Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2014

Geldend van 19-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2014

De raad van de gemeente Gouda

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt : hetgeen hieronder wordt verstaan in de "Marktverordening Gouda 2009";

b. standplaats : de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c.. vaste standplaats : de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

d. dagplaats : de standplaats dieper marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen danwel ingenomen;

e. standwerken : de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt endat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

f. standwerkersplaats : de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om testandwerken;

g. vergunninghouder : degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

h. college : het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het innemen van een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voor de verkoop of het ten verkoop uitstallen of aanbieden van goederen of waren, op een markt.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene die de vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats inneemt. Als degene die de vaste standplaats of dagplaats inneemt wordt aangemerkt de houder van een vergunning.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1. De rechten bedragen:

    • A: voor een vaste standplaats, per dag:

      - op dinsdag, woensdag of donderdag € 6,50 per m2 per kwartaal;

      - op zaterdag € 8,85 per m2 per kwartaal.

    • B: voor een dagplaats of standwerkersplaats, per dag:

      - op dinsdag, woensdag of donderdag € 0,70 per m2;

      - op zaterdag € 0,88 per m2.

    Het minimumtarief voor een standwerkersplaats bedraagt per dag:

    - op dinsdag, woensdag of donderdag €  8,40 (afronding van 12 *

    €  0,70);

    - op zaterdag €  10,55 (afronding van 12 * € 0,88).

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Belastingaanslagen van € 5,-- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslag verschuldigde bedragen voor belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Terzake van vaste standplaatsen wordt een tarief per kwartaal geheven en is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal.

  • 2. In andere dan in het eerste lid genoemde gevallen wordt het recht per dag geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag dan wel een mondelinge of schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige kenbaar gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per kwartaal verschuldigde rechten

  • 1. Het recht is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingtijdvak wordt het recht berekend voor het aantal marktdagen dat belastingplichtige in dat belastingtijdvak gebruik maakt van de vaste standplaats.

  • 3. Indien de belastingplicht eindigt in de loop van het belastingtijdvak bestaat aanspraak op ontheffing voor het aantal marktdagen dat belastingplichtige in dat belastingtijdvak, buiten zijn wil, geen gebruik heeft kunnen maken van de vaste standplaats.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De rechten welke bij wege van aanslag worden geheven, moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2013’ van 12 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening marktgelden 2014.

Toelichting

Op 14 november 2013 is de Programmabegroting 2014-2017 vastgesteld. De in de paragraaf Lokale Heffingen globaal aangegeven tariefsaanpassingen voor het jaar 2014 zijn in de gemeentelijke belastingverordneingen voor 2014 verwerkt. Bij de redactie hiervan is zoveel mogelijk aangesloten bij de modelverordeingen van de VNG. De toelichting op de modelverordening is te raadplegen via de volgende link:

http://www.gouda.nl/gemeente/Modelverordeningen_gem_belastingen_toelichting.pdf

Bij de marktgelden kunnen met een beperkte tairefsverhoging van 3,1% kostendekkende tarieven worden bereikt.

De marktgelden worden verder verhoogd met 11,1% om een bedrag van circa € 14.500,-- beschikbaar te krijgen voor het marktpromotiefonds. Het marktpromotiefonds is op verzoek van de marktkooplieden in het leven geroepen en is opgenomen in de Martkverordening 2009. Het fonds is vergelijkbaar met het ondernemersfonds en wordt aangewend voor reclame- en promotieactiviteiten ten nutte van de warenmarkten. Een door het bestuur van de Centrale vereniging van ambulante handel in 2013 opgerichte stichting beheert het fonds. De gelden van het fonds zijn van de marktkooplieden en de verhoging van de martkgelden met 11,1% is dus geen lastenverzwaring die door de gemeente extra is opgelegd.

Voorts is van belang dat vanaf 2011 de uitvoering van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet WOZ is opgedragen aan de Gemeenschappelijke Regling BSGR (Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland).