaken goed te kunnen uitvoeren. Daarnaast geeft het C en A team inhoudelijk advies bij het beoordelen van aanvragen voor een tweede prestatie generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ. Deze taken van het C en A team zijn als vorm van dienstverlening in het register opgenomen.

Reisvaccinaties

Bij de Regio is de GGD Gooi en Vechtstreek ondergebracht. Naast taken op het gebied van publieke gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en ouderengezondheidszorg wordt voorzien in een reizigersspreekuur waarbij inwoners van de regio Gooi en Vechtstreek advies kunnen inwinnen over vaccinaties en anti-malariamaatregelen voor op reis. De reisvaccinaties worden direct toegediend. De informatievoorziening aan reizigers over vaccinaties is als vorm van dienstverlening in het register opgenomen.

Voortzetting dienstverlening gebied Weesp

Na uittreding van de gemeente Weesp uit de Regio Gooi en Vechtstreek wordt de samenwerking met de gemeente Amsterdam voor het gebied Weesp op een aantal terreinen voortgezet. Deze taakvelden betreffen afvalinzameling, jeugdgezondheidszorg (waaronder het Regionaal Bureau Leerplicht), doelgroepenvervoer en inkoop en contractbeheer van individuele voorzieningen binnen het sociaal domein alsmede de werkzaamheden van Veilig Thuis.

Aanvullende dienstverlening Jeugd en Gezin

Op basis van de Bestuursopdracht Jeugd en Gezin 2018-2022 verleent Jeugd en Gezin aanvullende dienstverlening in alle gemeenten op Weesp na. De activiteiten hebben betrekking op gezins- en opvoedondersteuning zoals bijvoorbeeld het preventief begeleidingsprogramma Stevig Ouderschap voor gezinnen met een risico op opvoedproblematiek, workshops voor aanstaande ouders, cursussen voor ouders met baby’s tot vier maanden oud en prenataal huisbezoek bij kwetsbare zwangere vrouwen.

Hoofdstuk 4 De inrichting en de samenstelling van het bestuur

Paragraaf 1 Algemeen Bestuur

Artikel 14 Bevoegdheden algemeen bestuur

De procedure als bedoeld in het derde lid om te besluiten tot deelneming in en oprichting van een private rechtsvorm is in overeenstemming gebracht met artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Als extra waarborg is opgenomen dat een dergelijke besluit van het algemeen bestuur, gehoord de wensen en bedenkingen van de gemeenteraden, een meerderheid vraagt van twee-derde van de uitgebrachte stemmen. De aanleiding om hiervoor de gekwalificeerde meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen in het algemeen bestuur te nemen komt in de meeste gevallen overeen met een gekwalificeerde meerderheid van de deelnemende gemeenten. Als een gemeente niet deelneemt aan de desbetreffende taak kan het AB lid hierover geen stem uitbrengen.

Hoofdstuk 6 Portefeuillehoudersoverleggen

Artikel 24 Portefeuillehoudersoverleggen en regionale samenwerkingsagenda

De taken van de portefeuillehoudersoverleggen zijn uitgebreid met het gecoördineerd bestuurlijk opdrachtgeverschap. Het is praktijk in de regionale samenwerking dat de portefeuillehoudersoverleggen functioneren als de bestuurlijk gecoördineerd opdrachtgever namens de gemeenten. Portefeuillehouders leggen namens de gemeenten eenduidige bestuursopdrachten voor aan het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur, die als bestuurlijk opdrachtnemer functioneren voor de Regio als organisatie. De bestuurlijk opdrachtnemer DB/AB toetst hierbij in formele zin de voorwaarden en de uitvoerbaarheid van de opdracht voor de organisatie. Er vindt in een besluit een formele acceptatie van de opdracht plaats, voordat tot uitvoering worden overgegaan. Mede gelet op deelneming van de Regio in een rechtspersoon de Vervoer Gooi en Vechtstreek BV is die rolscheiding essentieel voor de gemeenten om zonder rolvermenging als opdrachtgever enerzijds de regie te kunnen voeren op de uitvoering en als opdrachtnemer anderzijds de uitvoerbaarheid voor de betrokken uitvoeringseenheid te kunnen toetsen.

Hoofdstuk 7 Ambtelijke organisatie

Artikel 26 Rechtspositie

Per 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking getreden waardoor de rechtspositie van ambtenaren gelijkgetrokken is met die van een werknemer in het bedrijfsleven. Tevens is sinds 1 januari 2020 de Cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties op de medewerkers van de Regio van toepassing. Voor sommige sectoren zoals de ambulance en de taxi gelden andere verplichte Cao’s.

Hoofdstuk 8 Financiën en beheer

Artikel 28 Algemene, financiële en beleidsmatige kaders

In de afgelopen periode is gebleken dat het doorlopen van de P & C cyclus actualisering behoeft.

De Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat uiterlijk 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de deelnemende gemeenten gezonden dienen te worden.

De termijn voor toezending van de kaderbrief is, aansluitend op de bestaande samenwerkingspraktijk, vervroegd naar uiterlijk 1 februari.

De datum van 15 april is in deze regio het moment waarop de gelijktijdige verzending plaatsvindt aan de gemeenteraden van de voorlopige jaarrekening, de ontwerpbegroting en het ontwerpvoorstel tot bestemming van het resultaat.

Artikel 29 Begroting

Naast de ontwerpbegroting en de voorlopige jaarrekening, zendt het dagelijks bestuur een ontwerpvoorstel tot bestemming van het resultaat aan de deelnemende gemeenten. De voorlopige jaarrekening is ter informatie. Voor begrotingswijzigingen die leiden tot een verhoging van de bijdrage voor gemeenten wordt evenals voor de ontwerpbegroting een zienswijzeprocedure gevolgd.

Artikel 31 Vaststelling en betaling bijdrage

In het derde lid van dit artikel is de actuele frequentie van een maandelijkse betaling van de gemeentelijke bijdragen opgenomen.

Hoofdstuk 10 Toe- en uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 38 Partiële uittreding en artikel 40 Uittreding

Mede in verband met de nieuwe wetgeving die aangeeft uittredingsregels expliciet te maken, zijn de regels over (partiële) uittreding verduidelijkt. Deze toezegging is ook in 2019 gedaan aan Weesp.

Gekozen is voor de in de jurisprudentie gehonoreerde forfaitaire methode. Die omvat de geleidelijke afbouw van de eigen bijdrage in het jaar van uittreden over een periode van vijf jaren.

Bij partiële uittreding is de bijdrage berekend op basis van de aan die taak toe te rekenen kosten.

De verlaging van de eigen bijdrage over vijf jaar start bij 0%. Het kan noodzakelijk zijn dat het algemeen bestuur een correctie toepast als in het jaar van uittreden sprake is van omvangrijke incidentele lasten of baten. De regeling biedt de mogelijkheid dan aan het algemeen bestuur om bij onbillijkheid gemotiveerd af te wijken van de hoofdregel.

Bij bepaling van de uittreedsom stelt het algemeen bestuur - in samenspraak met de gemeenten - in een samenhangend besluit de uittreedsom vast, de datum van uittreding en de voorwaarden en de gevolgen waaronder de (partiële) uittreding kan plaatsvinden, waaronder afspraken over onder andere het personeel, contracten, huisvesting en investeringen.

Tenslotte is nieuw dat een gemeente het algemeen bestuur kan verzoeken om vooraf - bij een voornemen tot uittreding - een zo concreet mogelijk beeld te geven van de hieraan verbonden financiële en overige consequenties. Het algemeen bestuur brengt de kosten van die werkzaamheden in rekening bij de betrokken gemeente.