IKB-regeling gemeente Gorinchem

Geldend van 21-02-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

IKB-regeling gemeente Gorinchem

IKB

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker: De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, onder a van de CAR-UWO.

  • b

    Fiscale ruimte: Het verschil - met betrekking tot de vergoeding voor woon-werkverkeer – tussen het bedrag dat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en het bedrag dat daadwerkelijk door de werkgever voor woon-werkverkeer wordt vergoed.

  • c

    Individueel KeuzeBudget (IKB): In geldwaarde uitgedrukte aanspraken resulterend in een saldo dat de medewerker kan aanwenden voor de landelijke in de CAR-UWO neergelegde en lokaal aangewezen doelen.

  • d

    Plaats van tewerkstelling: Het gebouw of de locatie waar of van waaruit de medewerker naar het oordeel van het bevoegd bestuursorgaan gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

  • e

    Werkgever: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem.

Artikel 2 Uitgesloten van deelname

Politieke ambtsdragers, buitengewoon ambtenaren van de Burgerlijke Stand en stagiaires van de gemeente Gorinchem kunnen niet deelnemen aan de (lokale) IKB-regeling.

Artikel 3a Landelijke bronnen van het IKB

Lid 1

In artikel 3:28 van de CAR/UWO worden de volgende landelijke bronnen van het IKB genoemd:

  • -

    8% van het in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen ?

  • -

    6% van het in de maand van opbouw geldende salaris ?

  • -

    1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949 ?

  • -

    0,8% van het in de maand van opbouw geldende salaris ? 1% van het in de maand van opbouw geldende salaris, indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing is op de ambtenaar

Lid 2

Indien in een maand het salaris of de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald dan wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelagen. Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

Artikel 3b Lokale bronnen van het IKB

Lid 1

Op basis van artikel 3:28 lid 6 van de CAR-UWO geldt de volgende lokale bron:

  • -

    14,4 uur lokaal bovenwettelijk verlof.

Lid 2

De in lid 1 genoemde lokale bron is niet pensioengevend.

Lid 3

Indien de medewerker na toevoeging van de in lid 1 bedoelde verlofuren aan het IKB tevens gebruik maakt van het recht op grond van artikel 3:36 van de CAR/UWO om jaarlijkse tot maximaal 72 uur bovenwettelijk verlof te verkopen, dient hij daartoe uiterlijk op 1 december van het desbetreffende jaar een verzoek in.

Artikel 4a Landelijke doelen

In artikel 3:29 van de CAR/UWO worden de volgende landelijke doelen van het IKB genoemd:

  • -

    het kopen van vakantie-uren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar

  • -

    extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het tot aan de datum van uitbetaling opgebouwde IKB

  • -

    het financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de gemeente wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij mogelijk maakt.

Artikel 4b Lokale doelen

Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde landelijke doelen gelden de volgende lokale doelen:

  • -

    fiets;

  • -

    vakbondscontributie;

  • -

    cursussen en vakliteratuur;

  • -

    fiscale uitruil woon-werkverkeer.

Artikel 5 Fiets

Lid 1

De medewerker kan eenmaal in de 36 maanden de keuze maken om het IKB te gebruiken voor de aanschaf van één fiets bij een zelf uit te kiezen leverancier, echter slechts indien:

  • -

    er voldoende IKB is opgebouwd om de fiets van te kunnen betalen;

  • -

    de medewerker kan aantonen dat hij de fiets gebruikt voor het woon-werkverkeer of voor de verbinding met aansluitend openbaar vervoer, waarbij de medewerker zich in dit laatste geval met een getekende intentieverklaring verplicht de fiets op die wijze voor het woon-werkverkeer te gebruiken.

Lid 2

De keuze van het type fiets is in die zin beperkt, dat de medewerker geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fietsen mag aanschaffen. Fietsen met elektrische trapondersteuning zijn wel toegestaan.

Lid 3

De aanschafkosten van de fiets, alsmede de eventuele accessoires en eventuele verzekering, worden uit het opgebouwde IKB-budget gefinancierd. Daarbij kunnen maximaal €749,- van de aanschafkosten èn €82,- van de accessoires èn de premie voor de verzekering via het forfait van de werkkostenregeling belastingvrij worden uitbetaald, zolang dit als eindheffingsbestanddeel is aangewezen. Het meerdere wordt belast uitbetaald.

Lid 4

De medewerker dient bij de keuze voor een uitbetaling uit het IKB ten behoeve van de fiets, de factuur en de betaalbewijzen voor de aanschaf van de fiets als bijlage toe te voegen.

Lid 5

De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal of beschadiging van de fiets, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventuele andere gevolgen die deelname aan deze regeling voor de medewerker met zich meebrengt.

Artikel 6 Vakbondscontributie

Lid 1

Indien de medewerker lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan hij of zij naar believen maandelijks of één keer per jaar in december het IKB aanwenden voor de bekostiging van de vakbondscontributie.

Lid 2

De medewerker dient bij de keuze voor een uitbetaling uit het IKB ten behoeve van de vakbondscontributie, de jaaropgave van de vakbond en het betalingsbewijs van de contributie als bijlagen toe te voegen.

Lid 3

De uitbetaling uit het IKB ten behoeve van de vakbondscontributie geschiedt onbelast zolang dit als eindheffingsbestanddeel in de werkkostenregeling is aangewezen.

Artikel 7 Cursussen en vakliteratuur

Lid 1

Het IKB kan worden ingezet ten behoeve van beroepskosten, zoals cursussen,?congressen, seminars, symposia en vakliteratuur, wanneer die wel aan het werk gerelateerd zijn maar die niet door de werkgever worden vergoed. Bij het indienen van het verzoek dient de medewerker betaalbewijzen als bijlage bij te voegen. Het minimaal te declareren bedrag is € 50,00.

Lid 2

De uitbetaling uit het IKB ten behoeve van deze beroepskosten geschiedt onbelast zolang deze als gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling zijn aangewezen.

Artikel 8 Fiscale uitruil woon-werkverkeer

Lid 1

De medewerker kan - indien de fiscale ruimte hiervoor toereikend is - maandelijks het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil van kosten voor het woon-werkverkeer.

Lid 2

De fiscale ruimte die beschikbaar is voor de uitruil van reiskosten tegen onbelast brutoloon wordt automatisch door de IKB-module berekend.

Lid 3

Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt of bij diens verhuizing, wordt het uit te ruilen bedrag dienovereenkomstig aangepast.

Lid 4

In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker kan de medewerker vanaf de er op volgende maand niet langer het woon-werkverkeer fiscaal uitruilen. Zodra de medewerker weer aanwezig is op de plaats van tewerkstelling, kan de fiscale uitruil van reiskosten woon-werkverkeer worden hervat.

Lid 5

Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil starten of stoppen dan dient de medewerker dit in de IKB-module aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij de medewerker.

Artikel 9 Gevolgen keuzes

Het bepaalde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Citeertitel en looptijd

Deze regeling kan worden aangehaald als de “IKB-regeling gemeente Gorinchem” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervallen de “Regeling Cafetariamodel gemeente Gorinchem” en de regeling “Fietsplan gemeente Gorinchem”.