Verordening parkeerbelastingen gemeente Gorinchem 2014

Geldend van 04-12-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Parkeerbelastingen gemeente Gorinchem 2014

De raad van de gemeente Gorinchem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Gorinchem 2011;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2014 (Verordening parkeerbelastingen 2014).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat

1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 58,-.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening parkeerbelastingen 2013', vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Aanwijzingsbesluiten welke door het college zijn genomen onder de 'Verordening parkeerbelastingen 2005' blijven gelden onder de 'Verordening parkeerbelastingen gemeente Gorinchem 2014'.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2014'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 7 november 2013

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel 2014, behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014

Hoofdstuk 1. Parkeergeld bij parkeerapparatuur

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. bedraagt in de gebieden, zoals aangeduid in de bij deze Tarieventabel behorende kaart:

Gebied

A.

Per dag of gedeelte daarvan, met een maximale parkeerduur van 1 dag

€ 3,00

B.

Per uur, met een kleinste betaaleenheid van € 0,50 voor 30 minuten

€ 1,00

C.

Per uur, met een kleinste betaaleenheid van € 0,50 voor 30 minuten, met een maximale parkeerduur van 1 dag

€ 1,00

E.

Per uur, met een kleinste betaaleenheid van € 0,50 voor 30 minuten

€ 1,00

F.

Per uur, met een kleinste betaaleenheid van € 0,30 voor 10 minuten en met een maximale parkeerduur van 2 uur

€ 2,00

Hoofdstuk 2. Parkeervergunningen en abonnementen

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b. bedraagt:

a

Voor een vergunning bewoner 1

€ 65,00

b

Voor een vergunning bewoner 2

€ 160,00

c

Voor een vergunning voor een bedrijf voor 1 kenteken

€ 415,00

d

Voor een vergunning voor een bedrijf voor 2 kentekens

€ 615,00

e

Voor een vergunning voor beperkte duur

€ 12,00

f

Voor een vrije vergunning

€ 515,00

g

Voor een bezoekerskaart

€ 36,00

Voor een abonnement voor een jaar voor een van de volgende parkeergarages bedraagt het tarief:

h

Voor de garage Kazerneplein voor een bedrijf

€ 615,00

i

Voor de garage Kweeklust voor een bewoner

€ 165,00

j

Voor de garage Kweeklust voor een bedrijf

€ 515,00

k

Het tarief bedraagt voor een nachtabonnement, geldig van maandag tot en met zaterdag van 17.00 tot 09.00 uur (op donderdag van 20.00 tot 09.00 uur) voor de garage Kazerneplein of Kweeklust per jaar

€ 30,00

Behoort bij raadsbesluit van 7 november 2013

De griffier van Gorinchem,