Regeling vervallen per 01-01-2022

Regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking 2015

Geldend van 03-11-2015 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2015

Intitulé

Regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking 2015

Regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  • 1.

    Artikel 2.1.2 en 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • 2.

    Artikel 4.11 van de verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem 2015.

Artikel 1. Algemeen

Met deze regeling wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 biedt. Namelijk het verstrekken van een tegemoetkoming aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben. Deze regeling komt in de plaats van de RFBU (Regionaal Fonds voor Buitengewone Uitgaven).

De Regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking wordt uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden (hierna te noemen RSD) namens het college van Gorinchem.

Artikel 2. Voorwaarden

De volgende voorwaarden gelden voor deze regeling:

  • ·

    De aanvrager moet inwoner zijn van de gemeente Gorinchem.

  • ·

    De aanvrager moet 18 jaar of ouder zijn.

Op deze voorwaarde is een uitzondering mogelijk namelijk: Ouders kunnen een aanvraag indienen voor een ten laste komend gehandicapt of chronisch ziek kind dat inwoont.

  • ·

    Een bij zijn ouders inwonend niet ten laste komend kind van 18 jaar of ouder, dat een beperking heeft of chronisch ziek is, kan zelfstandig een aanvraag indienen.

  • ·

    De aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of verblijft rechtmatig in Nederland.

  • ·

    Uitgesloten is de aanvrager die in een gevangenis of huis van bewaring verblijft.

  • ·

    De aanvrager moet een inkomen hebben dat beneden de in artikel 5 vastgestelde inkomensgrenzen ligt.

  • ·

    De aanvrager bezit geen vermogen dat hoger ligt dan de in artikel 5 vastgestelde grens.

  • ·

    De aanvrager is chronisch ziek en/ of beperkt. Voor de definitie wordt verwezen naar hetgeen onder artikel 7 staat vermeld.

Artikel 3. Aanvragen en voorzieningenperiode

Ten behoeve van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe ontwikkeld aanvraagformulier. Aanvragenformulieren en benodigde bewijsstukken moeten worden ingediend bij RSD AV. Het formulier is alleen bedoeld voor de eerste keer dat een aanvraag op grond van de regeling chronisch zieken en mensen met een beperking. Daarna volgt bij ongewijzigde omstandigheden jaarlijks een betaling.

De uiterste datum voor het indienen van een aanvraag is 31 december van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Er is een uitzondering voor aanvragen die betrekking hebben op 2015. Hiervoor geldt 29 februari 2016 als uiterste indieningstermijn.

Aanvragen die na die data worden ingediend worden niet meer in behandeling genomen.

Artikel 4. Peildatum

Het recht op uitkering wordt vastgesteld op basis van de op de datum van aanvraag geldende gegevens.

Artikel 5. Inkomensgrenzen en vermogensgrenzen

  • -

    Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, mag het inkomen (exclusief vakantietoeslag) van de aanvrager (samen met de eventuele partner) niet meer bedragen dan 120% van de van toepassing zijnde geldende bijstandsnorm .

  • -

    Inkomensgrenzen worden geïndexeerd op de tijdstippen waarop ook van Rijkswege de van toepassing zijnde uitkeringsnormen worden geïndexeerd. De hoogte van de indexatie is gelijk aan het indexpercentage dat door het Rijk wordt gehanteerd bij de van toepassing zijnde uitkeringsnormen.

  • -

    De genoemde uitkeringsnormen zijn exclusief vakantietoeslag.

  • -

    Voor aanvragers jonger dan 21 jaar gelden afwijkende inkomensgrenzen conform de Participatiewet (artikel 20).

  • -

    De kostendelersnorm (artikel 22a) Participatiewet wordt niet toegepast bij de berekening van de inkomensgrenzen.

Vermogensgrenzen:

Mensen zonder fiscale partner

€ 21.330

Mensen met fiscale partner

€ 42.660

Het vermogen bestaat uit de totale waarde van alle waardevolle bezittingen, zoals spaargeld, auto, boot, caravan, waardepapieren en overige bezittingen. Gebruiksgoederen behoren niet tot het vermogen. Schulden kunnen hier van worden afgetrokken. Het in de eigen woning gelegen vermogen blijft buiten beschouwing;

Artikel 6. Hoogte vergoedingen

Overgangssituatie 2015

Mensen die in 2015 Al RFBU (Regionaal Fonds Buitengewone Uitgaven) hebben ontvangen.

Leefvorm

Reeds ontvangen RFBU bedrag

Nabetaling voor mensen die in 2015 al RFBU hebben ontvangen

alleenstaande

€ 173

€ 177

alleenstaande ouder

€ 247

€ 103

gehuwd/samenwonend

€ 247

€ 103

Beide chronisch ziek/ gehandicapt

2x €247= 494

€ 206

Lingewaal

Alleenstaande

€ 250

€ 100

gehuwd/samenwonend

€ 250

€ 100

Beide chronisch ziek/ gehandicapt

2x €250= €500

€ 200

Mensen die geen RFBU hebben ontvangen in 2015:

Leefvorm

Bedrag 2016

Per chronisch zieke en/of gehandicapt gezinslid

€ 350

Situatie 2016

Vanaf 1-1-2016 wordt de RFBU vervangen door de regeling chronisch zieken en gehandicapten.

Leefvorm

Bedrag 2016

Per chronisch zieke en gehandicapt gezinslid

€ 350

Artikel 7. Definitie chronisch ziekte en/of beperking

De volgende definities zijn van toepassing.

Beperkingen:

Tot inwoners met een beperking behoren zij met een motorische, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking. Psychogeriatrische of psychiatrische aandoening worden gezien als beperking.

Chronisch zieken:

Chronisch zieken zijn mensen die lijden aan een onomkeerbare aandoening, zonder uitzicht op volledig herstel. Deze aandoening beïnvloedt het dagelijks leven van de patiënt. Een chronische ziekte onderscheidt zich verder door een langdurig beroep op de zorg.

Artikel 8. Indicatiestelling

Onder indicatie wordt in deze beleidsregels verstaan: Het vaststellen of iemand chronisch ziek is of beperking, door te kijken of hij/zij aan de criteria voldoet. Om de uitvoering zo eenvoudig mogelijk te houden, gebeurt de indicatiestelling zoveel mogelijk aan de hand van reeds bestaande indicaties:

  • ·

    De verklaring van een huisarts of specialist;

  • ·

    het bewijs dat iemand voor 80 - 100% arbeidsongeschikt is;

  • ·

    een verstrekte voorziening in het kader van de Wmo;

  • ·

    indicatie WLZ (Wet Langdurige Zorg);

  • ·

    langdurige thuiszorg als gevolg van handicap of chronische ziekte;

  • ·

    een tegemoetkoming in het kader van de regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig- en ernstig gehandicapte kinderen (TOG);

  • ·

    een toegekende parkeerkaart gehandicapte;

  • ·

    een toegekende (privé) parkeerplaats gehandicapte.

Aanvrager dient zelf aan te tonen dat er sprake is van een chronische ziekte of beperking.

Artikel 9. Controle op de verstrekte gegevens

Een belanghebbende dient de verlangde gegevens volledig en naar waarheid te verstrekken. Eventuele wijzigingen in omstandigheden dienen door hem/haar terstond aan de RSD te worden doorgegeven. De RSD zal door middel van specifiek onderzoek controle op rechtmatigheid van de verstrekkingen uitoefenen. Bij constatering van misbruik of oneigenlijk gebruik van een verstrekking in het kader van dit fonds kan de RSD overgaan tot terugvordering van de financiële verstrekking.

Artikel 10. Hardheidsclausule

De RSD AV handelt overeenkomstig de nadere regels, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen.

Artikel 11. Datum inwerkingtreding

Deze nadere regels worden bekend gemaakt en treden in werking op 1 september 2015,

Artikel 12. Citeertitel

Regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking 2015

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Gorinchem,
Gehouden op 15 september 2015.
De secretaris, De burgemeester,

Toelichting:

Artikel 3. Aanvragen en voorzieningenperiode

De voorzieningenperiode loopt van 1 januari tot 1 januari van het opvolgende jaar. Een voorbeeld ter illustratie: Een belanghebbende dient op 1 mei van een bepaald jaar een aanvraag in. Hij krijgt een bijdrage over dat jaar toegekend. Deze bijdrage geldt dan voor de periode 1 januari van dat bepaalde jaar tot 1 januari van het opvolgende jaar.

Artikel 4. Peildatum

Als iemand bijvoorbeeld op 1 mei van een bepaald jaar een aanvraag indient, dan wordt bij de beoordeling van de aanvraag uitgegaan van het inkomen dat de betrokkene op 1 mei van dat betreffende jaar heeft

Artikel 7. Definitie chronisch ziekte en/of beperking

De definities zijn van belang om het recht op een tegemoetkoming te beoordelen. Als bijvoorbeeld een chronische ziekte geen gevolgen heeft voor de dagelijkse levensverrichtingen en er geen sprake is van het consulteren van professionele zorg, is er geen sprake van een bepaalde ernst dan bestaat er geen recht op een bijdrage.